Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De avonden door Gerard Reve

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover De avonden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2157 woorden
  • 10 mei 2005
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6
24 keer beoordeeld

Boekcover De avonden
Shadow

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van af…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inza…

In 1947 debuteerde Gerard Reve op zijn drieëntwintigste met De Avonden. Een stortvloed aan recensies volgde. Hoewel een enkeling het belang van deze literaire gebeurtenis inzag, reageerden veel critici aanvankelijk geschokt: de roman zou geen enkel uitzicht bieden voor het troosteloze bestaan van de naoorlogse generatie. Ook schrijvers reageerden, geluiden van afschuw kwamen onder andere van Godfried Bomans die in Elsevier schreef: 'Ik heb zelden een boek gelezen, zó naargeestig, zó zeer van iedere positiviteit verstoken, zó grauw, cynisch en volstrekt negatief, als dit. Het wurgt iemand de keel toe.' En Nescio sprak van een 'onboek'. Reve reageerde laconiek: 'Het is nog altijd een wijdverbreide opvatting dat een schrijver uitzicht moet bieden. Ik zie dat niet in. Is dat speciaal mijn taak? Laat ze een spionnetje kopen, de zwetsers.'

Al snel groeide Reves roman uit tot de bijbel van een nieuwe generatie. Het boek beleefde meer dan vijftig drukken en wordt nog steeds beschouwd als een van de belangrijkste romans van na 1945.

De avonden door Gerard Reve
Shadow
Gerard Reve
De avonden: een winterverhaal
De Bezige Bij; Amsterdam, 1997-43e druk, 223 blz. (eerste druk 1947) Roman/Novelle Samenvatting De samenvatting is per hoofdstuk, want elk hoofdstuk is één dag. Het lijkt heel saai verteld, maar ik vertel het eigenlijk hetzelfde als in het echte boek. -Zondag 22 december 1946. Frits van Egters wordt heel vroeg wakker, nadat hij een angstdroom heeft gehad. Om de dag niet te verspillen staat hij vroeg op. Het helpt niet, want hij doet de hele dag niks zinnigs en verveelt zich. ’s Avonds gaat hij naar vriend Louis, met wie hij gekke verhalen uitwisselt. Als hij naar huis gaat, vindt hij de dag mislukt. -Maandag 23 december. Frits werkt overdag op kantoor, maar daar wordt verder niks over verteld. Na het eten gaat hij samen met zijn broer Joop en Joop’s vrouw naar de reünie van zijn oude school. Hij heeft het gymnasium nooit afgemaakt. Hij praat veel over het feit dat Joop kaal wordt. Op de reünie verveeld hij zich stierlijk en hij doet aardig tegen oude klasgenoten, maar hij heeft er hele gemene gedachten bij. Thuisgekomen vindt hij de avond weer mislukt. -Dinsdag 24 december. Ter ere van de eerste verjaardag van hun zoon, gaat Frits op bezoek bij Jaap en Joosje. Totdat Jaap thuiskomt verveelt Frits zich bij Joosje en twee oude dames. Als Jaap thuiskomt, zeurt Frits eerst over haaruitval. Daarna maken ze grappen over een halfdronken man, die om elf uur binnenkomt, en over invalide mensen. Thuisgekomen gaat hij meteen naar bed en heeft ’s nachts een angstdroom, netzo als elke nacht. -Woensdag 25 december; eerste kerstdag. Zijn ouders gaan op kerstvisite. Er komt iemand langs die verteld dat Maurits, een kennis van Frits, geld van hem gestolen heeft. Daarna komt Louis langs en gaan ze naar de bioscoop. De film valt tegen. ’s Avonds gaat hij op bezoek bij Walter, die een stuk van Back speelt die Frits heel mooi vindt. Voordat hij naar bed gaat hoort hij zijn ouders ruzie maken. -Donderdag 26 december; tweede kerstdag. Er is hangt een slechte sfeer thuis. Frits voelt zich gelukkig als hij Bach op de radio hoort. Bij een wandeling komt hij Maurits (de dief) tegen en die bekent dat hij het geld gestolen heeft. ’s Avonds gaat hij naar Viktor, een student, en ze praten over geestelijke afwijkingen. -Vrijdag 27 december. Hij vindt niemand om met hem naar de film te gaan, maar komt Maurits tegen en ze gaan samen. Hij jaagt Maurits daarna op stang en die vertelt hoe hij het liefst iemand wil pijnigen en vermoorden. Hij gaat laat slapen die nacht. -Zaterdag 28 december. ’s Avonds gaat hij naar een kroeg met Jaap, Joosje en Viktor. Hij zegt dat hij het nut van de wetenschap niet ziet en hij vertelt over zijn mislukte gymnasium. Hij komt zwaar dronken thuis en is voor het eerst aardig tegen zijn behulpzame ouders en slaapt zonder een angstdroom. -Zondag 29 december. Frits heeft een kater. ’s Middags maakt hij een wandeling en ’s avonds gaat hij naar Bep. Hij probeert haar angsten aan te praten en heeft het ook veel haar eczeem. Hij krijgt een wollen konijn te leen. -Maandag 30 december. Samen met Jaap, Joosje, Bep gaat Frits naar de religieuze negerfilm De Groene Weiden. Voordat ze naar de nachtvoorstelling gaan, praten ze over ziekten en begrafenissen. De film maakt veel indruk op Frits. Hij gaat direct na afloop alleen naar huis, om te voorkomen dat de zinloze gesprekken met zijn vrienden afbreuk doen aan het effect van de film. -Dinsdag 31 december; oudejaarsdag. Frits viert oudejaarsdag thuis met zijn ouders. Hij ergert zich aan de eetgewoonten van zijn ouders en aan zijn moeder, die is opgelicht en vruchtensap heeft gekocht in plaats van wijn. Na twaalf uur gaat Frits naar zijn vrienden. Nergens wordt opengedaan. Op weg naar huis noemt Frits alle slechte eigenschappen van zijn ouders en vraagt God om vergiffenis voor hen. Op de laatste bladzijde ziet Frits pas dat zijn angsten niet zo veel voorstellen: ‘Ik leef,’ fluisterde hij, ‘ik adem. En ik beweeg. Ik adem, ik beweeg, dus ik leef. Wat kan er nog gebeuren? Er kunnen rampen komen, pijnen, verschrikkingen. Maar ik leef. Ik kan opgesloten zijn, of door gruwelijke ziekten worden bezocht. Maar steeds adem ik, en beweeg ik. En ik leef.’ ‘Alles is voorbij,’ fluisterde hij, ‘het is overgegaan. Het jaar is er niet meer. Konijn, ik ben levend. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.’ Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven.’ Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap. Verhaaltechniek Plaats: Alles speelt zich af in Amsterdam net na de Tweede Wereldoorlog. De plaatsen spelen absoluut geen belangrijke rol en er wordt verder ook niks over de oorlog gezegd.
Tijd: Het boek beschrijft de laatste tien dagen van 1946. Elk hoofdstuk is één dag. Het is in de verleden tijd geschreven. Het heeft een opening in de handeling en een open einde, want je weet niet hoe het verder zal gaan. Het boek is chronologisch geschreven, maar het heeft wel een paar flashbacks. Helemaal aan het begin wordt de hoofdpersoon bijvoorbeeld wakker en dat denkt hij terug aan zijn droom van die nacht. De schrijver gebruik bijna elke dag tijdversnelling, hij begint meestal pas te vertellen als de hoofdpersoon terug komt van zijn werk. Soms wordt alleen de avond verteld. Tijdvertraging zit er niet echt in, wel wordt het verhaal heel gedetailleerd verteld, het hele verhaal loopt nogal langzaam. Vertelwijze: Het is een personaal verhaal, de hoofdpersoon wordt beschreven in de hij-vorm. Zijn gedachten worden ook beschreven. Verhaalpersonen Frits van Egters (23 jaar) is de hoofdpersoon. Hij woont bij zijn ouders, maar ze hebben geen goed contact en leven eigenlijk langs elkaar heen. Hij zat op het gymnasium, maar heeft het niet afgemaakt en hij heeft een saai kantoorbaantje. Zijn hele leven is saai, hij staat op, gaat werken, eten en ’s avonds bezoekt hij een vriend. Maar hij heeft het nooit gezellig en heeft er nooit een goed gevoel bij. De contacten met zijn vrienden verlopen niet vloeiend, ze hebben weinig gesprekstof en ze praten erg formeel met elkaar. Ook heeft hij een dwangmatige angst voor lichamelijk verval, vooral met kaalheid. Hij is het zelf niet, maar hij pest iedereen die het wel wordt. En hij vertelt veel sadistische verhalen over mensen met afwijkingen. Vaak heeft Frits angstdromen, waarin hij bijna gedood wordt. Hij ziet het nut van het leven niet zo goed in, want hij verveelt zich eigenlijk altijd. Frits’ Ouders: de namen van de ouders van Frits worden in het boek niet genoemd. Zijn moeder is lief en zorgzaam. De vader is zwijgzaam, hij gedraagt zich wat vreemd en is een beetje doof. Frits ergert zich vaak aan zijn ouders en heeft niet echt contact met ze. Motieven Ergernis. Frits ergert zich vaak aan zijn ouders; hun tafelmanieren en gedrag, hierdoor ontstaan spanningen tussen hem en zijn ouders. ‘Hij zuchtte, hing de scheerspiegel weer op aan de knop van het keukenraam en ging de huiskamer binnen. Het was bijna één uur. Hij ging op de divan zitten. ‘We zijn over de helft,’ dacht hij, ‘de middag is al een uur geleden begonnen. Kostbare tijd, die niet meer te achterhalen is, heb ik vermorst.’ (blz. 13) Bovenstaand fragment laat de verveling goed zien en tegelijkertijd ook uitzichtloosheid. “Zeg Joop,” begon hij opnieuw, “niet om hatelijk te zijn, maar je hoofd begint heel aardig kaal te worden. Het duurt niet zo lang, tot je haren te tellen zijn op de vingers van je hand.” Joop glimlachte, de mond klein houdend. “Tel je de haren in je kam wel elke morgen? Dan zul je zien, dat het er elke dag meer zijn. Langzaam maar zeker. Ik zou het verschrikkelijk vinden, als ik wist, dat ik kaal moest worden. Ik zou niet langer willen leven. Maar, begrijp me goed, ik wil je niet ontmoedigen.” (blz. 30-31) Frits heeft angst voor lichamelijk verval, zoals kaalheid. Frits had elke nacht een andere angstdroom, allemaal over de dood. Dit laat zien dat hij ook bang was voor de dood. “De moderne wetenschap staat voor niets” (blz. 95) Verder is hij bang voor de moderne wetenschap en wanorde en slordigheid. Frits heeft moeite met contact leggen, behalve als hij alcohol op heeft. Hij gaat op een kunstmatige manier met zijn vrienden om en ook met zijn ouders heeft hij geen diep contact. Heel oppervlakkig allemaal. Thema Het thema van het boek zijn de angsten van Frits voor de dood, lichamelijk verval en verveling.
Titelverklaring Bij de titel ‘De avonden; een winterverhaal’, denk je aan warmte en gezelligheid, maar dat klopt niet. De hoofdpersoon bezoekt elke avond een vriend, tegen de verveling. Hij heeft na elke avond een rotgevoel, omdat het niet gezellig was. Eigen mening Ik vond het een heel erg saai boek. Dat is ook goed te zien in de samenvatting die ik heb gemaakt. De oorzaak van de saaiheid is dat de hoofdpersoon niets bijzonders meemaakt. Ook vind ik dat het boek een nogal pessimistische toon heeft en daar word ik zelf ook niet echt vrolijk van. Frits praat alleen maar over ziektes, begrafenissen en kaalheid en hij heeft elke nacht een angstdroom. Verder was het personage van Frits de enige die echt uitvoerig stond beschreven. De rest warenmaar bijpersonen. Ik vond het personage van Frits niet echt interessant. Als ik hem in het echt had ontmoet, vond ik hem ook maar een saaie vent denk ik. Dat komt omdat hij nogal pessimistisch denkt over de wereld en ik hou van positief denken. Hij gaat ook heel gekunsteld om met zijn vrienden. Hij praat met ze op hele formele toon en alleen maar over oppervlakkige onderwerpen. Dat vind ik wel erg raar, want met je vrienden praat je toch wel wat losser dan met bijvoorbeeld de buurvrouw? Het taalgebruik was niet heel erg langdradig, maar wel heel gedetailleerd en dat was niet erg geweest als er ook nog iets boeiends te beschrijven viel. Het probleem was dat niets boeiends gebeurde in dit boek en dat er dus alleen maar gedetailleerd beschreven kon worden hoe Frits zich verveelde. En jezelf vervelen is al erg genoeg, maar om te lezen hoe iemand zich verveelt, is tien keer zo erg! De opbouw was niet bijzonder, elk hoofdstuk was één dag. Ik vind het leuker om een boek te lezen waarin meer tijd verstrijkt, zodat er veel dingen gebeuren. Maar ik denk dat als je het thema van dit boek goed wil laten zien, dat het dan wel goed is om een korte periode te nemen. Dus in het kort vond ik het boek nogal langdradig om te lezen en zal ik het dan ook nooit aan iemand aanraden, maar het heeft het thema wel goed laten zien, op zijn eigen manier. Recensie Simon Vestdijk schreef in 1949 over De Avonden: Sobere stijl, zin voor détaillerende karakteristiek, reële en welverzorgde dialoog (hier en daar, b.v. op pag. 190, door de hoofdpersoon wat erg in Van Schendel-toon gevoerd, al kan dit opzet zijn geweest), zouden niet voldoende zijn deze roman de renommée te verschaffen, die hij reeds in kleine kring verwierf. Twee elementen zijn het, die Van het Reve glansrijk hebben behoed voor een afglijden in grauwe alledaagsheid: zijn bevrijdende humor, die, van een zeer persoonlijk cachet, vooral op de lange baan werkzaam is (de eindeloos herhaalde gesprekken over kaalhoofdigheid b.v., maar er zouden fijnere voorbeelden te geven zijn), en de religieuze apotheose aan het slot, waar Frits van Egters, als niets dan meer helpen wil, God uitnodigt om met een zeker zakelijk en ironisch doorlicht erbarmen op zijn ouders neer te zien. Van dit zeldzaam navrante slot, dat de hele roman draagt, is geen denkbeeld te geven, men moet het gelezen hebben. Mét het slot van La Nausée van Jean-Paul Sartre en dat van A Glastonbury Romance van John Cowper Powys behoort het tot het aangrijpendste wat mij in de letteren ooit onder de ogen kwam. Uit Verloochende Liefde - pag. 145 in Zuiverende Kroniek. Meulenhoff, tweede druk 1976. Toen ik het boek gelezen had kon ik het echt absoluut niet waarderen en snapte ik niet hoe ook maar één persoon op deze aarde het een leuk boek kon vinden. Maar nu ik me aan het verdiepen ben, vind ik weer allemaal kleine details waarvan ik me voor kan stellen, dat iemand ze grappig vind. In deze recensie staat bijvoorbeeld: ‘zijn bevrijdende humor, die, van een zeer persoonlijk cachet, vooral op de lange baan werkzaam is (eindeloos herhaalde gesprekken over kaalhoofdigheid b.v.).’ Hierdoor snapte ik pas dat de schrijver deze gesprekken niet alleen herhaald heeft om de verveling uit te drukken, maar tegelijkertijd ook om grappig te zijn. En nu denk ik dat bijvoorbeeld het praten van Frits tegen zijn knuffelkonijntje ook als humor bedoeld is. Het is niet mijn soort humor, maar toch ben ik iets positiever tegen het boek aan gaan kijken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De avonden door Gerard Reve"