Operatie Market Garden

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2656 woorden
  • 17 april 2000
  • 314 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
314 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Zo weet je precies wat je nog moet leren voor je examens! 📚✅

Al aan het stressen voor je eindexamens? Niet met Examenbundel! Maak per vak de gratis quickscan en check hoe je ervoor staat. Zo krijg je direct inzicht in wat je al beheerst en wat je nog moet leren en oefenen.
 

Naar de quickscan

\"Het was een verantwoorde gok\". Dwight D. Eisenhower

Operatie Market Garden was een belangrijke operatie in de Tweede Wereldoorlog, dat zich afspeelde in, en in de buurt van Arnhem.

Doel

Montgomery wilde via het Ruhrgebied in een keer naar Berlijn doorstoten. Generaal Patton wilde hetzelfde doen via het Saargebied. Maar opperbevelhebber Eisenhower vond dat veel te riskant. Hij wilde liever over een breed front blijven oprukken. Er werd veel geprobeerd Eisenhower om te praten, maar zonder succes. Montgomery liet het hier niet bij zitten en maakt een plan:

Montgomery wilde bij Arnhem een bruggenhoofd over de Rijn vestigen na er eerst een over de Maas te hebben geslagen.Vanuit dat bruggenhoofd zou hij om de Siegfriedlinie heen het Ruhrgebied kunnen binnentrekken om de belangrijke Duitse industrieën daar uit te schakelen. Daarna zou hij via de Noord-Duitse laagvlakte naar Berlijn kunnen doorstoten. Het bruggenhoofd hou moeten worden gevormd door het Britse 2e leger dat ten zuiden van de Belgisch-Nederlandse grens stond. Langs de marsroute van de Belgische grens naar Arnhem zouden bij alle rivier en kanaalovergangen luchtlandingstroepen worden neergelaten. Die zouden als het ware een loper vormen waarover de Britse troepen razendsnel naar Arnhem moesten oprukken.

Eisenhower was onder de indruk van het plan. Maar als deze manoeuvres uitgevoerd zouden worden, zou het de uitvoering van het plan om de haven van Antwerpen vrij te maken vertragen. Ook zouden de bevoorradingsproblemen voortduren, zodat Patton zijn opmars naar het oosten voorlopig niet zou kunnen voortzetten. Maar hij kon de opmars naar het noorden weer in beweging krijgen en, nog belangrijker, een bruggenhoofd over de Rijn slaan.

Eisenhower ging met het plan akkoord. Montgomery kreeg voor de uitvoering van de luchtlandingen het 1e luchtlandingkorps onder Luitenant-generaal F.A.M. Browning tot zijn beschikking. Dit korps bestond uit: De Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie onder Generaal-majoor Taylor, de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie onder Generaal-majoor Gavin, en de Britse 1e luchtlandingsdivisie en de Poolse parachutistenbrigade onder Generaal-majoor Urquhart. De totale sterkte van dit korps was ongeveer 35.000 man. De luchtlandingstroepen moesten de bruggen over de vijf belangrijkste waterwegen in de opmarsroute in handen zien te krijgen en vast houden: het Wilhelminakanaal, de Zuid-Willemsvaart, de Maas, de Waal en de Rijn, plus nog een aantal minder belangrijke bruggen. Verder moesten ze de corridor vanuit het zuidennaar Arnhem openhouden voor de oprukkende grondtroepen. Dit was de taakverdeling: De Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie (bestaande uit: zou worden neergelaten bij Sin Oedenrode, Son en Veghel. Deze divisie most de brug over het Wilhelminakanaal bij Son en de brug over de Zuid-Willemsvaart bij Veghel nemen. Verder moest ze nog een aantal bruggen over de Dommel en de Aa in handen zien te krijgen en Eindhoven binnenrukken om daar contact te maken met het uit het zuiden komende Britse 30e legerkorps. De Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie zou worden neergelaten bij Grave Overasselt en Groesbeek. Deze divisie moest de brug over de Maas bij Grave nemen, een aantal bruggen over het Maas-Waalkanaal en de brug over de Waal bij Nijmegen. Verder moest ze het hooggelegen terrein ten oosten ven zuidoosten van Nijmegen bezet houden om te voorkomen dat in dat gebied vanuit het Reichswald Duitse troepen zouden doordringen. De Britse 1e luchtlandingsdivisie zou worden neergelaten bij Arnhem. Haar voornaamste taak was het nemen van de Rijnbrug bij Arnhem en het vestigen van bruggenhoofden aan de zuidzijden van die brug. Aan de divisie was toegevoegd de Poolse 1e parachutistenbrigade onder Generaal-majoor Sosabowski. Deze brigade zou te zuiden van de brug bij Elden worden neergelaten. In een later stadium zou de Britse 52e Lowland-divisie ten noorden van Arnhem worden neergelaten om het gevestigde bruggenhoofd te versterken.

Het 30e Britse legerkorps onder Luitenant-generaal Brian Horrocks moest uit het bruggenhoofd over het Maas-Scheldekanaal bij Neerpelt oprukken over de door de luchtlandingstroepen gelegde loper. Ze moesten de route volgen langs de as Eindhoven, Sint Oedenrode, Veghel, Uden, Grave Nijmegen, Arnhem en daarna doorstoten naar het IJsselmeer om de Duitse troepen in West-Nederland af te snijden. Daarna zou het Britse 30e legerkorps bruggenhoofden over de IJssel moeten slaan bij Doesburg, Zutphen en Deventer van waaruit het in het Ruhrgebied zou kunnen doordringen. De voorhoede van het Britse 30e legerkorps zou worden gevormd door eenpantserdivisie van de Guards. Daarachter kwamen de 43e Wessex- en de 50e Northhumberland-infanteriedivisie en ten slotte de 8e pantserdivisie en de Nederlandse Prinses Irenebrigade. Het gehele Britse 30e legerkorps omvatte 22.000 voertuigen en meer dan 100.000 man. Dat moest allemaal over die ene weg.

De operaties van de luchtlandingstroepen kregen de codenaam ‘Market’. De operaties van de grondtroepen kregen de codenaam ‘Garden’. De totale operatie heette: Market Garden.

Het doel was dus: De geallieerde troepen moesten 5 bruggen innemen om zo het 30e legerkorps door te laten doorstoten, om de Siegfriedlinie heen, naar het Ruhrgebied. De steden waarin die bruggen lagen hoefden niet eens zozeer ingenomen te worden, als er maar bij elke brug aan beide kanten een bruggenhoofd stond. De steden waren Son (het Welhelminakanaal), Veghel (de Zuid-Willemsvaart), Grave (de Maas), Nijmegen (de Maas en de Waal), en Arnhem (de Nederrijn).

De voorbereidingen.

Het begin van de operatie ‘Market Garden’ werd vastgesteld op 17 september 1944. Men had dus amper zeen dagen om de grootste luchtlandingsoperatie aller tijden voor te bereiden. Aan de voorbereiding van eerdere luchtlandingsoperaties van veel kleinere omvang had men soms maanden besteed. Toch meende de bevelhebber van het 1e luchtlandingsleger, Luitenant-generaal L.H. Brereton, dat het moest kunnen. Na de invasie in Normandië waren er 17 luchtlandingsoperaties voorbereid die telkens werden afgelast omdat de geallieerde opmars zo snel ging. De staf van het luchtlandingsleger had dus veel ervaring opgedaan. De strijdmacht van 35.000 man met jeeps, geschut enzovoort moest naar de, op 500 kilometer afstand gelegen, landingsgebieden vervoeren. Daarvoor moesten voldoende gliders (zweefvliegtuigen) en transportvliegtuigen bijeengebracht en klaargemaakt worden. Bovendien moest er een zeer ingewikkeld verkeersschema worden opgesteld voor de duizenden vliegtuigen die van meer dan twintig Britse vliegvelden zouden opstijgen. Er moesten grote aantallen kaarten van de landings- en gevechtsgebieden worden gemaakt en uitgedeeld. Er moesten inlichtingen worden verzameld over de Duitse troepen en het luchtdoelgeschut in de aanvalsgebieden. Ook moesten er verkenningsvluchten worden uitgevoerd. De commandanten moesten gedetailleerde aanvalsplannen maken. Het vervoer was het grootste probleem. Browning kon over 2500 gliders beschikken. Die wilde hij allemaal gebruiken. Er waren echter niet voldoende transportvliegtuigen om parachutisten te vervoeren en de gliders te slepen. Daar door was het niet mogelijk het hele luchtlandingkorps op een dag over te vliegen. Dat was riskant: na de eerste landingen zouden er Duitse versterkingen in de landingsgebieden kunne arriveren. Bovendien zou het weer kunnen omslaan.

Verslag.

17 september 1944
Om negen uur was de ochtendnevel opgetrokken. Op de vliegvelden in Groot-Brittannië stonden de troepen klaar bij de vliegtuigen. Om 09.45 begonnen de vliegtuigen op te stijgen. Ze zetten koers naar de twee verzamelpunten bij Hatfield en even ten noorden van Londen en bij March. De vloot beston uit 1073 troepentransportvliegtuigen en 500 gesleepte zweefvliegtuigen. Meer dan 1500 jagers zorgden voor de begeleiding om de vloot tegen de vijandelijke jagers en luchtdoelgeschut te beschermen. Na twee uur was het gehele leger van 20.000 man , 511 voertuigen en 330 stukken geschut in de lucht. De Noordzee was kalm. ER lagen tientallen reddingsvaartuigen m eventuele drenkelingen op te pikken. Toen de luchtvloot de Nederlandse kust naderde waren er, voornamelijk door kabelbreuk, 30 zweefvliegtuigen uitgevallen, waarvan 23 bij de 1e luchtlandingsdivisie onder leiding van Urquhart.

Niet ver van Vught werd een Amerikaans zweefvliegtuig neergeschoten. Een door Generaal Student (Dld.) uitgezonden verkenningsploeg vond in de borstzakken van een omkomen officier het complete plan voor operatie ‘Market Garden’. Bovenaan de schriftelijke instructies stond: ‘ZEER GEHEIM’ en ‘Mag niet worden meegenomen in de lucht’. Even later lag het plan op het bureau van Generaal Student.

Eindhoven
De Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie had boven het door de Geallieerden bezette België een rustige vlucht gehad. Vlak voor de Nederlandse grens barstte het Duitse afweergeschut los. Het was prijsschieten op langzame laagvliegende vliegtuigen. De formaties bleven echter gesloten. Ze vlogen dwars door het afweergeschut heen recht naar de landingsgebieden. Het 501e regiment dat bij Veghel was geland, had die plaats en de bruggen over de Aa en de Zuid-Willemsvaart binnen twee uur na de landing genomen. Het 502e regiment nam St. Oedenrode en de brug over de Dommel Een compagnie werd onmiddellijk naar de brug over het Welhelminakanaal bij Best gestuurd. Taylor wilde die brug als reserve hebben voor het geval hij de brug bij Son niet onbeschadigd in bezit kon nemen. Het 506e regiment rukt meteen na de landing op de Sonse Heide op naar Son om de brug over het Wilhelminakanaal in te nemen Die brug was het hoofddoel. Even voor het dorp kwamen ze onder vuur van een 88mm kanon. Een bazooka schakelde het uit. In het dor werden de troepen opgehouden door de bevolking. Toen ze het dorp door waren en vlakbij de brug waren, ging deze de lucht in. Een aantal mannen zwom het kanaal over. Geniesoldaten hadden de brug binnen anderhalf uur met planken hersteld.

Nijmegen
Nijmegen had twee bruggen, eentje over de Maas en eentje over de Waal. Het 504e regiment landde bij Overasselt. Een compagnie ervan kwam vlak ten zuiden van de Maas bij Grave terecht. Het doel was de Maasbrug met zijn negen bogen en een lengte van 520 meter . Die brug zou niet in een nacht hard werken vervangen kunnen worden. Maar dat was ook niet nodig. Om half drie was de brug vast in Amerikaanse handen.

Van de Nederlandse ondergrondse hoorde Gavin dat veel Duitsers de stad verlieten en dat de Waalbrug zwak verdedigd was. Gavin besloot die avond een verrassingsaanval te doen. Twee compagnieën rukten de stad binnen. Eén peloton kwam tot vlakbij de brug. Maar daar stuitte het op een zware tegenstand. Het was de verkenningseenheid van de 9e SS-pantserdivisie, die Brittich onmiddellijk na de landingen naar Nijmegen gestuurd had. Toen de volgende compagnie tot vlakbij de brug was doorgedrongen en een aantal huizen bezet had, kwam het bevel om terug te trekken naar Berg en Dal. De reden daarvan was dat de Duitse troepen uit het Reichswald een aanval gedaan hadden ene waren doorgedrongen op de landingsterreinen. Die moesten tot elke prijs heroverd worden, omdat er een tweede golf zweefvliegtuigen in aantocht was.

Arnhem
Al de hele ochtend vielen geallieerde jachtvliegtuigen Duits luchtdoelgeschut in de omgeving van Arnhem en Oosterbeek aan. Rond een uur landden de eerste parachutisten bij Arnhem. Ruim 600 parachutisten konden de noordelijke oprit van de Arnhemse verkeersbrug nemen, maar raakten geïsoleerd door de onverwacht doeltreffende tegenacties van Duitse pantsereenheden. Op 21 september dwongen deze pantsereenheden, die de aanvoer van versterkingen beletten, het restant van deze groep de strijd te staken. De brug over de Nederrijn niet te bezetten. De overige troepen van de Britse divisie wisten zich in het omsingelde Oosterbeek te handhaven. Op 25 september werd echter besloten tot de terugtocht, over de Rijn naar Nijmegen. In de nacht van 25 op 26 september wisten slechts 2400 van de 10?000 man luchtlandingstroepen Nijmegen te bereiken. Een deel van de overige 7600 manschappen was gewond en gevangengenomen, het merendeel was echter gesneuveld of omgekomen.

Er was nog geen bericht uit Nijmegen of Arnhem gekomen. Wel kwamen er berichten van het verzet dat de tegenstand bij Arnhem zwaarder was dan verwacht was. Bovendien was uit luchtfoto’s gebleken dat alleen de noordkant van de Arnhemse brug in Britse handen was. Browning zij tegen Gavin: ‘De brug over de Waal bij Nijmegen sneller moet ingenomen worden, alles moet sneller, we moeten zo snel mogelijk in Arnhem zijn.’ Gavin zei daarop terug: ‘Als je de Duitsers terugdrijft naar een brug, bereik je niets . Je blijft doden opstapelen en als de Duitsers willen terugtrekken, doen ze dat en blazen de brug op. Er is maar een manier om de brug in handen te krijgen; beide uiteinden veroveren. We moeten dus de rivier oversteken.’ Die avond dog werd er met tanks een frontale aanval op de brug gedaan. Er was geen doorkomen aan.

Pas woensdagmorgen 20 september kreeg Browning een bericht van Urquhart waaruit bleek hoe slecht de situatie was: De geallieerde soldaten zitten bij Arnhem en hebben één kant van de brug ingenomen. Maar de brug over de Waal is nog niet eens ingenomen.

Die middag stak het 3e bataljon van het 504e regiment in canvasbootje de Waal over De bootjes hadden niet eens motoren, sommigen zelfs net twee peddels en wat armkracht. Ze werden zwaar beschoten. Van de 26 bootjes haalden er maar 13 de overkant. Tenslotte slaagden de Amerikanen erin de Duitsers uit hun stellingen te verdrijven. Ze trokken op naar de spoorbrug en plantten daar de Amerikaanse vlag.

Inmiddels was Gavin weggeroepen. De Duitsers deden een zware aanval vanuit het Reichswald. Het was allemaal kantje boord wat er gebeurde.

Om zeven uur waren de parachutisten bij de het noordeinde van de brug over de Waal. De tanks hadden inmiddels het zuideinde van de brug bereikt. Ze reden de brug op. Twee tanks werden uitgeschakeld door Duitsers die uit de brugboog panstervuisten afvuurden. Maar der volgden er meer. Om kwart over zeven was de burg toch in Amerikaanse en Britse handen.

De tanks probeerden pas de volgende morgen door te stoten naar Arnhem. Maar toen was het voor al te laat. Donderdagmorgen 21 september om negen uur moesten de overgebleven 100 man en hun leider Frost de brug zich overgeven. De brug bij Arnhem was verloren.

Gevolgen.

De ‘speciale’ oorzaken van het mislukken van operatie Market Garden, waren dat: Ø Er toevallig een SS-pantserdivisie in de buurt gelegerd was, om uit te rusten van het strijden in Frankrijk. Ø De jeeps van de parachutisten van de Britse 1e luchtlandingsdivisie waren defect. Hierdoor konden ze niet snel Arnhem bereiken. Ø De communicatie was slecht. Radio’s deden het niet. Ø Er werd niet goed naar het verzet geluisterd Ø De map van de operatie was meegegaan in een vliegtuig en in handen gekomen van Generaal Student.

Operatie Market Garden was mislukt. Alleen al in Arnhem waren 7600 van de 10.000 manschappen gewond en gevangen genomen, het merendeel was echter gesneuveld of omgekomen. Door de mislukking bij Arnhem ging het plan van Montgomery niet door. Dit kwam eigenlijk doordat het 30e legerkorps geen steun kon bieden, omdat de Waalbrug niet was ingenomen. Toen de Waalbrug eenmaal ingenomen was, was het te laat.

De geallieerde troepen konden, na het mislukken van de operatie, niet om de Siegfriedlinie heen. Het Ruhrgebied was nog steeds in Duitse handen. De Duitsers konden dus nog steeds wapens produceren. Ook het moraal van de Duitsers werd door hun overwinning opgekrikt. Hierdoor was de mogelijkheid om nog voor de winter Duitsland, binnen te vallen verloren. De strijd zou alleen maar intensiever verlopen. Het had dan ook geen zin om nog eens vele mensen te laten sneuvelen, alleen om zo snel mogelijk in Berlijn te zijn. Er moest gewacht worden op voorraden, extra mannen, en er moesten nieuwe plannen gemaakt worden. Montgomery en Eisenhower wisten nu dat ze niet meer eerder in Berlijn konden zijn dan de Russen.

Als deze operatie gelukt was, was de oorlog voor kerst 1944 al afgelopen, zo zeiden velen. Maar dit was niet zo. Het noorden van Nederland was nog niet bevrijdt. Er stond voor Nederland een barre winter voor de deur. Het was in tijden niet zo koud geweest. Duizenden Nederlanders stierven als indirect gevolg van het mislukken van operatie ‘Market Garden’. Operatie Market Garden duurde 9 dagen, van 17 tot 26 september.

Pas op 5 mei 1945 was Nederland bevrijd.

Belangrijke Personen:

Eisenhower, (“Ike”) Dwight David (Denison, Texas, 14 oktober 1890- Washington, Washington D.C., 28 maart 1969) In jan. 1944 opperbevelhebber van alle geallieerde troepen in Europa met de hoogste rang van General of the Army ( ‘vijfster-generaal’).

Montgomery, Bernard Law (Kensington, 17 november 1887 – Isington, Hampshire, 24 maart 1976) Brits veldmaarschalk, als legeraanvoerder uiterst bekwaam, is als strateeg omstreden. Bij zijn troepen was hij populair (hij kreeg de bijnaam ‘Monty’).

Browning, F.A.M. Luitenant-generaal, leider van de 1e luchtlandingkorps.

Taylor, Maxwell D., Generaal-majoor, leider van de Amerikaanse 101e luchtlandingsdivisie.

Gavin, James M., Generaal-majoor, leider van de Amerikaanse 82e luchtlandingsdivisie.

Urquhart, R.E., Generaal-majoor, leider van de Poolse parachutistenbrigade en de Britse 1e luchtlandingsdivisie.

Horrocks, Brian, Luitenant-generaal, leider van het Britse 30e legerkorps, dat door moest stoten en de gelande parachutisten steun moest bieden.

REACTIES

H.

H.

kun je het wat makkelijker neerzetten?

10 jaar geleden

S.

S.

Waarom heb je het vanaf wikipedia gekopieerd en daarna iets makkelijker gemaakt? echt zielig

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.