Zit je in de bovenbouw van havo of vwo?

Vul dan deze vragenlijst in over jouw studiekeuze en maak kans op een van de cadeaubonnen van 20 euro.

Meedoen

Heksenvervolging

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 5546 woorden
  • 11 maart 2001
  • 66 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
66 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Heksen(vervolgingen)

Wat is hekserij?
Hekserij{of Wicca}is een natuurreligie die vrouwen en mannen uitvoeren. Heksen komen samen op het platteland, op open plekken in het bos. Er waren eens 3 monniken, die wilde weten wat de heksen deden op ‘heksensabbat’. Ze wisten alleen dat er in de Alpen regelmatig 1 gehouden werd. Op een nacht verstopten ze zich, maar ze werden al snel gevonden door een aantal heksen. Ze zeiden tegen de monniken: ‘Wij zijn met heel erg veel, als we de bergen in stenen zouden verdelen zou ieder van ons niet meer dan een pond te dragen hebben.’ En als je weet hoe groot de Alpen zijn, dan zijn al die heksen met ontzettend veel. Dit is natuurlijk wel een verzonnen verhaal, maar in de tijd dat het ontstond, 500 jaar geleden, geloofden de mensen het wel.
Mensen hadden geen echte bewijzen dat heksen bestonden, maar ze geloofden wel in toverkunst.
De mensen namen gewoon aan dat heksen bestonden en dat ze konden toveren. Er waren zelfs mensen die zelf bekenden dat ze heks waren en dat ze duivelse kunsten konden verrichten.

De geschiedenis
Mensen houden zich al heel lang bezig met tovenarij{ook wel magie genoemd}men wilde invloed hebben op het leven, op het leven van mensen, dieren en planten. Dat probeerden ze door allemaal magische dingen uit te voeren. Heksen gebruikten daarvoor bijvoorbeeld afbeeldingen, uitgegraven voetafdrukken en kledingsstukken. Er werden ook heksenzalven gemaakt en toverspreuken gebruikt. Men dacht ook dat heksen geesten konden oproepen op bezemstelen konden vliegen of op ruggen van dieren, dat ze van gedaante konden veranderen, bijvoorbeeld in wolven of reptielen.

Heksenvervolgingen kwamen al heel lang geleden voor. Ze werden beschuldigt van kwaad doen oor middel van tovenarij. Dat betekent dat ze mensen ziek konden maken of zelfs doden. Ze zouden ook dieren kunnen doden en oogsten laten mislukken. Ze werden ook vaak beschuldigd dat ze een verkeerd idee hadden van het christelijke geloof. Mensen probeerden met tovenarij de wereld om hen heen te veranderen. De meeste tovenaars wilden een beter leven voor henzelf en een ander scheppen.

De meeste mensen beschouwen heksen als enge wezens die beschikken over paranormale machten en krachten die ze gebruiken/ misbruiken om hun omgeving te manipuleren. Dit is wel het traditionele beeld van de heks. Ze struint bij nacht en ontij(slecht weer enz.) door bossen, op zoek naar planten en kruiden om daar later een stinkend mengsel van te brouwen, bijvoorbeeld om haar buurman in een pad te veranderen. Verder vliegt ze door de lucht op een bezem, meestal bij volle maan. Dit klinkt allemaal heel spannend, maar de realiteit is een beetje anders. Een beetje. Van magie is zeker sprake, maar op een andere manier dan door de eeuwen heen overgeleverd is. Het woord heks komt van "hagazussa" en dat betekent heggenrijdster... Ze rijdt over de heg met aan haar linkerhand de logisch-rationele wereld en aan haar rechterhand de wereld van het emotioneel-intuïtieve. Haar taak is om die twee werelden met elkaar in harmonie te brengen. Ze moet beide werelden goed begrijpen. Voor dat begrip is veel kennis nodig.

Bijvoorbeeld:
Kennis van de natuur, de betekenis van de seizoenen, van energieën en krachten. Mensen bevrijden van pijn en helpen met het genezingsproces (masseren en magnetiseren). Mensen vrij maken van hun lichamelijke en geestelijke ‘blokkades’(masseren, kruidenkompressen ed.). Kennis van psychologische processen en het gebruik daarvan voor genezende doelen.
Het gebruik van de TAROT voor persoonlijkheid en informatie over de toekomst. Kennis van handlijnkunde, kennis van kruiden, het maken van recepten, zalven en dranken. Kennis van kaarsenmagie, kennis van seksuele magie. Kennis van de astrologie en kennis van de invloeden van de zon en de maan op alle wezens op aarde.

De kennis van de genezende werking van bepaalde kruiden en planten was al in de oudheid vaak bij vrouwen te vinden. De kennis ervan werd van moeder op dochter doorgegeven. Daarom ook namen ze in elk dorp een speciale plaats in. Het verzamelen van kruiden en het gebruiken ervan waren vaak gebonden aan heel oude gebruiken. Zo konden bepaalde planten alleen bij volle maan geplukt worden, anderen juist op nachten zonder maan en weer anderen alleen op bepaalde dagen en op bepaalde uren.

Dit verzamelen, bij nacht en ontij, en soms ook naakt, riep bij de bevolking natuurlijk allerlei angsten op. Men kende het niet en men begreep het niet. De genezeressen probeerden hun kennis geheim te houden. Zo konden ze ook hun macht en invloed behouden.

Al in de vroege middeleeuwen, zo rond 600, was de bevolking van een dorp bij ziekte afhankelijk van de kruidenkennis van de vrouw. Maar net als tegenwoordig maakte de gebruikte hoeveelheid het verschil uit tussen leven en dood. Teveel van geneeskrachtige middelen is ook niet goed. Daar wordt je ziek van. Daarom werden de kruidenzoeksters niet alleen gezien als genezeressen, maar ook als gifmengsters. Ze werden ook toen al heksen genoemd.

Een pentagram wordt gebruikt bij het aanroepen van de heersers van de vier windstreken. Hiernaast ziet u een pentagram, met de betekenissen hieronder. Iedere windstreek staat voor één van de elementen. Zo staat noord voor aarde, oost voor lucht, zuid voor vuur en west voor water.

LUCHT
Lucht staat voor geest, intellect, mentale vermogens, intelligentie. Extrovert(naar buiten gekeerd)
WATER
Water staat voor gevoelens, emoties, invoelings vermogen. Introvert(naar binnen gekeerd)
AARDE
Aarde staat voor materialisme, praktische zin, nuchterheid, sensualiteit. Introvert
VUUR
Vuur staat voor enthousiasme, intuïtie, ideeën, oorspronkelijkheid. Extrovert

Al heel lang houden mensen zich bezig met tovenarij (ook wel magie genoemd). Men wilde invloed krijgen op het leven van mensen, dieren en planten. Dat probeerde men te bereiken door allerlei 'magische' handelingen uit te voeren. Men gebruikte daarvoor bijvoorbeeld afbeeldingen, uitgegraven voetafdrukken en kledingsstukken. Daarnaast werden er heksenzalven gemaakt en toverspreuken gebruikt. Men geloofde dat heksen geesten konden oproepen en konden vliegen op bezems of op de ruggen van dieren. Ook was men er van overtuigd dat heksen van gedaante konden veranderen, bijvoorbeeld in wolven of reptielen.

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Heksenvervolgingen en tovenarij
Heksenvervolgingen kwamen al lang geleden voor. Mensen werden beschuldigd van kwaad doen door middel van tovenarij. Dat betekende dat ze door middel van toverkunst andere mensen ziek maakten of zelfs doodden. Ze zouden ook dieren kunnen doden en oogsten doen mislukken. Vaak werden die mensen ook beschuldigd van het feit dat ze een verkeerd idee hadden van het christelijke geloof.

Met tovenarij probeerden mensen de wereld om zich heen te veranderen. De meeste tovenaars wilden dat om een beter leven voor zichzelf en anderen te scheppen. Die 'anderen' waren vaak mensen uit een dorp of stad die een tovenaar (of heks dus) in dienst namen. Ze dachten dat ze door toverkunsten rijk konden worden, of dat ze geluk zouden kunnen krijgen in de liefde.

Om verder alles goed te begrijpen, moet je eerst duidelijk zijn dat - zo'n 500 jaar geleden - rond
1500, iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet die iedereen moest gehoorzamen. Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd. En dat was echt heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden. Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand.

In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keren van gedachte:

In de achtste eeuw stelde de kerk dat iedereen in het bestaan van heksen geloofde een ketter was.
In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die nìet in heksen geloofde was een ketter. Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.

Maar voor het jaar 1500 bestond er een verschil tussen 'ketters' en 'heksen’. Ketters waren mensen die, volgens de kerk, op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die ervan beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dat de heksen dan ook 'gelovigen' waren van een ander soort godsdienst.
Volgens de mensen die op de heksen gingen jagen was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was (zo zei men) verantwoordelijk voor alle ellende en al het kwaad in de wereld. Als de mensen iets verkeerd deden werden ze door God gestraft. De straf was dat God de duivel zijn gang liet gaan. Als de gelovige mensen iets goeds wilden doen, dan moesten ze beginnen alle aanhangers van de duivel weg te jagen of te doden.

In het begin werden beschuldigingen van tovenarij door de machthebbers niet serieus genomen. Wat moest je met een boer die zei dat zijn koe gedood was door tovenarij? De man vertelde dat het beest de dag ervoor nog gezond leek en nu dood in de wei lag. Een getuige vertelde dat hij een oude vrouw die voorbij was gelopen 'vreemd' naar het beest had zien kijken. Misschien zei die man maar wat en had hij zelf slecht voor het dier gezorgd.

Er waren in die tijd twee soorten machthebbers. Aan de ene kant stond de zogenaamde 'wereldlijke overheid'. Dat waren de koning en zijn dienaren in de dorpen en steden; aan de andere kant stond de kerk, onder leiding van de paus in Rome. Het was de kerk die in het begin hekserij begon te vervolgen. Later deden ook de burgemeesters en de politie mee.

De kerk kon alleen maar mensen vervolgen als zij gesteund werd door de koningen en de stadsbesturen, door die 'wereldlijke overheid'. De kerk had geen soldaten of politieagenten in dienst. Ze moest dus geholpen worden door de plaatselijke overheid. Met andere woorden: de kerk moest een koning of een stadsbestuur eerst overhalen om tot een heksenjacht over te gaan, voordat ze iets konden doen.

In de periode vòòr 1500 gebeurde er van alles waardoor ook de koningen en hun dienaren op heksen gingen jagen.

Zoals ik net al zei: in de periode voor 1500 gebeurde er een aantal dingen waardoor de kerk (de paus en de bisschoppen) en de wereldlijke overheid (koningen en de keizer) steeds meer gingen samenwerken.

Er zijn geschiedkundigen die zeggen dat het allemaal begon met het uitbreken van een verschrikkelijke ziekte. In de tweede helft van de veertiende eeuw brak de Pest uit. De ziekte was heel besmettelijk en dodelijk. Niemand begreep in die tijd hoe je besmet kon worden. Ze konden de ziekte niet zien aankomen. Van de ene dag op de andere was je ziek en ging je dood. Doktoren wisten niets van dingen zoals hygiëne.

In vijftig jaar tijd stierf ongeveer een derde van de bevolking van West-Europa. Nog nooit hadden de mensen zoiets afschuwelijks meegemaakt. Ze begrepen niet waarom dit gebeurde. Ze dachten dat het de straf van God was. Maar waarvoor? Wat hadden ze misdaan? Ook de mensen van de kerk wisten het niet. Ze zeiden dat de mensen in de ogen van God hadden gezondigd.

Eén van de redenen waarom de mensen van de kerk geen goed antwoord hadden, was omdat het met de kerk zelf niet zo goed ging. Er was ruzie. In Rome, de stad waar de paus woonde, brak er strijd uit. Als gevolg daarvan moest de paus vluchten. Hij ging in Avignon, een stad in het zuiden van Frankrijk wonen. Het hof van de paus daar leek al gauw meer op dat van een rijke koning dat van een geestelijk leider. Ook de gewone mensen in de kerk, de monniken, leefden steeds minder volgens de regels. Monniken moesten de gewone mensen een goed voorbeeld geven. In plaats daarvan waren het vaak mannen die gokten, alcohol dronken en achter de vrouwen aanzaten. Rijke mensen kochten baantjes in de kerk voor hun kinderen. Zo kreeg de kerk een steeds slechtere naam. Er kwamen steeds meer mensen die zeiden dat er dingen moesten veranderen. Zij werden hervormers genoemd.

De onvrede van de gewone mensen nam steeds meer toe. Wat hadden ze aan een kerk die niet in staat was om iets te doen aan die verschrikkelijke pest? Er braken opstanden uit en oorlogen. Er werden allerlei nieuwe godsdienstige groepen (sektes) opgericht. Vreemde groepen mensen trokken door het land. Armoedig geklede mensen die zichzelf geselden (flagellanten), danszieken (die alleen gekalmeerd konden worden door ze muziek in de oren te tetteren), naaktlopers en gekkenschepen (schepen waarop men 'gekken' en soms ook besmettelijk zieken op zette). Deze schepen voeren de rivieren af, maar mochten nergens aanleggen. Voedsel werd meestal vanaf de oever toegeworpen.

Uiteindelijk uitte deze onvrede zich in de snel groeiende aanhang van hervormers zoals Luther en Calvijn. Luther en Calvijn waren mensen die andere ideeën hadden over het geloof. Er waren veel mensen die hen wilden volgen. Zij werden vervolgd door de katholieke kerk.

Ook waren er opstanden van boeren en burgers, vooral in Frankrijk en Duitsland. Omdat de opstanden wreed werden onderdrukt (ook door de hervormers), uitte men de onvrede op een andere manier. Er waren immers mensen die altijd al hadden gezondigd? Zij werden het doel van vervolgingen. Wie die mensen waren? Het waren 'rare mensen', 'eigenaardige oude vrouwtjes', 'mensen die er anders uitzagen' en tenslotte de eigen buren... Kortom, het waren 'heksen'.

In veel geschiedenisboekjes staat dat de zestiende en zeventiende eeuw eeuwen van 'vooruitgang' waren. Er werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan. De wetenschap ging snel vooruit. Maar het waren ook de eeuwen met de grootste heksenvervolgingen. Voordat ik u wat meer over die vervolgingen vertel, zal ik eerst wat zeggen over hoe mensen over 'magie' of 'tovenarij' dachten.

Het klinkt nu misschien wat vreemd, maar magie of tovenarij nam toen in het dagelijks leven een hele belangrijke plaats in. Men zocht voor allerlei gebeurtenissen die men niet begreep een verklaring. Als het plotseling begon te waaien of te stormen vertrouwde men dat niet. Als er mensen of dieren plotseling ziek werden of doodgingen, zocht men er wat achter. Men kon niet begrijpen dat de oorzaak van een ziekte misschien iets was dat men had gegeten of gedronken. Nee, er waren andere verklaringen. Voor die verklaringen ging men naar wijze mannen of vrouwen. Deze mensen wisten veel van kruiden en voorspelden de toekomst van hun klanten. In die tijd geloofde men in het bestaan van allerlei bovennatuurlijke wezens, zoals feeën, elven, dwergen, weerwolven, geesten en demonen.

Eigenlijk elk dorp of gehucht had zo'n wijze man of vrouw. Deze hielp de inwoners bij het zoeken van verdwaald vee (Bijv. met pendels), bij het genezen van mensen en dieren, bij het geven van 'magische bescherming' van planten, huizen, schepen en reizigers, bij het vruchtbaar maken van mens en dier.

Zo'n dorp of gehucht was vrij afgesloten van de buitenwereld. De wegen waren slecht en het was vaak niet veilig. Iedereen kende iedereen. En bijna alles dat men nodig had kwam uit het dorp zelf. Alleen als er markt was kwamen er mensen van buiten. Zo'n wijze man of vrouw werd door de mensen uit het dorp verzorgd. Het waren vaak oude mensen die alleen op die manier nog wat konden verdienen. In de meeste gevallen ging het om oude vrouwen waarvan de man was overleden. Zij kon zelf niet meer werken op het land.

In andere dorpen was het een vrouwenberoep. De kennis werd van moeder op dochter doorgegeven. Deze kennis ging voornamelijk over de werking van bepaalde planten op mens en dier. De plaats van zo'n vrouw in het dorp had eigenlijk twee kanten:

1. Met haar kennis kon zij natuurlijk mensen helpen. Maar alleen als zij door de mensen uit het dorp goed behandeld zou worden, zou zij hen ook helpen.
2. Met haar kennis kon zij ook veel kwaad doen. Als zij door haar mededorpsbewoners slecht behandeld zou worden, zou zij hen zelfs kunnen doden.

De enige manier waarop zo'n afgesloten dorp gedwongen kon worden om met andere mensen in contact te komen, was door oorlog. En als gevolg van de ruzie om de godsdienstige hervormingen van Luther en Calvijn braken er in de zestiende en zeventiende eeuw steeds weer oorlogen uit. In deze oorlogen trokken de legers door het land. Zij verwoestten daar vaak alles dat ze tegen kwamen en doodden veel mensen. Dit had tot gevolg dat de oude dorpsgemeenschappen ophielden te bestaan. En net als bij de pestepidemie vroegen mensen zich af wat voor zonden ze hadden begaan.

Maar nu waren er twee groepen die daar een antwoord op gaven. De katholieken gaven de protestanten de schuld en de protestanten gaven de katholieken de schuld. En beiden noemden hun tegenstanders 'heksen'. En als de heksenvervolgers kwamen zoeken naar heksen, hielp de bevolking vaak mee om hun eigen 'wijze vrouwen' uit de weg te ruimen. De oorlogsellende was God’s straf voor het feit dat het dorp had toegestaan dat de heks haar 'duivelse werk' deed.

Als je meer wilt weten over de mensen die men 'heksen' noemde, moet je zoeken bij schrijvers die wilden dat zij werden vervolgd. Deze schrijvers hadden hun informatie zelf weer uit de bekentenissen van de heksen zelf. Het grote nadeel daarbij is dat bijna alle bekentenissen werden verkregen door de mensen te martelen. Om mensen te dwingen om te bekennen wat zij als heks hadden gedaan, paste men martelingen toe (zoals de duimklemmen enz.).

Vrijwel alle bekentenissen kwamen op hetzelfde neer. De heksen gaven toe dat ze een verbond met de duivel hadden gesloten. In ruil daarvoor kregen ze op aarde een bepaalde macht. De macht van de heksen kwam dus van de duivel en kon dus nooit voor goede dingen gebruikt worden.

Om dat verbond met de duivel te krijgen, moest de heks verschijnen op een groot heksenfeest, de zogenaamde 'heksensabbat'. Dat waren, volgens de vervolgers, grote feesten met veel drank, eten en sex. De hoogtepunten van het feest waren het slachten van een christelijk kind (gestolen uit de wieg) en het geven van de 'infame kus'. Dat laatste hield in dat alle heksen een kus moesten geven op het achterwerk van een zwarte bok. Van die bok werd gezegd dat hij de duivel voorstelde. De duivel kon er op verschillende manieren uitzien. Hij kon verschijnen als een mooie jongen, geheel in het zwart gekleed, als de echtgenoot of andere bekende van de vrouw; maar ook als man met de kop van een dier (varken). De stem van de man klonk vreemd hol. Hij beloofde de vrouw rijkdom en geluk in de liefde. Later gaf de duivel de heks haar een dier of vreemd wezen als bewijs van zijn verbond met haar.

Het verbond met de duivel werd gesloten doordat zij zei God niet meer te dienen en een overeenkomst met de duivel met haar bloed te ondertekenen. Als dat gebeurd was kreeg de heks een merkteken op haar lichaam als bewijs dat zij de dienares van de duivel was geworden. Dat merkteken kon overal zitten en er uitzien als een wrat of litteken.

Veel schrijvers in de zestiende en zeventiende eeuw bedachten daar nog allerlei dingen bij. Zo konden heksen zich veranderen in dieren, konden ze vliegen op een bezem of op een dier en konden zij zich razendsnel verplaatsen naar alle delen van de wereld. Al het goede wat een 'wijze vrouw' kon doen (zie het vorige stuk) werd tegen haar gebruikt. Zij was een aanhanger van de duivel en niet te vertrouwen. Huisdieren werden door de vervolgers daarbij vaak gezien als een soort 'huisgeest'. Daar zou dan een soort duivel in schuil gaan. Vaak werden padden en katten (en vooral zwarte) daarvan 'beschuldigd', maar later kwamen daar ook andere dieren bij, zoals apen, vliegen, vleermuizen, zeehonden, vissen, varkens en allerlei vogels. Het zou voor de heks zo makkelijker zijn zichzelf in een dier te veranderen. En hoe vreemder het dier, hoe banger de mensen waren.

Het hoogtepunt in al die verhalen was dus die heksensabbat. Als de heks voldoende was voorbereid, dan werd zij opgeroepen om aan het grote nachtelijke heksenfeest mee te doen. Midden in de nacht werd de heks gewaarschuwd door een geluid dat alleen zij kon horen. Ze moest zich dan uitkleden en haar lichaam insmeren met een 'toverzalf'. Daarna vloog zij op een bezem, een bok of een kleed naar een plek ergens in de berg of in een bos. De duivel was daar aanwezig in de gedaante van een grote zwarte man of van een zwarte bok. De duivel begon eerst met het tellen van de aanwezigen. Daarna begon het feest. Tafels met eten en drank verschenen uit het niets en men bespotte op alle manieren het christelijke geloof.

Een andere belangrijke beschuldiging was kindermoord. Heksen zouden pasgeboren kinderen ontvoeren om hen te offeren aan de duivel.

* Tijdens haar proces in de plaats Dan (in Zwitserland) gaf een vrouw toe dat zij meer dan veertig kinderen had gedood. Zij deed dat door meteen bij de geboorte een naald in het hoofd te steken tot bij de hersens. Zij werd verbrand.
* Een heks uit de buurt van Straatsburg (Frankrijk) bekende ontelbare kinderen te hebben gedood. Zij had geholpen bij de bevalling van een kind. Toen zij naar huis wilde zagen poortwachters dat zij iets verloor. Toen zij het opraapten bleek het de arm van een kind te zijn. Na een onderzoek bleek dat er vlak daarvoor een jongetje was gestorven. Het miste een arm...

In 1468 verklaarde de katholieke kerk dat hekserij een 'buitengewone misdaad' was. Daardoor konden tijdens een rechtszaak alle regels die normaal golden opzij worden gezet. Dat betekende bijvoorbeeld dat alleen het bewijs dat iemand schuldig maakte kon worden toegelaten. Pijnigen of martelen om bekentenissen af te dwingen was niet alleen toegestaan, maar werd zelfs aangemoedigd.

In 1486 brachten twee monniken, Heinrich Kramer en Jacob Sprenger, een boek tegen heksen uit. Het heette 'Malleus maleficarum' ofwel 'Heksenhamer'. Het was het eerste grote, gedrukte boek over 'demonologie' (= de wetenschap die zich bezig houdt met het opsporen van de werken van de duivel). Het werd een heel berucht boek. In de 'Heksenhamer' stond precies beschreven wat heksen waren, wat ze deden en waaraan je ze kon herkennen. Ook werd er verteld hoe je ze tot bekentenissen kon dwingen.

Het leek er veel op alsof de schrijvers een geweldige hekel hadden aan vrouwen. Ze stelden dat de vrouw minder slim was dan de man. In de Bijbel stond dat de vrouw gemaakt was van een rib van de man. De vrouw was al verleid door de slang in het Paradijs. Ze was goedgeloviger. Daarom was ze ook veel sneller tot hekserij te verleiden dan de man. Bovendien was de man minder geneigd tot hekserij omdat Jezus een man was geweest. Elke vrouw was in wezen verdacht. Het maakte niet uit of ze vaak naar de kerk ging of niet. Zelfs nonnen waren verdacht, omdat de duivel er speciaal op uit was om vooral godsdienstige vrouwen te verleiden. De duivel verwekte ook kinderen bij de heks. Het kind van een heks is dus 'duivelsgebroed'. Zelfs het kleinste meisje heeft dan een duivel als minnaar. Ze is dus ook heks en moet dus ook verbrand worden.

"Zonder vrouwen," schreven ze, "zou de wereld heel wat gevaren minder tellen. Hoe groot is dan tegenwoordig het gevaar nu velen van hen heksen zijn."

Ze stelden een lijst op van wat heksen konden:

- Ze stuurden hagel, storm en onweer.
- Ze maakten mensen en dieren onvruchtbaar.
- Ze gaven kinderen die ze ontvoerden aan de duivel, of ze doodden hen.
- Ze gooiden kinderen die bij hun ouders vandaan liepen ongezien in het water.
- Ze maakten bereden paarden schichtig.
- Ze kunnen zich door de lucht van de ene naar de andere plaats bewegen.
- Ze kunnen de rechters betoveren zodat die hen niet bestraffen.
- Ze kunnen zichzelf laten zwijgen tijdens martelingen.
- Ze kunnen hand en hart van degene die hen gevangen wil nemen laten beven.
- Ze maken openbaar wat voor anderen verborgen is.
- Ze voorspellen, met de hulp van de duivel, de toekomst.
- Ze kunnen dingen zien die verderop gebeuren.
- Ze kunnen iemand verliefd doen worden.
- Ze kunnen naar wens bepaalde mensen en dieren door de bliksem doden.
- Ze kunnen miskramen veroorzaken.
- Ze kunnen mensen en dieren kwaad doen zonder ze aan te raken.
- Ze geven hun eigen kinderen ook aan de duivel.

De schrijvers beschreven - aan de hand van verklaringen van vrouwen die beweerden er geweest te zijn - over bijeenkomsten van heksen met de duivel.

Als er een nieuwe heks bij komt moet zij op een afgesproken dag en plaats samen komen met andere heksen. Daar komt dan ook de duivel. Die verschijnt daar in de gedaante van een man. Hij belooft hen een langer leven en geluk. De nieuwe heks moet dan het christelijke geloof afzweren. Daarnaast moet zij de duivel gehoorzaamheid beloven. Als bewijs moet ze een zalf maken uit de beenderen en armen en benen van kinderen.

'Ze zenden hagel, boze stormen en onweer. Zij veroorzaken onvruchtbaarheid bij dieren en mensen. Zij bieden ook kinderen bij de duivel aan. Ze vliegen van plaats naar plaats. Ze betoveren de geest van de rechters. Ze bewerken mensen die op de pijnbank worden gefolterd en toch blijven zwijgen. Ze horen van de duivel van alles over de toekomst. Ze zorgen ervoor dat vrouwen zieke kinderen krijgen. Ze veranderen de harten van mensen van liefde en haat. Ze veranderen mensen in dierengestalten. Ze doden pasgeboren kinderen en offeren hen aan de duivel. Ze stelen kinderlijkjes uit de graven en koken ze dan in een ketel; daarvan maken zij zalven om hun toverkunsten en hun luchtreizen mogelijk te maken.'

Heksenvervolgers van latere tijden geloofden niet alles wat er in dat verschrikkelijke boek stond. Maar wel hielden ze vast aan het idee dat in de eerste plaats vrouwen schuldig waren. En allemaal volgden ze de gruwelijke voorschriften op, die in de 'Heksenhamer' stonden. In de praktijk betekende het dat alleen al een beschuldiging van hekserij betekende dat iemand op de brandstapel zou komen.

Maar was er dan helemaal geen tegenstand tegen het vervolgen van allerlei weerloze en onschuldige mensen? Tuurlijk wel! Maar in het begin waren de vervolgers zo machtig dat ze iedereen die tegen de heksenvervolging was ook verdacht maakten. Als iemand bijvoorbeeld tijdens een rechtszaak beweerde dat de beschuldigde onschuldig was, dan liep die persoon zelf ook de kans om als heks op de brandstapel te eindigen.

Toch nam het aantal tegenstanders toe. Men vroeg zich af of de heksen werkelijk zo gevaarlijk waren. Als ze zoveel macht van de duivel hadden gekregen, waarom waren ze dan niet rijk en machtig? De gevangen genomen heksen waren bijna altijd arm. Waar mensen bang voor waren, was dat de heksen zouden kunnen toveren. Maar, zo zeiden de tegenstanders van de vervolgingen, daar zie je in de praktijk dan niets van. Het kwam toch nooit voor dat heksen op een magische manier uit de gevangenis ontsnapten?

Een belangrijk tegenstander was Johannes Wier (1515 - 1588). Hij was geboren in Grave (Noord-Brabant) als zoon van een handelaar. Hij studeerde medicijnen in Frankrijk en kwam als dokter in aanraking met mensen die 'gek' waren. Hij ontdekte dat veel mensen die van hekserij beschuldigd werden geestelijk in de war waren. In zijn verdediging van heksen stelt hij dat het ging om vrouwen die door de duivel in de war werden gebracht. Het grote verschil met de heksenjagers was dus dat hij heksen niet schuldig vond aan 'hekserij', maar dat hij zei dat ze niet verantwoordelijk waren voor hun daden.

De heksenvervolgers ontkenden datgene wat Wier zei. Ze beschuldigden hem ervan dat hij zich door de duivel had laten verleiden om dit op te schrijven.

Toch nam in de loop van de jaren erna de tegenstand tegen de vervolgingen langzaam maar zeker toe. Nederland was het eerste land waar de vervolgingen ophielden.

Later, in de zeventiende eeuw, begonnen mensen steeds minder te geloven in zaken als magie. Daarvoor in de plaats kwamen wetenschappelijke verklaringen. Heksen konden niet vliegen, maar smeerden zich in met een soort zalf, waardoor ze droomden dat ze konden vliegen.

Als je naar het verloop van de vervolgingen kijkt, dan zie je dat de grootste vervolgingen plaatsvonden tussen 1600 en 1650. Daarna werden ze steeds minder. Na 1700 werd er bijna geen heks meer verbrand. Hoe kwam dat?

Hiervoor heb ik drie verklaringen gevonden:

1. De vervolgingen werden vaak georganiseerd in streken waar de bevolking in opstand dreigde te komen tegen een koning of vorst. Als die eenmaal weer echt de baas was, hielden de vervolgingen op.
2. Door de ontwikkelingen in de wetenschap werden de mensen minder bijgelovig. Het geloof in heksen als aanhangers van de duivel werd minder.
3. De godsdienstoorlogen waren afgelopen. Elk land had nu zijn eigen godsdienst. Daar veranderde weinig meer aan.

Er zijn allerlei schattingen gemaakt over het aantal mensen dat door de heksenvervolgingen zin omgekomen. De aantallen lopen uiteen van 'tienduizenden' tot aan 'twee miljoen'.

Er zijn rechters en vervolgers geweest die trots waren op hun werk. Zij hielden precies bij hoeveel heksen zij persoonlijk tot de dood hadden veroordeeld. Dat had te maken met de gedachte dat God hun daar dankbaar voor zou zijn.

De aartsbisschop Johann von Schöneburg van Trier (in Duitsland) vervolgde vanaf 1581 protestanten, joden en heksen. Tussen 1587 en 1593 liet hij in 22 dorpen 368 heksen verbranden.

Wurzburg en Bamburg, twee plaatsen in Duitsland, werden geregeerd door twee bijzonder wrede neven. Prins-bisschop Philipp Adolf von Ehrenberg (die van 1623 tot 1631 regeerde) liet 900 heksen verbranden en de 'Heksenbisschop' Gottfried Johann Georg II Fuchs von Dornhem (die van 1623 tot 1633 regeerde) verbrandde minstens 600 heksen.

De heksenvervolgingen in Bamberg begonnen wat later dan in andere Duitse steden. Het begon onder bisschop Johann Gotfried von Aschhausen (die van 1609 tot 1622 regeerde), die ongeveer 300 mensen liet verbranden, waarvan er alleen al in 1617 102. Er werden speciale 'Heksenhuizen' gebouwd, waar tussen de 30 en 40 heksen gevangen zaten. In 1629 en 1630 waren de vervolgingen erg heftig. Eén heksenjager beweerde in die periode alleen al 400 mensen te hebben laten verbranden. En onder de slachtoffers waren mannen, vrouwen en kinderen.

De boeken die verschenen, moedigden de heksenjagers alleen maar aan. Als ze niet alles op alles zouden zetten, dan zou de duivel spoedig de baas zijn over de hele wereld!

Nicholas Rémy, advocaat in Lotharingen, stierf in 1616 en was trots op het feit dat hij drieduizend slachtoffers had gemaakt. Hij was volgens zijn tijdgenoten een geleerd en slim man. Toch schreef hij een boek over hekserij, 'Démonolatrie' genaamd. Daarin schreef hij dingen als:

Nicholas Rémy, advocaat in Lotharingen, stierf in 1616 en was trots op het feit dat hij drieduizend slachtoffers had gemaakt. Hij was volgens zijn tijdgenoten een geleerd en slim man. Toch schreef hij een boek over hekserij, 'Démonolatrie' genaamd. Daarin schreef hij dingen als:

'Jeanne breekt een slakkenhuis en vermaalt het tot poeder. Waarom? Alle schapen van Barbe, haar buurvrouw, zijn sindsdien dood. Het is duidelijk dat Jeanne het poeder gebruikte om de dieren te doden. Verbrandt deze heks!'

Hij spaarde de kinderen die hun ouders als heks hadden verraden, maar hij liet ze met de zweep slaan en rondjes lopen rond de brandstapel van hun ouders.

Er zijn wetenschappers die nu proberen te achterhalen hoeveel mensen er tijdens die vervolgingen zijn gedood. Ze onderzoeken de verslagen van rechtszaken en halen zo vaak de meest afschuwelijke zaken naar boven over gemartelde en vermoorde mensen.

Mensen praten, ook tegenwoordig nog, over witte en zwarte magie. Dat verschil wordt al heel lang gemaakt en het komt overal voor. Meestal wordt er mee bedoeld dat witte magie 'goed' is en zwarte magie 'slecht'. Men denkt dan bijvoorbeeld aan een heks die kruiden gebruikt om mensen te helpen tegenover een heks die ze gebruikt om mensen ziek of dood te maken.

Maar de vraag is of dat verschil echt bestaat. Tegenwoordig weten we dat het niet gaat om de wetenschap, de kennis, maar om het gebruik wat er van wordt gemaakt. Iemand die in een ziekenhuis mensen beter maakt met medicijnen is 'goed', terwijl iemand die diezelfde medicijnen gebruikt om mensen te vergiftigen slecht wordt genoemd.

Datzelfde geldt voor de kennis waarover 'heksen' konden beschikken. Natuurlijk werd er wel eens magie gebruikt met slechte bedoelingen. Maar over het algemeen moeten je bedenken dat heksen probeerden goed te doen. Ze waren voor hun voedsel en hun werk afhankelijk van de dorpsbewoners. Die mensen kwamen niet meer naar hun toe als ze mensen ziek maakten. Als ze gevraagd werd om in de toekomst te kijken, voorspelden ze goede dingen, zoals succes bij de jacht, een goede oogst, het terugvinden van verloren voorwerpen en het beter maken van zieke mensen en zieke dieren. Ze probeerden slechte zaken te verdrijven en gaven beschermende voorwerpen mee aan reizigers en soldaten.

Maar de mensen voor wie ze die dingen deden waren toch vaak ook bang voor de heksen. Als ze de macht hadden om dingen te voorkomen of te genezen, dan konden ze die ook gebruiken om dingen juist wél te laten gebeuren of om ziektes te verspreiden.

De heksenvervolgers hebben gebruik gemaakt van deze angst. Dat is de reden waarom we heksen nu nog altijd verbinden met zwarte magie en enge oude vrouwtjes met slechte bedoelingen. En ook nu nog worden er soms mensen gedood omdat hun buren bang zijn voor tovenarij.

Dit is echter helemaal nergens voor nodig, als je je met mysterieuze zaken bezig houdt en het voorzichtig en verstandig doet, met je hoofd erbij, kan er vrijwel niets mis gaan!

REACTIES

M.

M.

Hoi,

Ik moet voor geschiedenis een scriptie schrijven over heksen vervolgingen. Ik ben erg benieuwd waar jij je informatie van daan hebt.
Zou je mij dat kunnen mailen?

Alvaast bedankt Maaike

24 jaar geleden

S.

S.

Hallo!
Ik wilde ff zeggen dat ik je werkstuk heel goed vind, nu is mijn vraag:weet je misschien nog welke bronnen je hiervoor gebruikt hebt?Ik maak samen met een vriendin een map over heksen,maar we kunnen eigenlijk weinig informatie vinden!Ik hoop dat je ons kunt en wilt helpen.
Ik hoop dat je me zo snel mogelijk wilt terugmailen, groetjes Sonja

24 jaar geleden

M.

M.

Thnx voor info van heksen!!!!!!! Ik heb daar Woensdag tentamen van en hiermee kan ik een stuk beter leren als mijn stencil op school!!
Nogmaals thnx
mischien kan ik jou ergens wel mee helpen (Ik zit 4de MAVO)

24 jaar geleden

M.

M.

Heksen waren ook aangezien voor ketters en werden op de brand stapel gegooid en in water verdronken om te kijken of ze wel echt heksen waren

24 jaar geleden

R.

R.

hai, ik wilde zeggen dat ik je werkstuk onwijs gaaf vond om te lezen, maar heb je hier misschien ook geen plaatjes bij????
nou thnx anyway

doeidoei,

Roshnie

24 jaar geleden

S.

S.

heel goed gedaan hoor!!
harstikke interessant en waardevol geweest..
bedankt...

groetjes,
Sibel

24 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.