Feitelijke gegevens
- 1e druk, 2011
- 244 pagina's
- Uitgeverij: Wereldbibliotheek
Flaptekst
Elly, geboren en getogen in het Canadese Saint Thomas, is het enige kind van een Belgische vader en een Nederlandse moeder. Door het slechte huwelijk van haar ouders is Elly’s verhouding met hen zwaar beschadigd. Het liefst zou ze weggaan en alle schepen achter zich verbranden.
Jaren later heeft ze zelf problemen met haar dochter Linda, die tot haar schrik ontdekt dat haar moeder en grootmoeder leven met ieder hun eigen waarheid over het verleden. De verschrikkelijke gevolgen daarvan kan ze niet voorkomen.
Erik Vlaminck laat op zijn geheel eigen wijze de verschillende stemmen klinken in deze roman over de banden van het bloed en het verleden. De vader en moeder van Elly vertellen hun verhaal, Elly zelf, en tot slot Linda. Ieder van hen kijkt anders naar de gebeurtenissen, en toch hebben ze allemaal gelijk.
Eerste zin
‘Je laat je eigen moeder in de steek.’ Dat zegt ze. Nog voor ik kan reageren voegt ze er sissend aan toe: ‘Je maakt me bovendien te schande. Al jaren. En opzettelijk.’ Ze wacht even. Vijf seconden, tien seconden… En dan: ‘Weet je wat ik ook zó verschrikkelijk vind? Dat je je eigen naam niet meer gebruikt. Ik kan het enigszins begrijpen dat je je achternaam verfoeit want dat is de naam van je vader, die mij zo onheus behandeld heeft. Maar je voornaam, die is je met liefde gegeven. En toch weiger je hem te gebruiken.’ Ik zwijg.Ik weet waarom ik zwijgSamenvatting
Zie voor de diverse vertellers onder structuur
Eerste ik-verteller is Elly
Het is 2002: Elly Verkest bezoekt geregeld haar altijd zeurende moeder in het Canadese Saint Thomas die veel over het verleden en de geboorte van Elly vertelt. Ze is een Nederlandse vrouw uit Zundert die met de belg Tony Verkest is getrouwd.
1964: Elly vertelt over haar moeilijke jeugd in Canada. Haar vader is Belg die zelf een moeilijke jeugd heeft gehad. Hij houdt duiven en hij werkt in een gekkenhuis. Haar moeder is Nederlands. Er zijn nogal wat verschillen tussen Hollanders en Belgen. Ze worden komisch beschreven.
1965: Elly's vader gaat elk jaar een paar weken naar België. Hij vertelt Elly waarom. Hij smokkelt duiveneieren naar Canada om zo toch een beetje meer inkomen te hebben. Maar er is wel twijfel of dat de ware reden is.
1966: Elly maakt mee hoe een man in haar woonplaats de vallende ziekte heeft. Het is een gek die door haar vader wordt verpleegd. Het voorval maakt wel enorme indruk.
1967: Er is een grote brand uitgebroken in een hotel. Haar vader haalt haar uit bed. Volgens haar vader is de brand aangestoken door de eigenaar om de verzekeringsgelden te kunnen innen. Als haar weer eens vader in België zit, wordt de kat van de Duitse buurman vergiftigd gevonden. Als Tony weer terug is, wordt het duivenhok van haar vader in de brand gestoken. Vader is kwaad en schiet één van de overlevende duiven neer. Maar de lievelingsduif van Elly (Jumbo) laat hij in leven. Vader verdenkt de Duitse buurman en hij heeft in het algemeen een hekel aan Duitsers.
1968: Elly zit tussen de twee vuren van haar ouders: die zoeken steeds ruzie. Het is overduidelijk dat ze meer houdt van haar vader dan van haar moeder Mina.
1968 Brief van moeder Mina aan haar nicht Marietje.
In die brief schrijft Mina over de kennismaking en het huwelijk met Tony. Ze ontmoeten elkaar in Canada. Ze heeft diverse miskramen gehad en liet zich daarna opereren. Er konden geen kinderen meer komen. Haar man Tony ging jaarlijks naar België. Op een dag vond ze een nagelaten brief van hem en daarin schreef hij dat hij nooit meer zou terugkomen. Achteraf blijkt dat hij in België gewoon een tweede vrouw had en dat hij er dus jaren een dubbelleven op na had gehouden. Hij heeft haar bovendien met een grote schuldenlast laten zitten.
Daarna pakt Elly als ik-verteller de verhaaldraad weer op.
1976: Elly reist jaren later van Canada naar België om haar vader te zoeken. Ze gaat in Antwerpen eerst vrij gemakkelijk met "vieze" mannen naar bed om onderdak te hebben. Via een man in een café krijgt ze Tony's telefoonnummer. Maar hij legt meteen de hoorn neer als ze zich meldt. Hij is getrouwd met een vrouw die ook Elly heet. Ze gaat zijn gangen na en ziet dat hij hier weer duiven houdt. In de tussentijd wordt Elly opgevangen door een vrouw die Martha heet en haar tegen vergoeding op haar twee kinderen (Guido en Linda) laat passen. De kinderen zijn dol op haar. Uit wraak besluit ze de duiventil van Gaston in de brand te steken. Omdat er enkele mensen in haar buurt verblijven die haar verdenken van de brandstichterdaad moet ze snel weer weg uit Oevel. Ze wil weer naar Canada, maar heeft geen geld genoeg voor een ticket. Ze gaat weer naar Antwerpen en steelt geld van de vieze man met wie ze seks heeft. Dat contact blijkt later een kind op te leveren.
Dan- in 1998- neemt weer een andere verteller het over.
Het is Gaston Verkest (Tony) die over zijn geheime dubbelleven vertelt, over zijn kleine Elly die hij niet wilde zien toen ze hem in België kwam opzoeken. Over de brandstichting in zijn duiventil en nu ook over het feit dat bij hem maagkanker is geconstateerd. Maar hij geeft ook toe ook dat hij de kat van de Duitse buurman een gebakken spons heeft gevoerd. Hij geeft verder aan dat zijn Belgische vrouw Elly wel weet dat hij een affaire in Canada had, maar niet dat hij met de Nederlandse Mina was getrouwd en al helemaal niet dat hij een kind had gemaakt. Dat geheim neemt hij mee in zijn graf.
In datzelfde jaar 1998 komt een nieuwe ik verteller(de dochter van Elly, Linda) aan het woord. Die gaat werken in een Canadees café en ze hoort nieuws over haar opa die ze nooit gezien heeft. Hij wordt in dat café door andere Belgen de "duivendokter" genoemd. Linda spreekt liefdevol over haar oma maar veel minder liefdevol over haar moeder.
In 2008 is Elly weer de ik-verteller.
Ze haalt weer op dat ze in België is geweest en dat ze geld van de man met wie ze seks had, heeft gestolen om de terugreis te kunnen betalen. Ze loopt haar moeder Mina na, maar dat is in haar ogen een grote zeurkous. Haar moeder heeft een kennis Lorenzo Cunego, een Italiaanse homo, die ook op haar let. Hij noemt Elly steeds Martha. Ze gaat in het duivenkot van haar vader wonen in de achtertuin van het huis van haar moeder. Ze verzorgt haar moeder, maar is soms gemeen in die verzorging: ze knipt de nagels van haar moede tot bloedens toe en ze morst met opzet hete thee over de borst van haar moeder. Ze doet net alsof haar moeder zelf de thee heeft gemorst.
Linda= ik (2008)
Ook Linda gaat weer in Saint Thomas wonen, hoewel Elly daar helemaal niet blij mee is. Ze bezoekt haar oma en moeder. Stiekem ziet ze dat Elly in de melk van haar oma zout mikt. Ze ziet dat haar moeder Mina pest en het leven zuur maakt. Aan het einde van dit hoofdstuk rijden er twee ambulances uit de straat: Mina gaat naar het bejaardentehuis Sparta en Elly naar het gekkenhuis waar haar vader als verpleegkundige heeft gewerkt.
2010: Moeder wordt verpleegd, de psychiater zegt dat het niet meer goed al komen: het trauma van haar jeugd. Het contact van Linda met haar oma is goed. Die wil haar huis verkopen en een groot deel van het geld geven aan Linda. Het bord met "Te Koop" wordt een aantal keer door Elly gestolen. Met haar gaat het steeds slechter : ze zit op straat te bedelen en heeft "iets" met de man die ze als kind heeft zien vallen. (Yellow Big Tom). Toch wordt het huis van oma snel verkocht en dat moet gevierd worden. Een slotfeestje in september. Als Elly ziet dat de drie generaties bij elkaar worden gebracht, wil ze ineens weg.
Elly=ik (2010)
Elly gaat weer naar het stadscentrum om te bedelen: ze wordt vernederd door mannen die voorbij lopen en kleine bedragen droppen in haar bekertje. Een jongen steelt geld van haar. Uit woede gaat ze terug naar het huis van haar moeder. Van Martha heeft ze ooit in België gehoord dat brandstichting niet kan worden ontdekt als je het vuur met stompjes kaars aansteekt. Ze denkt dat haar moeder terug is naar haar tehuis "Sparta" en steekt het huis in de fik met kaarsjes. Als ze buitenkomt, ziet ze echter haar moeder in een rolstoel nog in het huis zitten.
Linda= ik (2011)
Linda hoort van Cunego de toedracht van de brand. Hij had nog even gewacht met oma naar het bejaardentehuis terug te brengen. Toen ontdekte hij de brand. Hij zag ook Elly in de buurt, maar die was het huis binnengelopen om haar moeder nog te redden. Daarbij waren ze beiden omgekomen.
Linda krijgt ook onverwacht bezoek uit België: het is Guido, de zoon van Martha, op wie Elly had gepast. Hij vertelt haar toch wat goede dingen over haar moeder. Ze hoort ook waarom ze Linda is genoemd. Linda heeft intussen ook de brief van Mina aan haar nicht teruggevonden in een schilderijlijst. Die brief is dus nooit verzonden.
Surplus (alleswetende verteller)
Een olifantenleven
In het verhaal wordt vaak de naam Jumbo steeds genoemd. Elly heeft o.a. haar lievelingsduif zo genoemd, maar in het stadje Saint Thomas is Jumbo legendarisch. Hij was een enorme olifant die in de vorige eeuw in het circus werkte, maar 125 jaar geleden toen hij over het spoor liep door een trein werd gegrepen. De bewoners houden het dier in ere. Er is ter nagedachtenis een Jumbocomité opgericht waarvoor ook Elly was aangezocht. Dat werk deed ze met plezier, maar toen ze aan de bedelstaf raakte, werd ze uit het comité gezet. Op het moment dat het monument werd onthuld, stak zij het huis van haar moeder in de fik.
Het museum waarin Jumbo's skelet werd tentoongesteld, brandde ook af:
Jumbo’s skelet belandde in het American Museum of Natural History in de buurt van Boston. In 1975 werd het bij een brand totaal vernield.
Brandlucht overal.
Dit verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden