Hitler, die altijd al gezegd had dat de geallieerden via Noorwegen binnen zouden vallen, werd hier nu in bevestigd. Daardoor stuurden hij veel zee- en landtroepen naar het noorden toe, ver van de uiteindelijke landingsplaats.
Operatie Fortitude Zuid, was een veel en veel grote operatie, hier wilden ze de Duitsers wijsmaken dat de invasie plaats zou vinden bij het Nauw van Calais. In het zuidoosten van Engeland werd een heel ‘nep’ legerkorps gecreëerd. Dit bestond zelfs uit nep gebouwen, nepuitrusting met zelfs opblaastanks en misleidend radioverkeer. Generaal Patton had de leiding over deze operatie.
De Duitsers hadden allemaal spionnen naar Zuid-Engeland gestuurd om meer informatie te verkrijgen. Deze waren allang door de Britten ontmaskerd en werden nu gebruikt als dubbelspionnen. Dit betekent dat ze aan hun leiders door zouden geven dat de invasie inderdaad bij het Nauw van Calais zou plaatsvinden.
Om deze manoeuvre in stand te houden werden de stranden bij Calais veel zwaarder gebombardeerd dan de stranden bij Normandië. Op de avond van de echte landen wierpen vliegtuigen namaakparachutisten af boven Calais. De Duitsers zagen deze, als ze in de lucht waren, aan als echte parachutisten en er werd dus ook veel op ze geschoten. Ook na 6 juni bleven de geallieerden gebouwen in de buurt van Calais bombarderen.
Lange tijd dachten de Duitsers dat de aanval bij Normandië een afleidingsmanoeuvre was. Hierdoor werden tankeenheden en ander zwaar geschut achter de hand gehouden voor de echte invasie bij Calais.
Doordat de geallieerden de weken voor de invasie meerdere keren voor vals alarm hadden gezorgd, werd het echte alarm niet meer geloofd. Hierdoor kwamen ze er pas later achter dat bij Normandië de echte invasie had plaatsgevonden, en dus al was begonnen.
2.3 Doelen
De belangrijkste doelen voor de eerste 24 uur waren om de bruggenhoofden veilig te stellen en daarna verder te gaan naar het noorden. Op D+1 moesten de bruggenhoofden met elkaar verbonden worden zodat het een lange linie zou zijn. Van D+2 tot D+9 werd verwacht dat ze genoeg land in handen zouden hebben zodat ze de andere troepen veilig konden laten landen. Cherbourg zou ook al in handen van de geallieerden moeten zijn dan, dit omdat Cherbourg belangrijk is vanwege zijn haven. Zodra alle troepen aan land waren zouden ze verder gaan en Parijs innemen, en zo verder.
Hoofdstuk 3: Luchtlandingen
Het succes van de amfibische landingen hing vooral af van de luchtlandingen. Als deze goed zouden gaan zouden de andere troepen het ook makkelijker krijgen en zou alles veel sneller gaan. De luchtlandingstroepen kregen de taak om achter de kustverdediging enkele belangrijke punten in te nemen zoals bruggen en grote wegen. Deze punten zouden helpen om de bruggenhoofden sneller in geallieerd bezit te krijgen. Ook zou dit er voor zorgen dat de Duitsers geen grootschalige tegenaanvallen konden plegen. Ook werden de troepen achter de stranden gedropt om de druk tijdens de landingen op het strand te verlagen. In enkele gevallen lukte het zelfs om de kustverdediging te neutraliseren.
De belangrijkste brug die ingenomen moest worden was de brug over het kanaal van Caen. De Britse 6e luchtlandingsdivisie kreeg deze taak. De brug heet nu Pegasusbrug omdat de soldaten die deze brug inname het vliegende paar Pegasus als schouderembleem hadden.
De Amerikaanse luchtlandingen gingen iets minder georganiseerd. Veel soldaten werden over een groot gebied verspreid en kwamen in door de Duitsers onder water gezet gebied terecht of zelfs in zee. Hierdoor werd het al snel duidelijk dat de doelen niet op tijd gehaald konden worden.
De troepensterkte bestond uit de 82e en 101e luchtlandingsdivisies. Deze bestonden bij elkaar uit ongeveer 14.000 soldaten. De 101e werd als eerste gedropt en de 82e volgde snel erna. Na 24 uur waren er 2.000 man van de 82e die een eenheid vormden en maar 2.500 van de 101e. De andere manschappen zaten verspreid over een groot gebied. Een tijd later landen ook nog zweefvliegtuigen die extra munitie en antitankwapens meebrachten.
De verspreidheid van de Amerikanen had ook een aantal voordelen. De Duitsers wisten hierdoor niet goed waar ze moesten aanvallen en konden dus geen grootschalige aanvallen plegen. Ook hielp het dat de Duitsers gebieden onder water hadden gezet. Dit was eigenlijk voor hun eigen verdediging maar nu werkte het alleen maar tegen ze, omdat het gebied wat onder water was gezet de Zuidelijke Amerikaanse flank dekte.
De luchtlandingstroepen vochten enkele dagen in kleine eenheden achter de kustlinies. Veel van die eenheden kenden elkaar niet doordat ze in ander compagnieën of zelfs andere divisies zaten.
De 82e luchtlandingsdivisie bezette in de morgen van 6 juni Sainte-Mère-Église. Deze stad heeft uiteindelijk de titel gekregen als eerst bevrijdde stad van de invasie.
Parachutisten bij de luchtlandingen in Normandië,
http://1940-1945.bloemendaal.nl/index.php?id=5
Hoofdstuk 4: Amfibische landingen
4.1 Sword Beach
Sword Beach was de codenaam voor een van de vijf landingszones in Normandië. Sword Beach was het meest oostelijke landingsstrand, en was 8km lang. De landing op dit strand was de verantwoordelijkheid van de Britten. De 3e infanteriedivisie en de 27e pantserbrigade zouden hier landen. De landing stond onder leiding van de generaals John Crocker en Thomas Rennie.
Aan Britse zijde werden in totaal 28.845 troepen ingezet. Deze vochten tegen 9.790 Duitse troepen. De landingszone was verdeeld in 4 stukken, van west naar oost: Oboe, Peter, Queen en Roger. Dit was gedaan zodat de troepen wisten waar ze heen moesten.
Iets verder het land in lag de grote Duitse batterij van Merville. Deze was gelukkig al uitgeschakeld door de luchtlandingstroepen. Deze hadden ook al de Pegasusbrug veroverd waardoor de verovering van de strand al iets makkelijker was.
4.2 Juno Beach
Juno Beach was op Sword Beach na het meest oost gelegen strand. Dit strand was op Omaha Beach het best verdedigde strand. De Duitsers beschikten over 11 zware geschutbatterijen met 155mm geschut en 9 batterijen met 75mm geschut. Ook lag het strand vol met mijnen. De nacht ervoor was er al een bombardement geweest op dit strand, maar dit had weinig effect gehad.
Deze aanval was de verantwoordelijkheid van de Canadezen en de Britten. Generaal Rod Keller had de leiding. Ze kwamen aan met 21.400 troepen. En ze vochten tegen 7.771 Duitse soldaten.
In de middag was dit strand veroverd en trokken de troepen verder landinwaarts om bruggen te veroveren. Een onderdeel van het 6e Canadese pantserregiment wist als enige haar doel te bereiken, maar deze moest zich wegens het ontbreken van de infanterie weer terugtrekken. Aan het eind van de dag waren de Canadezen het verst opgerukt, en aan het einde van de dag zouden ze contact leggen met de Britse troepen op Sword Beach.
4.3 Gold Beach
Gold Beach ligt tussen La Rivière en Longues-sur-Mer, het strand is 8km lang en was verdeeld in 4 sectoren, van west naar oost: How, Item, Jig en King. Jig en King waren ieder weer onderverdeeld in de subsectoren Red en Green. Gold Beach lag in de midden van alle 5 de stranden. Het strand zou veroverd worden door de Britten.
Gold Beach stond onder verantwoordelijkheid van de 50e infanteriedivisie en de 8e pantserbrigade van het Britse Tweede Leger onder leiding van luitenant-generaal Miles Dempsey. Hun hoofdtaak was het veroveren van Arromanches en Bayeux, en het afsnijden van de weg van Caen naar Bayeux. Daarnaast moesten de Britten contact maken met de Amerikanen die westelijk van Gold Beach op Omaha Beach landden en met de Canadezen die oostelijker landden, op Juno Beach.
De tegenstand van de Duitsers op Gold Beach was goed te merken. Doordat het strand deels onder water stond konden de mijnen en andere hindernissen niet worden opgeruimd. Hierdoor werden 20 tanks licht tot zwaar beschadigd. Daarom besloten ze om de DD tanks met boten tot aan de oever de brengen en ze dan pas in te zetten. Dit betekende wel dat ze niet gelijk gebruikt konden worden en dus een makkelijker doelwit waren voor antitankwapens. Ze hadden geluk want de Duitsers wisten niet veel tanks uit te schakelen en dit idee werd dus een groot succes.
Uiteindelijk lukte het de 50e infanteriedivisie door de Duitse linies te breken en het strand te veroveren. Door middel van speciaal ontworpen tanks, ook wel Hobart’s Funnies genoemd, werden de mijnen opgerijmd en werd er zo een weg gebaand voor de infanterie. Het aantal doden bleef steken op 413.
Rond middernacht waren er zo’n 25.000 soldaten geland op Gold Beach. Deze waren zo’n 10km landinwaarts opgerukt. Het was ze gelukt contact te maken met de Britse troepen op Juno Beach, maar nog niet met Amerikaanse troepen op Omaha Beach. Rond half elf ’s avonds hadden ze Arromaches ingenomen en stonden ze aan de buitenwijken van Bayeux. Hun doelen waren dus bereikt!
4.4 Omaha Beach
Omaha Beach was ongeveer 5 km lang en liep van Sainte-honorine tot Vierville-sur-Mer. De Verenigde staten zouden hier landen met een troepensterkte van 43.250. Ze zouden het opnemen tegen 7.800 Duitsers. De landing stond onder leiding van de generaals Omar Bradley, Norman Cota en Clarence R. Huebner.
In het westelijk deel zou de Amerikaanse 29e Infanteriedivisie landen, en in het oostelijk deel de 1e Infanteriedivisie. Het belangrijkste doel was het veroveren van het gebied tussen Port-en-Bessin en de rivier de Vire, waarna zuidwaarts kon worden opgerukt in de richting van Saint-Lô.
De Duitsers waren qua verdediging het best voorbereid op Omaha Beach. Hier stonden hun best getrainde soldaten. Het strand was voor de Duitsers makkelijk te verdedigen omdat zij 30 meter hoog in bunkers zaten en het strand langzaam afliep. Niet alleen Duitsers verdedigden dit strand maar ook Polen en Russen die gevangen waren genomen. Maar toch wisten de Amerikanen precies wat ze moesten doen door de vele verkenningen van het gebied.
Het makkelijk te verdedigen strand Omaha Beach (loopt langzaam af).
www.d-day.info.org
De landing op Omaha Beach leed de grootste verliezen. Tien minuten na de landing waren alle sergeants en officieren al gewond of gesneuveld. Hierdoor wisten de soldaten niet meer wat ze moesten doen omdat er geen leiding meer was. Dit kwam doordat de dagen ervoor de bombardementen slecht waren uitgevoerd en de Duitsers nauwelijks waren aangetast. Ook waren van de 29 Sherman Tanks bij de landing er al 27 gesneuveld. Hierdoor had de infanterie geen vuursteun. De soldaten die uit de landingsvaartuigen kwamen moesten nog 30 meter door ondiep water lopen waardoor ze een makkelijke prooi waren voor de tegenstanders. Hierdoor zijn ook veel soldaten gesneuveld. Na iets meer als een uur landde brigadegeneraal Norman Cota op het strand, hierdoor was er weer leiding en kregen de soldaten weer moed. Ten slotte lukte het ze om door de Duitse linies te breken. Ook een grote misser van de Amerikanen was dat ze de zogenaamde “Funnies” hadden afgewezen. Deze waren nodig om de mijnen en andere hindernissen weg te vegen zodat de infanterie een makkelijkere doortocht had. Dit was de schuld van generaal Bradley. Hij vond deze tanks niet nodig en heeft dus gezegd dat ze beter op andere plaatsen ingezet konden worden.
In Omaha Beach zijn ongeveer 3.000 soldaten om het leven gekomen waarvan 2.000 de eerste uren. Volgens onderzoek van de BBC zijn er wel 4- tot 5.000 soldaten om het leven gekomen maar dit is niet 100% zeker vastgesteld.
Boven in de duinen achter Omaha Beach ligt een Amerikaanse begraafplaats met voornamelijk soldaten die geland waren in Normandië op 6 Juni 1944.
4.5 Utah Beach
Utah Beach was het meest westelijke strand waar de landingen zouden plaatsvinden in Normandië. Het ligt tussen Poupeville en La Madeleine. Het strand was toegewezen aan de Amerikanen met hun 4e infanteriedivisie. Deze landing stond onder leiding van Raymond O. Barton en Theodore Roosevelt Jr., de zoon van oud-president Theodore Roosevelt. De Amerikanen kwamen aan met 32.000 manschappen. Over het aantal Duitse manschappen is niet veel over bekend.
Het plan was om in 4 golven het strand op te gaan. Precies op de afgesproken tijd werd de eerste golf ingezet. Ongeveer op uur H waren ze 300 meter van het strand. Op uur H werden de eerste 600 soldaten het water ingelaten waar ze 100 meter in moesten lopen naar het strand. Dit ging moeiteloos omdat de Duitsers hier geen aanval verwachten. Er waren enkel wat reserve eenheden aanwezig.
De eerste landing was een groot succes. Maar het eerste bataljon landde 1280 meter zuidelijker dan de afgesproken plaats. Hierdoor waren ze bang voor een mislukking. Maar dit viel mee omdat generaal Roosevelt Jr. de soldaten persoonlijk begeleiden met twee bataljonscommandanten. Roosevelt Jr. was overigens de oudste en hoogste militair die mee heeft gedaan aan D-Day. Doordat hij persoonlijk geholpen heeft de Duitsers op Utah Beach te verslaan en het strand in te nemen, veel moed te tonen, behulpzaam te zijn en er voor te zorgen dat alle goederen op de niet afgesproken landingsplaats zouden komen, heeft hij de Medal of Honor gekregen. Dit is de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding en staat voor opvallende moed met gevaar voor eigen leven boven wat dienst vereist.
Utah Beach was het strand me de minste verliezen van alle stranden en de troepen op dit strand hebben dan ook zeker hun doel bereikt. Wel met behulp van de 82e en 101e luchtlandingsdivisie waar ik in Hoofdstuk 3 al over heb verteld.
Zo zag het eruit als je uit je schip kwam en door het water naar het strand moest. http://nl.wikipedia.org/wiki/Amfibische_oorlogvoering
4.6 Pointe du Hoc
Pointe du Hoc was een zeer strategisch punt voor de geallieerden maar ook voor de Duitsers. Zij hadden hier 6 155mm kanonnen geïnstalleerd. De dagen voor de operatie was dit strand al zwaar gebombardeerd waardoor de Duitsers de kanonnen verder landinwaarts hadden geplaatst. Dit wisten de geallieerden niet. De missie stond onder leiding van de luitenant-kolonel James Earl Rudder, leider van de US 2nd Ranger Bataljon. Er zouden in totaal 225 soldaten op het strand landen met ondersteuning van wat infanterie.
Zeven uur ’s morgens bereikten de Rangers het strand en ze moesten tegen de 30 meter hoge klif omhoog zien te klimmen. Dit met behulp van touwladders en met mortieren omhoog geschoten enterhaken. Toen ze ontdekten dat de kanonnen weggehaald waren verzamelden ze zich en verkende ze het gebied. Ze versloegen de Duitsers en vernietigden de kanonnen. Daarna bleef de groep twee dagen geïsoleerd zitten i.v.m. Duitse tegenaanvallen. Ze hadden weinig munitie en bijna geen voedsel. Na 2 dagen arriveerden versterkende troepen en trokken ze verder landinwaarts.
De vijf landingsstranden http://www.elsentoine.com/normandie2013/bijzonderheden/invasiestranden.htm
Hoofdstuk 5: Nederlandse en Belgische betrokkenheid
De Nederlandse betrokkenheid bij operatie Overlord was klein. Het bestond alleen uit een paar vliegtuigen en schepen. Het Nederlandse 320e squadron van de marine luchtvaartdienst was een van de eerste die aan D-Day deelnam. Zij vlogen B-25 Mitchell-bommenwerpers. Het squadron leed zware verliezen door slechte trainingen e.d. Verder waren 13 Nederlandse motortorpedoboten betrokken om de landingsschepen te beschermen en waren er ook nog 20 Nederlandse schepen van de koopvaardij.
De Belgen hadden iets meer invloed gehad op D-Day. Zij hadden met behulp van 2.500 soldaten van de 1e infanteriebrigade de plaats Deauville ingenomen. Ook het Belgische 349e en 350e luchtmacht eskader nam deel aan D-Day, zij zorgden voor luchtdekking van de grondtroepen.
Hoofdstuk 6: Duitse weerstand
6.1 Wehrmacht
Veldmaarschalk Rommel, opperbevelhebber van de Noord-Franse kust, was op het moment van de invasie niet ter plaatse, hij was de 50e verjaardag van zijn vrouw aan het vieren totdat hij werd ingelicht erover. Rommel wilde de pantserdivisies die in het achterland van Frankrijk waren gesteld naar de kust. Hitler weigerde dit en gaf Rommel maar de helft. Er kwamen steeds meer geallieerden landingen, maar toch bleven Rommel, luitenant-generaal Speidel en veldmaarschalk Von Rundstedt denken dat het een afleidingsmanoeuvre was en dat de invasie op een andere plek zou plaatsvinden.
Echter kwamen er steeds meer meldingen en aanwijzingen dat er ook versterkingen naar deze stranden onderweg waren. Hierop stuurde Speidel twee pantserdivisies erheen. Maar deze mochten alleen met toestemming van Hitler verplaatst worden, wat ze niet hadden terwijl het bevel al was gegeven en ze onderweg waren. De twee pantserdivisies moesten dus stoppen en zijn hierdoor buiten strijd gebleven. Om 15:00 kwam dan eindelijk het bevel van Hitler dat de twee reserve pantsereenheden mochten worden ingezet. Dit kwam te laat omdat de lucht open was en ze dus een makkelijk doelwit waren voor luchtaanvallen. Hierdoor moesten ze wachten tot de avond en hebben ze op de eerste beslissende dag niet mee kunnen vechten.
Al met al was de Duitse Wehrmacht slecht georganiseerd en liep de communicatie traag. Hierdoor konden ze hun troepen niet op tijd verplaatsen en dit gaf de geallieerden des te meer kans. De slechte communicatie kwam vooral doordat ze niet verwacht hadden dat de invasie op deze plek zou plaatsvinden. Hierdoor moest alles in een keer omgegooid worden.
6.2 Luftwaffe
Tijdens D-Day waren er maar 2 Duitse jachtbommenwerpers die de stranden konden bombarderen. Er waren wel enkele verkenningsvluchten boven de stranden om de grootte van de geallieerden vloot vast te stellen en voor andere bombardeer- of verkenningsmissies. Veel andere missies zijn tegengehouden door omstandigheden of zijn al voordat ze hun doel konden bereiken neergeschoten.
Ze hadden 140 vliegtuigen paraat staan maar wilde deze niet gebruiken omdat deze alleen voor nood gebruikt mochten worden. En aangezien ze dachten dat dit niet de echte invasie was bleven de vliegtuigen dus aan de grond.
Uiteindelijk had de Luftwaffe op D-Day 319 vliegtuigen in de lucht. Maar dit stelde eigenlijk niks voor tegenover 10.500 vliegtuigen van de geallieerden. Ze maakten dus geen schijn van kans. Ze konden hun troepen op de stranden geen bescherming bieden omdat ze voor die tijd allang neergeschoten waren. Tijdens de hele operatie Overlord bleven de geallieerden het sterkst in de lucht.
Duitse Luftwaffe
http://en.wikipedia.org/wiki/luftwaffe
6.3 Kriegsmarine
De Duitse Kriegsmarine stond ook machteloos op D-Day. Toen de MTB’s (motortorpedoboten), die aan de Normandische kust lagen eindelijk het bevel kregen om uit te varen, is het enige wat ze deden hun torpedo’s afschieten en daarna gingen ze weer terug. Ze hebben hiermee 1 Brits schip tot zinken gebracht.
De Duitse U-boten die waren ingezet op D-Day haalden ook niets uit. Er waren 36 U-boten zonder snuiver en 6 met snuiver. Een snuiver is een uitvinding waarmee je met onderzeeboten op dieselmotoren kunt blijven varen. Een holle mast die schuif je uit naar net boven het zeeoppervlak, deze kan dan lucht aanzuigen of uitlaatgassen afvoeren. Van de 36 U-boten zonder snuiver waren er 12 gesneuveld al 6 dagen na de invasie, de andere 24 keerden terug naar de haven. De 6 onderzeeërs met snuiver hebben de geallieerde vloot niet eens kunnen bereiken. Geen van alle onderzeeërs hebben een geallieerd schip tot zinken gebracht.
Hoofdstuk 7: Geallieerde bruggenhoofd
Een paar belangrijke doelen waren op de eerste dag van de invasie niet gehaald, zoals het aaneensluiten van het bruggenhoofd of het innemen van de stad Caen. Wel waren alle landingen goed verlopen en waren de verliezen minder groot als voorspeld.
Montgomery, als bevelhebber van de grondtroepen moest er voor zorgen dat de bruggenhoofden samengevoegd werden, dit om een eventuele tegenaanval van de Duitsers om de geallieerden terug de zee in te drijven tegen te houden.
De Duitsers dachten in eerste instantie dat er nog een grotere tweede aanval zou komen bij de Seine. Hierdoor durfden ze niet alle troepen gelijk naar Normandisch gebied te sturen waardoor de geallieerden hier minder tegenstand hadden. Ook hadden de geallieerden alle wegen, bruggen en stations gebombardeerd waardoor vervoer bijna niet meer mogelijk was. En door de overmacht in het luchtruim konden de Duitsers zich alleen ’s nachts verplaatsen. Hierdoor lukte het de Duitsers niet om een grote troepenmacht op te bouwen in Normandië, wat de geallieerden een groot voordeel opleverde.
Op 7 juni spraken de 3 belangrijkste generaals, Eisenhower Jr, Montgomery en bradley met elkaar. Ze maakte zich zorgen dat ze nog niet een lang bruggenhoofd hadden. Dit kwam ook vooral doordat de morgen na de invasie de geallieerden nog steeds op het strand van de sector Omaha stonden.
Op 7 juni hadden ze een bruggenhoofd van ongeveer 35 kilometer. Maar op dit moment lagen de Amerikanen nog steeds ver van elkaar verwijderd en was er ook nog geen contact met de Britten. Op D+2 was er contact tussen de sectoren Omaha en Gold (Amerikanen en Britten). Op 10 juni kwam er ook eindelijk contact tussen Omaha en Utah, echter was dit geen goede aansluiting. De werkelijke aansluiting kwam pas op 12 juni. Op D+7 was er dan eindelijk aansluiting met alle sectoren en was er één groot geallieerd bruggenhoofd van 125km breed.
Nu kwam het volgende probleem, dit was het innemen van de stad Caen. Deze was van groot belang vanwege haar wegen- en spoorwegencentrum door Normandië. De geallieerden wilden deze stad graag innemen maar dat wisten de Duitsers ook. Hierdoor stond een groot leger geconcentreerd rondom de stad Caen.
Montgomery had dit al lang zien aankomen en had dus een plan bedacht, het “scharnierplan”. De Duitsers zouden zoveel mogelijk troepen naar Caen sturen. De Britten, die deze stad moesten innemen, zouden een aantal schijnaanvallen doen waardoor de Duitsers nog meer troepen zouden sturen. Hierdoor zouden het aantal troepen aan Amerikaanse zijde afnemen. Dit gebeurde ook en hierdoor konden de Amerikanen makkelijk terreinwinst boeken, wel betekende dit dat de Britten weinig of geen terreinwinst boekten.
Hoofdstuk 8: Operaties en slagen
8.1 Slag om Carentan
Het veroveren van Carentan was voor de geallieerden zeer belangrijk omdat deze stad ervoor zorgden dat er een verbinden zou ontstaan tussen Omaha en Utah. Na 4 dagen strijd lukte het ze om de stad te veroveren.
De opdracht van generaal Omar Bradley, om Carentan te veroveren zou zeker geen gemakkelijke strijd worden omdat hier een van de beste regimenten van de Duitsers stond, de 6. Fallschirmjägerregiment, onder leiding van Von der Heydte. Hij zou deze stad moeten verdedigen tot aan de laatste man.
De planning was om op 10 juni om 00:00 de stad aan te vallen. Dit doormiddel van het tangeffect, ze zouden als het ware de stad omsingelen. Dit lukte echter niet omdat een brug vernield was en ze deze dus niet meer konden oversteken. Ook kwam dit doordat toen ze daar aankwamen ze onder zwaar vijandelijk vuur kwamen te liggen. Pas op 12 juni lukte het ze om het Duitse verzet te breken. Ze bouwden snel een klein bruggenhoofd waardoor ze meerdere kleinschalige aanvallen konden plegen. Op 15 juni was de gehele stad ingenomen en waren zij de baas over Carentan. De Duitsers hebben door deze slag zware verliezen geleden. Het aantal geallieerde slachtoffers was beperkt maar er zijn wel een aantal gevoelige verliezen geleden.
8.2 Slag om Cotentin en Cherbourg
Cherbourg was de belangrijkste havenstad van Normandië. De geallieerden wilde deze stad zeker innemen want vanuit hier konden ze troepen en goederen aanvoeren. De strijd heeft ongeveer 3 weken geduurd.
Op D-Day landden de 82e en 101e luchtlandingsdivisie op Cotentin, het eiland waar Cherbourg ook op lag. Ondanks dat ze verspreid landden lukte het ze om een goed bruggenhoofd te bouwen waardoor de troepen van Utah makkelijk konden aansluiten. De Duitse troepen op Cotentin waren ook zwak omdat de beste troepen naar Caen waren gestuurd omdat men deze stad belangrijker vond om te verdedigen. Hierdoor hebben de geallieerden het op Cotentin niet erg moeilijk gehad. De Duitsers wilden zich op 16 juni terugtrekken naar Cherbourg en hier een vesting bouwen. Dit mocht niet van Hitler, hij wilde koste wat het kost doorvechten daar. Een dag later bedacht hij zich ineens en liet de troepen terugtrekken.
Luitenant-generaal Von Schlieben was de bevelhebber van het gebied rondom Cherbourg en Cherbourg zelf. Hij beschikte over zo’n 21.000 manschappen, alleen deze waren moe, gedesorganiseerd of kwamen van de marine af. Ook zaten ze met een tekort aan voedsel, munitie en andere goederen. Von Schlieben wist dat ze niet zouden winnen. Hij begon dus maar met het onbruikbaar maken van de haven en vernielde wat er te vernielen viel.
Op 22 juni vallen de geallieerden de verdedigingslinies van de Duitsers aan. Ze worden hierbij gesteund door bombardementen door 562 bommenwerpers. Later word nog een keer gebombardeerd door 377 bommenwerpers, hierbij worden de Amerikaanse troepen zelf ook geraakt. Ze vallen direct hierna de stad aan met artillerie- en pantserbeschietingen. De verdedigingslinie wordt snel en makkelijk uitgeschakeld. Het tegenoffensief van de Duitsers op 23 juni loopt tot niets uit. Op 25 juni zijn de geallieerden nog steeds niet tot in de stad doorgedrongen, ze worden nu ondersteund door drie slagschepen en vier kruisers. Nadat de beschietingen steeds heviger werden besloot Von Schlieben te capituleren en ook Walter Hennecke, bevelhebber van de zeeverdediging in Normandië capituleerde. Uitendelijk was op 1 juli het hele noordelijke deel van Cotentin onder controle.
Geallieerde soldaten met Duitse krijgsgevangen uit Cherbourg
http://www.strijdbewijs.nl/uitbraak/uit1.htm
8.3 Slag om Saint-Lô
Saint-Lô was van zeer groot belangrijk vanwege de knooppunt van verkeerswegen. In de nacht van 6 op 7 juni werd de stad zwaar gebombardeerd door 2.000 bommenwerpers. De stad werd voor 99% verwoest. De stad moest koste wat het kost worden ingenomen. Nadat dit na de eerste paar pogingen niet lukte concentreerde de geallieerden zich eerst op Cotentin en Cherbourg.
Ze moesten de stad toch innemen en waagden een poging, maar ze kwamen erachter dat de Duitsers een zeer sterke verdediging hadden opgebouwd tussen de ruïnes van de stad. Groter dan verwacht. Hierop lanceerde ze een groot offensief en veroverde uiteindelijk op 18 juli de stad. Dit ging wel ten koste van zware verliezen. Maar liefst 11.000 man stierven of raakten gewond.
8.4 Slag om Caen
De slag om Caen staat vooral bekend als een langdurige en bloedig slag, waarbij de stad bijna helemaal werd verwoest. Ten noorden van Caen lagen bruggen over het kanaal van Caen en de Orne die zeer belangrijk waren voor de geallieerde opmars. Later op de dag van 6 juni wisten de geallieerden deze bruggen te veroveren en verder door te stoten naar Caen, maar hier stopte hun opmars echter. De Duitse 21e pantserdivisie vocht moedwillig terug. Op 7 en 8 juni werd de Canadese 3e infanteriedivisie afgeslagen en de week erna de Britse 7e pantserdivisie. Hierdoor ontwikkelde Caen zich tot een belangrijke verdedigingsstad van de Duitsers. Op 25 juni en 4 juli werden nog meer geallieerde acties afgeslagen door de Duitsers. Op 18 juli lukte het de 3e Canadese divisie eindelijk om de Duitsers volledig uit Caen te verdrijven en de stad over te nemen. Of ja, van de stad zelf was weinig over. De wederopbouw van deze stad heeft tot 1963 geduurd en er is dan ook weinig over van het oude stuk van Caen.
8.5 Operatie Cobra
Operatie Cobra zou er voor moeten zorgden dat er een doorbraak werd geforceerd tussen de geallieerde bruggenhoofden. Generaal Omar Bradley had deze operatie gepland. De operatie ging anders als verwacht doordat doelen die gesteld waren voordat operatie cobra kon beginnen nog niet gehaald waren. Hierdoor liep alles veel vertraging op.
Voor de aanval zou een grootschalig bombardement plaatsvinden om de Duitse linies te verzwakken. Hierna zouden pantserdivisies de gebieden snel binnenvallen en zo een shock creëren. Het VII-korps en het VIII-korps namen deel aan deze operatie.
De operatie zou op 18 juli beginnen maar is door weersomstandigheden steeds afgeblazen. Toen op 24 juli de bommenwerpers uiteindelijk gestuurd werden verslechterde het weer opnieuw. Ze moesten weer terug komen maar hadden hierbij wel 155 van hun eigen mensen gedood of verwond. Ze wilden de aanval afblazen omdat er geen verrassing meer in zou zitten. Maar Bradley liet het toch doorgaan omdat de Duitsers zich niet hadden versterkt.
Op 25 juli begon het bombardement en de bommenwerpers dropten in totaal 3300 ton aan bommen. Een deel hier van weer op eigen soldaten. Dit kwam doordat de rook van de bommen weggeblazen werd richting de Amerikanen en de piloten hierop de bommen in de rook dropten. De eerste dag schoten de geallieerden al 3,5 km op. Meer dan verwacht omdat ze meer soldaten aan het Duitse front hadden verwacht. Op 26 juli werden 3 reserve-eenheden ingezet om te voorkomen dat de Duitse verdedigingslinie zich weer zou sluiten of dat ze een tegenaanval zouden plannen.
Op 28 juli werd duidelijk dat het verstandig was dat Bradley operatie Cobra had doorgezet. Het VIII-korps was bijna 20km opgerukt. Verder bleven de Britten en de Canadezen naar het oosten en zuiden aanvallen om de Duitsers vast te zetten. De Amerikanen die eigenlijk naar het westen moesten aanvallen om de havensteden in te nemen, werden door Montgomery naar het oosten gestuurd.
Op 7 augustus kwam er nog een tegenaanval van de Duitsers met 177 tanks. Deze werden echter makkelijk tegengehouden doordat de berichten die de Duitsers naar elkaar gestuurd hadden al waren ontcijferd voordat de aanval plaatsvond.
8.6 Bevrijding van Parijs
De bevrijding van Parijs wordt beschouwd als het einde van operatie Overlord. Dit gebeurde op 25 augustus 1944. Het Franse verzet kwam op 15 augustus. Op 18 augustus kwam er een volledige staking en werden er barricaden opgericht. Doordat de Duitsers deze verzetsstrijders makkelijk aan zouden kunnen moesten de geallieerden hun plan herzien en trokken de stad gelijk binnen. Hitler had de opdracht gegeven aan Dietrich von Choltitz om Parijs ten koste van alles te behouden. Wat er ook voor nodig was Hitler wilde de stad behouden. Dit lukte uiteindelijk niet en Parijs capituleerde. Op 28 augustus werd al een bevrijdingsparade gehouden terwijl Duitse sluipschutters, die niet op de hoogte waren van de capitulatie, nog actief waren. Op 29 augustus waren ook deze Duitse soldaten verdreven uit de stad en volgde nog een grote parade.
Grote parade na de bevrijding van Parijs http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/bitterheid-in-plaats-van-bloemen
Hoofdstuk 9: Weetjes over operatie Overlord
- 3 landen: Canada, VS, Verenigd Koninkrijk
- De 4 belangrijkste geallieerde commandanten: Dwight D. Eisenhower Jr, Bernard Montgomery, Bertram Ramsay en Trafford Leigh-mallory
- De 3 belangrijkste Duitse commandanten: Gerd von Rundstedt, Erwin Rommel en Friedrich Dollmann
- Bijna 3.000.000 geallieerde manschappen
- 1.000.000 Duitse manschappen
- VS: 125.847 doden of gewonden
- Verenigd Koninkrijk en Canada: 83.045 doden of gewonden
- Duitsland: 393.689 doden, gewonden of krijgsgevangenen
- 10.000 geallieerden doden tijdens D-Day
- 24 oorlogsschepen en 35 vrachtschepen gingen verloren
- 3.000 pantservoertuigen en 2.000 vliegtuigen gingen verloren
- 15-20.000 Franse burgers dood
Hoofdstuk 10: Films, boeken en monumenten
Er zijn veel monumenten te zien in Normandië die herinneren aan 6 juni 1944. De 5 landingsstranden worden op kaarten nog steeds weergegeven met hun codenamen. Er zijn verschillende bekende begraafplaatsen in Normandië die ook zeer in trek zijn bij toeristen. De grootste is een Duitse begraafplaats in La Cambe, hier liggen 21.600 Duitse soldaten. Er zijn in totaal 27 begraafplaatsen waarop 110.000 soldaten begraven liggen waarvan het meeste Duitse soldaten. Ook zijn er veel musea en gedenktekens die gaan over deze dag, ze staan vooral bij belangrijke plaatsen zoals de Pegasusbrug. De straatnamen worden vaak vernoemd naar de militaire eenheid die er gevochten heeft zoals ‘Rue de 505 airborne’.
Er zijn zeer veel verschillende games ontwikkeld die gaan over deze dag of over de gehele operatie. Dit omdat deze gebeurtenis zeer in trek is bij de westerse wereld.
Er zijn verschillende films gemaakt over D-Day, een paar voorbeelden hiervan zijn: The longest day, Saving private Ryan, Band of Brothers en Ike: Countdown to D-Day. Er zijn ook veel documentaires gemaakt zoals: D-Day to Berlin, D-Day 6.6.44 of Battlefront: D-Day
Er zijn nog veel en veel meer boeken geschreven over D-Day, een paar Nederlandstalige boeken daarvan zijn: Van D-Day tot Berlijn, Tien dagen tot D-Day, D-Day 6 juni 1944 en Invasie ’44.
De boeken, films en documentaires die over D-Day gemaakt zijn worden zeer vaak bekeken of gelezen. De mensen vinden dit een zeer interessante en spannende gebeurtenis. Er valt ook heel veel van te leren.
Hoofdstuk 11: Conclusie
Dit werkstuk was het leukste en meest tijdrovende werkstuk wat ik ooit gemaakt heb. De tijd die ik er aan besteed heb, heb ik genoten want ik vind dit een geweldig onderwerp en heb dit werkstuk met plezier gemaakt. Ik hoop dat jullie veel van dit werkstuk leren en ook geïnteresseerd raken in dit onderwerp, als jullie dit nog niet zijn natuurlijk.
Hoofdvraag:
Waarom was operatie Overlord nodig?
Antwoord:
Door de toenemende dreiging en vernietiging van de Duitsers, moest er een einde komen aan deze oorlog voordat het helemaal fout zou gaan. Operatie Overlord was het plan om Europa binnen te dringen en de Duitsers te laten zien dat het niet zomaar kon wat ze deden. Door met alle mogelijke middelen ze te bestrijden wilden de geallieerden een doorbraak forceren in de oorlog en hiermee de oorlog beëindigen. Deze operatie was één groot succes en door deze operatie hebben de geallieerden de overhand gekregen in de oorlog en zijn ze steeds verder richting Berlijn opgerukt.
Deelvragen:
1. Wat was het plan?
2. Wie deden er mee?
3. Hoe werd D-Day uitgevoerd?
4. Waar werd D-Day uitgevoerd?
5. Wat waren de gevolgen van D-Day?
Antwoorden:
- Het plan was om op 5 stranden te landen met een groot aantal troepen. Van te voren zouden deze stranden gebombardeerd worden door een groot aantal bommenwerpers. Hierna zouden de geallieerden steeds verder oprukken naar het noorden en belangrijke havensteden, spoorwegen en bruggen innemen.
- De landen die mee deden aan D-Day waren de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Uiteindelijk hebben Nederland, België en Frankrijk ook nog een rol gespeeld maar deze was niet heel groot.
- D-Day werd uitgevoerd door 4 zeer goede en ervaren generaals. Zij beslisten over land- en luchttroepen en over de marine. Deze zouden met behulp van lucht- en amfibische aanvallen doordringen op de Normandische stranden.
- D-Day werd uiteindelijk uitgevoerd in Normandië. De geallieerden hebben lang de schijn gewekt om de invasie plaats te laten vinden in Noorwegen of het Nauw van Calais. Deze plekken werden allebei niet gekozen vanwege strategische redenen.
- D-Day had zeer grote gevolgen, hierdoor kwam er een doorbraak in de Duitse linies, er werd een geallieerd bruggenhoofd gevormd en de Duitsers werden teruggedrongen. Zonder D-Day zouden de geallieerden nooit zoveel troepen in Europa hebben kunnen krijgen. Door D-Day is er een doorbraak geforceerd in de oorlog waardoor de Duitsers steeds verder werden teruggedrongen. Hierdoor werden er belangrijke steden ingenomen en kwamen de geallieerden steeds meer aan de winnende hand.
Hoofdstuk 12: Literatuurlijst
Gebruikte boeken:
- Paul Ratcliffe
- D-Day 6.6.44: het dramatische verhaal van de grootste invasie ooit
- Amsterdam
- 2004
- Gebruik gemaakt van ongeveer 50 blz.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
Dit werkstuk kreeg een 9
11 jaar geleden
Antwoorden