André Hazes – De vlieger

M'n zoon was gisteren jarig, hij werd acht jaar oud m'n schat
Hij vroeg aan mij een vlieger, en die heeft hij ook gehad
Naar z'n bal, z'n fiets, z'n treinen, nee daar keek hij niet naar om
Want z'n vlieger was hem alles, alleen wist ik niet waarom

En toen op zekere morgen, zei hij;vader ga je mee;
De wind die is nu gunstig, dus ik neem m'n vlieger mee
In z'n ene hand een vlieger, in de andere een brief
Ik kon hem niet begrijpen, maar toen zei m'n zoontje lief
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
En als zij dan leest hoeveel ik van haar hou
Dat ik niet kan wennen aan die andere vrouw
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is

Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog, die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij, zij die ik mis

Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
En als zij dan leest hoeveel ik van haar hou
Dat ik niet kan wennen aan die andere vrouw
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is

Dit lied gaat over een jongen die een brief aan zijn overleden moeder schrijft. Zijn vader heeft een nieuwe vrouw. Dat is ook in het boek. 
Deze tekst heeft te maken met mijn volgende verwerkingsopdracht. Daarbij wordt er ook een brief geschreven. Hier schrijft Armin een brief aan Monika. Daarom vind ik dit er goed bij passen.
(‘’ ‘Waar is mama?’ vroeg Bo af en toe. ‘Mama is dood,’ zei ik dan.’O ja. Mama is dood’ ’’ Blz. 80)

Guus Meeuwis – Het is een nacht

Je vraagt of ik zin heb in een sigaret
Het is twee uur 's nachts
We liggen op bed 
In een hotel in een stad
Waar niemand ons hoort
Waar niemand ons kent 
En niemand ons stoort
Op de vloer ligt een lege fles wijn
En kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn
Een schemering de radio zacht 
En deze nacht heeft alles 
Wat ik van een nacht verwacht

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh 

Ik ben nog wakker en ik staar naar het plafond
En ik denk aan de dag lang geleden begon
Het zomaar er vandoor gaan met jou
Niet wetend waar de reis eindigen zou
Nu lig ik hier in een wildvreemde stad
En heb net de nacht van m’n leven gehad
Maar helaas er komt weer licht door de ramen
Hoewel voor ons de wereld 
Vannacht heeft stil gestaan

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

Maar een lied blijft slechts bij woorden,
een film is in scène gezet.
Maar deze nacht met jou,
is levensecht!

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

en vanacht beleef ik hem met jou ohoh
en ik hou alleen nog maar van jou ohoh
en ik hou alleen nog maar van jou

Dit lied vind ik goed bij het boek passen. Het kan over verschillende nachten gaan.
Ten eerste de nacht waarvan hij denkt dat hij Monika zwanger heeft gemaakt. Dat is de nacht van Armin en Monika in de auto in het park. Waar ze betrapt werden door de politie.
Maar ook, de nacht dat Armin met twee vrouwen naar bed ging. Zijn overleden vrouw Monika, en zijn nieuwe vrouw Ellen. Monika en Ellen waren beste vriendinnen. ‘’Het is een nacht. Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou.’’ Hij had nooit gedacht dat hij met twee vrouwen zou slapen.
‘’Niet wetend waar de reis eindigen zou’’ dit heeft ook met het boek te maken, want Monika en Ellen werkten samen bij een reisbureau.
(‘’Het was een zomer vol eerste keren. Voor het eerst woonde ik samen. Voor het eerst las ik de woorden ‘dexamethasone’, ‘vasopressin’ en ‘glycogenolysis’. Voor het eerst neukte ik in een auto. voor het eerst maakte ik een vrouw zwanger (dacht ik). Voor het eerst zag ik in Amsterdam een zwarte roodstaart (in de Gerard Doustraat). Voor het eerst dacht ik na over de woorden ‘Het zou dwaas zijn om te lachen om de romanticus; ook de romantics heeft gelijk’ (Ortega y Gasset). Voor het eerst (en het laatst) sliep ik met twee vrouwen tegelijk. Voor het eerst van mijn leven zag ik in mijn vader een gelijke, omdat mijn vader in mij een gelijke zag.’’ Blz. 16.)

Stef Bos – Papa, ik lijk steeds meer op jou

Ik heb dezelfde ogen 
En krijg jouw trekken om mijn mond 
vroeger was ik driftig, vroeger was jij driftig maar we hebben onze rust gevonden

En we zitten naast elkaar 
En we zeggen niet zoveel
Voor alles wat jij doet 
Heb ik hetzelfde ritueel 

Papa, ik lijk steeds meer op jou 

Ik heb dezelfde handen
en ik krijg jouw rimpels in mijn huid
jij hebt jouw idee ik heb mijn idee
en we zwerven in gedachten maar 
we komen altijd thuis.
de waarheid die je zocht en die
je nooit hebt gevonden, ik zoek haar ook en tevergeefs zolang ik leef.

Want papa, ik lijk steeds meer op jou 

Vroeger kon je streng zijn 
en god, ik heb je soms gehaat
maar jouw woorden, 
ze liggen op mijn lippen
En ik praat nu 
Zoals jij vroeger praatte

Ik heb een goddeloos geloof 
En ik hou van elke vrouw
En misschien ben ik geworden 
Wat jij helemaal niet wou 

Maar papa, ik lijk steeds meer op jou 

en jij gelooft in god, dus jij gaat naar de hemel en ik geloof in niks dus we komen elkaar, na de dood na de dood,
nooit meer tegen

Maar papa, ik hou steeds meer van jou

Ik heb een goddeloos geloof 
En ik hou van elke vrouw
En misschien ben ik geworden 
Wat jij helemaal niet wou 


Maar papa, ik lijk steeds meer op jou 
oh, papa, ik hou steeds meer van jou
papa, ik lijk steeds meer op jou

Ook vind ik dit lied goed bij het verhaal passen. Het gaat over dat een zoon steeds meer op zijn vader gaat lijken.
Bo denkt dat hij veel op zijn vader, Armin, lijkt. Hij lijkt ook veel op Armin, maar Armin is niet zijn biologische vader. En toch lijken ze op elkaar omdat de vader van Armin ook de vader van Bo blijkt te zijn. Dus Armin en Bo zijn eigenlijk halfbroers.
(‘’Bo lacht en kijkt heel even mijn kant op. Onze blikken kruisen. Meer is er niet nodig’’ blz. 175)

Opdracht 3.

Categorie 4: Creatieve lezer
Opdracht 10: Schrijf een toepasselijke brief aan de ouders of het kind van de hoofdpersoon.
Uitwerking:

Lieve Monika,

Wat had ik toch veel vragen voor je. Hoe heb je dit al die jaren kunnen verzwijgen. Ik heb me hier de afgelopen tijd veel mee bezig gehouden. En nu weet ik het antwoord op de vraag, wie de echte vader van Bo is. Mijn eigen vader is de vader van Bo, dus ik en Bo zijn halfbroers.
Toen ik en Ellen te horen kregen dat mijn sperma niet goed is, en dat het nooit goed is geweest, geloofde ik het niet. Ik had een zoon, Bo. Ik dacht dat ze misschien een dossier hadden verwisseld, maar de dokter zij dat dat niet zo was. Daarna ben ik er over na gaan denken, wie zou het dan kunnen zijn. Ik dacht aan Robbert en Niko, en zelfs aan de huisarts. Dus begon mijn zoektocht bij de huisarts. Ik dacht dat jullie een intieme band hadden. Daarna ben ik naar Robbert geweest, hij vertelde mij allerlei verzonnen verhalen. Maar mijn conclusie was dat hij het niet was. Uiteindelijk ben ik naar het huis van Niko geweest en dacht ik zeker te weten dat het Niko de dader was. Totdat Ellen mij het antwoord vertelde. Mijn vader, mijn eigen vader, hij was de vader van Bo. Hij lag op dat moment in het ziekenhuis. Ik was erg boos, maar moest toch afscheid nemen. Hij was uiteindelijk ook deze avond overleden. Ik heb er daarom voor gezorgd dat Bo toch nog zou komen, zodat hij ook afscheid kon nemen.
Uiteindelijk ben ik toch blij dat ik antwoord heb gekregen op die vraag. Ik zal zelf nooit een eigen zoon krijgen, maar ik beschouw Bo toch als mijn eigen zoon.
Maar hoe heb je dit alle jaren kunnen verzwijgen, en hoe heb je dit überhaupt kunnen doen. Op deze vragen zal ik nooit antwoord krijgen, want niemand weet dit. En van jou zal ik het nooit te horen krijgen, want jij bent er niet meer. We hebben samen een mooie tijd gehad. En nu kan ik gelukkig verder leven met Ellen en Bo.

Liefs, Armin Minderhout.

Opdracht 4.

Eigen oordeel:

Mening over De Passievrucht van Karel Glastra-van Loon.

Het boek dat ik heb gelezen heet De Passievrucht. Toen ik de titel hoorde had ik geen idee waar het boek over zou gaan, maar toen ik de achterkant had gelezen werd ik wel benieuwd naar het verhaal. Ik vind het leuk om verhalen te lezen waar je met de hoofdpersoon mee kunt denken. Ook het onderwerp vond ik interessant. Het verhaal was voor mij niet herkenbaar omdat ik er nog nooit echt iets over had gehoord. Tijdens het boek ben ik wel aan het denken gezet over dit onderwerp. Ik vind dat het boek een goede inhoud heeft. Daardoor weet je niet meteen het antwoord op de vraag wie de echte vader van Bo is. Wel zou ik iets meer informatie hebben toegevoegd over de vader van Armin. Ik ken geen boeken en films over hetzelfde onderwerp, maar ik wil wel graag de verfilming van dit boek zien.

De gebeurtenissen in het boek waren erg belangrijk. Maar de gevoelens en gedachten van de personen waren belangrijker. (‘’Er is een ladekast vol herinneringen, maar waar zijn de herinneringen die mij kunnen helpen bij het beantwoorden van de vragen die mij nu uit mijn slaap houden? Wie is de vader van mijn zoon? Met wie ging mijn dode geliefde vreemd? En wanneer? En vooral ook: waarom? Hoe kan het dat ik nooit iets heb gemerkt, dat ik nooit de geringste argwaan heb gehad? Of was die er wel, maar de dronken archivaris die herinneringen onder het tapijt geveegd, uit het raam gekieperd, opgestookt in de allesbrander?’’ blz. 22)Daardoor kon je meedenken met de hoofdpersoon. Ik vond de meeste gebeurtenissen spannend en interessant, maar er zaten ook saaie stukken tussen. (‘’Ook dit schreef de evangelist Philippus: ‘De onwetendheid in een slavin. De kennis is vrijheid. Als we de waarheid kennen, zullen we de vruchten van de waarheid in onszelf oogsten.’ Die passage heeft mijn moeder niet onderstreept. En Monika ook niet.’’ Blz. 230) Ook waren de gebeurtenissen geloofwaardig. Ik had een deel van het boek wel zo verwacht. Maar op het eind waren er verassende gebeurtenissen. Ook vonden er schokkende gebeurtenissen plaats. De afloop van het boek vond ik heel verassend. Ik had allerlei dingen verwacht, behalve dit. Het boek werd ook goed afgesloten.

De personen kwamen levensecht over. Vooral de hoofdpersoon, Armin. Dat kwam doordat alles vanuit zijn ogen bekeken werd, en daardoor kon je je goed inleven in de hoofdpersoon. Ik herkende de eigenschappen van de hoofdpersoon niet in mezelf. Ook herken ik de personen niet in mijn eigen leefwereld. De hoofdpersoon had positieve en negatieve eigenschappen. Zijn positieve eigenschappen waren bijvoorbeeld dat hij sociaal en lief is. Maar in de loop van het verhaal kwam ook juist zijn egoïsme naar voren. (‘’ ‘Jij weet niet wat het is om na dertien jaar je zoon te verliezen. Jij weet niet wat dat is, de liefde van een ouder voor een kind. O God, Ellen, niet doen! Niet doen! Niet nu! Jezus Christus!’ Ik heb haar alleen gelaten met haar tranen. Ik ben naar buiten gegaan. De regen ingelopen.’’ Blz. 156.) De hoofdpersoon is ook nieuwsgierig, hij wordt steeds nieuwsgieriger in het boek. Ik zou de hoofdpersoon niet willen zijn. Zijn vrouw is overleden en daarna komt hij erachter dat hij niet de vader is van zijn zoon. Als hij gaat uitzoeken wie het dan wel is, komt hij erachter dat het zijn eigen vader is. Ik vind dat de schrijver van dit boek de hoofdpersoon goed heeft laten handelen, dus ik zou er niks aan willen veranderen.

Ik vind dat het boek lastig is opgebouwd. Er komen steeds veel flashbacks. Daardoor weet je soms niet meer of dat het nu in het verleden was of in de tegenwoordige tijd. Er kwamen veel spannende stukken voor. De afloop van het boek was heel verrassend. (‘’Monika heeft zich omgedraaid en je vader gekust. Hij heeft nog gezegd dat ze dat niet moest doen. Maar hij kuste haar wel terug. En… Nou ja. Toen hebben ze het gedaan.’’ Blz. 229) Ook was het bevredigend omdat iedereen nu weet hoe het zit. Ik had het boek niet anders laten aflopen. Het boek begint midden in een belangrijke gebeurtenis. Dat is in de tegenwoordige tijd, daarna komen er veel flashbacks.

Het taalgebruik vond ik niet lastig, maar er werden ook zeker geen makkelijke woorden gebruikt. De gebeurtenissen werden helder beschreven dus ik kon het goed volgen. (‘’Het idee kwam van Bo. Het was profaan, choquerend en absurd maar ik wist meteen dat hij het opperdedat het moest worden uitgevoerd.’’ Blz. 236)

Bronnen.

http://www.songteksten.nl/songteksten/29241/stef-bos/papa.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/52038/het-is-een-nacht.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/3292/andre-hazes/de-vlieger.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/9808/de-dijk/bloedend-hart.htm
 

De Passievrucht, Karel Glastra-van Loon

. Boek 3

Opdracht 1.

Categorie 2: Gestructureerde lezer
Opdracht 1: Bespreek de personen, de rollen die ze spelen en laat zien welke relaties er bestaan en of die veranderen. Beschrijf nauwkeurig hoe de hoofdpersoon in de loop van het verhaal verandert.
Opdracht 2: In sommige verhalen zie je alles door de ogen van één persoon in andere door de ogen van verschillende personen of door de ogen van de alwetende verteller. Bespreek hoe dat in het verhaal is en wat voor gevolg(en) dat heeft.
Uitwerking:

Er zijn veel belangrijke personen in het boek. Als eerste, de hoofdpersoon, Armin. Hij verandert veel in het verhaal. In het begin is hij een lieve man die veel met zijn zoon, Bo, doet. Ook geeft hij zijn nieuwe vrouw, Ellen, veel aandacht. Maar later in het verhaal wil hij alleen maar weten wie de biologische vader van Bo is. En met wie zijn overleden vrouw, Monika, dus is vreemdgegaan. Doordat hij weet dat zijn sperma niet goed is en hij dus niet de vader van Bo is, verandert hij. Hij denkt daardoor niet meer aan Ellen en Bo.
De band tussen Armin en Bo wordt dus slechter in het verhaal. Ook de band tussen Armin en Ellen verandert. Armin vindt het alleen maar erg dat hij niet Bo’s vader is. Hij houdt zich daardoor niet bezig met het feit dat Ellen geen kind van hem kan krijgen.
De band tussen Armin en de ouders van Monika wordt alleen besproken in de flashbacks. Deze band is niet zo goed. De ouders van Monika geven Armin overal de schuld van, dus ook voor het overlijden van Monika.
Armin denkt dat Monika en hun huisarts ook een intieme band hadden. Hij dacht dat de huisarts misschien de vader van Bo zou kunnen zijn. Maar de huisarts zegt dat dit niet waar is.
Ook Niko en Robbert werden verdacht door Armin. Niko was een collega van Monika, en Robbert was de ex van Monika. Niko stond erom bekend dat hij een vrouwenversierder was.
Dees is de beste vriend van Armin. Deze band veranderde niet in het verhaal. Armin kon altijd goed met Dees praten.
Ellen en Monika waren beste vriendinnen. Ze werkten samen bij een reisbureau. Omdat ze beste vriendinnen waren, wist Ellen dus ook wie de biologische vader van Bo is. Ze had Monika gezworen dat ze het nooit aan Armin zou vertellen.
De moeder van Armin is twee jaar na Monika overleden. Daardoor was de band tussen hem en zijn vader ook veranderd. Toen hij erachter kwam dat zijn vader de vader van Bo was keek hij op een andere manier naar zijn vader.

Opdracht 2.

Categorie 3: Affectieve lezer
Opdracht 8: Zoek ten minste vier songteksten die goed bij het verhaal passen. Licht je keuze nauwkeurig toe. Gebruik hiervoor voorbeelden uit het verhaal.
Uitwerking:

Ik heb voor de volgende vier songteksten gekozen:
- De Dijk – Bloedend hart
- André Hazes – De vlieger
- Guus Meeuwis – Het is een nacht
- Stef Bos – Papa, ik lijk steeds meer op jou

De Dijk – Bloedend hart

ik doe niks en ik doe niks 
ik hang alleen maar rond 
ik kijk eens door de ramen 
en ik krab wat aan mijn kont 
ik zie niks en ik hoor niks 
mijn hoofd zit vol met smart 
ik voel alleen het bloeden 
het bloeden van mijn hart 

een bloedend hart 
heb ik dat nou 
een bloedend hart 
alleen om jou 
is het echt over nou 
jij mooie vrouw jij lieve vrouw 
alleen jij kan me helpen 
maar je bent er niet 
op mijn niet te stelpen 
bloedend hart 

ik doe niks en ik laat niks 
ik staar wat voor me uit 
ik neem nog maar een biertje 
ik speel wat op mijn fluit 
ik sta op en ga naar bed 
omdat dat zo moet 
ik wacht op wat gaat komen 
als ik ben leeg gebloed 

een bloedend hart 
heb ik dat nou 
een bloedend hart 
alleen om jou 
is het echt over nou 
jij allemachtig mooie vrouw 
alleen jij kan me helpen 
maar je bent er niet 
op mijn niet te stelpen 
bloedend hart 

ik doe niks en ik doe niks 
ik hang alleen maar rond 
ik kijk eens door de ramen 
en ik krab wat aan mijn kont
ik zie niks en ik hoor niks 
mijn hoofd zit vol met smart 
ik voel alleen het bloeden 
het bloeden van mijn hart 

een bloedend hart 
heb ik dat nou 
een bloedend hart 
alleen om jou 
is het echt over nou 
jij mooie vrouw jij lieve vrouw 
alleen jij kan me helpen 
maar je bent er niet 
op mijn niet te stelpen 
bloedend hart

Dit lied vind ik goed bij het boek passen. Het gaat over dat hij een bloedend  hart heeft en dat maar één persoon hem kan helpen.
Armin komt erachter dat Bo niet echt zijn zoon is. Daarom heeft hij een bloedend hart. Maar ook omdat hij nu weet dat Monika, zijn overleden vrouw, is vreemdgegaan.  Nu wil hij weten wie de biologische vader van Bo is, en met wie Monika dus is vreemdgegaan. De enige die hier antwoord op kan geven is Monika, maar zij is overleden. Het eerste couplet heeft te maken met dat Armin er alleen maar aan denkt dat zijn zoon niet echt zijn zoon is.
Het refrein gaat over zijn bloedende hart. ‘’Jij mooie vrouw jij lieve vrouw’’ Er wordt in het boek verteld hoe mooi zijn overleden vrouw is. ‘’alleen jij kan me helpen maar je bent er niet’’ Alleen Monika, zijn overleden vrouw, kan hem helpen. Maar zij is overleden dus ze is er niet.
(Ik wil maar één ding: dat wat gezegd is niet is gezegd, dat wat gebeurd is niet is gebeurd. Het is een zinloos willen, maar toch, ik kan er niet mee ophouden. Ophouden zou erger zijn. En dus herroep ik oude besluiten, kom ik terug op wat ik eerder heb gezegd. Ik reconstrueer het recente verleden, om het oude verleden te redden.’’ Blz. 9)

André Hazes – De vlieger

M'n zoon was gisteren jarig, hij werd acht jaar oud m'n schat
Hij vroeg aan mij een vlieger, en die heeft hij ook gehad
Naar z'n bal, z'n fiets, z'n treinen, nee daar keek hij niet naar om
Want z'n vlieger was hem alles, alleen wist ik niet waarom

En toen op zekere morgen, zei hij;vader ga je mee;
De wind die is nu gunstig, dus ik neem m'n vlieger mee
In z'n ene hand een vlieger, in de andere een brief
Ik kon hem niet begrijpen, maar toen zei m'n zoontje lief
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
En als zij dan leest hoeveel ik van haar hou
Dat ik niet kan wennen aan die andere vrouw
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is

Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog, die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij, zij die ik mis

Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is
Deze brief bind ik vast aan m'n vlieger
Tot zij hem ontvangt, zij die ik mis
En als zij dan leest hoeveel ik van haar hou
Dat ik niet kan wennen aan die andere vrouw
Ik heb hier een brief voor m'n moeder
Die hoog in de hemel is

Dit lied gaat over een jongen die een brief aan zijn overleden moeder schrijft. Zijn vader heeft een nieuwe vrouw. Dat is ook in het boek. 
Deze tekst heeft te maken met mijn volgende verwerkingsopdracht. Daarbij wordt er ook een brief geschreven. Hier schrijft Armin een brief aan Monika. Daarom vind ik dit er goed bij passen.
(‘’ ‘Waar is mama?’ vroeg Bo af en toe. ‘Mama is dood,’ zei ik dan.’O ja. Mama is dood’ ’’ Blz. 80)

Guus Meeuwis – Het is een nacht

Je vraagt of ik zin heb in een sigaret
Het is twee uur 's nachts
We liggen op bed 
In een hotel in een stad
Waar niemand ons hoort
Waar niemand ons kent 
En niemand ons stoort
Op de vloer ligt een lege fles wijn
En kledingstukken die van jou of mij kunnen zijn
Een schemering de radio zacht 
En deze nacht heeft alles 
Wat ik van een nacht verwacht

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh 

Ik ben nog wakker en ik staar naar het plafond
En ik denk aan de dag lang geleden begon
Het zomaar er vandoor gaan met jou
Niet wetend waar de reis eindigen zou
Nu lig ik hier in een wildvreemde stad
En heb net de nacht van m’n leven gehad
Maar helaas er komt weer licht door de ramen
Hoewel voor ons de wereld 
Vannacht heeft stil gestaan

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

Maar een lied blijft slechts bij woorden,
een film is in scène gezet.
Maar deze nacht met jou,
is levensecht!

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

Het is een nacht 
Die je normaal alleen in films ziet
Het is een nacht 
Die wordt bezongen in het mooiste lied
Het is een nacht 
Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou
Maar vannacht beleef ik hem met jou ohoh

en vanacht beleef ik hem met jou ohoh
en ik hou alleen nog maar van jou ohoh
en ik hou alleen nog maar van jou

Dit lied vind ik goed bij het boek passen. Het kan over verschillende nachten gaan.
Ten eerste de nacht waarvan hij denkt dat hij Monika zwanger heeft gemaakt. Dat is de nacht van Armin en Monika in de auto in het park. Waar ze betrapt werden door de politie.
Maar ook, de nacht dat Armin met twee vrouwen naar bed ging. Zijn overleden vrouw Monika, en zijn nieuwe vrouw Ellen. Monika en Ellen waren beste vriendinnen. ‘’Het is een nacht. Waarvan ik dacht dat ik hem nooit beleven zou.’’ Hij had nooit gedacht dat hij met twee vrouwen zou slapen.
‘’Niet wetend waar de reis eindigen zou’’ dit heeft ook met het boek te maken, want Monika en Ellen werkten samen bij een reisbureau.
(‘’Het was een zomer vol eerste keren. Voor het eerst woonde ik samen. Voor het eerst las ik de woorden ‘dexamethasone’, ‘vasopressin’ en ‘glycogenolysis’. Voor het eerst neukte ik in een auto. voor het eerst maakte ik een vrouw zwanger (dacht ik). Voor het eerst zag ik in Amsterdam een zwarte roodstaart (in de Gerard Doustraat). Voor het eerst dacht ik na over de woorden ‘Het zou dwaas zijn om te lachen om de romanticus; ook de romantics heeft gelijk’ (Ortega y Gasset). Voor het eerst (en het laatst) sliep ik met twee vrouwen tegelijk. Voor het eerst van mijn leven zag ik in mijn vader een gelijke, omdat mijn vader in mij een gelijke zag.’’ Blz. 16.)

Stef Bos – Papa, ik lijk steeds meer op jou

Ik heb dezelfde ogen 
En krijg jouw trekken om mijn mond 
vroeger was ik driftig, vroeger was jij driftig maar we hebben onze rust gevonden

En we zitten naast elkaar 
En we zeggen niet zoveel
Voor alles wat jij doet 
Heb ik hetzelfde ritueel 

Papa, ik lijk steeds meer op jou 

Ik heb dezelfde handen
en ik krijg jouw rimpels in mijn huid
jij hebt jouw idee ik heb mijn idee
en we zwerven in gedachten maar 
we komen altijd thuis.
de waarheid die je zocht en die
je nooit hebt gevonden, ik zoek haar ook en tevergeefs zolang ik leef.

Want papa, ik lijk steeds meer op jou 

Vroeger kon je streng zijn 
en god, ik heb je soms gehaat
maar jouw woorden, 
ze liggen op mijn lippen
En ik praat nu 
Zoals jij vroeger praatte

Ik heb een goddeloos geloof 
En ik hou van elke vrouw
En misschien ben ik geworden 
Wat jij helemaal niet wou 

Maar papa, ik lijk steeds meer op jou 

en jij gelooft in god, dus jij gaat naar de hemel en ik geloof in niks dus we komen elkaar, na de dood na de dood,
nooit meer tegen

Maar papa, ik hou steeds meer van jou

Ik heb een goddeloos geloof 
En ik hou van elke vrouw
En misschien ben ik geworden 
Wat jij helemaal niet wou 


Maar papa, ik lijk steeds meer op jou 
oh, papa, ik hou steeds meer van jou
papa, ik lijk steeds meer op jou

Ook vind ik dit lied goed bij het verhaal passen. Het gaat over dat een zoon steeds meer op zijn vader gaat lijken.
Bo denkt dat hij veel op zijn vader, Armin, lijkt. Hij lijkt ook veel op Armin, maar Armin is niet zijn biologische vader. En toch lijken ze op elkaar omdat de vader van Armin ook de vader van Bo blijkt te zijn. Dus Armin en Bo zijn eigenlijk halfbroers.
(‘’Bo lacht en kijkt heel even mijn kant op. Onze blikken kruisen. Meer is er niet nodig’’ blz. 175)

Opdracht 3.

Categorie 4: Creatieve lezer
Opdracht 10: Schrijf een toepasselijke brief aan de ouders of het kind van de hoofdpersoon.
Uitwerking:

Lieve Monika,

Wat had ik toch veel vragen voor je. Hoe heb je dit al die jaren kunnen verzwijgen. Ik heb me hier de afgelopen tijd veel mee bezig gehouden. En nu weet ik het antwoord op de vraag, wie de echte vader van Bo is. Mijn eigen vader is de vader van Bo, dus ik en Bo zijn halfbroers.
Toen ik en Ellen te horen kregen dat mijn sperma niet goed is, en dat het nooit goed is geweest, geloofde ik het niet. Ik had een zoon, Bo. Ik dacht dat ze misschien een dossier hadden verwisseld, maar de dokter zij dat dat niet zo was. Daarna ben ik er over na gaan denken, wie zou het dan kunnen zijn. Ik dacht aan Robbert en Niko, en zelfs aan de huisarts. Dus begon mijn zoektocht bij de huisarts. Ik dacht dat jullie een intieme band hadden. Daarna ben ik naar Robbert geweest, hij vertelde mij allerlei verzonnen verhalen. Maar mijn conclusie was dat hij het niet was. Uiteindelijk ben ik naar het huis van Niko geweest en dacht ik zeker te weten dat het Niko de dader was. Totdat Ellen mij het antwoord vertelde. Mijn vader, mijn eigen vader, hij was de vader van Bo. Hij lag op dat moment in het ziekenhuis. Ik was erg boos, maar moest toch afscheid nemen. Hij was uiteindelijk ook deze avond overleden. Ik heb er daarom voor gezorgd dat Bo toch nog zou komen, zodat hij ook afscheid kon nemen.
Uiteindelijk ben ik toch blij dat ik antwoord heb gekregen op die vraag. Ik zal zelf nooit een eigen zoon krijgen, maar ik beschouw Bo toch als mijn eigen zoon.
Maar hoe heb je dit alle jaren kunnen verzwijgen, en hoe heb je dit überhaupt kunnen doen. Op deze vragen zal ik nooit antwoord krijgen, want niemand weet dit. En van jou zal ik het nooit te horen krijgen, want jij bent er niet meer. We hebben samen een mooie tijd gehad. En nu kan ik gelukkig verder leven met Ellen en Bo.

Wat had ik toch veel vragen voor je. Hoe heb je dit al die jaren kunnen verzwijgen. Ik heb me hier de afgelopen tijd veel mee bezig gehouden. En nu weet ik het antwoord op de vraag, wie de echte vader van Bo is. Mijn eigen vader is de vader van Bo, dus ik en Bo zijn halfbroers.
Toen ik en Ellen te horen kregen dat mijn sperma niet goed is, en dat het nooit goed is geweest, geloofde ik het niet. Ik had een zoon, Bo. Ik dacht dat ze misschien een dossier hadden verwisseld, maar de dokter zij dat dat niet zo was. Daarna ben ik er over na gaan denken, wie zou het dan kunnen zijn. Ik dacht aan Robbert en Niko, en zelfs aan de huisarts. Dus begon mijn zoektocht bij de huisarts. Ik dacht dat jullie een intieme band hadden. Daarna ben ik naar Robbert geweest, hij vertelde mij allerlei verzonnen verhalen. Maar mijn conclusie was dat hij het niet was. Uiteindelijk ben ik naar het huis van Niko geweest en dacht ik zeker te weten dat het Niko de dader was. Totdat Ellen mij het antwoord vertelde. Mijn vader, mijn eigen vader, hij was de vader van Bo. Hij lag op dat moment in het ziekenhuis. Ik was erg boos, maar moest toch afscheid nemen. Hij was uiteindelijk ook deze avond overleden. Ik heb er daarom voor gezorgd dat Bo toch nog zou komen, zodat hij ook afscheid kon nemen.
Uiteindelijk ben ik toch blij dat ik antwoord heb gekregen op die vraag. Ik zal zelf nooit een eigen zoon krijgen, maar ik beschouw Bo toch als mijn eigen zoon.
Maar hoe heb je dit alle jaren kunnen verzwijgen, en hoe heb je dit überhaupt kunnen doen. Op deze vragen zal ik nooit antwoord krijgen, want niemand weet dit. En van jou zal ik het nooit te horen krijgen, want jij bent er niet meer. We hebben samen een mooie tijd gehad. En nu kan ik gelukkig verder leven met Ellen en Bo.

Liefs, Armin Minderhout.

Opdracht 4.

Eigen oordeel:

Mening over De Passievrucht van Karel Glastra-van Loon.

Het boek dat ik heb gelezen heet De Passievrucht. Toen ik de titel hoorde had ik geen idee waar het boek over zou gaan, maar toen ik de achterkant had gelezen werd ik wel benieuwd naar het verhaal. Ik vind het leuk om verhalen te lezen waar je met de hoofdpersoon mee kunt denken. Ook het onderwerp vond ik interessant. Het verhaal was voor mij niet herkenbaar omdat ik er nog nooit echt iets over had gehoord. Tijdens het boek ben ik wel aan het denken gezet over dit onderwerp. Ik vind dat het boek een goede inhoud heeft. Daardoor weet je niet meteen het antwoord op de vraag wie de echte vader van Bo is. Wel zou ik iets meer informatie hebben toegevoegd over de vader van Armin. Ik ken geen boeken en films over hetzelfde onderwerp, maar ik wil wel graag de verfilming van dit boek zien.

De gebeurtenissen in het boek waren erg belangrijk. Maar de gevoelens en gedachten van de personen waren belangrijker. (‘’Er is een ladekast vol herinneringen, maar waar zijn de herinneringen die mij kunnen helpen bij het beantwoorden van de vragen die mij nu uit mijn slaap houden? Wie is de vader van mijn zoon? Met wie ging mijn dode geliefde vreemd? En wanneer? En vooral ook: waarom? Hoe kan het dat ik nooit iets heb gemerkt, dat ik nooit de geringste argwaan heb gehad? Of was die er wel, maar de dronken archivaris die herinneringen onder het tapijt geveegd, uit het raam gekieperd, opgestookt in de allesbrander?’’ blz. 22)Daardoor kon je meedenken met de hoofdpersoon. Ik vond de meeste gebeurtenissen spannend en interessant, maar er zaten ook saaie stukken tussen. (‘’Ook dit schreef de evangelist Philippus: ‘De onwetendheid in een slavin. De kennis is vrijheid. Als we de waarheid kennen, zullen we de vruchten van de waarheid in onszelf oogsten.’ Die passage heeft mijn moeder niet onderstreept. En Monika ook niet.’’ Blz. 230) Ook waren de gebeurtenissen geloofwaardig. Ik had een deel van het boek wel zo verwacht. Maar op het eind waren er verassende gebeurtenissen. Ook vonden er schokkende gebeurtenissen plaats. De afloop van het boek vond ik heel verassend. Ik had allerlei dingen verwacht, behalve dit. Het boek werd ook goed afgesloten.

De personen kwamen levensecht over. Vooral de hoofdpersoon, Armin. Dat kwam doordat alles vanuit zijn ogen bekeken werd, en daardoor kon je je goed inleven in de hoofdpersoon. Ik herkende de eigenschappen van de hoofdpersoon niet in mezelf. Ook herken ik de personen niet in mijn eigen leefwereld. De hoofdpersoon had positieve en negatieve eigenschappen. Zijn positieve eigenschappen waren bijvoorbeeld dat hij sociaal en lief is. Maar in de loop van het verhaal kwam ook juist zijn egoïsme naar voren. (‘’ ‘Jij weet niet wat het is om na dertien jaar je zoon te verliezen. Jij weet niet wat dat is, de liefde van een ouder voor een kind. O God, Ellen, niet doen! Niet doen! Niet nu! Jezus Christus!’ Ik heb haar alleen gelaten met haar tranen. Ik ben naar buiten gegaan. De regen ingelopen.’’ Blz. 156.) De hoofdpersoon is ook nieuwsgierig, hij wordt steeds nieuwsgieriger in het boek. Ik zou de hoofdpersoon niet willen zijn. Zijn vrouw is overleden en daarna komt hij erachter dat hij niet de vader is van zijn zoon. Als hij gaat uitzoeken wie het dan wel is, komt hij erachter dat het zijn eigen vader is. Ik vind dat de schrijver van dit boek de hoofdpersoon goed heeft laten handelen, dus ik zou er niks aan willen veranderen.

Ik vind dat het boek lastig is opgebouwd. Er komen steeds veel flashbacks. Daardoor weet je soms niet meer of dat het nu in het verleden was of in de tegenwoordige tijd. Er kwamen veel spannende stukken voor. De afloop van het boek was heel verrassend. (‘’Monika heeft zich omgedraaid en je vader gekust. Hij heeft nog gezegd dat ze dat niet moest doen. Maar hij kuste haar wel terug. En… Nou ja. Toen hebben ze het gedaan.’’ Blz. 229) Ook was het bevredigend omdat iedereen nu weet hoe het zit. Ik had het boek niet anders laten aflopen. Het boek begint midden in een belangrijke gebeurtenis. Dat is in de tegenwoordige tijd, daarna komen er veel flashbacks.

Het taalgebruik vond ik niet lastig, maar er werden ook zeker geen makkelijke woorden gebruikt. De gebeurtenissen werden helder beschreven dus ik kon het goed volgen. (‘’Het idee kwam van Bo. Het was profaan, choquerend en absurd maar ik wist meteen dat hij het opperdedat het moest worden uitgevoerd.’’ Blz. 236)

Bronnen.

http://www.songteksten.nl/songteksten/29241/stef-bos/papa.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/52038/het-is-een-nacht.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/3292/andre-hazes/de-vlieger.htm
http://www.songteksten.nl/songteksten/9808/de-dijk/bloedend-hart.htm