Het toilet

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vmbo | 1540 woorden
  • 20 mei 2003
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
60 keer beoordeeld

Hoofdvraag: Hoe is de WC ontstaan? De Grieken waren hun tijd ver vooruit wat betreft de sanitaire voorzieningen. Koning Minos, die zeer bedreven was op het gebied van techniek en architectuur, had ook oog voor de sanitaire voorzieningen. In zijn paleis waren deze dan ook zeer goed ontwikkeld. De toiletpotten bestonden uit een houten bril met daaronder een aardewerken pot. De spoeling werd verzorgd door een buizenstelsel van klei. De Romeinse dorpen werden erg groot en groeide uit naar steden, er gingen dan ook vele mensen wonen. Al die mensen samen produceerden heel wat afval en ontlasting. Daarom besloot het stadsbestuur van Rome openbare toiletten te bouwen, ook legde de Romeinen uitgebreide systemen aan die voor de watervoorziening en watertoevoer moesten zorgen. Deze systemen zorgden voor dat vers water uit de verafgelegen bronnen naar de stad kwam. Dit water werd vervoerd door de speciaal aangelegde kanalen, die aquaducten werden genoemd. Rome had in totaal 11 van deze aquaducten. Ook legers en zelfs restaurants kregen gemeenschappelijke wc’s. De zittingen van deze wc’s waren naast elkaar geplaatst boven een trog waar stromend water door heen liep. In die tijd kende ze ook nog niet zoiets als toiletpapier, maar in de plaats daarvan gebruikten de mensen een spons op een stok. Deze werd na gebruik schoongespoeld in een geul met stromend water die door de toiletruimte liep. De toiletten in de steden waren voornamelijk op de hoeken van de straat gebouwd. Deze toiletten stonken heel erg en er hingen dan ook veel vliegen, vooral zomers als het heet was. De steden hadden natuurlijk wel een riolering voor regenwater en afvalwater maar de stank en het vuil op straat verdwenen daar niet mee. Maar toch waren deze toiletten op de hoek van de staat een stuk hygiënischer en plezieriger dan het alternatief: emmers met uitwerpselen en urine in elke bewoonde kamer. De Romeinen op het platteland hadden geen aquaducten, dus moesten de eigenaren van villa’s hun eigen waterbronnen aanboren. Ze maakte gebruik van regenwater, putten of rivieren. Omdat niet elke villa stromend water had, moesten slaven en ander personeel het water naar het huis toe dragen en sloegen het daarna op. De meeste Romeinen gebruikte veel water in hun badhuizen, die in de meeste villa’s een belangrijke plek innam. De luxer villa’s hadden 3 hoofdvertrekken voor: een kleedkamer, een voor een koud bad en nog een voor een warm bad. De vloeren van de vertrekken waren verwarmd, zodat de baders zo min mogelijk koud leden. Soms was er een waterafvoer en werd het overtollige water gebruikt om de afvoerbuizen van de latrites door te spoelen. De Romeinen combineerden hun streven naar hygiëne met het sociale leven. Het badhuis en de latrine waren plekken om uit te rusten en te praten, vandaar dat bij de Romeinse wc’s vaak gaten naast elkaar waren geplaatst. Het verbod tegen naaktheid die tijdens de republiek was streng was, was minder streng geworden en de mensen genoten van de gemeenschappelijke faciliteiten. Deelvraag 1: De ontwikkeling van de WC 18e eeuw: In de 18e eeuw werden vele lange zeereizen gemaakt. Hygiëne was dan ook erg belangrijk, omdat er anders ziektes uitbraken aan boord van de schepen. De uitwerpselen en urine van de bemanning en passagiers werden gelijk in zee gedumpt. De toiletten voor de bemanningsleden zaten in de boeg van het schip. De belangrijke passagiers en de kapitein van het schip hadden aparte toiletten en benedendeks hadden de onderofficieren ook nog gezamenlijke wc’s. Aan land werden de eerste spoel wc’s geïntroduceerd. In 1778 ontwierp Joseph Bramah een klep die een krachtige waterstroom produceerde, ook voegde hij een “stankval’ aan zijn toilet toe. Dat was een klep die de wc afsloot van de uitwerpselen, het leek op de zwanenhals die we tegenwoordig kennen bij onze wc’s. Ook daarom was dit het eerste toilet dat op het hedendaagse toilet lijkt. 19e eeuw: De rijken in de 19e eeuw gingen naar kuuroorden en bestelden wastafels en toiletten, terwijl de armen leden onder dodelijke ziektes die voornamelijk veroorzaakt werden door de slechte hygiëne van die tijd. Rond 1830 kwam uit Azië een dodelijke ziekte: de cholera. Deze ziekte werd verspreid via riolen en vuil water. Ook de Tyfus was een ziekte die veroorzaakt werd door slechte hygiëne. Deze ziekte eiste veel slachtoffers. Nadat er vele mensen doodgegaan zijn aan deze en andere ziektes, begon het eindelijk tot regeringen door te dringen dat de ziektes alleen gestopt konden worden als er in elke grote stad rioolsystemen, openbare toiletten en drinkwaterpompen werden aangelegd. En dat gingen ze dan ook doen, waarvan de vooruitstrevende fabrikanten als Thomas Crapper en John Doulton profijt van hadden, en deze werkten ondertussen aan verbeterde afvoersystemen en spoeltoiletten. 20e eeuw tot heden: In de 20e eeuw is de welvaart toegenomen en zijn het niet alleen de rijken die moderne badkamers en toiletten kunnen bezitten. Er is niet alleen oog voor hygiëne maar ook voor design. Er zijn tegenwoordig hele luxe winkels waar de mensen kunnen shoppen voor hun sanitair, maar ook elke doe het zelf winkel heeft een afdeling sanitair. Wanneer er nieuwe huizen worden gebouwd zijn er ook strenge bouwbesluiten. Deze besluiten bepalen ook hoe groot en welke ventilatie de toiletruimte minimaal moeten hebben. Ook zijn er speciale voorschriften waaraan openbare en horeca gelegenheden moeten voldoen met betrekking tot de toiletruimte. De overheid heeft besloten dat ieder huis vanaf 2002 moet zijn aan gesloten op het centrale rioleringssysteem. Er mag dus niet meer geloosd worden in septic tanks, die in de sloot uit komen. Er is echter een uitzondering gemaakt voor enkele huizen in het buitengebied. Dit alles draagt mee aan minder vervuiling voor de natuur en nog betere hygiëne. De ontwikkeling van schoonmaak producten heeft natuurlijk ook meegedragen aan de verbeterding van de hygiëne, maar niet aan die van een beter milieu. Toen de mensen de ruimte in gingen, ontstond ook de vraag: “Wat doen we met onze ontlasting in de ruimte? “ Voor de opvang daarvan zijn ook allerlei technieken ontwikkeld. De toiletten in de ruimte worden daar 'afval beheersing compartimenten' genoemd. Voor het urineren wordt echter vaak wat anders gebruikt: mannen en vrouwen gebruiken een trechter die bevestigd is aan een afvoer. De urine wordt in de ruimte gedumpt waar het bevriest en een ring van kristallen vormt rond het ruimteschip.
Deelvraag 2: Hoe is het wc papier ontstaan? Toiletpapier kwam relatief laat in gebruik. In Vlaanderen was het tot aan de Eerste Wereldoorlog de gewoonte om zich met een vinger te reinigen en deze dan aan de rand van de poepdoos af te wrijven. Dit gebeurde altijd met een vinger van de linkerhand, vandaar dat men elkaar tot op de dag van vandaag de rechterhand drukt en iets met de rechterhand aanreikt of ontvangt. In de rest van West Europa gebruikte men door de eeuwen heen werkelijk van alles. Behalve papier gebruikte men hooi, gras, mos, platte steentjes (de zogenaamde 'gatkrabbers'), schelpen, houtspaanders, dennen appels, mos, zand of tot lappen gescheurde vodden. Archeologisch onderzoek uit Engeland toonde aan dat monniken hun versleten pijen in stroken scheurden om hun billen af te vegen. Het moderne toiletpapier werd pas in de 19de eeuw in Amerika uitgevonden. Het werd in bundeltjes van 1000 vellen verkocht en bij krantenjongens en hotelportiers kon je boekjes van 100 vel kopen. Aan het eind van de eeuw begon men toiletrollen te verkopen en deze werden thuis in de rolhouders bevestigd. Het moderne zachte WC papier kwam in 1930 vanuit Amerika naar onze streken, maar werd pas na de Tweede Wereldoorlog bij ons echt populair. Een stap in de richting van een betere hygiëne van het achterwerk is het vochtig toiletpapier of reinigingsdoekje. Tegenwoordig liggen er meerdere merken vochtig WC papier in de schappen van de supermarkt. De natte toiletpapiertjes of reinigingsdoekjes zijn van een sterkere soort papier dan het gewone toiletpapier en zijn doordrenkt met een reinigende lotion op waterbasis. Deze doekjes worden in een tegen uitdrogen beschermend doosje geleverd. Deze reinigingsdoekjes gebruikt u na het droge toiletpapier. In 1993 testte de Consumentenbond negentien soorten vochtig toiletpapier. Tijdens dit onderzoek werden er meerdere huidartsen geraadpleegd die stuk voor stuk volmondig beaamden dat vochtig toiletpapier hygiënisch is. Toch kwam de Consumentenbond tot de volgende conclusie:"Vochtig toiletpapier bevat stoffen die in meerdere of mindere mate een allergische reactie kunnen veroorzaken. De doekjes kunnen daardoor eerder voor problemen zorgen dan dat ze iets oplossen. Wassen met water is het meest hygiënisch en vriendelijker voor uw huid en het milieu." Is dit juist? Niet helemaal: voor mensen die geen last van allergie hebben is het reinigen van de anus met vochtig toiletpapier een goeie oplossing. En in ieder geval is het tussen de billen van deze mensen een stuk frisser dan die van de onderzoeker van de Consumentenbond die schreef: "Overigens zijn vieze billen voor een deel het gevolg van verkeerde eetgewoonten. Als u voldoende voedingsvezels eet, kan uw ontlasting in de pot ploffen zonder al te veel sporen op uw billen achter te laten". Een bekend nadeel van vochtig WC papier is dat het na gebruik minder snel uit elkaar valt dan het gewone papier van de closetrol. Mensen die in een huis met een snel verstopte riolering wonen kunnen de gebruikte doekjes beter bij het huisvuil doen.

REACTIES

M.

M.

Tegenwoordig kan je veel vinden op https://www.google.nl/

5 jaar geleden

B.

B.

goed verslag

5 jaar geleden

D.

D.

Bedankt voor het verslag. Heb je alles via www.google.nl opgezocht?

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.