De wandelaar door Adriaan van Dis

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover De wandelaar
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 4164 woorden
  • 7 november 2009
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
31 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Adriaan van Dis
Genre
Psychologische roman
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
januari 2007
Pagina's
224
Geschikt voor
bovenbouw havo/vwo
Punten
2 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Godsdienst,
Cultuurverschillen,
Eenzaamheid,
Liefdesrelatie: problemen,
Migrantenliteratuur,
Sociale problemen
Prijzen
NS Publieksprijs (2007 Genomineerd)

Boekcover De wandelaar
Shadow

Een man krijgt bij een brand een hond in zijn schoot geworpen. Een hond die een andere wereld voor hem opent: die van vluchtelingen, illegalen en zwervers. Het verandert Parijs, het verandert de man: hij wil helpen, goed doen. Maar alles wat hij doet pakt anders uit.

Een man krijgt bij een brand een hond in zijn schoot geworpen. Een hond die een andere wereld voor hem opent: die van vluchtelingen, illegalen en zwervers. Het verandert Parijs, he…

De wandelaar door Adriaan van Dis
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Leesverslag “De wandelaar” door A. van Dis
1. Samenvatting
Tijdens een van de dagelijkse wandelingen die de Nederlander Mulder (gekleed in zijn houtje-touwtjejas) in Parijs maakt, merkt hij dat er vlak bij zijn huis in een woning brand is uitgebroken. Er springt direct daarna een hond naar beneden en die wordt opgevangen door Mulder. Voor de buurt wordt Mulder daarna ook wel monsieur Martin genoemd. Hij laat het maar zo, ook wanneer de politie naar zijn naam vraagt: Nicolas Martin
Mulder heeft geen beroep: hij leeft van een erfenis. Je kunt dus zeggen dat hij een bemiddeld man is.

Later ontmoet Mulder ook de voorganger van de katholieke kerk, pére Bruno. Die vertelt hem o.a. over de herkomst van de hond die namelijk een reis van Tjaad gemaakt heeft over land en over zee om tenslotte in Frankrijk terecht te komen. De hond was een soort geluksbrenger voor degene die hem uit Afrika heeft meegenomen. De hond is bekend in de buurt en Mulder wordt de komende tijd dan ook voornamelijk herkend, wanneer hij de hond bij zich heeft. De hond van wie hij de naam niet weet, heeft nogal wat verwondingen opgelopen bij de brand. Mulder moet zich ook melden bij de politie en hij valt daar door de mand, als de agent hoort dat hij niet monsieur Martin heet. Hij is meteen een beetje verdacht. De naam Martin heeft hij overgenomen van een standbeeld in Parijs. Toen Martin in 1943 stierf, werd Mulder geboren. Dat kan toch eigenlijk ook geen toeval zijn.

Maar er is wel wat gebeurd met Mulder. De hond laat hem op een andere manier kijken naar de minder sociaal bedeelden in de Franse hoofdstad: de bedelaars, (oa. de bedelares met het afschroefbare been) de allochtonen, de zwervers en de hoeren. Hij is getuige van een geval van doodslag bij een benzinepomp, maar durft daarbij toch ook niet op te treden. Ook ziet hij overal erediensten van diverse geloven, terwijl hij zelf een overtuigd atheïst is. De hond zou van een macho mijnheer zijn geweest , die Triple X heet en het lijkt er tijdens een wandeling op dat de hond de achtervolging inzet bij die vorige baas. Mulder raakt de hond kwijt, maar gelukkig keert die later weer bij hem terug. Hij is wel even radeloos en reddeloos wanneer hij denkt dat hij de hond is kwijtgeraakt.

Mulder ontmoet tijdens zijn wandelingen père Bruno weer. Hij praat met hem over het geloof. Mulder is nogal negatief over de religie, maar Bruno vertelt hem dat de westerse mens de religie heeft afgezworen om die van de meubelboulevard en van de files ervoor in de plaats te krijgen. Daar kan Mulder toch maar weinig tegen in brengen. Bruno is een bijzondere man: hij helpt allochtonen verder en drinkt bovendien een stevige whisky.

Intussen wordt het erg onrustig in Parijs: er breken relletjes uit in de buitenwijken, er worden auto’s in brand gestoken. Mulder blijft maar wandelen, ontmoet in een duur restaurant een hoer, die hem mee naar zijn huis lokt. Hij wil haar wel betalen, maar Le Chien (zoals hij de hond noemt) bijt op het moment suprème in zijn kuit en dan is het met de sekszin wel gedaan. Mulder ontmoet ook Le Chinois weer, een op straat zwervende Chinees, die hij ook graag financieel zou willen helpen, maar die man wil geen geld van hem aannemen. Dat altruïsme van Mulder is ontstaan, doordat de hond hem een andere zienswijze op het leven heeft gegeven. Zo leest hij in de krant dat een weduwe van een bij de brand omgekomen allochtoon uit Sri Lanka geen geld heeft om haar man in Afrika te laten cremeren. Hij gaat haar opzoeken(ze is helaas niet thuis, want ze is een illegale schoonmaakster) en bezorgt haar via een allochtoons jongetje een envelop met geld. Ze schrijft hem daarvoor later een bedankbrief waarin ze hem ook alweer monsieur Martin noemt. Als reactie op de bedankbrief stuurt Mulder= Martin haar weer geld toe.

In Parijs komen hongerstakers in acties tegen de regering die de “sans papiers” wil uitzetten. Père Bruno verleent de hongerstakers onderdak, maar er sluiten zich ook andere elementen bij de actie aan (o.a. krakers en activisten) De politie grijpt dan hardhandig in en o.a. père Bruno wordt door één van de politiehonden gebeten. Ook Mulder wordt weer opgepakt en de politieagenten vragen zich weer af wat hij daar ter plekke doet. Hij blijft voor hen een verdachte persoon.

Op een van zijn wandelingen ontvangt Mulder geld van een oude dame, omdat zijn hond een kunstje heeft voorgedaan. Hij schaamt zich ervoor en hij weet nu ook hoe de bedelaars zich voelen. Ook ontmoet hij Le Chinois weer, die inmiddels de vinger van zijn ontstoken hand zelf geamputeerd heeft.(door de vinger met zwart garen af te binden) Mulder wil hem helpen, maar de Chinees weigert dat: wel zou hij een mooie vrouw willen hebben. Die mooie vrouw is inmiddels wel in de buurt van Mulder zelf gekomen, want de Afrikaanse vrouw die hij Sri heeft genoemd, zoekt contact met hem en ze maken ook een afspraak. Ze vertelt hem ook over het meisje Fanta dat met ernstige brandwonden, die ze heeft opgelopen bij de brand aan het begin van de roman, in het ziekenhuis ligt. Samen met de hond en de vrouw bezoekt hij haar en dan moet net op dat moment het verband worden gewisseld. Fanta schreeuwt het uit van de pijn; alleen de vertelsels van Sri lijken haar een beetje af te leiden.

De wandelingen van de hond hebben er ook voor gezorgd dat Mulder zijn honger naar kunst enige tijd niet heeft kunnen stillen. Hij probeert met de hond bij een museum binnen te komen door te vertellen dat de hond naar kunst verlangt en hij wordt daardoor voor zot versleten. Dan komt de bedelares met het ene been bij Mulders appartement: ze zal tijdelijk voor de hond zorgen, want Mulder moet snel naar père Bruno. Die vertelt hem dat hij in de problemen zit, omdat hij een illegale Afrikaan onderdak verschaft. Het is de “kaarsenman” Ngolo, die in de torenkamer van de kerk huist. Mulder gaat naar hem toe: eigenlijk is de kaarsenman de eigenaar van de hond die hij meegenomen heeft uit Afrika. Maar de hond kon hem ook verraden en daarom heeft hij een keer een hete kaars in zijn bek geduwd. Daarna was de hond bij hem weggebleven. Maar hoe moet het verder met deze man “sans papiers.”? Père Bruno kan een paspoort voor de neger regelen, maar hij heeft dan wel 15.000 € nodig voor de Albanese onderwereld die het paspoort kan namaken. Bruno en Mulder besluiten dat hij dan een Nederlands paspoort moet krijgen en dat hij op de Antillen geboren moet zijn, nl. op St. Maarten dat Franstalig ook St. Martin heet. Dat is natuurlijk niet toevallig, want Mulder noemt zich ook Martin en in die hoedanigheid is hij niet minder dan een weldoener of een heilige.

Wanneer hij van Bruno terugkeert, zijn er problemen in zijn eigen appartement: de wc van de bovenbuurman is kapot en er is lekkage. Opnieuw komt er een tegenstelling tussen arm en rijk
in het geding. Mulder ontmoet nu ook Sri voor wie hij nog steeds Martin heet: ze wandelen buiten met de hond, want hij wil haar zijn luxe in zijn huis niet laten voelen.
Mulder heeft het besluit genomen om een paspoort voor Ngolo te bestellen bij de Albanezen.
Intussen is Sri naar Lyon gevlucht vanwaar ze brieven aan Martin schrijft: ze vindt hem een weldoener, maar ze dacht dat ze in Parijs niet langer veilig was, omdat ze een “sans papiers” is. Mulder wil haar ook een Nederlands paspoort schenken. Dan meldt Sri dat ze weer terug komt naar Parijs. Dat gebeurt allemaal op dezelfde avond: de ontmoeting met Sri op het station waar de politie hem in de gaten houdt. Hij doet net alsof ze zijn vrouw is. Maar hij moet op diezelfde avond ook het paspoort voor Ngolo ophalen. Het dreigt even mis te gaan vanwege opnieuw uitgebroken relletjes, maar tenslotte heeft hij het valse paspoort te pakken.
Sri blijft bij hem slapen, want ze heeft geen onderdak, maar ze slapen niet in hetzelfde bed.
Ngolo is niet eens zo heel erg blij met zijn paspoort, want hij vindt de Antillen maar niets. Hij heeft zelf zijn zinnen gezet op Canada. Bruno en Mulder bereiden hem een beetje voor op een eventuele ondervraging door de douane ( Hoe heet de Koningin ?, noem drie voetbalclubs)

Intussen heeft Sri gemerkt dat haar weldoener niet monsieur Martin heet maar gewoon Mulder heet en ze denkt dat hij haar geholpen heeft om een soort schuldgevoel af te kopen. Daarvan is ze niet gediend. Ze vertelt aan hem hoe ze in Europa gekomen is: ze waren slachtoffer geworden van de tsunami: hun twee dochtertjes waren omgekomen. Haar man en zijzelf waren onderwijzers in het dorp. Toen ze na de wederopbouw weer in Frankrijk waren, hadden ze besloten om niet terug te gaan: ze hadden in Sri Lanka na de dood van hun kinderen niets meer te zoeken. Nu was ook haar man omgekomen: niet door het water maar door het vuur van de brand in het appartement. Wel was ze Mulder dankbaar voor het feit dat hij geld geschonken had om de as van haar man over te brengen naar zijn geboorteland.

Verder komt in dat gesprek het verbrande meisje Fanta ter sprake: ze mag eindelijk uit het ziekenhuis en het zou goed voor haar zijn, wanneer ze dagelijks met de hond gaat wandelen. In het huis waar ze vroeger woonde, was het ook al haar hond geweest. Ze mag wandelen met de hond, maar daarna blijft de hond ook bij haar. Mulder blijft daardoor in feite alleen over, want de wens van zijn vriend Le Chinois is uitgekomen: Sri, zijn mooie wensvrouw, heeft zich bij hem gevoegd. De Chinees is er bovendien trots op dat hij nooit geld heeft hoeven aan te nemen van weldoeners als Mulder. Sri vindt in de papieren van de Chinees gegevens waardoor hij weer een naam krijgt (Vietnamees) : hij is bovendien een opgeleide verpleger en de televisie heeft voor zijn armoedige bestaan (hij woont in kartonnen dozen) aandacht gekregen. Hij komt er wel.

Het komt tenslotte nog tot een gesprek met enerzijds Bruno,( die door de bisschop min of meer de kerkorde is uitgezet) en anderzijds Mulder. Het gaat o.a. over het bestaansrecht van de religie. Het gesprek vindt plaats naar aanleiding van een krantenverslag waarin staat dat er opnieuw veel lijken van Afrikaanse gelukszoekers zijn aangespoeld op de Europese kust en dat er veel vluchtelingen zijn, die zich op de Canarische eilanden melden. Bruno wil wel graag discussiëren met de atheïst Mulder, omdat hij denkt dat diens ziel nog te redden zou zijn geweest. Maar hij wil bijvoorbeeld geen onderdak verlenen aan Sri, omdat die wel een geloof heeft, nl. het Boeddhisme. Ze gelooft dus niet in God en daarom kan hij haar geen onderdak verlenen. Mulder geeft aan dat hij niet geroemd wil worden voor zijn weldaden: hij gelooft niet in God, hij vindt dat hij als mens gewoon moet kijken waar je moet helpen en dat kun je dus alleen maar doen tijdens je leven. Daarna is alles over. Hij gelooft dus in een soort universeel humanisme. Mulder, een oude man met een hartkwaal, heeft intussen geleerd oog te hebben voor de ellende om hem heen. Hij ontmoet Sri nog een keer. Die zegt dat hij een vrouw moet zoeken, maar Mulder zegt dat hij op haar (Sri) wacht. Hij wil haar nog het horloge van zijn vader schenken, maar ze is al uit het gezicht verdwenen.
De slotzin luidt: “Hij liep alleen en zag en rook alles.” (blz. 219)

2. Tijd

De tijd waarin het verhaal zich afspeelt, is het moderne Parijs van de 21e eeuw. Er wordt al gesproken over Euro’s en de rellen in de zgn. banlieus (de buitenwijken) die in de laatste jaren uitbraken, worden ook in de roman beschreven. Het gaat in de roman ook over aandacht voor de buitenlanders in Parijs, de allochtonen, de asielzoekers (die in Parijs “sans papiers” worden genoemd.) In een van de laatste hoofdstukken vertelt Sri, de Srilankese vrouw dat ze met haar man in dat land woonde toen de grote vloed, (lees: de tsunami van 26 december 2004) kwam. Daarna werd hun land weer opgebouwd, maar toen ze in Frankrijk waren, hadden ze geen zin meer om terug te gaan naar het land waar haar twee kinderen waren omgekomen. Het lijkt er dan eerder op dat het verhaal van “De Wandelaar” zich in de (voor) zomer van 2006 afspeelt tot en met de invallende herfst van 2006.

Het decor is dat van Parijs: de stad wordt herkenbaar in beeld gebracht. Parijs is natuurlijk door Van Dis gekozen omdat hij er zelf woont, maar het is natuurlijk ook de broeihaard van onlusten met betrekking tot allochtone inwoners; in de Franse hoofdstuk zijn immers rellen uitgebroken die symbool kunnen staan voorde manier waarop de westerse landen met o.a. asielzoekers omgaan.

3. Perspectief

Er is sprake van een personaal perspectief: de lezer maakt kennis met de gedachtewereld van de Nederlandse verteller die in Parijs woont, mijnheer Mulder. Abusievelijk wordt hij in het begin van de roman aangezien voor monsieur Martin. En van die splitsing maakt Mulder in het verhaal herhaaldelijk gebruik. Daarbij lijkt monsieur Martin het betere alter ego van Mulder te zijn. Af en toe zijn er stukjes in de handeling die auctoriaal verteld lijken, omdat dan buiten het personage van Mulder wordt verteld.

4. Personages

Mulder is de hoofdrol speler in dit verhaal. Hij is de ‘wandelaar’ uit dit verhaal. Mulder is een rijk persoon die leeft van een erfenis en werkt niet meer. Hij wandelt graag door Parijs, dat doet hij elke dag. Hij mijdt daarbij de ‘allochtone buurten’. Hij vindt die mensen maar niets. Op een dag wordt hij er toch naartoe gedrongen. Hij vangt de hond op uit het brandende huis. Voortaan loopt hij met de honddoor Parijs, maar nu ook door de buurten van de allochtonen. De hond veranderd zijn kijk op deze mensen. Ik vind het in het begin niet zo’n aardige personage, omdat hij echt een hekel heeft aan alle allochtonen en illegalen, maar dat veranderd later.

De hond is ook een personage in dit boek naar mijn mening. Deze hond is niet zomaar een hond, maar heeft iets menselijks in zich. Dat maakt hem zo bijzonder. Hij behoed Mulder ook voor een aantal fouten. Deze hond wordt ook wel Le Chien genoemd. De hond heeft een reis van Tjaad gemaakt heeft over land en over zee om tenslotte in Frankrijk terecht te komen. De hond was een soort geluksbrenger voor degene die hem uit Afrika heeft meegenomen. Ik vind het een goede personage, dat hij een mens kan veranderen is echt geweldig.

Pére Bruno is de voorganger van de katholieke kerk. Bruno is een goed mens: hij helpt allochtonen verder te komen in het leven en hij drinkt bovendien een stevige whisky. Bruno regelt onder andere paspoorten voor de illegalen. Verder verleent hij hongerstakers ook onderdak. Ik vind het een goed personage, ondanks dat hij strafbaar bezig is, hij probeert de illegalen te helpen waar het kan. Hij probeert het leven voor hen dragelijker te maken in Parijs.

5. Ruimte

A. Van dis kiest bewust voor Parijs omdat daar veel rellen zijn om bijvoorbeeld rassen. Hij beschrijft een beetje de sloppenwijken en de buurten waar alles niet op een roze wolk zit. De ruimte bepaald niet echt het verloop in het boek, het is als het ware het puntje op de i.

6. Spanning

Op een of andere gekke manier trekt dit boek mij toch, of het nou door de hond komt of de steeds wisselende gebeurtenissen…
Het is wel zo dat de schrijver er in is geslaagd het boek spannend te maken, terwijl het niet een geweldig boeiend verhaal is. Het is echter wel interessant, dat kan ook de rede zijn dat het mij trekt.

7. Stijl

Het boek is geschreven in eenvoudige, goed te begrijpen taal. Het verhaal bestaat uit veel korte zinnen, het is geschreven in krantenstijl. Het effect hiervan is dat het soms wat droog overkomt. De schrijver heeft humor in zijn boek verwerkt, maar dit komt niet altijd even goed over, omdat alles zo kort en ‘droog’ geschreven is.
Het verhaal is heel zintuiglijk geschreven. Bij alle gebeurtenissen voel, proef en ruik je met Mulder mee. Een voorbeeld hiervan is:
“Mulder keek lang naar haar naam op de achterkant van de envelop – een adres stond er niet bij, alleen haar naam, in zwierige lussen. Een naam die zong. Hij rook aan de brief, in de hoop een vleug uit haar leven op te snuiven, een kringel wierook misschien. Maar het papier rook zo muf als de laatste metro.” (blz. 112)
In het verhaal zijn veel Franse woorden verwerkt. Een voorbeeld hiervan is:
“De ober – ‘Bonjour, monsieur Martin’- die Mulder koffie bracht, was stupéfait: onherkenbaar en dat na twee dagen!” (blz. 30)
Door deze Franse woorden kun je je beter inleven dat het verhaal zich in Parijs afspeelt.
In het boek wordt niet zoveel gebruik gemaakt van stijlfiguren en beeldspraak.

8. Genre

De wandelaar is een psychologische roman over verlangen naar liefde, aandacht voor de medemens.

9. Thema en motieven

De wandelaar Mulder heeft er eerst geen oog voor: hij leefde als het ware in een ivoren toren. Hij liep wel door de straten, maar hij nam niets waar. Maar door de hond die tijdens een brand in zijn armen springt, leert hij op een andere manier naar de lagere klassen in de sociale structuur kijken. Hij ziet wat er gebeurt met bedelaars en zwervers, hoeren en gelukszoekers. En hij voelt dat hij eigenlijk in de bres moet springen voor de zwakkeren in de samenleving. Dat doet hij in de eerste plaats voor het gewonde hondje dat hij liefdevol in zijn appartement opneemt. Het is een teken van het verlangen naar liefde dat de hoofdfiguur koestert. Met vrouwen is het in zijn leven niet zo goed verlopen. De enige vriendin die hij in zijn leven gehad heeft, heeft hem enkele keren in de steek gelaten. Je kunt wel stellen dat Mulder dan ook aan een zekere verlatingsangst lijdt. Hij is dan ook heel erg bang dat het hondje hem in de steek zal laten: het hondje loopt ook enkele keren weg, maar komt gelukkig voor hem terug. Later schenkt hij het hondje min of meer aan het verbrande meisje Fanta. Hij vindt het schenken niet zo leuk, maar hij beseft dat zij het hondje harder nodig heeft dan hijzelf. Dat houdt wel in dat het een mooi gebaar is van zich kunnen wegcijferen. Datzelfde overkomt hem eigenlijk bij de mooie weduwe uit Sri Lanka die hij ontmoet. Hij geeft haar geld om haar omgekomen man in Sri Lanka te laten cremeren. Maar omdat hij daarbij een andere naam gebruikt, komt het niet tot een duurzame relatie. Een andere zwerver (De Chinees) op straat is ook op zoek naar een lieve vrouw en het is natuurlijk niet toevallig dat Sri aan het einde van de roman met die zwerver optrekt. Het zijn ook partijen die beter bij elkaar passen, want ze hebben geen hogere sociale status ten opzichte van elkaar. Een hogere status schept immers afhankelijkheid. Beide personen Sri en Le Chinois hebben hun eigen waarde behouden.

Mulder heeft dan wel de houding gehad steeds goede dingen proberen te doen: zo koopt hij in de onderwereld een paspoort voor een allochtoon die bij de Franse geestelijke Bruno zit ondergedoken. Ook dat is min of meer een daad van naastenliefde of een daad van universeel humanisme zoals Mulder het liever noemt. Hij is atheïst, maar vindt dat hij mensen moet helpen. In gesprekken die hij voert met père Bruno zet hij zich af tegen de religie, maar de whisky drinkende pater geeft hem toch goed partij. De gesprekken over de religie doen hierbij wel denken aan de gesprekken die Elsschot zijn personage Laarmans laat voeren in “Het dwaallicht.” Het kan ook zijn dat Mulder de mensen helpt uit een soort plaatsvervangend schuldgevoel: vgl. de passage waarin hij zich schaamt wanneer een oude vrouw hem een muntstukje aanbiedt, omdat ze denkt dat hij ook een zwerver is.

Uitgewerkte motieven:
- het allochtonenprobleem in de westerse samenleving
- het superioriteitsgevoel van de blanken, maar ook het schuldgevoel dat met geld weggewerkt kan worden
- het verlangen naar liefde (Mulder met betrekking tot de hond, zijn eerste vriendin en de vrouw uit Sri Lanka)
- de verlatingsangst en de eenzaamheid die het gevolg is
- de plaats van de religie in het leven van mensen

10. Titel

De wandelaar slaat op de hoofdfiguur van de roman. Deze Mulder maakte dagelijks zijn wandelingetje door Parijs. Op een van de wandelingen springt een hond uit een brandend huis. Daarna maakt Mulder dagelijks zijn wandelingetje met de hond.

Als ik zelf een titel zou moeten verzinnen dan zou ik “Blind kijken” gebruiken, hoewel de wandelaar het er het best bij past.

11. Vergelijking

Ik vind het opvallend aan dit boek dat het heel simpel geschreven is en toch zo intrigerend kan zijn. In vergelijking met mijn andere boeken is dit wéér een uniek boek. Echter zijn er wel overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld de cultuurproblemen die worden uitgehaald en de sympathie in het verhaal.
Het valt onder de categorie uniek omdat ik zelf nog nooit een boek heb gelezen waarin de hoofdpersoon nagenoeg hetzelfde is als de schrijver. Een ander aspect is dat ik het apart vind dat er ook een hoofdrol is voor een dier binnen het verhaal. Hoewel het een flat-character is, vind ik het uiterst zeldzaam binnen de literatuur.

12 Argumenten

Structurele argumenten:
De wandelaar is in mijn ogen een vlot lopend boek. Ik las er vrij gemakkelijk doorheen. Dit gaat natuurlijk alleen als je geboeid bent. Ik was geboeid, omdat ik wilde weten hoe het verhaal af zou lopen. De schrijver bouwde dus een bepaalde spanning op. Dit was niet echt heftige spanning. Ik wilde gewoon weten of Mulder nog achter de naam van de hond zou komen en of Mulder zijn leven ging veranderen naar aanleiding van de hond. Hier ben ik deels achtergekomen. Het taalgebruik was typerend voor de schrijfstijl van Adriaan van Dis. Hij schrijft vaak korte zinnen die veel informatie, met moeilijke woorden, bevatten. Dit was allemaal even wennen aan het begin, maar uiteindelijk had het wel zijn charmes.

Emotionele Argumenten:
Dit boek heeft mij niet echt geraakt. Ik vind het wel mooi om te zien dat een hond het leven van 1 persoon zo danig kan veranderen. Van een bescheiden, niets durvende, rijke man naar een wat oudere voelende, helpende man. Toch raak ik hier niet vol van.

Intentionele argumenten:
De auteur heeft duidelijk willen laten zien hoe de sfeer in een grote metropool Parijs is. Wat een gekte daar kan zijn en hoeveel verschillende soorten mensen daar leven. Denk alleen al aan het verschil in geloof. De auteur heeft er één speciaal persoon uitgepakt en heeft van deze persoon duidelijk willen maken hoe zijn kijk op de wereld, door één specifiek dier, compleet omslaat. Ik vind dat hij hier heel erg goed in geslaagd is.

Morele argumenten:
Er is in het boek goed te zien hoe de normen en waarden sterk van elkaar afwijken in een grote stad als Parijs. De priester wil niet dat er gevloekt wordt en een ander wil weer niet dat er te losbandig word gedaan. Mijn eigen normen en waarden zijn niet overschreden. Dit komt ook, omdat ik me niet heel erg heb in geleefd in de personen. Denk aan alle bedelaars of de priester. Ik vind het wel een beetje apart dat er zo veel bedelaars zijn, dit kan ik mij niet zo goed voorstellen.

Realistische argumenten:
Het boek is volledig op realisme gebaseerd. Adriaan is zelf naar Parijs gegaan om zo de sfeer te proeven. Van alle indrukken die hij opving heeft hij De Wandelaar geschreven. Dit verhaal is dus niet waar gebeurd, maar dit had het wel zo kunnen zijn. In Frankrijk is gewoon een heel groot verschil tussen rijk-arm en gelovig-niet gelovig. Zo kan je nog wel een heleboel verschillen noemen die in het boek goed aan de orde kwamen. Het verhaal dat zich rond de hoofdpersoon afspeelt kan ook echt gebeurd zijn, alhoewel dit wat onwaarschijnlijker lijkt.

Vernieuwingsargumenten:
Allereerst geef ik het boek een cijfer. Ik wil voor dit boek een 7,8 geven. Als ik het vergelijk met mijn andere gelezen boeken valt het ergens in het midden. Dit komt omdat het niet heel origineel is en het boek een niet al te grote spanning opbouwt. Aan de andere kant vind ik wel dat de schrijver zijn verhaal mooi verwoord heeft. Het boek is niet erg humoristisch. Dit vond ik aan de ene kant wel jammer, omdat het lezen dan vaak nog wat sneller gaat. Aan de andere kant past dit helemaal niet bij zulke verhalen en kan ik me het dus ook helemaal voorstellen dat de schrijver hier niet voor heeft gekozen.

Boekenquiz 12 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waarom wordt Mulder in de buurt ook wel Monsieur Martin genoemd?
Hoe raakt Mulder de hond kwijt tijdens een wandeling?
Hoe voelt Mulder zich na het hondentruc incident met de oude dame?
Wie krijgt een beet van Muller's hond, Le Chien, op het moment suprême?
Wat vindt Bruno van de westerse mens na het afschaffen van religie?
Wat doet Mulder voor de weduwe die hij leest in de krant?
Waaruit krijgt Mulder een andere zienswijze op het leven?
Wie bijt één van de politiehonden tijdens de politie-inval?
Waarom is Mulder een verdachte persoon voor de politieagenten?
Hoe reageert Le Chinois als Mulder aanbiedt om hem te helpen nadat hij zijn vinger heeft geamputeerd?
Wie zijn de hongerstakers en tegen wie komen zij in actie?
Hoe staat Mulder tegenover religie?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.