Karel ende Elegast door Onbekend

Beoordeling 8.3
Foto van Laura
Boekcover Karel ende Elegast
Shadow
  • Boekverslag door Laura
  • 6e klas vwo | 1460 woorden
  • 29 juli 2022
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
7 keer beoordeeld

Boekcover Karel ende Elegast
Shadow

Karel de Grote (742-814), de illustere Frankische vorst die in 1165 zelfs heilig werd verklaard, is uit vele middeleeuwse verhalen bekend. Hoewel hij altijd de rol van monarch vervult, is het niet zo dat deze rol altijd op dezelfde wijze is ingevuld. Soms verschijnt hij als een daadkrachtig strijder en aanvoerder, soms als een twijfelaar en een enkele keer zelfs als e…

Karel de Grote (742-814), de illustere Frankische vorst die in 1165 zelfs heilig werd verklaard, is uit vele middeleeuwse verhalen bekend. Hoewel hij altijd de rol van monarch verv…

Karel de Grote (742-814), de illustere Frankische vorst die in 1165 zelfs heilig werd verklaard, is uit vele middeleeuwse verhalen bekend. Hoewel hij altijd de rol van monarch vervult, is het niet zo dat deze rol altijd op dezelfde wijze is ingevuld. Soms verschijnt hij als een daadkrachtig strijder en aanvoerder, soms als een twijfelaar en een enkele keer zelfs als een despoot die zich door slechte raadgevers laat misleiden. In Karel ende Elegast zien we hem in een opmerkelijke dubbelrol: de grote koning speelt – in opdracht van God nog wel – voor dief. Maar door aan het goddelijk gebod te gehoorzamen, krijgt Karel de gelegenheid om de trouw van twee van zijn vazallen te toetsen. Hij ontdekt dat hij de trouwe ten onrechte te zwaar gestraft heeft en dat hij de verraderlijke ten onrechte vertrouwt. Door deze ontdekking kan hij een aanslag op zijn leven voorkomen en ervoor zorgen dat ieder krijgt wat hij verdient.

Karel ende Elegast door  Onbekend
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Karel ende Elegast (1487) auteur onbekend

A Op een avond in Ingelheim aan de Rijn, lag keizer Karel de Grote te slapen. Hij schrok wakker van een engel die aan zijn bed stond. De engel gaf een opdracht van God door aan Karel. De opdracht was dat Karel zich onmiddellijk moest gaan aankleden en dan in het midden van de nacht naar buiten om te gaan stelen. Anders zou er namelijk iets ergs gebeuren, waardoor Karel zou sterven. Karel snapte de opdracht niet, maar pakte alsnog gehoorzaam zijn paard en zijn wapens, om naar buiten te gaan om te stelen. In het bos komt Karel tot de conclusie dat Elegast, een ridder die hij heeft verbannen omdat hij stal van hem, misschien niet zo slecht was als hij dacht. Hij krijgt spijt van het feit dat hij ridders zoals Elegast heeft verbannen uit zijn land en leeft met ze mee. Vervolgens komt Karel tot zijn verbazing een andere ruiter tegen. Helemaal in het zwart en helemaal alleen in het midden van de nacht. Karel en de ruiter raken in een gevecht dat Karel wint. De ruiter blijkt Elegast te zijn. Karel besluit zijn ware identiteit niet te geven en doet zich voor als een andere ridder. Ze besluiten om samen te gaan stelen bij de zus en de zwager van Karel. Elegast gaat hier naar binnen en voert een gesprek met een paar dieren dat mogelijk gemaakt wordt door zijn toverkruid. De dieren waarschuwen hem dat de koning in de buurt van hem is. Dat klopt, want Karel is de koning. Elegast weet echter niet dat zijn gezelschap de koning is en denkt dat de koning hem zal onthoofden. Elegast besluit het zadel van Eggerik, de zwager van Karel, te stelen. Hij hoort Eggerik spreken met zijn vrouw. Ze vertelt hem hoe hij van plan is om Karel te doden. Elegast schrikt hiervan en vertelt het aan Karel. Karel realiseert hierdoor waarom hij moest gaan stelen. Als hij het niet had gedaan, was hij nooit te weten gekomen dat Eggerik van plan was hem te doden. Karel verzint een plan met andere leenheren om Eggerik en zijn helpers in de val te lokken. Het werkt en omdat Elegast bewijs heeft meegenomen, kan hij veroordeeld worden. Elegast en Eggerik houden een gevecht dat Elegast wint. Eggerik wordt opgehangen en Elegast krijgt zijn vrouw. Zo hoeft Elegast nooit meer te stelen en kan hij een goed leven leiden.

B 1. Karel de Grote was van ongeveer 768 tot 814 koning der Franken. Ook is hij tot zijn dood keizer van het Heilige Roomse Rijk en Hertog van Beieren geweest. Zijn rijk was op het grootst bijna heel Europa. Het liep van Denemarken tot de Pyreneeën en van de Elbe tot de Atlantische Oceaan. Karel de Grote vond onderwijs en wetenschap erg belangrijk. Zo richtte hij scholen op en zorgt dat jongens een opleiding konden krijgen. Karel was zelf vooral geïnteresseerd in sterrenkunde en de talen. Ook heeft hij de minuskel ingevoerd, dat was een makkelijk lees- en schrijfbaar handschrift.

  1. De verzamelnaam van verhalen over Karel de Grote heet de Karelepiek. Dit is dus een verhaalfamilie met verhalen van de karolingische vorsten, maar Karel de Grote is gewoonlijk de centrale figuur.
  2. Chanson de Geste
  3. Andere verhalen die ook over Karel de Grote gaan, zijn onder andere: ‘Dood de vier Heemskinderen!’ en ‘Roelandslied’
  4. Eliteliteratuur of Arthurromans (ik weet niet hoe ze het bedoelen)
  5. ‘Ferguut’ en ‘Lanceloet en het hert met de witte voet’
  6. In voorhoofse literatuur wordt de vrouw minder belangrijk gevonden, terwijl in de later gekomen hoofse literatuur, de vrouw heel belangrijk werd gevonden. Ze werd aanbeden.
  7. Karel ende Elegast is een voorhoofse roman. Het verhaal gaat over trouwheid van een vazal aan zijn heer, diesntbaarheid dus. Daarnaast is het geen liefdesverhaal, de vrouw wordt niet aanbeden. Deze dingen zijn typerend voor een voorhoofse roman.
  1. Ontstaansgeschiedenis
  2. Verhalen zoals Karel ende Elegast bestaan al sinds voor de boekdrukkunst. Ze bestonden in de vorm van geschreven handschriften. Karel de Grote leefde al lang niet meer toen Karel ende Elegast werd geschreven. Het verhaal is ooit bedacht door een onbekende dichter en toen door verschillende vertellers en kopiisten aan elkaar doorgegeven. Het is dus waarschijnlijk dat het verhaal dat ik nu heb gelezen anders is dan hoe het in eerste instantie is geschreven. Aan het eind van de vijftiende eeuw is het verhaal voor het eerst gedrukt.
  3. Het verhaal werd voorgelezen. Voor jezelf lezen was niet gewoonlijk tot in de vijftiende eeuw. Het verhaal kon voorgelezen worden voor het hele huis, dus familie. Of het verhaal werd verteld aan een groter publiek zoals bij een hoffeest. De meerderheid van de mensen in de tijd van Karel ende Elegast kon nog niet lezen. Men kon dus uitsluitend luisteren naar het verhaal. Het verhaal was ook geschreven met het doel om voorgelezen te worden. Dat is te zien aan hoe de proloog geschreven is.
  1. Feodaliteit
  2. In een feodaal opgebouwde samenleving is er sprake van hiërarchie. Er zijn standen waar mensen meer macht hebben dan anderen. Een feodale piramide laat zien hoe de macht is opgebouwd in een feodaal opgebouwde samenleving. Hoe hoger de stand staat in de piramide, hoe meer macht deze heeft. Op de eerste plek staat god. Die heeft namelijk de hele wereld in zijn bezit en leent het uit aan de mens. Met bovenaan in de piramide de vorst. Hij heeft dus de meeste macht in de samenleving. Onder de vorst staan de kroonvazallen, hieronder vallen graven, bisschoppen en hoge adel. Daaronder staan de vazallen. Dit zijn de burchtheren. Nog minder macht hebben de achtervazallen. Dit zijn de ridders en lokale heren. Onderaan de piramide staan de achter-achtervazallen. Hieronder vallen de vrij boeren, arbeiders en dus het ‘gewone’ volk. Zij hebben het minste macht in de feodaal opgebouwde samenleving.
  3. In dit verhaal heeft de vorst, in dit geval dus keizer Karel de Grote vijanden. Ze hebben het plan Karel te vermoorden. De feodaliteit wordt dus bedreigt.
  4. Kenmerken van feodaliteit zijn: gehoorzaamheid en trouw, riddereer, en moed. Elegast is een ridder, die door zijn misdaden door keizer Karel verbannen is van zijn grond. Toch is Elegast zijn vorst trouw. Als hij te weten komt dat er mensen zijn die het plan hebben hem te vermoorden, doet hij alles om de moord te voorkomen. Hij heeft zelfs zijn leven voor dat van Karel over, als hij het gevecht aangaat met Eggerik. De kenmerken van feodaliteit komen dus duidelijk terug in dit verhaal.
  5. Op een hofdag presenteert de vorst zich in zijn koninklijke waardigheid aan zijn voornaamste onderdanen en hoopte hierdoor zijn positie te bevestigen en te versterken, Alle vazallen waren aanwezig bij een hofdag. Er werden ook dingen besproken zoals beleid en misdaad. Een ander verhaal waarin een hofdag een belangrijke rol speelt, is het verhaal ‘van den vos Reinaarde’.
  6. Karel had tientallen paltsen. Dat zijn verblijfplaatsen voor een vorst. Karel de Grote reisde namelijk zijn hele keizerrijk af, om in elke graafschap een beetje gezag uit te kunnen oefenen. Hij had daarom op verschillende plekken nodig om te verblijven. Dat deed hij bij zijn tientallen paltsen.
  7. Theocentrisch wereldbeeld
  8. Het begint met een engel, die Karel een opdracht doorgeeft die gegeven is door god, de heer van het hemelrijk. Karel heeft respect voor de engel, want hij neemt het serieus. Daarnaast het citaat: ‘Daar en was niemen, die hem zag, want dat volk algader lag in vasten slape, als ’t God woude.’ En voordat Karel zijn palts verlaat, sprak hij iets uit wat lijkt op een gebed, omdat Karel wil dat god hem zou beschermen, die nacht.
  9. Een godsgericht is een oordeel of een vonnis van god.
  10. Het getal 3 is een heilig getal, omdat het staat voor de goddelijke drie-eenheid, de vader, de zoon en de heilige geest. De duivel kan het dus niet gebruiken.
  1. Magie
  2. Sprookjeselementen uit het verhaal zijn dat Elegast makkelijk kon inbreken bij Eggerik en het toverkruid van Elegast. Ik denk dat men het in de middeleeuwen wel geloofde, omdat er ook andere supra natuurlijke dingen vanzelfsprekend werden geacht, zoals god. Daarbij was er weinig kennis over wetenschap waardoor sprookjeselementen aannemelijker waren. Iets zoals toverkruid zou ook wel in een bepaalde vorm bestaan kunnen hebben, want er zijn genoeg psychedelische kruiden en middeltjes die beschouwd zouden kunnen worden als toverkruid.
  1. Symboliek
  2. ‘Nu mag ik hen wel geloven, die leven bij der aventuren; zij weten wel, dat zij verburen lijf ende goed, mag met ze vaan; men doet ze hangen ende ’t hoofd afslaan ofte sterven arger dood. Haren angst es dikke groot.’ Karel realiseert zich nu dus dat de mensen dij hij heeft verbannen ook angst hebben, hij kan zich nu verplaatsen in hen.
  3. Het woud was zwart en donker. Veel mensen dachten in de tijd van Karel, dat zwart stond voor de duivel.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

B 1. Karel de Grote was van ongeveer 768 tot 814 koning der Franken. Ook is hij tot zijn dood keizer van het Heilige Roomse Rijk en Hertog van Beieren geweest. Zijn rijk was op het grootst bijna heel Europa. Het liep van Denemarken tot de Pyreneeën en van de Elbe tot de Atlantische Oceaan. Karel de Grote vond onderwijs en wetenschap erg belangrijk. Zo richtte hij scholen op en zorgt dat jongens een opleiding konden krijgen. Karel was zelf vooral geïnteresseerd in sterrenkunde en de talen. Ook heeft hij de minuskel ingevoerd, dat was een makkelijk lees- en schrijfbaar handschrift.

  1. De verzamelnaam van verhalen over Karel de Grote heet de Karelepiek. Dit is dus een verhaalfamilie met verhalen van de karolingische vorsten, maar Karel de Grote is gewoonlijk de centrale figuur.
  2. Chanson de Geste
  3. Andere verhalen die ook over Karel de Grote gaan, zijn onder andere: ‘Dood de vier Heemskinderen!’ en ‘Roelandslied’
  4. Eliteliteratuur of Arthurromans (ik weet niet hoe ze het bedoelen)
  5. ‘Ferguut’ en ‘Lanceloet en het hert met de witte voet’
  6. In voorhoofse literatuur wordt de vrouw minder belangrijk gevonden, terwijl in de later gekomen hoofse literatuur, de vrouw heel belangrijk werd gevonden. Ze werd aanbeden.
  7. Karel ende Elegast is een voorhoofse roman. Het verhaal gaat over trouwheid van een vazal aan zijn heer, diesntbaarheid dus. Daarnaast is het geen liefdesverhaal, de vrouw wordt niet aanbeden. Deze dingen zijn typerend voor een voorhoofse roman.
  1. Ontstaansgeschiedenis
  2. Verhalen zoals Karel ende Elegast bestaan al sinds voor de boekdrukkunst. Ze bestonden in de vorm van geschreven handschriften. Karel de Grote leefde al lang niet meer toen Karel ende Elegast werd geschreven. Het verhaal is ooit bedacht door een onbekende dichter en toen door verschillende vertellers en kopiisten aan elkaar doorgegeven. Het is dus waarschijnlijk dat het verhaal dat ik nu heb gelezen anders is dan hoe het in eerste instantie is geschreven. Aan het eind van de vijftiende eeuw is het verhaal voor het eerst gedrukt.
  3. Het verhaal werd voorgelezen. Voor jezelf lezen was niet gewoonlijk tot in de vijftiende eeuw. Het verhaal kon voorgelezen worden voor het hele huis, dus familie. Of het verhaal werd verteld aan een groter publiek zoals bij een hoffeest. De meerderheid van de mensen in de tijd van Karel ende Elegast kon nog niet lezen. Men kon dus uitsluitend luisteren naar het verhaal. Het verhaal was ook geschreven met het doel om voorgelezen te worden. Dat is te zien aan hoe de proloog geschreven is.
  1. Feodaliteit
  2. In een feodaal opgebouwde samenleving is er sprake van hiërarchie. Er zijn standen waar mensen meer macht hebben dan anderen. Een feodale piramide laat zien hoe de macht is opgebouwd in een feodaal opgebouwde samenleving. Hoe hoger de stand staat in de piramide, hoe meer macht deze heeft. Op de eerste plek staat god. Die heeft namelijk de hele wereld in zijn bezit en leent het uit aan de mens. Met bovenaan in de piramide de vorst. Hij heeft dus de meeste macht in de samenleving. Onder de vorst staan de kroonvazallen, hieronder vallen graven, bisschoppen en hoge adel. Daaronder staan de vazallen. Dit zijn de burchtheren. Nog minder macht hebben de achtervazallen. Dit zijn de ridders en lokale heren. Onderaan de piramide staan de achter-achtervazallen. Hieronder vallen de vrij boeren, arbeiders en dus het ‘gewone’ volk. Zij hebben het minste macht in de feodaal opgebouwde samenleving.
  3. In dit verhaal heeft de vorst, in dit geval dus keizer Karel de Grote vijanden. Ze hebben het plan Karel te vermoorden. De feodaliteit wordt dus bedreigt.
  4. Kenmerken van feodaliteit zijn: gehoorzaamheid en trouw, riddereer, en moed. Elegast is een ridder, die door zijn misdaden door keizer Karel verbannen is van zijn grond. Toch is Elegast zijn vorst trouw. Als hij te weten komt dat er mensen zijn die het plan hebben hem te vermoorden, doet hij alles om de moord te voorkomen. Hij heeft zelfs zijn leven voor dat van Karel over, als hij het gevecht aangaat met Eggerik. De kenmerken van feodaliteit komen dus duidelijk terug in dit verhaal.
  5. Op een hofdag presenteert de vorst zich in zijn koninklijke waardigheid aan zijn voornaamste onderdanen en hoopte hierdoor zijn positie te bevestigen en te versterken, Alle vazallen waren aanwezig bij een hofdag. Er werden ook dingen besproken zoals beleid en misdaad. Een ander verhaal waarin een hofdag een belangrijke rol speelt, is het verhaal ‘van den vos Reinaarde’.
  6. Karel had tientallen paltsen. Dat zijn verblijfplaatsen voor een vorst. Karel de Grote reisde namelijk zijn hele keizerrijk af, om in elke graafschap een beetje gezag uit te kunnen oefenen. Hij had daarom op verschillende plekken nodig om te verblijven. Dat deed hij bij zijn tientallen paltsen.
  7. Theocentrisch wereldbeeld
  8. Het begint met een engel, die Karel een opdracht doorgeeft die gegeven is door god, de heer van het hemelrijk. Karel heeft respect voor de engel, want hij neemt het serieus. Daarnaast het citaat: ‘Daar en was niemen, die hem zag, want dat volk algader lag in vasten slape, als ’t God woude.’ En voordat Karel zijn palts verlaat, sprak hij iets uit wat lijkt op een gebed, omdat Karel wil dat god hem zou beschermen, die nacht.
  9. Een godsgericht is een oordeel of een vonnis van god.
  10. Het getal 3 is een heilig getal, omdat het staat voor de goddelijke drie-eenheid, de vader, de zoon en de heilige geest. De duivel kan het dus niet gebruiken.
  1. Magie
  2. Sprookjeselementen uit het verhaal zijn dat Elegast makkelijk kon inbreken bij Eggerik en het toverkruid van Elegast. Ik denk dat men het in de middeleeuwen wel geloofde, omdat er ook andere supra natuurlijke dingen vanzelfsprekend werden geacht, zoals god. Daarbij was er weinig kennis over wetenschap waardoor sprookjeselementen aannemelijker waren. Iets zoals toverkruid zou ook wel in een bepaalde vorm bestaan kunnen hebben, want er zijn genoeg psychedelische kruiden en middeltjes die beschouwd zouden kunnen worden als toverkruid.
  1. Symboliek
  2. ‘Nu mag ik hen wel geloven, die leven bij der aventuren; zij weten wel, dat zij verburen lijf ende goed, mag met ze vaan; men doet ze hangen ende ’t hoofd afslaan ofte sterven arger dood. Haren angst es dikke groot.’ Karel realiseert zich nu dus dat de mensen dij hij heeft verbannen ook angst hebben, hij kan zich nu verplaatsen in hen.
  3. Het woud was zwart en donker. Veel mensen dachten in de tijd van Karel, dat zwart stond voor de duivel.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Karel ende Elegast door Onbekend"

Ook geschreven door Laura