auteur: Gerard Reve
uitgever: nijgh en van Ditmar
aantal blz.: 201 Eerste reactie Keuze: ik heb dit boek gekozen omdat ik nog een boek uit deze periode nodig had met niveau 3, en dit was het eerste boek dat ik tegenkwam toen ik de lijst ging doorkijken. mening: ik vond het boek vooral erg saai. Verdieping Samenvatting DE AVONDEN
Gerard Reve
De hoofdpersoon van dit 'winterverhaal' - zoals de ondertitel van het boek luidt - is de 23-jarige Frits van Egters, die bij zijn ouders woont. Hij is op het gymnasium geweest, maar heeft zijn studie niet voltooid; hij heeft nu een kantoorbaantje. Zijn broer Joop is getrouwd met Ina. De vader van Frits is een nogal zwijgzame figuur die ook enigszins doof is; overigens is hij overgevoelig voor elk geluid dat uit de radio komt. De moeder van Frits is spraakzamer, maar echt contact heeft hij met haar ook niet. Frits heeft een bijna neurotische belangstelling voor het lichamelijk verval - speciaal voor haaruitval - en laat dit vaak tot vervelens toe in gesprekken merken. Graag vertelt hij allerlei sadistische verhalen. In De avonden worden de laatste tien dagen van 1946 beschreven (elke dag een hoofdstuk). Behalve het zevende en het tiende eindigt elk hoofdstuk met een droom. I. Het is zondag, een verloren dag. Joop komt even op bezoek, maar Ina is niet mee omdat ze ziek is. 's Avonds gaat Frits naar Jaap Elderer. Die blijkt niet thuis te zijn. Dan gaat hij naar Louis, die in een huis met een schildersatelier woont. Om kwart over negen gaat Louis naar bed en Frits moet weg. Thuis aangekomen kruipt hij uit verveling ook maar in bed. II. Vader en moeder gaan naar Haarlem. Frits gaat met Joop en Ina naar het Berendsgymnasium,dat twintig jaar bestaat. Hij verveelt zich; voert enige onbenullige gesprekken. III. 's Avonds gaat Frits op bezoek bij Jaap en Joosje, omdat hun zoontje één jaar wordt. Hij neemt een cadeautje mee. Jaap is niet thuis en Frits zit zich bij Joosje en twee oudere dames te vervelen. Als Jaap thuiskomt, begint Frits te zeuren over haaruitval. Daarna maken ze lol over invalide mensen en over een halfdronken man, die om elf uur binnenkomt. Als Frits thuiskomt,heeft zijn moeder juist een zenuwaanval. IV. Eerste kerstdag. Frits' ouders gaan weg. Eerst komt Lande op bezoek; hij verdenkt Maurits Duivenis ervan tweehonderd gulden van hem te hebben gestolen. Als het bezoek vertrokken is,watert Frits uit verveling in de kachel. Louis Spanjaard komt op bezoek; ze gaan samen naar de bioscoop. 's Avonds gaat Frits naar Walter Graafse. Ze maken muziek, terwijl één verdieping hoger iemand stervende is. 's Nachts heeft Frits angstdromen. V. Tweede kerstdag. Frits' ouders gaan weg. Frits luistert naar muziek en is gelukkig. In de stad ontmoet hij Maurits Duivenis die bekent de tweehonderd gulden te hebben gestolen. Hij heeft ook een jas gepikt. 's Avonds gaat Frits naar Viktor, student klassieke talen. Gesprek over mensen met geestelijke afwijkingen. VI. Na afloop van zijn werk koopt Frits twee kaartjes voor de bioscoop. Viktor kan echter door drukke werkzaamheden niet mee. Als Frits langs Louis gaat, blijkt Viktor daar te zijn. Het tweede kaartje kan hij aan Maurits verkopen. Na afloop van de Film praten ze op Maurits' kamer nog wat na. VII. Frits gaat met Jaap, Joosje en Viktor naar een dancing. Frits zeurt de hele avond over allerlei zaken, drinkt te veel en komt dronken thuis. VIII. Frits wordt met een kater wakker en gaat 's middags naar Adelaar, de vader van Ina. 's Avonds gaat hij naar Bep Spanjaard, aan wie hij gruwelverhalen vertelt. Hij krijgt van haar een speelgoedkonijn, dat zijn troeteldier wordt. IX. Frits gaat met Jaap, Joosje, Bep en Eduard Hoogkamp naar de religieuze negerfilm De Groene Weiden. Voordat ze naar de nachtvoorstelling gaan, praten ze eerst nog een poos over ziekten en begrafenissen. De film maakt veel indruk op Frits en na afloop gaat hij alleen naar huis. Hij wil aan het effect van de film geen afbreuk doen door zinloos gepraat met zijn vrienden. Thuis zoekt hij weer troost bij zijn speelgoedkonijn en het wit marmeren konijn-tje. X. Oudejaarsdag. Frits krijgt om twee uur vrij. Op weg naar huis ontmoet hij Maurits, die uitvoerig vertelt welke diefstallen hij weer gepleegd heeft. Frits viert thuis oudejaarsavond met zijn vader en moeder. Zijn moeder heeft zich in plaats van wijn vruchtensap in de handen laten stoppen. Dit veroorzaakt bij Frits een gevoel van ontreddering. Als het twaalf uur geweest is,gaat hij naar z'n vrienden. Nergens wordt opengedaan. Wanhopig bidt hij tot God: 'Vestig Uw blik op mijn ouders. Zie hen in hun nood.' Als hij in bed stapt, is hij toch blij dat hij leeft. Tijd en ruimte Het is een chronologisch verhaal dat 10 dagen bestrijkt. Het boek speelt in Amsterdam, in de winter van 1946. het boek speelt zich af op verschillende plekken in Amsterdam, maar het meest in het huis van de familie van Egters.
Jaar van uitgave 1947
Bron Nieuwe Rotterdamse courant
Publicatiedatum 22-11-1947
Recensent Recensietitel De stem van een generatie
Het is merkwaardig hoe men na een crisis, hetzij een oorlog of een economische depressie, altijd wacht op reactie van de jeugd. Het bestuur van de staat en all ander gewichtige functies blijven wel in handen van de oude dragers van het gezag, maar die willen toch de stem van de jonge mensen horen. De waarheid van de oude uitspraak, dat de toekomst aan de jeugd behoort, is nu eenmaal niet te ontkennen en de oude generatie, hoewel niet twijfelend aan haar bevoegdheid om de lakens uit te delen, wacht daarom nieuwsgierig en met een zeker ongeduld de actie af van de jongeren, zelfs al moet deze op den duur tot haar aftreden leiden. Zij heeft daarbij, ook al wordt dit lang niet altijd toegegeven, een zeker geloof in het belang van het oordeel van de jeugd, geenszins omdat zij het daarmee altijd eens is, maar omdat zij er rekening mee houdt, dat de jongeren, die in de crisis zijn opgegroeid, tot bepaalde nieuwe opvattingen zijn gekomen, welke de geest van de nieuwe tijd - for better or for worse - juister weerspiegelen. Zo is het ook in het letterkundige leven. Maar heeft de crisis het volk, de wereld zo hevig aangegrepen, dat alle eerste reacties van de jeugd op geestelijk gebied voorlopig negatief schijnen, getuigen van een slappe machteloosheid, dan protesteert de oude generatie, die opgegroeid is in een tijd van groter idealisme en levenskracht, met al de verontwaardiging en gekwetste liefde van de vader voor de zoon, die hij het liefst hardhandig uit zijn narcose zou willen wakker schudden. Belangrijk debuut Op een dergelijke uitbarsting van de zijde van een deel zijner lezers zal de 23-jarige Simon van het Reve, schrijver van de roman De [Avonden], waarvoor hij Maandag de Reina Prinsen Geerligs-prijs zal ontvangen, waar zijn debuut mee is bekroond, stellig moeten rekenen. Het verschijnen van zijn boek is een gebeurtenis in de Nederlandse letterkunde, welke men in belang zou kunnen vergelijken met de publicatie van Ernst Hemingway's The Sun Also Rises en vooral A Farewell to Arms in de Amerikaanse literatuur. Van het Reve is daarom nog geen Hemingway, maar in zijn debuut hoort men even duidelijk als in het werk van de Amerikaan en deze stem zal velen even schril en onaangenaam in de oren klinken als die van Hemingway in de jaren na 1920, omdat beide schrijvers, slachtoffers van een zware schok, teweeggebracht door een ernstige crisis, de mogelijkheden welke het leven biedt tot vrijwel niets teruggebracht zien en omdat beiden in hun harde, vlakke stijl met uiterlijk cynisch vertoon hun gekwetst gevoelsleven uit alle macht trachten te beheersen. Hemingway heeft voor zijn A Farewell to Arms het grote onderwerp gekozen dat hem dwingt een nihilistische levensbeschouwing te aanvaarden, het slagveld in Italië, het andere, betere, hoopgevende voor hem is het rustig verblijf op het land, dat een Italiaanse priester hem aanbiedt en de liefde voor de verpleegster, die hij ontmoet. Van het Reve's veel kleinere "slagveld" is het ouderlijk huis, waar zijn hoofdpersoon dagelijks scherp critisch en met alle onverdraagzaamheid van de jeugd tegenover zijn ouders staat: de droom, het positieve element in zijn leven, bestaat ook uit heel kleine dingen, een speelgoedkonijntje dat hij leent, de negerfilm Green Pastures, die hem sterk ontroert, en tenslotte de diep, gekwelde liefde voor zijn vader en moeder. Het waarschijnlijk autobiografische verhaal hoort Van het Reve toe. Niet iedere jongeman heeft in zo'n kleinburgerlijke omgeving verkeerd, zoals niet iedereen in Italië heeft gevochten, maar in de ontgoocheling, de doffe verveling, het wachten op een of andere sensatie die uitkomst zal brengen, herkent men de stem, zoal niet van een gehele generatie, dan toch van een niet onaanzienlijk deel daarvan, van de jongste, die min of meer verdoofd en zonder geloof uit de oorlog zijn gekomen, van wie alleen gezegd kan worden, dat zij "beschikbaar" zijn voor het een of het ander, zonder zelf tot welke keuze dan ook bewust te kunnen besluiten. Van het Reve beschrijft een aantal [avonden] aan het eind van het jaar in het leven van een jongen, die, gevoeliger dan de meeste van zijn vrienden, sterk heeft gereageerd op de plotselinge onderbreking van zijn opleiding - een mislukking waarvoor de oorlog gedeeltelijk verantwoordelijk is, misschien ook de ouders, goedwillende mensen, wier huwelijksleven echter geheel in een routine is vastgelopen en die hun kind niets meer te bieden hebben. Een belangrijk deel van het boek bestaat uit de beschrijving van de reacties van de jongen op zijn ouders. Gebiologeerd wordt hij door de groteske, benauwende zieligheid van hun handelingen, hun stuntelige pogingen tot conversatie, waartoe hij zelf vaak het initiatief neemt, gedreven door het pijnlijk gevoel van liefde voor de twee, maar steeds weer teruggeworpen op zichzelf, omdat zij elkaar niets te zeggen hebben. Als een contrast is er het contact met de vrienden die althans hun machteloosheid gemeen hebben, maar die vrijwel nooit toch een werkelijk persoonlijke verhouding met elkaar hebben, met elkaar de tijd doodslaan door het vertellen van verhalen over allerlei gruwelijkheden, zelden uit de oorlog, doch duidelijk geinspireerd door de herinneringen aan de bezettingstijd, die net achter hen ligt. Er gebeurt eigenlijk niets, men krijgt steeds sterker het gevoel, dat men zich met de hoofdpersoon in een vacuum bevindt, maar dan het windstille midden van een typhoon, die nog niet is uitgeraasd. Intussen bewegen Van het Reve's figuren zich in dit vacuum, als in de verlammende atmosfeer van een nachtmerrie, waarin men stil, moeilijk als door watten heen vooruitkomt. Gedeeltelijk intuïtief ongetwijfeld, doch ook geleid door een ontwikkeld stijlgevoel weet Van het Reve deze suggestie steeds vol te houden en wars van effectbejag in dit benauwende droomrealisme de juiste toon te treffen. Hij is er in geslaagd om zonder zich een enkele keer aan goedkoop cynisme schuldig te maken of in sentimentaliteit te vervallen een zuiver evenwicht te vinden tussen vlijmscherp observatievermogen en een sterke gevoeligheid, waardoor het platvloerse leven" dat de auteur beschrijft nu en dan in schrijnende poëzie wordt omgezet, die aan Elsschots vroege gedichten doet denken en even sterk ontroert. Hier inderdaad heeft men de zeer persoonlijke revanche van de jongste generatie in de letterkunde, die velen aanvankelijk zo heeft teleurgesteld. En hoe ontsteld vertegenwoordigers van oudere generaties zich misschien ook zullen tonen over dit boek, deze geestesgesteldheid vast staat, dat Nederland een nieuw, belangrijk talent bezit. Slechts een enkel reserve moet men maken: Van het Reve heeft met dit "winterverhaal" gedebuteerd op een wijze, die hij in later werk moeilijk zal kunnen overtreffen. Mening over de recensie Ik ben het totaal niet met deze recensie eens. De schrijver van deze recensie vindt de avonden een goed boek, terwijl het boek saai, langdradig en vervelend om te lezen is. De schrijver van de recensie zegt: “Hij is er in geslaagd om zonder zich een enkele keer aan goedkoop cynisme schuldig te maken of in sentimentaliteit te vervallen een zuiver evenwicht te vinden tussen vlijmscherp observatievermogen en een sterke gevoeligheid, waardoor het platvloerse leven" dat de auteur beschrijft nu en dan in schrijnende poëzie wordt omgezet” dit slaat helemaal nergens op, het boek is helemaal niet gevoelig. Het roept geen enkele emotie bij me op, je kan je totaal niet inleven in de hoofdpersoon. Ik denk dat de recensent teveel nog oudere stoffige boeken gelezen heeft en dit als een geweldige vernieuwing zag, maar dit boek is het toppunt van saaiheid. en zoals de recensent al zegt: “Reve heeft met dit "winterverhaal" gedebuteerd op een wijze, die hij in later werk moeilijk zal kunnen overtreffen.” Maar dan wel in negatieve zin.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden