Titel Bint
Ondertitel Roman van een zender
Opdracht "Aan mijn rector en zijn staf"
Schrijver F. Bordewijk
leestijd 3/4 uur
Verantwoording keuze
Een klasgenoot raadde me het aan. Waarschijnlijk om de dikte. Toen ik achterop had gelezen waar het over ging (tucht op een school) leek mij de inhoud ook wel aantrekkelijk.
Verwachtingen
Het onderwerp leek me leuk, want van een beetje geweld houd ik wel. (achterop het boek staat dat de leerlingen onder zware tucht werden opgeleid).
Eerste indrukken
Ik merkte dat het taalgebruik in het boek soms lastig zou worden, toen ik de eerste bladzijde gelezen had. Dit kwam door de niet helemaal heldere opening van het verhaal.
Ervaring/mening
Een boek dat bijna voor de helft bestaat uit beschrijvingen van personen; een beetje langdradig. Verder was het gehele verhaal boeiend, omdat ik het wel mooi vond hoe De Bree les gaf (waarover dus het hele boek gaat)
Volgende boek
Geen idee.
1. HET KUNSTWERK
Titel/ opdracht:
De titel is 'Bint'. Deze titel is de achternaam van het hoofd van de school waar het verhaal zich afspeelt. De ondertitel, 'Roman van een zender', slaat op de boodschap van deze meneer Bint. De boodschap is een bepaald systeem op zijn school: "Het systeem van stalen tucht, blinde ongehoorzaamheid, ontdekking van de wil door knechting, ophoping van energie, later, op het grote voorbeeld der school". De opdracht, "Aan mijn rector en zijn staf" is een boodschap van F. Bordewijk. Hij schrijft het blijkbaar voor de rector en alle leraren van zijn oude school.
Genre:
'Bint' is een korte roman waarin het leven in een bepaalde school wordt beschreven.
Motieven:
Het queestermotief speelt in dit boek een grote rol. Het uiteindelijke doel van Bint was om vooral de ergste klas ('De hel') door middel van zijn tuchtsysteem te laten opgroeien tot volwassenen.
Thema:
Hieruit volgt het volgende thema: Door middel van zware tucht zijn de ergste raddraaiers om te vormen tot 'reuzen', mensen die later echt nut hebben in de maatschappij.
Perspectief:
We hebben in dit boek te maken met een personaal perspectief omdat het verhaal gevolgd wordt door de ogen van De Bree: "De Bree inderdaad voelde zich dadelijk thuis, ook in het ergste milieu van de school".
Ruimte:
Het verhaal speelt zich af op een school ergens in Rotterdam. Het decor bepaald dus grotendeels het verhaal; het verhaal gaat natuurlijk over het schoolleven daar.
Ook is er veel parallellie om de sombere omstandigheden te beklemtonen. De school wordt beschreven als kaal, guur en somber. Het weer tegelijkertijd ook. "De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wint danste lomp om de hoeken. (…) Drie hoge wallen van huizen, glas meer dan steen, smal glas tussen smaller steen, de ramenvolte van armoehuizen".
Tijd:
Het verhaal speelt zich af rond 1934. Dit merk je aan het ouderwetse taalgebruik zoals 'des morgens'. Ook zulke tucht op een school komt nooit meer voor. Het verhaal wordt gewoon chronologisch verteld, zonder enige flash-backs. Wel komen er veel tijdsprongen in het verhaal voor.
Taalgebruik/ stijl:
Het taalgebruik is zoals ik al zei ouderwets. Dit is niet opzettelijk, het boek is al een hele tijd terug geschreven. Door dit taalgebruik komt regelmatig nogal vaag over.
Het boek is geschreven in een strakke, afgebeten stijl, waardoor de zinnen vaak erg beknopt zijn en de tekst erg koel overkomt.
Personages:
Er zijn in dit verhaal twee hoofdpersonen. De belangrijkste personage is natuurlijk Bint. Het verhaal draait natuurlijk om zijn theorie. Bint is de directeur van de school. Een rietmager, altijd recht opstaand, oud mannetje met een puntbaardje. Bint doet zich bijna het hele verhaal voor als flatcharacter want je volgt dan geen psychologische ontwikkeling van deze man. Aan het eind is het meer een roundcharacter. Dan heb je wel te maken met zijn gevoelens; hij voelt zich te zwak voor zijn eigen systeem. Hij heeft op zijn school een modern systeem van stalen tucht ingesteld. Dit systeem past hij toe om 'reuzen' te kweken. Hij zegt: "ik eis van een ieder : tucht. Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is te bandeloos. (…) Er is snelle verwildering. Men moet ver teruggrijpen en snel, naar het oude systeem van macht en vrees". Hij had een favoriete klas: 4d. Dit was de ergste klas van de school vol kinderen met een maf uiterlijk en rare achternamen als: Schattenkeinder, Whimpysinger, Moraatz. Deze klas wordt de hel genoemd. Deze klas beschouwd hij als een meesterwerk. Het ander hoofd persoon is De Bree. Hij is tijdelijk Nederlands leraar op de school. Dit werk doet hij eigenlijk voor de afleiding. Zijn echte passie is eigenlijk de wetenschap. Hij is een Roundcharacter. Je volgt het verhaal door zijn ogen en je maakt zijn psychologische ontwikkeling mee. De Bree is een lelijke man met lelijke bruine tanden van het pijproken . Zijn denken is hoekig en nors. In het verhaal bekijkt hij van iedere personage die hij tegenkomt het uiterlijk. Hij vindt bijna iedereen lelijk.
De inhoud:
Het verhaal begint dat De Bree aanklopt bij de school. Hij neemt de plaats voor een jaar in, voor een Nederlandse leraar die weggepest is door de hel. De school is 'stervend'. Er zijn nog maar vier vierde klassen en drie vijfde klassen. Hij maakt kennis met Bint. Hij merkt al gelijk dat er iets vreemds is aan Bint. Zijn eerste les is al gelijk voor de hel. Hij stemt toe aan het systeem van Bint en hij pakt het gelijk goed aan. Hij laat er al meteen zeven nakomen op zaterdag middag. Hij beschouwt de verschrikkelijke leerlingen als beesten. Dus de eerste paar weken temt hij de klas alleen maar en hij heeft de klas de oorlog verklaard. Hierdoor krijgt hij de klas al aardig achter de duim. De Bree heeft nog meer klassen. Hij verdeeld ze onder de 'bruine klas' (een goedwerkende ijverige klas), 'de grauwe klas' (een ijverige klas die laag presteert),en de 'bloemetjes klas' (een stille, vredige, saaie klas vol mooie leerlingen).
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden