Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Bor door Joris Moens

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Bor
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1638 woorden
  • 12 mei 2003
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 6
15 keer beoordeeld

Boekcover Bor
Shadow
Bor door Joris Moens
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. 1. Korte samenvatting De 16 jarige scholier Bor van Rossum is door de reclassering voor de volgende keuze gesteld: of goed je best doen op school, of naar een jeugdinrichting. Hij kiest ervoor om toch maar z’n best te gaan doen en hij gaat naar de HAVO. Het boek begint met de mededeling dat hij net 2 Mormonen in elkaar heeft geslagen. Thuis voelt hij zich niet op z’n gemak en op school verveelt hij zich. Op school heeft hij wel 3 hele goede vrienden, namelijk John, Dick en Toon. Deze 3 jongens zijn van hetzelfde kaliber als Bor. Op school heeft een VWO leerling belangstelling voor hem. Dit is Ruth de Kleine. Bor vindt dit vervelend, maar aan de andere kant is hij hongerig naar het opdoen van sexuele ervaring. Als zijn 3 vrienden in de loop van de week worden opgepakt, raakt hij zo opgefokt dat hij op het feest van Ruth haar in aangeschoten toestand aanrandt. In grote verwarring wordt hij naar het politiebureau gebracht en het boek eindigt met de conclusie: laat iedereen de pest krijgen! 2. Beoordeling Boeiend. Ik vind het boek boeiend omdat de schrijfstijl heel anders is dan in andere boeken. Het is namelijk echt spreektaal. De taal is ook anders; het is een eenvoudige, groffe taal, verwerkt in korte zinnen. Zo blijft het dus boeiend (Blz. 6+7). Grof taalgebruik. “Wat moet je anders dan stompzinnig voor je uit mijmeren als je in de bus zit. Je verplaatst je, of beter gezegd: je wordt verplaatst. Ondertussen staren de passagiers naar elkaar of naar buiten. Ik ga als het even kan in de buurt zitten van een of ander lekker wijf. Terwijl je zelf zit staande vrouwen bekijken, is het best. Van boven af kunnen ze zo lekker bestraffend kijken als je naar hun schuddende tieten loert. Alleen zit er, zoals meestal in het spitsuur, zoveel afval om me heen dat ik maar naar mezelf kijk in de spiegeling van de ruit. Er ligt een inktzwarte plensbui boven de stad als een godsoordeel. Het saust als een vergiet en dat merk je gelijk binnen; de ruiten beslaan door alle natgezeken mensen die instappen. Werkvee met afgematte suffie facies, op weg naar de pot van zes uur. Morgen gaat het fris uitgeslapen met dezelfde klotebus terug naar hetzelfde klotewerk voor een zelfde klotedag als de vorige.” Spannend. Ik vind het boek spannend, omdat er altijd wel iets gebeurt. Je weet ook nooit wat er komt. Er wordt ook heel veel in gescholden en je leest vaak de gedachte van Bor. Zo weet je dus meteen hoe hij is. Hij doet ook dingen die niet mogen. Zo hangt hij vaak rond op straat, zich te vervelen en mensen te pesten. Of zit hij in een bus, en praat hij het ene moment met een meneer en het volgende moment boert hij ‘m recht in z’n gezicht (blz. 8). Bor zit in de bus. “Tegenover me buigt een mannetje naar voren en kijkt mee door het schoongewiste ovaal. De krachtige lucht van een w.c. die uren niet is doorgetrokken, hangt om het opneukertje heen. Halsvet glanst op de kraag van zijn bruine regenjas. In zijn smalle muizetronie knipperen kleine oogjes. Dat ventje is niet helemaal goed uit de kut gekomen. Wat een misbaksel. Hij kijkt nog niet naar buiten of het meisje blikt opzij. Ze heeft meteen de poort in de peiling. Een heftige kleur stapelt zich boven op de vuurrode wangen. Ik dacht het al, ze heeft nogal een aardig smoeltje om te zien. Met zekerheid valt het niet te zeggen, want de bus remt net voor een halte. Hij haalt de fietser weer in. De kiendop met de afgetrokken muizekop tegenover me wil weer naar buiten gluren. Ik boer hem midden in zijn smoel. Met een schrok schiet het kereltje achteruit. Haar gele capuchon...” Humoristisch. Toen ik dit boek las, heb ik vaak gelachen om wat Bor deed. Zo zat hij een keer in de bus, en deed dingen, maar dácht vooral dingen die echt geinig zijn (blz. 8, zie Bor zit in de bus). Hoe hij mensen beoordeeld is grof, maar wel grappig. Of hij zegt een keer dat hij de gevangenis in moet, maar meteen daarna zegt hij dat het maar Monopoly is. Toen ik dat eerste las, dacht ik meteen: “O nee, wat heeft hij gedaan?” Ik las dus niet meteen verder. Toen ik het tweede gedeelte las, moest ik meteen lachen, dus dat was ook erg grappig (blz. 9). Gevangenis in Monopoly “Ik moet de gevangenis in. Gelukkig is het Monopoly.”
3. Spannigsmiddel Het spannigsmiddel dat de schrijver heeft gebruikt is vooral de zinsbouw. De zinnen zijn kort en er zitten veel groffe woorden in. Je zit midden in het verhaal omdat het de ik-figuur is die altijd praat/denkt. Ook weer zit in bijna iedere zin groffe taal (blz. 82+83). Kledingszaak “In haar gezicht staat een smalle en toch lekkere mond. Haar bruine ogen zijn dun met mascara aangezet. Ze heeft een smalle, licht krommende neus. Gek dat ook neuzen geil kunnen zijn. Grote, glazen oorhangers. Alles bij elkaar geen kattedrek. Maar goed, het gaat om de jurk. Een duur ding, dat kan niet missen. Het blote geval laat niks te raden over van wat er onder de dunne stof schuilgaat. En dat is niet mis. Het is een chic wijf, maar een lekker wijf. D’r figuur mag er wezen. En ze heeft een knappe kop ook al heeft ze het harkerige kapsel van Beatrix. ‘Nou?’ vraagt ze onrustig. Ik haal mijn schouders op. ‘Enkel naakt zou u er beter uitzien.’ De verkoopster ogenknippert verbijsterd. Ze verroert geen vin. De vrouw kruist snel de armen voor haar tieten. Jammer. ‘Laat ik het zo zeggen, bij iemand met een minder figuur zou het een flutding zijn.’ Ik lul niet, het is echt een lekker wijf. Ik kijk de vrouw met mijn meest onschuldige ogen aan. Haar wangen hebben een lichte blos. Voor de rest houdt ze zich goed. Natuurlijk, het is zo’n chic wijf dat met een enkel glimlachje elke situatie in de hand weet te houden. Wat ze een klassewijf noemen. Zo’n kouwe teef met een houten kut. Maar erg mooi, dat wel. De verkoopster naast haar monkelt onverstaanbaar voor zich uit. Ik staat de twee poeslief aan. ‘Een spontaan joch,’ mompelt de vrouw.” B. Vrije opdracht. 3. Ik stel me voor dat het boek zich in 3002 afspeelt. Er zou een heleboel veranderen, want er zijn veel meer dingen uitgevonden. Zo zou het zijn dat het huis veel netter zou zijn, want ze hebben een robot om alles op te ruimen. Het thema zou ook anders zijn, want Bor zou zich nooit meer vervelen, want ze hbben zoveel dingen die leuk zijn, zoals supermoderne computers, cyber-vriendinnen en nog veel meer technische snufjes. De school waar Bor naartoe gaat, is veel anders, moderner. Je leert zo snel dat je het niet bij kunt houden. Dit komt door de uitvinding van professor ∑ΩשׂﭻﭼﺶØ. Hij heeft namelijk de ∑ΩשׂﭻﭼﺶØ-chip uitgevonden, die ontzettend handig is. Je linkt de chip op aan je horloge-computer, je voert in wat je wilt weten en je horloge-computer zendt de informatie (bijvoorbeeld Electronica) naar de ∑ΩשׂﭻﭼﺶØ-chip. Die plug je achter in je hoofd, laat ‘m 2 seconden zitten, haalt hem er weer uit en klaar is Kees. Zo is Bor, net als iedereen, heel slim en haalt hij het Gymnasium. Hij krijgt een goede baan als techneut in de robotfabriek en verdient bakken met geld. Zo kan hij zijn familie onderhouden. De ∑ΩשׂﭻﭼﺶØ-chip is namelijk alleen mogelijk voor jongens en mannen. Zijn broer is in 2853 gestorven aan een aanval van de ΦΘζψω-mannetjes. Ze hadden zijn broer Peter meegenomen naar hun planeet en als daar op vreselijke wijze om het leven gebracht. Bor zou dus geen problemen meer hebben, want hij was rijk, is slim en is heel knap. Hij heeft namelijk een machine gekocht die je in 5 minuten zo knap maakt als je zelf wilt. Hij kan ook je eruit laten zien als je zelf wilt. Dus wil je je verkleden, voer dat dan in en de machine leest je gedachtes wat je wilt worden en in 5 minuten zie je er precies zo uit als je zelf wilde. Zijn moeder leeft ook nog steeds, want die had gekozen voor het eeuwige leven. Gewoon simpelweg iedere dag 3 pilletjes slikken bij het opstaan en je leeft voor eeuwig. Bor wil dat niet, tenminste nog niet. Hij wil niet altijd blijven leven. Hij vindt het mooi zoals het is, maar soms wil hij er even aan ontsnappen. Dan gaat hij naar zijn geheime planeetje, genaamd: Aarde. Daar is geen leven meer, want dat is er wel geweest. Volgens de verhalen en dat is ook wat Bor altijd aan iedereen vertelt, is het zo dat er ongeveer 1000 jaar geleden wel leven was. Maar iedereen is toen op onverklaarbare wijze geteleporteerd naar planeet X, miljoenen lichtjaren verwijderd van Aarde. Als Bor op Aarde is, gaat hij zwemmen in iets wat hij niet weet wat het is. Het is zout, groot en woest. Hij kan op de woeste bewegingen van dat grote bad leuk waterflyen. Dat doet hij met zijn waterboard. Maar het leven op Aarde is natuurlijk veel minder luxe dan op planeet X. Dus als Bor er weer genoeg van heeft, gaat hij terug naar zijn eigen planeetje. Als zijn moeder dan vraag waar hij was, drukt hij op een knopje dat op z’n middelvinger zit, en zijn moeder is alles vergeten wat ze net meemaakte. Ze wordt dan wakker met de gedachte dat ze is flauw gevallen. De afloop zou veel anders zijn dan in het boek, omdat er zoveel veranderd is. Het einde gaat zo dat de hele planeet X wordt weggevaagd door de ΦΘζψω-mannetjes en iedereen sterft op een gruwelijke manier. De ΦΘζψω-mannetjes worden heersers van het heelal en het komt allemaal niet goed.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Bor door Joris Moens"