Charlie and the Chocolat Factory

Schrijver: Roald dahl

Bron: bieb

Aantal pagina’s: 189

Aantal hoofdstukken: 30

Verklaring van de titel: Charlie wint via een chocolade reep een gouden kaartje, voor naar de chocolade fabriek van Willy wonka. En Charlie krijgt de kans om de chocolade fabriek te hebben. Dus Charlie en de chocolade fabriek.

Fictie: Ja

Perspectief: Verhaal wordt verteld uit een schrijver’s mond

Beschrijving van de hoofdpersonen:

Charlie: een arme jongen. Die graag naar de chocolade fabriek van meneer Wonka wilt.
Willy wonka: De eigenaar van een chocolade fabriek.
August Gloop: Een winnaar van een gouden kaartje
Mike Teavee: Een winnaar van geen gouden kaartje
Veruca Salt: Een winnaar van een gouden kaartje
Violet Beauregarde: Een winnaar van een gouden kaartje
The oompaloompas: Een volk dat werkt in de Chocolade fabriek.
De opa’s en oma’s: wonen in het kleine huisje bij de familie Bucket
Mr en Mrs Bucket: de ouders van Charlie

Eigen beoordeling: Ik had de film al gezien, het is een ongelofelijk grappig boek en ook een heel leuke film. Ik vond het dus een goed geslaagd boek.

Open of gesloten einden: een gesloten einden

Genre: Fictie.

Chronologie: Ja het verhaal is chronologisch

Verwerkingsopdracht:

Charlie woont samen met zijn vader, moeder, en zijn twee opa's en oma's in een klein armoedig houten huisje. Een van die twee opa's vertelt altijd verhalen. Ook vertelt hij regelmatig over Mr. Willy Wonka. Dat is een meneer die een chocolade fabriek heeft. Het is een van de bekendste fabrieken van de hele wereld, en niemand weet wat er zich in die fabriek afspeelt. Op een dag staat er in de krant, dat meneer Wonka vijf gouden kaarten in vijf van zijn vele repen verstopt heeft. Degene die een zo'n gouden kaart vind, mag samen met een ouder zijn fabriek komen bezoeken. Het werd een hele rage en bijna iedereen zocht naar die gouden kaarten. Sommige mensen kochten duizenden repen voor hun kind, in de hoop dat ze een gouden kaart voor hun kind zouden vinden. Een tijdje later waren er vier kaarten gevonden. Charlie was heel arm, dus er was heel weinig kans dat hij de laatste gelukkige zou zijn. Op een dag vond hij geld op straat en kocht daar twee repen voor. In de tweede reep zat de laatste gouden kaart. De verkoper was heel trots dat de laatste kaart in 'zijn'winkel was gevonden, dus rende hij de straat op en schreeuwde het heel hard rond. Iedereen kwam kijken. Charlie zelf was een beetje beduust, en er waren ook mensen die vroegen of hij de kaart wilde verkopen voor veel geld, maar de verkoper verdedigte Charlie en zei dat hij snel met de kaart naar huis moest rennen. Eenmaal thuis gekomen, vertelde hij het meteen aan de rest van de fammilie. De opa die altijd verhalen vertelde sprong uit het bed (waar alle vier de opa's en oma's inlagen)en danste de hele kamer rond. Toen hij hoorde dat er iemand mee mocht gaan vroeg hij meteen of hij mee mocht, en dat mocht na even overleggen. De dag dat de vijf gelukkigen (met ouders en dergelijke) de fabriek mochten bezoeken was morgen al. Eindelijk was het zover. Alle mensen keken naar Charlie, en de rest. Ze liepen allemaal achter meneer Willy Wonka aan en bereikten de eerste deur. Ze kwamen bij een hele grote valei met in de diepte een meer van chocola. Er werkten allemaal kleine mensjes en dat waren OompaLoompa's. Het dikke jongetje (August) vond het meer er zo lekker uitzien dat hij zo naar het meer liep. Hij viel erin. En dat terwijl Meneer Wonka hem nog zo waarschuwde om niet zover boven het meer te hangen. Hij werd door een van de leidingen naar boven gezogen. Toen gingen ze met de overgebleven vier kinderen verder. Na een tijdje kwamen ze bij een kauwgomautomaat die hele betoverende kauwgom produceerde. Maar het had na gebruik wel een bijwerking, namelijk dat je na gebruik op een bosbes leek. Een meisje die altijd kauwgom at, vond het er zo aantrekkelijk uitzien dat ze zichzelf niet meer kon beheersen en een stuk kauwgom opat. Violet veranderde dus in een bosbes. Met drie overgebleven kinderen liepen ze verder. Toen kwamen ze bij een chocolade met nootjes kamer. Ze zagen allemaal eekhoorns aan het werk. Het knappe maar heel erg verwende meisje Feruka, had al heel veel maar nog geen eekhoorn. Ze ging de kamer met eekhoorns binnen en de eekhoorns gooiden haar in een gat. Haar ouders konden het niet aanzien dus ook de ouders van Feruka waren nu ook weg. Ze gingen met een klein groepje verder. Toen gingen ze met een glazen lift naar een televisie kamer. Mike Teevee hield alleen maar van t.v kijken dus hij rende al naar de bestraling toe, terwijl ook dat niet mocht van Mr. Willy Wonka. Ook hij was heel eigenwijs, dus werd bestraald en in allerlei kleine stukjes vervoerd. Toen hij bij een andere t.v aankwam, was hij heel klein. Maar Willy Wonka zei dat ze zich geen zorgen hoefden te maken, want de OompaLoompa's zouden hem wel weer uitrekken. Nu was Charlie dus nog de enige die over was. Meneer Willy Wonka was heel trots op Charlie omdat hij zichzelf goed beheerst had. Hij besefte dat Charlie wel een goede opvolger van de fabriek kon worden, dus Charlie wordt de eigenaar wanneer Willy Wonka er te oud voor is. Charlie, zijn opa, en Willy Wonka gaan met de glazen lift omhoog. De lift schiet door het plafond en ze vliegen met de lift naar Charlies huis. De hele familie gaat in de Fabriek wonen.