Cliënt E.Busken door Jeroen Brouwers

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover Cliënt E.Busken
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover Cliënt E.Busken
Shadow
Cliënt E.Busken door Jeroen Brouwers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens

  • 1e druk, 2020
  • 257 pagina's
  • Uitgeverij: Atlas Contact

Flaptekst

In "Cliënt E. Busken' van Jeroen Brouwers zit de hoofdpersoon vastgegord in zijn rolstoel op de gesloten afdeling van een instelling waar hij tegen zijn zin verblijft en denkt, piekert, maalt en bedoelt. Hij zegt niets en misschien is er iets mis met zijn gehoor, maar van wat om hem heen gebeurt blijft hij een scherp waarnemer en inwendig voorziet hij zijn medebewoners en het personeel van snerpend commentaar. Ongericht wentelen zijn gedachten door elkaar en bewegen zich van verontwaardiging en machteloos verzet tegen zijn situatie via troebele herinneringen naar megalomanie. "Cliënt E. Busken' beschrijft een dag van zijn verblijf in de psychiatrische instelling. Navrant en hilarisch openbaart zich een warrig geestesuniversum.

Eerste zin

.... denk ik opeens aan mijn moeder. Ik denk nooit aan mijn moeder, die al decennia dood is. En ik ben intussen ouder dan zij is geworden. Ik bedoel. Bedoel ik iets?

Samenvatting

De zich doofstom houdende cliënt Busken zit in een rolstoel in een gesloten instelling. We maken als lezer slechts één dag mee uit zijn weinig opwekkende leven. Hij is ongeveer tachtig jaar en na een zware val waarbij in ieder geval alcohol in het spel was, is hij na het ziekenhuis opgenomen in een psychiatrische instelling Madeleine opgenomen. Dat is al een tijdje geleden, maar Busken weet niet meer hoe lang hij al in de instelling zit.

Eigenlijk gebeurt er op die dag weinig of niets, maar cliënt Busken vertelt over die nietsloze dag. Op de dag dat hij werd opgenomen, is hij geweldig uit zijn dak gegaan met schreeuwen en tieren. Daarna heeft hij zich voorgenomen te doen alsof hij doofstom is. Hij 'hoort niets' en zwijgt. Wel zien we in fraai geschreven zinnen wat hij denkt. Hij citeert overigens wel mensen uit zijn omgeving als die wat opmerken: verplegenden (mooi genderneutraal woord), directrice Carola, andere cliënten (maar hij gebruikt daarbij geen leestekens). 
- hij richt zich op de mooie verpleegster Moniek, die wel lelijke genderneutrale kleren aan heeft, kleine borstjes en een harde stem heeft. Zij zou dus ook een man kunnen zijn. In de loop van de roman komen er wel wat seksuele gevoelens voor haar bij hem los. Hij ziet haar namelijk als zijn Beatrice, de geliefde van de Renaissancedichter Dante
- hij mag vijf sigaretten per dag roken, maar moet dat buiten doen en wordt in de rolstoel naar een grasveld gerold. Cliënt Mieneke Kalckbrander pikt wel eens een sigaret van hem. Toch is ze de enige medecliënt die nog wel iets om Busken geeft. Ze voegt hem ook steeds troetelwoordjes toe waarin zijn naam is verbasterd: (Buskentjebozemans, Buskepump. boze Biskiebeertje). Ze is een oude Hollywoord-actrice, zij het dat ze alleen de kleine opnamen(close ups) mocht doen, waardoor alleen vaak maar één lichaamsdeel in de film te zien was.
- hij ergert zich aan een medecliënt Wolff, een huisarts die ooit beschuldigd is van seksueel misbruik met zijn patiënten.
- af en toe komen er herinneringen aan zijn moeder boven: die zijn niet erg positief: hij had eigenlijk niet geboren mogen worden en daarnaast zou hij eigenlijk een meisje hebben moeten zijn; ('met een gleuf van onderen'). Zijn moeder vond hem een nietsnut. Ze deed hem ook op een kostschool.
- Busken schept nogal eens op over het leven dat hij heeft geleefd: hij noemt een aantal beroepen die hij zou hebben uitgeoefend o.a: hersenchirurg, polair meteoroloog, paleogeneticus, robotingenieur, informatietechnologicus schrijver,
- op grote rollen papier van een oud fax-apparaat werkt Busken aan zijn manuscript. Hij doet dat in onlogische, magische en onbegrijpelijke tekens. 
- Busken schept ook op over de mensen die hij in zijn leven heeft ontmoet o.a.: ambassadeurs van diverse landen, pauselijke vertegenwoordigers, Koningin Beatrix en prins Claus, Harry Mulisch, de beeldend kunstenaar M.C. Escher 
- Gênant is de situatie waarin Busken die dag wordt ondervraagd door een psychiaterende man en de directrice van de instelling Carola die wel eens willen weten wat Busken mankeert (dement, Alzheimer). Carola heeft door dat hij zijn doofstomheid veinst. Ook willen ze beiden weten wie zijn geld en bezittingen beheert. De vriend Herman (die Busken altijd de sigaretten levert) heeft uit het huis van Busken intussen wel het een en ander weggehaald. Ze praten slechts tegen elkaar alsof Busken helemaal niet in het kantoor aanwezig is.
- 's Middags mag Busken weer even naar buiten. Maar hij moet ook weer naar binnen omdat hij een sanitair ongelukje heeft gehad. Een verplegende moet hem helpen bij het verwisselen zijn stinkende pamper ('stinkie-stankie'). 
- 's Middags mogen de cliënten ook spelletjes doen, onder het genot van een kopje stinkende thee met sprits, in het vooruitzicht op een komende barbecue
- Er wordt door Busken veel aandacht aan de kleur blauw besteed. Door zijn ongeluk worden voor Busken vaak alle kleuren blauw. Denk ook aan de passages over het blauwe vlindertje, dat twee keer dood eindigt.
- Een medebewoner gaat dood. De rouwauto die het lijk komt ophalen wordt door Busken de 'Jeep van Charon' genoemd.
- Busken mept er met zijn zwaaiende armen ook nog wel eens op los, bijvoorbeeld bij de verplegenden. Hij kan zijn armen niet stil houden (Parkinson?).
- Als lezer van een vrij dikke roman zit je toch wel te wachten op een pakkend slot (een plot) maar die lezer komt bedrogen uit. Het verhaal eindigt zoals het begonnen is, Busken wacht op het einde. 

Dit verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Personages

E. Busken

Het draait in deze roman om maar één personage: de bijna tachtigjarige, demente E. Busken. Hoe zijn voornaam is, wordt niet verteld. Hij is een notoire mopperaar die besloten heeft doofstom te zijn. Hij heeft een slechte moeder-zoonrelatie achter de rug evenals een groot aantal beroepen en beschikte over een wervelende kennissenkring. Om te voorkomen dat alles in dit boekverslag dubbel wordt verteld, verwijs ik hierbij naar de motieven, het thema en de samenvatting.

Quotes

""En u bent meneer E. Busken? Eerst dacht ik dat zij een knappe jonge man was vanwege het stemgeluid en het haar, kort tegen de schedel. Ook omdat het witte cipierspak geslachtsonduidelijk is: de man die niet Moniek heet, draagt hier hetzelfde als de vrouw die wel zo heet." Bladzijde 8
""Hè, meneer Busken nou toch. U hebt u toch wel goed schoongemaakt onder de does daar van voren en achteren hoop ik. Ik kon niet slikken. zo bovenwerelds is haar schoonheid. Maar die stem. Pijn met bonkende stoten door mijn rug, zo erg dat mijn adem stagneert. Ik vermoord haar. met een mes." Bladzijde 13
"Zuster Moniek, eerst begeleidde ze mijn hand, begon me ten slotte te voeren als een vogel. Met die stem van houten planken. Hapje voor Papa. Die heb ik niet gekend. Hapje met kaas voor mama. Van mijn mama moest ik niets hebben en zij niet van mij. Toch ben ik haar blijven verzorgen tot haar dood, ik weet het mijne van pis-en strontpampers." Bladzijde 15
"Ik als hersenchirurg weet van uit spiegelend staal vervaardigde messen en van snijden en steken en prikken en pulken en van gekarteld en figuurzagen, bijvoorbeeld een triplex lampje voor in de kinderkamer en ik heb geeneens een kind." Bladzijde 25
"Waar is de vijfde sigaret? Misschien, anders ontaard ik in wanhoop, komt Herman vandaag dan wel morgen op zijn laatst toch, Herman trouwe vriend. Dat hoop ik. Daar is mijn hoop op gevestigd. Vurig. Als een sigaret. Ik houd mijn hoop brandend. Hoop doet leven, al geef ik er niks om, om leven, wel om sigaretten. Ik laat mijn hoop niet in rook opgaan als sigaretten en uiteindelijk het leven zelf." Bladzijde 46
".... nu wil het gerucht dat ik dement zou zijn, Stel je voor. In de wereld gebracht door Carola, ze zei het, waar ik bij zat tegen iemand van buiten de instelling, een ongezond opgezwollen mansverschijning die het in een boekje opschreef. Dementia en nog iets in het Latijn, welk nog iets ik niet begreep, al ben ik geschoold latinist." Bladzijde 59

Thematiek

De aftakeling van de mens

E. Busken is een bijna 80-jarige man die in een psychiatrische zorginstelling is opgenomen, nadat hij een stevige smak heeft gemaakt na het drinken van alcohol. De diagnose zou dementie of Alzheimer kunnen zijn, maar ook aanwezigheid van Parkinson (de armen die niet stil gehouden kunnen worden) is mogelijk. Hij wordt , zoals zo vaak in een verzorgingstehuis, als een kind behandeld en kinderlijk toegesproken. Busken heeft besloten om na één woede-uitbarsting niet meer te praten en dat is voor hem wel zo gemakkelijk. Hij observeert des te beter. Soms schieten flarden herinneringen door zijn hoofd en die worden tussen de dagelijkse observaties geplaatst. Busken presenteert één grote innerlijke monoloog aan de lezer en dat maakt het lezen inspannend. Hij vertelt over vroeger (moederrelatie) over zijn banen en over zijn ontmoetingen met belangrijke personen. Maar het is natuurlijk een onbetrouwbaar perspectief waarin het verhaal wordt verteld, dus als lezer weet je ook niet wat je als waarheid moet aannemen. Maar de aftakeling kun je ook zien aan de momenten waarop Busken een ongelukje met plassen en poepen heeft en hij door de verzorgenden moet worden geholpen met het verwisselen van zijn pamper. Ook gebruikt de vroeger toch erudiete man ((hoog opgeleid met o.a. Latijn) soms heel verkeerde woorden. Eigenlijk gebeurt er op de dag van de vertelling helemaal niets bijzonders. Busken wacht op het einde...

Motieven

De dood

De dood speelt een rol in het verhaal. Busken wacht in feite op zijn einde. Op die dag van de vertelling gaat er een cliënt dood, die wordt opgehaald met de 'Jeep van Charon'. Zijn vervuilde en verwaarloosde moeder is enkele jaren dood gegaan en hij heeft haar tot het laatste ogenblik verzorgd. Symbolisch gezien gaat ook twee keer een blauw vlindertje dood. Dat verwijst naar het moment van geluk in zijn jeugd toen hij in Indië ook zo'n blauw vlindertje zag, dat later werd gedood door de kapitein van een schip (Ook Charon) genoemd die Busken naar Nederland heeft vervoerd.

Moeder-zoonrelatie

Op enkele momenten denkt Busken terug aan zijn moeder. De relatie was niet goed. Ze had liever geen kind gehad van de man die zijn biologische vader is. En als er dan toch een kind moest komen, dan maar liever een meisje ('met een gleuf van onder'). Busken werd in zijn jeugd op enkele kostscholen gedaan, zodat hij van zijn moeder verwijderd werd. Ze noemt hem een niksnut, (blz. 79 "Jij? Jij deugt voor niks jij kan niks al denk je heel wat te zijn met uit je neus vreten en aan je pik sjorren. De mantra van mijn moeder.") Er zijn bij dit motief nog wel wat verwijzingen naar de moeder-zoonrelatie in het meest bekende werk van Jeroen Brouwers, 'Bezonken Rood'. Daarin staat bijvoorbeeld dat de hoofdfiguur nooit de crematie van zijn moeder heeft bijgewoond.

De kleur blauw

Blauw speelt in deze roman een heel grote rol. Na zijn ongeluk kan Busken soms alleen maar de kleur blauw zien. Een wit uniform van de verplegenden wordt dan ook altijd blauw. Ook hier kun je verwijzen naar de kleur blauw van het eerst levende en daarna gedode vlindertje. Blauw werd de kleur van het geluk in zijn jeugd, maar blauw is ook de kleur van de overgang van leven naar de dood.

Genderneutraliteit

Busken heeft het enkele keren over de genderneutraliteit in het verzorgingstehuis. De verplegenden hebben seksloze uniformen aan. Moniek een wonderbaarlijk mooie jonge vrouw kleedt zich als een man. Ze heeft bovendien een zware stem die hij verschrikkelijk vindt. Iedereen in de instelling heeft een functie die genderneutraal met -ende wordt aangeduid. In dezelfde lijn heeft Busken een hekel aan de nieuwe tijd, waarin je geen Zwarte Piet, neger of blanke mag zeggen. Het is het mopperen van een oudere man die dit allemaal niet meer kan volgen. Ook ja, een hoer of prostituee moet in deze tijd een 'sekswerker' genoemd worden. Op het station worden vertragingen niet meer aangekondigde met 'dames en heren' , maar met 'beste reizigers' (blz. 122).

Verliefdheid

Busken kan nog wel verliefd worden op zo'n verplegende als Moniek Morton. Ze is mooi, heeft kleine borstjes zoals hij die vroeger ook begeerde. Hij begeert haar zoals Dante zijn Beatrice begeerde. Die vergelijkingen kan Busken maken, omdat hij een klassieke opleiding heeft genoten. Busken heeft ook nog wel seksuele gevoelens voor haar.

Klassieke mythologie

Enkele keren verwijst Busken naar het feit dat hij Latijn heeft geleerd en een klassieke opleiding heeft gevolgd. Er komen in zijn verwarrende interne monoloog dan ook opmerkingen over klassieke situaties voor. Charon is de klassieke veerman naar de dood, Orpheus wordt genoemd die natuurlijk de dood probeerde te overwinnen (die wil met muziek, de lier, zijn geliefde Euridyce terughalen naar het leven). Ook Dante en zijn geliefde Beatrice is een klassieke verwijzing.

Kritiek op de huidige maatschappij of zorg

Busken bekijkt de zorg waar vooral over patiënten (sorry cliënten) wordt beslist kritisch. De verplegenden doen net of je een kind bent, er is geen tijd voor een liefdevolle behandeling (de mensen krijgen een pamper om). Ze moeten naar buiten om de maximaal toegestane vijf sigaretten te kunnen roken. Daarbij moeten ze in een bepaalde zone blijven (Checkpoint Zero). Busken krijgt een fluitje mee naar buiten van de verplegenden, om haar/hem te kunnen waarschuwen. In het gesprek over Buskens toestand is hij slechts toehoorder. De directrice Carola en de onderzoeker, een man die Richard heet, praten óver hem. en niet mét hem. Dat is dan ook wel een belangrijke reden voor Busken om zich dan maar doofstom te houden.

Motto

Geen motto en geen opdracht

Titelverklaring

De patiënten in de gesloten afdeling voor dementen worden met een moderne term in de zorg "Cliënt" genoemd. PatIent E. Busken wordt dus in de moderne opvatting Cliënt E. Busken. De verteller zelf vindt het een belachelijke term. De voornaam E. wordt niet verklaard, omdat Busken niet meer weet wat zijn voornaam is. In het interview met De Volkskrant heeft Jeroen Brouwers aangegeven dat Busken niet verwijst naar de schrijver Busken Huet uit de 19e eeuw.

Citaat: Wat is hij werkelijk geweest, heeft u dat voor uzelf bedacht?
'Nee. Net als jij ken ik hem niet. Hij heet E. Busken, en die naam heeft geen moer te maken met Conrad Busken Huet, de vermaarde criticus uit de negentiende eeuw. Waarom hij die naam heeft? Weet ik veel. Waarom heet jij Arjan Peters?'

Structuur & perspectief

Het verhaal is opgebouwd uit elf hoofdstukken zonder titel en zonder nummering. Dat gegeven is logisch, omdat we te maken krijgen met de wijdlopende gedachtenstroom van een ouder wordende verteller. Hij is opgenomen in een gesloten inrichting en doet verslag van wat hij allemaal op een dag meemaakt en observeert. Hij praat niet en houdt zich doofstom. Er komen in de roman dus geen dialogen voor, waarin Busken letterlijk aan het woord komt. 

Elk van de hoofdstukken begint met een drietal puntjes [ ...] Dat suggereert of de verteller opeens iets te binnen schiet. Er is sprake van een 'interne monoloog.' Er is een voortdurende gedachtenstroom, waarbij het op het eerste gezicht lijkt of de verteller maar wat raaskalt wat hem te binnen schiet. Verleden en heden worden steeds met elkaar afgewisseld. Maar bij Jeroen Brouwers zit er wel degelijk een lijn in het verhaal met elementen/motieven die steeds weer terugkeren, soms hetzelfde, soms in een andere variatie. Dat was ook al het geval in zijn mooie roman 'Bezonken rood'. Het verschil werd toen in de analyses 'octativiteit' genoemd. 
Een voorbeeld uit 'Busken" is dat er in de tuin van de instelling een blauw vlindertje komt aanvliegen, dat uiteindelijk dood in de handen van Busken eindigt. Zo'n blauw vlindertje is ook in zijn jeugd komen aanvliegen. Dat was in zijn jeugd in Indië en stond symbool voor het kindergeluk van Busken. Het vlindertje eindigt dood in de handen van een kapitein van een boot die Busken naar Nederland zal brengen.

Decor

Het decor is een psychiatrische instelling Madeleine, die ergens in Nederland gevestigd is. Er wordt niet bij vermeld in welke stad of in welke omgeving die instelling is gevestigd.
De tijd is slechts één dag uit het leven van de bijna tachtigjarige E. Busken. Dat dit verhaal in de huidige tijd speelt, is wel aannemelijk. Hij heeft het in zijn verhaal over begrippen als bijv. 'genderneutraliteit.' 

Stijl

De stijl van de verteller is cynisch en hard of met gitzwarte humor. Busken moppert op alles in de psychiatrische instelling wat hij maar kan bemopperen. Omdat zijn hersens verward zijn, lopen zijn zinnen ook niet goed meer. Soms maakt hij heel korte zinnen, dan weer zijn er ongebreidelde lange zinnen met binnenin een wisseling van perosnage dat iets zegt, Vrijwel alles zonder interpuntie weergegeven. Dat maakt het lezen van de roman op den duur heel inspannend.

Enkele voorbeelden van zijn cynisme en /of zwarte humor.
(blz. 7) "Vandaar dat ik ineens aan mijn moeder denk. Ze marcheert terug naar het gebouw, het instituut, de inrichting, de gijzelaarsbewaarschool, Huize madeleine voor daapsen die in hun luier pissen en de rest."
(blz 10. ) "In het huidige jargon wordt deze aangeduid met cliënt, hij is een klant van de medisch zorgverstrekkende instelling zoals hij klant is van een eetgelegenheid of supermarkt. Dat is dan zeventig euro per eetmaal, meneer, bewassing niet inbegrepen."
(blz. 21) Bespaar het me honderd te worden. Doe mij liever nu meteen spampende pede de milde spuit. ANtrax, Insuline. Morfine."

De verteller gebruikt ook heel veel metaforen. Vaak zijn die nieuw en origineel.
(blz. 8) ... maar waar haalt ze die stem vandaan met de kracht en de klank van een ramsbazuin uit die zoete mond en die keel als van een zwaan. Wat zou ze zijn, eind twintig?
(blz. 10)... omtrent de geslachtsidentiteit van genoemde Carola kan geen twijfel rijzen. deze snaterende psychiaterende is voorzien van bolle verschuivende borsten als kanonskogels voor het beleg van Den Briel."
(blz. 71) "Zoals de boezemdraak, dit zeggend naar mij keek, keek ik naar haar terug, mijn gezicht van gietijzer....

Busken, die vroeger een erudiet man moet zijn geweest (hij bezit veel boeken) gebruikt sommige woorden in zijn chaotische brein geheel verkeerd, soms corrigeert hij dan zichzelf..
(blz. 21) stampende pede (ipv stante pede)
(blz. 69) "Zo te horen is die Skigge ook rijp om te worden opgenomen, kwekte ze syndroom met een roffel van haar nagels op de appel. Correctie: synchroon."
(blz. 69) was nervositeit zo door mijn denkdarmen gaan stroelen dat woorden en andere zekerheden daar ongeorded door elkaar warrelden als spaghetti. Moet zijn: confetti."
(blz. 120) "Of iets uit Prediker. Of een palimpsest. Ik vergis me moet zijn psalmvers. En dan na zo'n statige sest, correctie tekst...
(blz. 124) .... hier een verschijnsel waar te nemen is dat man en vrouw tegelijk is, bij zulke constellatie spreekt men van een hermafaat thermostaat hermafant hermafondiet, hemafondant. Waar is mijn briljante woordenkennis. Als parelkralen die van een snoer glijden beginnen woorden me een na een te ontvallen wegens vergetelijkheid."

Grappig in deze context is ook de opmerking over zijn kennismaking met Beatrix. (blz. 125) "De gemaal van Beatrix sprak mij aan met Herr Doktor, tegen hem mocht ik Hugo zeggen, daar stond hij zelfs op, ik was nog bij zijn tekelderlegging in Delft tussen al die gekroonde hoofden. (Hier verwart Busken de namen van Hugo Claus met die van de echtgenoot van Beatrix)

 

 

 

Slotzin

Bedaar nu maar, E. Busken, word kalm en beheers je, het vindt nu echt heel spoedig plaats, het kan niet al te lang meer duren, het staat te gebeuren, het nadert.

Bijzonderheden

In interviews bij de verschijning van deze roman heeft Brouwers verteld dat hij vier jaar over dit boek heeft gedaan. Hij heeft een broze gezondheid en wilde graag een boek schrijven dat zijn oeuvre zou afmaken. Hij kan maar een paar uur per dag werken en dan schrijft hij per dag ook nog eens maar 10-20 zinnen. Hij doet dat met een pen, waarna een meisje uit de buurt het manuscript op de computer zet.

Beoordeling

Ik ben een fan van Jeroen Brouwers, laten we dat voorop stellen. Zijn boekje "Bezonken Rood" heb ik tijdens mijn loopbaan als leraar Nederlands heel grondig geanayseerd en ook met veel leerlingen besoprkoken. Achter elke zin kun je daarin een verwijzing naar andere passages verwachten. Daarnasst heb ik alle romans van Brouwers gelezen en vaak ook voor Scholieren.com besproken.
Dit boek zou wel eens zijn laatste roman kunnen zijn. Dan zou de cirkel als schrijver rond zijn. Beginnen als een jong gevangengezet ventje in een Jappenkamp, eindigen als dementerende in een verzorgsinstelling. Je kunt je afvragen wat slechter is.
Je kruipt als lezer in het hoofd van de demente Busken en dat is eigenlijk knap vermoeiend. Busken springt als verteller van de hak op de tak en dat moet je als lezer heel goed volgen, anders weet je niet waar de zinnen op slaan. 
Brouwers heeft vier jaar gedaan over het schrijven van deze roman, enerzijds omdat hij vanwege een broze gezondheid enkele keren in het ziekenhuis heeft gelegen en anderijds omdat hij maar 10-20 zinnen per dag schrijft. Ik ben ervan overtuigd dat je als lezer ook een heel lange tijd nodig zou hebben om alles te kunnen analyseren, want ook deze roman verwijst steeds naar passages die weer naar andere passages verwijzen. Dat verschijnsel van octaviteit (dat verwijst naar de klassieke toonladder met de tonen do) komt daarom ook in deze roman voor.

Fans van Jeroen Brouwers zullen deze roman natuurlijk omarmen. Ze kunnen genieten van zijn metaforen, taalvondsten en zelfs zijn door hem opzettelijk gemaakte taalfouten. En genieten van zijn cynuische mopperkunst. Maar het lezen van al die zinnen is ook vermoeiend. Zelfs ik had moeite om steeds weer door de brei heen te lezen. Je hebt een groot concentratievermogen nodig.

Hoe goed het boek ook geschreven is, ik denk toch dat de roman voor scholieren erg lastig is om te lezen. Zij zullen behoefe hebben aan een plot in het verhaal en dat ontbreekt. Eigenlijk gaat het over een man in een instelling die niks beleeft. Daarme zullen scholieren moeite hebben. Alleen heel ervaren lezers zullen het boek voor hun literatuurlijst kunnen lezen. 

Onnodig om te schrijven is natuurlijk dat dit boek een uitstekende combinatie vorm met Hersenschimmen van Bernlef. En misschien, maar dat is wel een heel ander literair genre, de dagboeken van Hendrik Groen.

Recensies

"Even – want de thematiek en de hoedanigheid van de vastgegespte man beletten de roman om werkelijk te culmineren. Je kon hopen op een verrassende climax, waarin de roman uit zijn eigen kaders breekt – het ontbreken daarvan is het enige wat je op Cliënt E. Busken kunt aanmerken. Maar zo’n climax zou in feite ongepast zijn, want ongeloofwaardig. Aftakeling valt immers niet terug te draaien. Zo werkt de roman toe naar het onafwendbare einde – maar met de dood eindigt het niet. Daarvoor zit er nog veel te veel leven in dit doodsverachtende proza. Brouwers is de taal nog altijd fier meester." https://www.nrc.nl/nieuws...g-a3990348
"Die enorme soep aan gedachten draait om jeugdherinneringen, weidt uit over de genderneutrale verzorgers en de eigen prachtige carrière en dat allemaal vermengd met het dagelijkse leven in een zorginstelling: een sigaret roken in de tuin, een val achter de rollator, een ongelukje in de luier en nog een gezellige barbecue tot besluit. Je komt er al snel achter dat de woordensoep van Busken nogal onbetrouwbaar is. Brouwers construeert, zoals gewoonlijk, weer prachtige zinnen, al hapert het geheugen van Busken steeds vaker gedurende dag en zet je als lezer steeds meer vraagtekens bij zijn vreemde malende gedachtestroom. Of iedereen het uithoudingsvermogen heeft om daarin tot het einde mee te gaan waag ik te betwijfelen. Voor literaire fijnproevers is deze roman echter een must." zum.info/2020/02/recensie...-e-busken/
"Het leidt tot een fascinerende, vaak komische roman, die qua eloquent gekanker in de eerste plaats aan Brouwers’ eerdere werk doet denken, en in de tweede aan dat van bijvoorbeeld Dimitri Verhulst. Qua vorm – een lange stream of consciousness, of beter gezegd, een wild rondslingerende gedachtencarrousel, ‘taalcarnaval’, zou Busken zelf zeggen – doet Cliënt E. Busken denken aan Joyce. Brouwers heeft duidelijk geen plotroman willen schrijven, maar een eenpersoonsvertelling waarin de drijvende kracht uitgaat van de woedende, verwarde toon. Die afwezigheid van plot of suspense is het enige wat mist aan Cliënt E. Busken – maar dat is dan wel meteen een cruciaal, misschien onmisbaar onderdeel van welke roman dan ook." https://www.parool.nl/kun...ogle.nl%2F
"Er zijn veel ronkende recensies verschenen en dat snap ik wel. Jeroen Brouwers is een fenomeen van bijna tachtig en als je van taal houdt dan heb je met dit boek een kostelijke leeservaring. Toch had ik er op een gegeven moment genoeg van, van dat draaien van rondjes in het brein van E. Busken. Je hoopt tegen het eind dat er nog iets gaat gebéúren, een verrassing, maar gezien de situatie, die er uitsluitend een van aftakeling is, zit dat er niet in." https://www.ncrvgids.nl/r...-brouwers/
"Interview met de schrijver over zijn roman." https://www.tijd.be/tijd/...06704.html
"Het lijkt verdacht veel op het literaire project van modernisten als James Joyce en Virginia Woolf, en het is met hun stream of consciousness-techniek dat Brouwers in het belezen maar benevelde hoofd van zijn personage duikt. Het levert gruwelijk mooie passages over aftakeling en herinnering op, met 'volzinnen als onvermoeibare langeafstandslopers', maar af en toe wordt de bewustzijnsstroom iets te makkelijk ingezet als een manier om de hapering in de hink-stap-sprongen van Buskens bedenkingen te illustreren. Op die momenten wordt de mooiste erfenis van het literaire modernisme eventjes niets meer dan een technisch hulpmiddeltje om de wankele mentale toestand van een personage weer te geven, maar wanneer Brouwers echt op dreef is en zijn verhaal loslaat om vrijuit met betekenissen en klanken te spelen, lees je een bevrijde schrijver die beseft dat hij enkel verantwoording hoeft af te leggen voor wat hij in zijn carrière met de Nederlandse taal heeft gedaan. Die heeft hij met 'Cliënt E. Busken' andermaal verruwd, verrijkt en verruimd." https://www.humo.be/nieuw...ogle.nl%2F
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

35.915 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

B.

B.

Beste schrijver,

verklaart u de titel niet nader en andere autobiografische 'trekjes' in het boek?
'Çlient' lees ik als een maatschappijkritische verwijzing naar de marktwerking in de zorg.
'Busken' kán alleen maar slaan op Conrad Busken Huet (1826 -18860, net als Brouwers schrijver en literatuurcriticus; ook het vierde kind in het gezin; ook verblijf in 'Indie'.
Van Busken Huet werd gezegd: 'werkzaam tot het laatst treft hem de dood met de pen in de hand'. Brouwers is (nog) niet door de dood getroffen.

3 jaar geleden

Cees

Cees

Beste 'klager '
In een interview met literatuurrecensent Arjan Peters van de Volkskrant (zaterdag 12 februari 2020) zegt Jeroen Brouwers over de naam van zijn hoofdpersoon:
Citaat: Wat is hij werkelijk geweest, heeft u dat voor uzelf bedacht?
'Nee. Net als jij ken ik hem niet. Hij heet E. Busken, en die naam heeft geen moer te maken met Conrad Busken Huet, de vermaarde criticus uit de negentiende eeuw. Waarom hij die naam heeft? Weet ik veel. Waarom heet jij Arjan Peters?'

3 jaar geleden

Cees

Cees

En het feit dat 'Cliënt' een term is die tegenwoordig in de zorg wordt gebruikt voor 'patiënt', staat enkele keren vermeld in de samenvatting. Mijnheer E. Busken moet namelijk zelf hard lachen om die 'cliëntele benaming' . Net als om die andere genderneutrale aanduidingen als bijvoorbeeld "verplegende." .

3 jaar geleden

B.

B.

Jaja...dat heeft Brouwers wel vaker beweerd, dat de hoofdpersoon 'niks met hem te maken heeft'.
(Her-) lees Het Vliegenboek en er gaat een wereld voor je open, in relatie tot deze 'cliënt'.

En wat te denken van een.boek, waarvan de eerste regels luiden '...denk ik opeens aan mijn moeder. Ik denk nooit aan mijn moeder.'
Maar 'als ik aan mijn moeder denk' komt wel meer dan 20x in het boek voor.
Nog geen recencent over gehoord.
Noch over de overeenkomsten tussen Het vliegenboek en dit.

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees