Charles Babbage
Charles Babbage werd geboren op 26 december 1792 en overleed 18 oktober 1871 te Londen. Na zijn dood werd er door de British Association een comité opgericht. Dit comité moest gaan onderzoeken of ze het ontwerp van Babbage om konden zetten in een machine. Verder zouden ze moeten gaan onderzoeken wat de gevolgen van deze machine zouden zijn voor in de toekomst. De vader van Charles was Benjamin Babbage, een bankier. Zijn moeder was Betsy Plumleigh. Op zijn vijfde is hij erg ziek geweest en op zijn tiende heeft hij zelfs op het randje van de dood gezweefd. Daarna is hij naar Devonshire gestuurd, waar hij onder de hoede van een predikant kwam, die vooral op zijn gezondheid moest letten. Hij kreeg dankzij zijn vader les op privé-scholen. Na Alphington werd hij naar een academie op Forty Hill, Enfield, Middlesex gestuurd, waar zijn opleiding pas echt begon.
Op deze academie bleek hij geintreseerd te zijn voor wiskunde. Na de academie ging hij thuis verder met zijn studie.Hij leerde onder andere over de theorieën van Newton en Lagrange en over Leibniz.
Doordat hij al zo'n grote kennis had verkregen uit zijn boeken, vond hij de studies op het Trinity College in Cambridge, waar hij in oktober 1810 heen ging, niet interessant. In plaats hiervan las hij de boeken van Euler en andere wiskundigen, die hij uit de bibliotheken van universiteiten in Parijs, Berlijn en St. Petersburg haalde. Hierbij kwam hij zeer onder de indruk van de notatie van Leibniz
Charles Babbage is de ontwerper van diverse mechanische rekenmachines, zoals de Differential Machine ('de houten man' 1833) en de Analytical Engine (niet door hem afgemaakt). Zijn rekenmachines worden beschouwd als voorlopers van de huidige electronische computer. In 1906 voltooide H.P. Babbage, een zoon van Charles, een gedeelte van de Analytical Engine en deze berekende 25 veelvouden van het getal pi tot op 29 decimalen. Lady Lovelace (Augusta Ada Byron) was bevriend met Babbage en heeft verschillende suggesties ter verbetering van de Analytical Engine gedaan. Naar haar is een programmeertaal (Ada) genoemd een opvolger van de taal Pascal.
Augusta Ada Byron, Lady Lovelace, (10 december 1815 – 27 november 1852) was een Brits wiskundige die met Charles Babbage verantwoordelijk wordt gehouden voor het ontwerp van het eerste computerprogramma.
Ada Lovelace is een in het oog springende vrouw in de geschiedenis van de computer. Augusta Ada Byron was de dochter van de illustere dichter, Lord Byron. Vijf weken na de geboorte scheidde Ada's moeder, Anna Millbanke, van Byron en kreeg ze de voogdij over kleine Ada, die ze opvoedde als wiskundige en wetenschapper. De reden hiervoor was dat ze bang was dat Ada zou eindigen als haar vader, een dichter. Op zeventienjarige leeftijd ontmoette ze Mary Somerville, een opmerkzame vrouw die de werken van LaPlace in het Engels vertaalde. Deze teksten werden gebruikt op de universiteit van Cambridge. Ze moedigde Ada aan om wiskunde te studeren.
Via Sommerville hoorde Ada omstreeks 1834 van de ideeën van Charles Babbage en de analytische motor. Ze kwam later in contact met Babbage en hielp hem met het ontwerpen van deze analytische motor. Ze suggereerde bijvoorbeeld dat de analytische motor gebruikt kon worden om Bernoulligetallen te berekenen. Dit uitgeschreven plan wordt nu beschouwd als het eerste computerprogramma. De programmeertaal Ada, ontwikkeld door het Amerikaanse Ministerie van Defensie, is naar haar genoemd in 1979.
In haar verdere leven werd ze geplaagd door ziekten. In haar sociale leven ging ze om met een aantal beroemdheden: Charles Dickens, David Brewster, Charles Wheatstone en Michael Faraday. Ze stierf jong, op de leeftijd van 36 jaar.
Howard Hathaway Aiken
(9 maart 1900 – 14 maart 1973) was een Amerikaans computertechnicus. Hij wordt beschouwd als een van de pioniers op het gebied van computers. Aiken was de hoofdingenieur achter IBM's
Harvard Mark I-computer.
Aiken werd geboren te Hoboken, New Jersey. Hij studeerde aan de Universiteit van Wisconsin, te Madison, en behaalde in 1939 zijn doctoraat in de natuurkunde aan de Harvard Universiteit. Gedurende deze tijd kwam hij differentiaalvergelijkingen tegen die hij alleen numeriek kon oplossen. Hij bedacht dat een elektro-mechanische rekenmachine een groot deel van het tijdrovende rekenwerk van hem zou kunnen overnemen. Deze computer werd oorspronkelijk de Automatic Sequence Controlled Calculator (ASCC) genoemd, maar werd later gedoopt in Harvard Mark I. Met de hulp van Grace Hopper en steun van IBM werd de machine voltooid in 1944. De volledig elektronische opvolger Harvard Mark II was af in 1947. Daarna werkte Aiken aan de Mark III en Mark IV. Daarnaast publiceerde hij over elektronica en de theorie van schakelingen.
Aiken ontving diverse binnen- en buitenlandse onderscheidingen, waaronder de Amerikaanse Harry M Goode Memorial Award. Hij is ook bekend door zijn opmerking uit 1947: "Slechts zes elektronische digitale computers zouden voldoende zijn om al het rekenwerk van de gehele Verenigde Staten te kunnen doen." Hij overleed op 73-jarige leeftijd te St. Louis, Missouri.
Grace Hopper
Grace Hopper werd geboren in 1906 – haar volledige meisjesnaam was Grace Brewster Murray Hopper. Ze behaalde haar bachelor in de wiskunde en in de natuurkunde aan het Vassar College in 1928; tijdens haar studie werd ze opgenomen in de academische sociëteit ΦΒΚ (Phi-Beta-Kappa) vanwege haar wetenschappelijke talenten. Ze studeerde verder te Yale en behaalde in 1930 haar master in dezelfde twee richtingen. In 1934 werd ze de eerste vrouw in de Verenigde Staten die promoveerde in de wiskunde. Haar dissertatie droeg de titel New Types of Irreducibility Criteria en betrof tot dan toe onbekende criteria van irreducibiliteit. Vanaf 1931 gaf Hopper ook les wiskunden te Vassar; tegen 1941 was ze daar universitair hoofddocent.
In 1943 trad ze toe tot de U.S. Naval Reserve en werd gestationeerd in het onderzoekslaboratorium voor computertoepassingen. Daar werkte ze saen met Howard Aiken aan de Mark I Calculator. Ze was de eerste persoon die er ooit een programma voor schreef. Tegen het einde van de oorlog zwaaide ze af bij de marine, maar bleef werken aan de ontwikkeling van de Mark II en Mark III Calculator-machines.
In 1949 ging ze werken voor de Eckert-Mauchly Computer Corporation, waar ze aan boord kwam net op het moment dat dit bedrijf bezig was aan de UNIVAC I. Ze werd op dat project bijgeschakeld. Begin jaren '50 werd het bedrijf overgenomen door de Remington Rand Corporation en ze was bij hen in dienst toen ze haar eerste werk op het gebied van compilers publiceerde. Haar compiler heette de A compiler, met als eerste versie A-0. Latere edities werden op de markt gebracht onder de namen ARITH-MATIC, MATH-MATIC en (vooral) FLOW-MATIC.
Enige tijd later keerde ze terug bij de marine, waar ze te werk gesteld werd om validatiesoftware ste schrijven voor de nieuwe COBOL programmeertaal. De COBOL-definitie werd vastgesteld door het CODASYL-committee, maar was feitelijk een uitbreiding van Hoppers FLOW-MATIC met een aantal zaken uit de COMTRAN-taal (het FLOW-MATIC equivalent van IBM). Ondanks de omkleding met committees en allerhande andere officieelheden, staat het toch vast dat het Hoppers idee was dat een computer geprogrammeerd kon worden in een taal die leek op een natuurlijke taal zoals Engels en niet in machinetaal of iets dat daar sterk op leek (zoals de assemblers van dit tijd gebruikten). Het is zeker ook verdedigbaar om te stellen dat COBOL geheel op haar filosofie en inzichten gebaseerd was.
Steven Paul Jobs
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden