Inhoud
Varkenspest
Wat is varkenspest?
Wanneer was het voor het eerst in Nederland?
Hoe wordt het overgebracht?
Bestrijding
Wat is varkenspest?
Varkenspest is een virusziekte die voorkomt bij varkens. We kennen twee soorten varkenspest: de klassieke en de Afrikaanse varkenspest. De twee ziektes lijken erg op elkaar, maar ze worden veroorzaakt door verschillende virussen. Beide soorten zijn erg besmettelijk en vaak dodelijk voor de varkens. Het virus is ongevaarlijk voor mensen.
In veel Europese landen komt de varkenspest af en toe voor. In Duitsland komt de ziekte bijvoorbeeld regelmatig voor onder wilde zwijnen. In de Verenigde Staten is de ziekte uitgebannen, onder meer door strenge invoerbepalingen. De eerst bekende uitbraak van varkenspest in de wereld had plaats rond 1830 in de Amerikaanse staat Ohio.
Wat doet varkenspest met de varkens?
Zodra een dier in een stal ziekteverschijnselen vertoont, verspreidt het virus zich razendsnel over alle varkens. De tijd tussen de besmetting met het virus en de eerste ziekteverschijnselen verschilt van twee dagen tot twee weken. De volgende verschijnselen kunnen wijzen op een plotseling opkomend geval van klassieke varkenspest: koorts, gebrekkige eetlust, zwarte randen om de ogen, traanstrepen en hoesten.
Een acuut verloop van de ziekte kan er zo uitzien:
De varkens zijn erg ziek en hebben een verhoogde lichaamstemperatuur tot 42 graden Celsius
De dieren zijn traag en lusteloos en hebben nauwelijks eetlust. Vaak kruipen ze bij elkaar op een hoop
De varkens kunnen niet meer normaal lopen, maar bewegen zich slap en slingerend, vooral in het achterste deel van de dieren
De huid van de varkens ziet grauw en bleek, soms zijn bloedingen zichtbaar
De dieren hebben een waterdunne, stinkende diarree
De gezondheid van de varkens gaat hard achteruit en een aantal sterft als gevolg van de ziekte
De ziekte kan zich razendsnel door de stal verspreiden. Eerst zijn enkele varkens ziek, maar na enkele dagen worden de ziekteverschijnselen ook opgemerkt bij andere varkens. Daarna sterven ook in andere hokken de eerste dieren.
Bij een langdurig verloop van varkenspest zijn de ziekteverschijnselen minder duidelijk: de varkens zijn sloom, hebben een wisselende eetlust en hebben last van diarree. Bij deze vorm is de huid van de dieren betonbleek en staan de haren overeind. De dieren vermageren sterk en moeten veel hoesten.
Verschijnselen bij drachtige zeugen:
Besmette zeugen hoeven zelf geen ziekteverschijnselen te vertonen, maar werpen wel geïnfecteerde biggen
Biggen worden één tot twee weken te vroeg geboren
Het percentage doodgeboren biggen en 'mummies' kan hoger zijn. Mummies zijn biggen die tijdens de dracht afsterven en indrogen.
Besmetting tijdens de dracht kan de geboorte van 'trilbiggen' tot gevolg hebben. Trilbiggen zijn biggen met een aangeboren afwijking van het zenuwstelsel waardoor ze trillen
De besmetting gaat op den duur over op oudere (nog niet besmette) biggen en mestvarkens. Deze vertonen dan wel duidelijke ziekteverschijnselen van varkenspest
Wanneer was het voor het eerst in Nederland?
Op 4 februari 1997 werd het eerste geval van klassieke varkenspest geconstateerd op een varkensbedrijf in Venhorst. Doordat de boeren niet alert reageerden - ze transporteerden bijvoorbeeld nog snel veel varkens toen ze wisten dat er vervoersverboden dreigden - brak een ware epidemie uit. Op 16 april waren al honderd bedrijven besmet, op 26 mei tweehonderd, op 24 juni driehonderd, en op 8 september vierhonderd. In totaal werden er dus ongeveer 1.2 miljoen varkens gedood waarvan de helft echt besmet was. Varkenspest is niet gevaarlijk voor de mens, ook niet bij consumptie van het vlees, maar de ziekte was uiteraard wel een bedreiging voor de varkensstapel.
Er bestond een vaccin tegen varkenspest, maar dat mocht in verband met internationale afspraken niet gebruikt worden. Want het kon dat zo wel zijn dat een varken wel besmet was maar er niets met hem loos was en dus andere varkens die niet een vaccin gekregen hadden wel ziek werden.
Hoe wordt het overgebracht?
Varkens kunnen op verschillende manieren geïnfecteerd raken met het varkenspestvirus. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het opeten of inademen van besmet materiaal (stof, vloeistof, mest of voedsel). Of een varken ook daadwerkelijk besmet raakt, hangt onder meer af van de hoeveelheid opgenomen virus en de weerstand van het dier. Eenmaal besmette dieren kunnen elkaar besmetten. Biggen raken al in de baarmoeder van de zeug besmet en kunnen na de geboorte het virus verder verspreiden.
Het virus is weliswaar ongevaarlijk voor mensen, maar mensen kunnen het virus wel verspreiden, onder meer via kleding, schoenen en handen. Ook besmette materialen (bijvoorbeeld voertuigen, instrumenten en injectienaalden) kunnen ervoor zorgen dat het virus wordt verspreid, evenals etensresten waar de dieren mee worden gevoerd.
Buurtbesmetting
Varkenspest kan zich, in tegenstelling tot mond- en klauwzeer, niet via de lucht verspreiden. Desondanks heeft de uitbraak in 1997/1998 ons geleerd dat het virus zich wel degelijk over korte afstand verspreidt en de zogenoemde buurtbesmettingen veroorzaakt. Het is bij deze buurtbesmettingen niet volledig duidelijk hoe dat gebeurt. Het kan zijn dat het virus via stofdeeltjes of druppels door de lucht reist, maar de verspreiding kan ook via ongedierte, huisdieren of bezoekjes plaatshebben.
Varkenspest is erg besmettelijk. Hoe lager de temperatuur, hoe langer het virus 'houdbaar' blijft. In een lege, geruimde varkensstal overleeft het virus zelden langer dan vier dagen. In gepekeld varkensvlees kan het virus na enkele maanden nog actief zijn. Zit het virus in bevroren vlees, dan kan het zelfs na jaren nog varkens infecteren.
Bestrijding
Verdenking
Varkenshouders zijn verplicht om bij ziekteverschijnselen die wijzen op varkenspest onmiddellijk een dierenarts in te schakelen. Deelt de dierenarts het vermoeden, dan moet de arts contact opnemen met het Centrale Meldpunt van de Rijksdienst voor keuring van Vee en Vlees (RVV). De RVV komt zo snel mogelijk bij het verdachte bedrijf langs om poolshoogte te nemen. De rijksdienst neemt dan meestal ook een varkensdierenarts van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) mee.
De RVV beslist of de situatie om direct (bloed)onderzoek vraagt of dat het beter is nog even af te wachten. De onderzoeken hebben plaats bij de GD of bij het Centraal Instituut voor Dierziekte Controle in Lelystad (CIDC-Lelystad). Ter plekke wordt ook beslist of borden met de tekst 'Verdacht van varkenspest' worden geplaatst bij het bedrijf, of dat mondelinge waarschuwingen voldoende zijn. Met de varkenshouder wordt afgesproken of er dieren van en naar het bedrijf mogen worden vervoerd. Mogen de varkens niet worden vervoerd, dan blijft die regeling van kracht totdat de uitslagen van het (bloed)onderzoek bekend zijn.
De spreekbeurt gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden