Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De zwarte met het witte hart door Arthur Japin

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover De zwarte met het witte hart
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2727 woorden
  • 12 oktober 2007
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
27 keer beoordeeld

Boekcover De zwarte met het witte hart
Shadow

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de zwarte jongens als Hollanders opgevoed. Terwijl Kwasi zich uit alle macht aanpast en een echte Nederlander wil worden, vecht Kwame om zijn Afrikaanse identiteit te behouwen en op een dag te …

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de …

In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de zwarte jongens als Hollanders opgevoed. Terwijl Kwasi zich uit alle macht aanpast en een echte Nederlander wil worden, vecht Kwame om zijn Afrikaanse identiteit te behouwen en op een dag te kunnen terugkeren naar zijn volk.

Jaren later, aan het begin van de twintigste eeuw, kijkt de bejaarde prins Kwasi Boachi vanaf zijn Javaanse theeplantage terug op hun buitengewone levens. Pas dan ontdekt hij het complot waarmee de Nederlandse regering zijn Indische carrière heeft gedwarsboomd.

De zwarte met het witte hart door Arthur Japin
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: De zwarte met het witte hard
Auteur: Arthur Japin

Samenvatting:
Het boek begint met een overpeinzing vanuit Java, rond 1900. ‘Kleur heb je nooit zelf, kleur krijg je door anderen.’ Raden Aquasi, prins, woonachtig te Java, kijkt na een lang leven terug op zijn vergeten verleden. Hij zet voor zichzelf de feiten eens op een rijtje, maar komt niet veel verder dan: ‘Ik ben Aquasi Boachi, geboren prins der Ashanti, opgevoed in Delft en woonachtig te Java. Dan gaat hij terug in het verleden…
West-Afrika, 1836-1837

Kwasi en Kwame, twee jonge prinsjes uit het rijk van de Asantehene, Kwasi’s vader en koning van het rijk, zijn gelukkig samen en hebben een hechte band. Op een dag komt er een stoet met vooraanstaande Hollanders te gast, en wanneer zij weer vertrekken wordt besloten dat Kwasi en Kwame met hun mee zullen gaan, om in Holland te gaan studeren en zo de communicatie tussen beide landen te verbeteren. Wanneer zij in Holland zijn en naar school gaan blijkt dat ze allebei erg slim zijn. Kwame is erg creatief en Kwasi erg wiskundig. Hun namen worden veranderd in Aquasi en Quame, omdat dat mooier staat. Omdat ze vanwege hun donkere huidskleur veelal genegeerd worden, steekt Kwasi veel tijd in zijn studie en doet hij veel moeite om zijn geboorteland te vergeten en zich aan te passen. Kwame daarentegen kan niet aan dit leven wennen en is erg ongelukkig. Binnen een paar jaar is Kwasi zijn hele geboortetaal al bijna vergeten en Kwame neemt hem dat zeer kwalijk.
De jongens komen nooit ergens anders dan binnen de schoolpoorten tot ze op een dag samen boodschappen moeten gaan doen. Kwame gaat vast vooruit met het gehaalde brood, terwijl Kwasi nog wat rondslentert. Dan wordt hij in zijn maag gestompt door een jongen van school; Verheeck, die hem bedreigt. Van nu af aan moet hij elke keer als hij Verheeck tegenkomt zeggen: ‘Ik ben een vieze, vuile, zwartjakker.’ Op dat moment weet Kwasi nog niet wat dat betekent en hij zegt het telkens snel om niet geslagen te worden…
Dan op een nacht hebben alle jongens vreselijke diaree door verkeerde voeding, en dat terwijl er maar een closet voor hen is… Kwasi rent naar het prive-closet van de meester en doet zijn behoefte. Als dan Cornelius, een jongen van school, binnen komt stormen vraagt Kwasi hem om erbij te komen zitten. Samen zitten ze daar door de natuur gedwongen een hele tijd, en vanaf dan zijn ze vrienden. Cornelius leert hem te vechten en zo valt Verheeck hem ook niet meer lastig.
Via via komen de twee prinsen in contact met het koninklijke hof, ze mogen Sinterklaas komen vieren bij Anna Paulowna en haar dochtertje Sophie van 14. Ze sluiten vriendschap met hen en langzamerhand wordt Kwasi verliefd op Sophie. Kwame vind het maar niks en hij en Kwasi krijgen steeds vaker ruzie om allerlei dingen; Kwame vindt het boksen van Kwasi maar stom, en wanneer Kwasi aanbiedt om voor zwarte Piet te spelen op het hof, krijgen ze hevige ruzie.
Na hun lagere school periode gaat Kwasi studeren en Kwame gaat naar de militaire academie.
Kwasi houdt wanneer hij lid is geworden van het exclusief studenten-dispuut “de Vijf Kolommen” een toespraak en hij verwijst daarin terug naar de cultuur van zijn geboorteland. Hij vertelt over tradities waarbij mensen worden afgeslacht en over de verminking van vrouwen. Hij spreekt openbaar zijn walging uit over zijn afkomst en Kwame die achter in de zaal zat, rent weg…
Kwame is met het leger vertrokken uit Nederland. Hij heeft besloten terug te keren naar het rijk van de Asantehene. Maar wanneer hij zijn aankomst bericht, krijgt hij een boodschap terug waaruit blijkt dat hij niet mag wederkeren. Hij zou zijn taal te veel zijn verleerd en in het kamp waar hij vastzit, kan niemand hem die taal nog leren. Hij is wanhopig omdat zijn leven mislukt is en pleegt dan zelfmoord…
Quasi werkt ondertussen in Nederlands-Indie onder leiding van Cornelius, zijn jeugdvriend waar hij ruzie mee kreeg. Hij wil op den duur graag een hogere positie gaan beoefenen, maar wat hij ook doet hij mag niet hogerop. Hij is hier erg ongelukkig en krijgt dan uiteindelijk toestemming om hier weg te gaan. Hij krijgt een plantage op Java en sindsdien woont hij daar dus.
Wanneer hij dan in 1900 op Java eindelijk achter de waarheid komt, namelijk dat men hem altijd gedwarsboomd heeft in zijn carriere, omdat hij zogenaamd slechte dingen over het hof zou hebben gezegd, en omdat hij zwart was, is hij verdrietig. Maar eigenlijk is hij zijn hele leven al een buitenbeentje geweest dat er probeerde bij te horen, dat hij dat al lang opgegeven heeft op Java. Een Nederlands commissaris genaamd van Drunen zegt dan tegen hem:
‘Vroeger, toen ik u en Kwame bij uw ouders weghaalde, heb ik u de Nederlandse staat als nieuwe moeder voorgesteld. Ik had geen idee dat zij alleen haar eigen kinderen voedt en die van anderen te vondeling legt.’


Analyseverslag
De titel slaat op Kwasi, de hoofdpersoon van het boek. Hij is zwart en woont een groot deel van zijn leven in een blanke gemeenschap. Zoals prinses Sophie hem eens heeft gezegd is hij zwart van buiten maar wit van binnen. Hij heeft zich totaal aan de blanken aangepast, is één van hen geworden, wit in zijn hart maar van buiten blijft hij onveranderlijk zwart.
Het belangrijkste thema in dit boek is duidelijk racisme en discriminatie. Kwasi en Kwame komen als zwarte jongens in het blanke Nederland. Zij worden als objecten tentoongesteld en als pronkstukken gebruikt. Het lukt de jongens geaccepteerd te worden, maar niet om daadwerkelijk er bij te horen. Ze blijven die zwarte jongens, ze blijven anders en Kwasi ziet in dat dit onveranderlijk is. Kwame heeft moeite dit toetegeven en doet er alles aan om toch vooral net zoals alle anderen te zijn. Om mensen aan het lachen te maken haalt hij gekke toeren uit en verraad zijn oorspronkelijke geloof en geboorteland, dit alles om er maar bij te horen.
De schrijfstijl is verschillend aangezien sommige fragmenten uit het boek van een andere oorsprong zijn. Het boek verteld het levensverhaal van Aquasi vanuit de ik-persoon. Aquasi schrijft met begrijpelijke zinnen maar kiest vaak wel net voor een nu ongebruikelijke versie van een woord. Dit komt ook omdat Aquasi meer dan een eeuw geleden zou hebben geschreven en dit beïnvloed natuurlijk wel het taalgebruik. Een deel van het boek bestaat uit briefen. Wat opvalt is dat de brieven, ook al zijn ze aan een goede vriend gericht, formeler zijn geschreven dan het levensverhaal dat Aquasi verteld. Aquasi’s verhaal is een terugblik op zijn leven en door af en toe een toespeling naar hoe hij ‘nu’ over iets denkt wordt goed duidelijk hoe verschillend de culturen van Nederland en Afrika zijn. Ook blijkt hieruit mooi hoe mensen beïnvloed kunnen worden door anderen, hoe zij de onzekerheid in gedreven kunnen worden en zo in staat zijn de meest oneerbiedwaardige dingen te verrichten. Ondanks het voor mij relatief moeilijke woordgebruik is het boek zeer begrijpbaar en mooi verteld.
Het verhaal speelt zich af van 1836 tot 1900. Dit weet ik doordat in de inhoudsopgave duidelijk is aangegeven in welke tijd een hoofdstuk zich afspeelt. Ook zijn de brieven van Kwame aan Kwasi gedateerd waaruit dus zelfs de exacte dag is af te leiden. Of de tijd positief of negatief naar voren komt is moeilijk te zeggen. Het verhaal is grotendeels objectief geschreven, maar de dingen die gebeuren maken wel dat je eerder een positief dan een negatief beeld van die tijd krijgt. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld het feit dat slavernij toen der tijd de normaalste zaak van de wereld was, hoewel dit ons nu zou schokken.

Eigen mening
Ik vond het een interessant, leerzaam een vooral pakkend boek. Wat ik had verwacht bleek het tegendeel te zijn. Het lezen was totaal geen last voor mij en ik moest mijzelf een tijdsgrens opleggen waardoor ik moest stoppen omdat ik anders geen slaap meer zou hebben. Het is mooi en pakkend geschreven. Het feit dat er soms zo netjes geformuleerd wordt, bijvoorbeeld in brieven, beviel mij wel. Ik hou wel van mooie zinnen met ongebruikelijke woorden. Het boek is makkelijk leesbaar en laat je niet meer los. Er gebeurt veel en je vindt gelukkig geen ellenlange dialogen. Het verhaal is interessant omdat je een kijkje neemt in het hoofd van iemand die in een totaal andere cultuur tot voor hem ongewone dingen wordt gedwongen. Een voorbeeld is het fragment waarin de pestkop van de klas Kwasi dwingt zichzelf een domme, vieze, vuile zwartjakker te noemen. Kwasi herhaalt deze woorden wat maakt dat hij zich machtig voelt omdat hij een ‘geheime toverspreuk’ kent die de vervelende jongens op afstand kan houden. Pas later beseft Kwasi welk verraad hij zichzelf en zijn land heeft aangedaan door deze woorden achteloos over te nemen. Langzaamaan gaat hij de woorden geloven en op deze manier ontwikkelt Kwasi een ongelofelijke afkeer voor zijn volk. Ik vind dat Japin deze ontwikkelingen heel mooi en begripvol weergeeft in zijn roman.
De titel vind ik mooi en passend. Het omschrijft Kwame in slechts enkele woorden. Van binnen op en top blank, maar qua uiterlijk onveranderlijk zwart.
Mijn verwachtingen van dit boek waren eigenlijk niet zo positief, het tegendeel bleek en dit verraste mij. Ik denk dat, als ik tijd heb, ik nog wel iets van Japin zou willen lezen. Het boek ‘ Een schitterend gebrek’ is mij al aangeraden, het schijnt mooier te zijn dan ‘De zwarte met het witte hart’.
Of dit boek bij de boeken past die ik normaal gesproken lees is moeilijk te zeggen. Dit komt onder andere door het feit dat ik de laatste tijd nog maar heel weinig boeken lees. Maar in de tijd dat ik dan toch nog lees, lees ik maar weinig geschiedenis boeken. Niet omdat ik niet van geschiedenis houd, maar omdat dit soort boeken vaak zo droevig zijn, en daar houd ik niet zo van. Dit boek behandelde wel ernstige onderwerpen maar was geen zwaar huil-boek. Wat dat betreft past het dus wel bij de boeken die ik normaal gesproken lees.

Het belangrijkste positieve aspect van dit boek heb ik al eerder genoemd: de beschrijving van hoe je door onzekerheid beïnvloed kan raken. Ik heb me helemaal druk zitten maken als Kwasi zijn volk weer eens zat zwart te maken. Als hij dan zag dat hij hiermee zijn broer kwetste had dit enkel een stimulerende werking op hem. Hier kan ik me maar moeilijk in inleven, maar ik vind dat de schrijver je toch een heel eind op weg krijgt. Zoals Kwasi zelf ook al schrijft, kan hij zichzelf niet meer in bedwang houden en wordt hij opgezweept door de enthousiaste toehoorders. Ik denk dat Japin mij toch tot het uiterste van mijn medeleven heeft gedreven. Kwasi deed dingen waar ik totaal niet achter sta, maar doordat het in de ik-vorm is geschreven krijgt hij toch nog een beetje van mijn, toch al zo weinige, begrip.
Het is moeilijk om een negatief aspect te geven. Er was niet één overheersend negatief punt waar ik me aan ergerde. Wel snap ik nog steeds niet waarom er soms zomaar een zin in een andere taal tussen de tekst staat. Bijvoorbeeld op bladzijde 123, waar Kwasi training krijgt van één van de sterkste jongens van de klas. Tussendoor staan dan opeens iets in het Russisch, met daarna de Nederlandse vertaling: ‘Vertel me, Muze, van een man die na verre omzwervingen, ver van huis...’ Waarom dit er opeens tussen staat snap ik niet. Het kan aan mij liggen, dat ik niet genoeg intellectueel denkend ben, maar het lukte me niet enig verband te vinden.
Het personage dat met het meest aansprak is denk ik Sophie. Zij was als één van de weinige blanken oprecht geïnteresseerd in Kwasi en Kwame. Zij zag ze niet als attractie maar als vrienden en zij had zelfs meer respect voor hun land van oorsprong dan Kwasi zelf. Zij dacht toen ongeveer zoals nu de gemiddelde Nederlander denkt. Zij vond Afrikaanse stammen interessant en wou er alles van weten. Hun rituelen zag ze niet als heidens, maar juist als zeker het proberen waard. Sophie had een bijzondere denkwijze voor die tijd en dat spreekt mij erg aan.
Het personage dat me daarentegen het minste aansprak is de hoofdpersoon zelf: Kwasi. Hij had over het algemeen goede bedoelingen, maar de manier waarop hij met zijn neef, en ook met zichzelf omging vond ik mensonterend. Hij dacht voornamelijk aan zichzelf en bekommerde zich amper om Kwames problemen. Het koste me moeite me in hem in te leven, maar dat maakt zijn personage ook wel weer interessant. Ik denk dat als ik hem in levende lijfe had gekend ik geen vrienden met hem zou kunnen zijn. Daarvoor laat hij zich te veel beïnvloeden door anderen en daar komt nog eens bij dat hij anderen dwingt zijn voorbeeld te volgen en geen begrip toont voor anderen.

Opdracht: Uit het leven gegrepen
Ik heb van drie verschillende sites informatie gehaald. Deze heb ik hieronder gecomprimeerd tot één tekst. Er was echter erg weinig te vinden over Japins leven.
Sites: http://www.boekentaal.info/id231.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Arthur_Japin
http://www.arthurjapin.nl/boekboek/show/id=71298

Arthur Japin is geboren te Haarlem op 26 Juli 1956. Japin werd erg gepest als kind en zowel geestelijk als lichamelijk mishandeld. Dit zorgde ervoor dat hij in isolement kwam. Toen hij dertien was pleegde zijn vader zelfmoord. Tot zijn zestiende werd Japin gepest. Door te schrijven kon hij vluchten uit de realiteit. Na de middelbare school kiest Japin ervoor om van toneel zijn vak te maken. In Londen volgt hij een opleiding aan de toneelschool. Terug in Nederland studeert hij vervolgens twee jaar Nederlandse taal en Letterkunde. Vervolgens stapt hij nog over naar de Kleinkunstacademie en studeert daar in 1982 af.
Arthur Japin acteert nog wat bijrollen in onder andere ‘Flodder’ en ‘Onderweg naar morgen’. Dan ontdekt hij het verhaal van twee Afrikaanse prinsjes die als Hollanders werden opgevoed. Het acteren wordt stopgezet en Japin stort zich op de Afrikaanse prinsen. Ondertussen schrijft hij nog diverse korte verhalen, hoorspelen en scenario’s. In 1996 debuteert hij met de verhalenbundel ‘Magonische Verhalen’. Na tien jaar onderzoek in Java, Afrika en Weimar werd dan eindelijk ‘De zwarte met het witte hart’ gepubliceerd. Dit boek ontvang veel lof en bezorg Japin internationale roem.

Na de ‘Zwarte met het witte hart’ verschijnen er nog verschillende boeken van Japin waaronder ‘Een schitterend gebrek’. Dit boek overtreft het eerste, voornamelijk in de lage landen.

De schrijver is vroeger gepest en heeft een zware jeugd gehad. Misschien is dit ook wel de reden waarom hij zo geïnteresseerd raakte in de twee Afrikaanse prinsjes. Zij waren ook anders dan anderen en werden gepest. Misschien voelde Japin zich verwant met hen, in ieder geval interesseerden ze hem mateloos. Zozeer dat hij naar Afrika, Java en Weimar vertrok om meer over ze te weten te komen. Ik denk dat het feit dat hij vroeger zo gepest werd hem heel goed heeft geholpen met het schrijven van dit boek. Hij weet hoe het voelt om gepest te worden, ergens buiten te staan, en kan dit dan ook als geen ander omschrijven. Wat ik in een recensie las was dat veel van Japins boeken een autobiografische achtergrond hebben. In dit boek heb ik dat niet heel duidelijk kunnen vinden, dat kan komen doordat ik zo weinig te weten ben gekomen over zijn leven. Wel behandelt dit boek een onderwerp dat erg belangrijk is geweest in het leven van Japin: anders zijn. Japin laat je zien hoe je beïnvloed door anderen, tot de raarste daden wordt aangezet. Japin heeft zich in zijn jeugd ook zo laten beïnvloeden dat hij af en toe wel eens iemand anders speelde. Zijn vader was toneelrecensent en toneelspelen zat dan ook in de familie. Kwasi verloochent zijn oorspronkelijke persoonlijkheid ook, hij past zich volledig aan aan de blanken en verbant alles van zijn verleden. Hij neemt hun mening over en gaat zelfs zijn eigen volk zwart maken. Japin moet door zijn verleden goed weten hoe het is om ergens buiten te staan en hoe je zo hard je best kan doen ergens bij te horen, dat je daarbij het respect voor jezelf kan verliezen. Toch heeft deze vreselijke jeugd nog wat goed teweeggebracht: een schitterend boek!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De zwarte met het witte hart door Arthur Japin"