Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2020
- 328 pagina's
- Uitgeverij: Uitgeverij Leopold
Flaptekst
1938. Er dreigt oorlog. Sonni en haar broertjes en zusjes worden door hun moeder op de trein naar Nederland gezet, in de hoop dat ze daar veilig zullen zijn. Niets is minder waar. Sonni heeft maar één wens: zorgen dat zij en haar broertjes en zusjes bij elkaar kunnen blijven. Ze heeft nog geen idee dat deze treinreis nog maar de allereerste is.
Er zullen er meer volgen, die hen naar kamp Westerbork en uiteindelijk naar Bergen-Belsen brengen…
Martine Letterie reisde naar Israël om de kinderen Birnbaum (inmiddels op hoge leeftijd) te ontmoeten en hun verhaal van binnenuit te vertellen.
Eerste zin
Sonni weet het zodra ze een hand op haar schouder voelt. Het is te laat. Ze kan niet meer wegrennen. In één keer verdwijnt alle energie uit haar lichaam. Ze wordt meegenomen, net als papa.Samenvatting
Deel 1: Opgejaagd
Het gezin Birnbaum woont in Berlijn. In november 1938 vallen de nazi's alle Joden lastig in de zogenoemde Kristallnacht. De situatie voor de Joden wordt daarna steeds slechter. Hitler geeft de Joden namelijk de schuld van alle economische ellende in Duitsland. Sonni' s vader is al opgepakt. Moeder Birnbaum wil daarom dat haar kinderen zo snel mogelijk naar Nederland kunnen vertrekken.
Deel 2: Op de vlucht
De vijf kinderen gaan met de trein naar Nederland waar een familielid hen zal opwachten. In de trein is het nog erg spannend, wanneer een SS-officier hun paspoorten controleert. Er staat geen familielid te wachten en daarom worden de vijf kinderen over een paar gezinnen en een opvangtehuis verdeeld. Een paar van de kinderen - o.a. Sonni en Gina - krijgen difterie. Ze missen hun moeder heel erg. Uiteindelijk mogen papa en mama ook naar Nederland reizen. De familie heeft uitbreiding gekregen. De kleine Sampi is geboren.
Deel 3: Vluchtelingenkamp Westerbork
De familie Birnbaum wordt in november 1939 naar een vluchtelingenkamp in Drenthe gestuurd. Yakov klaagt dat 'er helemaal niets is.' De familie mag in een familiehuisje plaatsnemen. Er wordt wel les gegeven maar in heel grote klassen. Dat gaat natuurlijk helemaal niet super. Ook krijgen de kinderen van een Joodse leraar 'sjoel', dat is een soort Bijbelschool.
Op tien mei 1940 breekt de oorlog uit en de Joden moeten met de trein weg uit Westerbork. Maar omdat sommige spoorwegen zijn gebombardeerd, stranden ze en komen ze uiteindelijk in Leeuwarden terecht. Het gezin wordt weer verdeeld om ze allemaal te kunnen opvangen. Maar na drie weken moeten alle opgevangen Joden weer terug naar kamp Westerbork.
Deel 4 : Gevangen in kamp Westerbork
De familie Birnbaum komt weer terug in het kamp. De Joodse leraar Salo is er ook weer en er wordt weel lesgegeven, opnieuw in grote groepen. Sonni ontmoet er haar oude vriendinnetje Trudie weer. Ze vieren het Chanoekafeest in het kamp (kaarsjes aansteken). De familie Birnbaum zorgt dat er een weeshuis voor Joodse kinderen zonder ouders wordt georganiseerd.
Er worden in het kamp allemaal nieuwe barakken gebouwd. Voor wie zijn die, vragen ze zich af. Er moeten ook Davidsterren op de kleding worden genaaid.
Op een dag komt er een grote groep Amsterdamse Joden in het kamp, maar die moeten kort daarna allemaal op transport (naar een concentratiekamp!) Er zijn alleen niet genoeg mensen voor een volle trein, dus moet er aanvulling komen. Daarvoor moeten alle ouders en de kinderen worden gekeurd. Salo biedt aan om met de weeskinderen mee te gaan, maar dat mag niet van de Duitsers: hij heeft een baan in het kamp. Salo zet door en reist met de eerste groep kinderen mee.
Er wordt toch weer een Joods feest gevierd in het kamp: het loofhuttenfeest. De kinderen van Birnbaum mogen van oud hout een hut bouwen van de bewakers.
Sonni krijgt belangstelling voor het werk van verpleegkundige en gaat helpen in de ziekenbarak. Maar uiteindelijk vindt ze het toch te zwaar, als ze kinderen ziet doodgaan.
Vanaf nu gaan er elke dinsdag transporten naar Auschwitz. Op maandag is iedereen in het kamp erg gespannen, dan hoor je wie er met de trein mee moet. Vader Birnbaum wil op een dag een ziek jongetje redden uit de trein, maar het lukt niet en hij is totaal van de kaart. Hij weet dat het jongetje onderweg zal sterven.
Deel 5 : Bergen-Belsen
Dan komt de dag dat ook de familie Birnbaum op transport moet naar Auschwitz, maar Sonni wordt ziek en het vertrek wordt daarom zes weken uitgesteld. Daarna moeten ze per trein naar Bergen-Belsen. De reis is zwaar, twaalf dagen lang en niets te eten en drinken. De aankomst wordt ook een hel. Iedereen moet zich uitkleden, ze staan allen in hun blootje, wat tegen het Joodse geloof is. Sonni ziet bloed langs haar benen lopen, ze wordt voor het eerst ongesteld. De familie wordt nu toch gescheiden van elkaar: mannen en vrouwen apart.
De ruimtes waarin ze wonen, zijn klein, het eten is bar slecht en op rantsoen; de meeste kinderen worden ziek: polio (Suzi), difterie en tyfus (Sonni).
Maar ze vieren toch steeds hun Joodse feesten: Seideravond, Pesach (Pasen) en Yakov krijgt zijn Joodse inwijding als man: 'bar mitswa'.
De geallieerden rukken gelukkig steeds verder op, één groep gevangenen mag al vertrekken, maar de familie Birnbaum staat niet op deze Palestijnse lijst.
De familie zorgt ook nog steeds voor weeskinderen die aankomen in het kamp. Daardoor krijgen ze wel eens iets meer te eten. Maar eigenlijk leven ze in de hel.
Deel 6: Volgend jaar in Jeruzalem
Dan komen de geallieerden dicht bij het kamp. Bergen-Belsen wordt in april 1945 door de Russen bevrijd en ze moeten weer in de trein. Na drie dagen komen ze in het dorpje Tröbitz, waar de plaatselijke dorpsbevolking van de Russische soldaten voor hen moet zorgen. Het zijn echte nazi's.
Yakow en en Zwi stelen een paard uit een grote voorraadschuur en ook een heleboel voedsel in blik. Het paard wordt op de terugweg afgepakt door de Russen, maar het voedsel mogen ze godzijdank houden.
In juni mogen ze met de trein naar Nederland. Ze komen in Maastricht aan, maar heel vriendelijk worden ze niet ontvangen. De kinderen Birnbaum worden in een klooster opgesloten met landverraders, de NSB'ers.
Wanneer ze een jaar later in Bussum wonen, blijft de kleine Sampi bang voor elke hond in de straat. Hij komt daardoor te laat op school. Een jongen scheldt hem daarbij uit en Sampi slaat er meteen op los. Daarna wordt hij voor straf in elkaar gebeukt door de meester(!). Die houdt vast en zeker niet van Joden.
In 1947 wordt de staat Israël uitgeroepen en het gezin Birnbaum wil graag naar Jeruzalem. Drie jaar later is het zover. Sonni is al eerder afgereisd. Ze gaan met de trein naar Marseille en vandaar met de boot naar Israël. Eindelijk zien ze de berg Carmel. Ze zijn weer terug in 'het beloofde land.'
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden