Verslag ANW Recherchetecknieken ‘Wapens & Munitie’
Hoe gaat de techniek in zijn werk? Wapens- en munitieonderzoek richt zich op het onderzoeken van schietincidenten. Het onderzoek is te verdelen in 4 kleinere onderdelen; vergelijkend kogel- hulsonderzoek, technisch onderzoek, ballistisch onderzoek en de reconstructie van schietincidenten.
VERGELIJKEND KOGEL- EN HULSONDERZOEK
Bij het vergelijken kogel- hulsonderzoek zoeken ze naar microscopisch kleine beschadigingen op de kogel en de huls. De beschadigingen worden gevormd bij het afvuren van een kogel of/en het doorladen van het wapen. De vorming en de aantallen sporen hangt af van het soort en het merk wapen. Hierbij zoeken ze een verband tussen de wapens en kogels en kunnen ze alle andere wapens uitsluiten. Je kan hierbij ook zien of het wapen eerder al is gebruikt. De sporen die aangetroffen kunnen worden in kogels en hulzen kun je onderscheiden in:
- systeemsporen
- karakteristieke sporen
Systeemsporen zijn de ‘algemene’ sporen en kunnen leiden tot een uitspraak over het soort, merk en type wapen dat is gebruikt. Bij kogels zijn dit groeven in de kogelomtrek en bij hulzen worden deze sporen met name veroorzaakt door de slagpin.
Karakteristieke sporen worden veroorzaakt door onregelmatigheden van wapenonderdelen die kenmerkend zijn voor het wapen waarmee is geschoten. Bij kogels zijn dit krasjes op de kogel die veelal zijn ontstaan door onregelmatigheden van de loop, bij hulzen kan je een onderscheid maken tussen eerste en tweede indentificatieorde. Sporen van de eerste worden ook wel ‘afvuursporen’ genoemd, die van de tweede heten in vaktermen ‘doorlaadsporen’.
TECHNISCH ONDERZOEK Soms is het nodig om op het wapen te zoeken naar gebreken. Want als het wapen bijvoorbeeld afgevuurd kan worden zonder de trekken over te halen of als het ergens tegen aan stoot, dan is dat nodig om te weten. Hierdoor kan de schuldvraag worden opgehelderd.
BALLISTIEK Het ballistisch onderzoek bestaat ook uit 4 delen. Hierbij wordt gekeken naar alle processen die zich voordeden tijdens het schieten vanaf het ontstaan tot en met de eindfase. Inwendige ballistiek, overgangsballistiek, uitwendige ballistiek en eindballistiek, zo worden de 4 fasen ook wel genoemd. De inwendige ballistiek betreft alle voorvallen die zich afspelen tijdens het afvuren van de kogel, dus de ontsteking, verbranding van het kruit en beweging van de kogel in het wapen.
Overgangsballistiek wordt ook wel mondingsballistiek genoemd en bevat alle verschijnselen die optreden bij het verlaten van de loop door het projectiel. De uitwendige ballistiek heeft betrekking op de baan van de kogel en de invloed van de omgeving daarop. De eindballistiek, ook wel doelballistiek geheten, gaat uiteindelijk over de uitwerking van het projectiel op het doel.
RECONSTRUCTIE VAN SCHIETINCIDENTEN Dit deel is onder te verdelen in deel- en algehele reconstructies. Bij de deelconstructie kijken ze of het wapen goed gefunctioneerd heeft. Dit leiden ze af van het technisch onderzoek. Ze kijken ook naar hoe de mensen gehandeld hebben en ze leggen de baan van de kogel vast. Bij de algehele reconstructie worden de deelreconstructies en verklaringen van de verdachten met elkaar vergeleken om zo uiteindelijk een goed beeld te krijgen van wat er is gebeurd tijdens het incident, dit heeft zijn beperkingen en is grotendeels afhankelijk van de drie voorgenoemde technieken.
Hoe zijn de technieken ontstaan? Het vergelijkend kogel- en hulsonderzoek is voornamelijk ontstaan doordat wapenfabrikanten hun wapens en hun kogels van specifieke dingen gingen voorzien. Zo zijn nu alle lopen van de wapens verschillend, door de verschillende velden in de loop, en kan je dus aan de sporen op de gevonden kogels/hulzen zien van welk wapen die afkomstig zijn. Ook het verschil in gewicht van kogels is een manier om nu onderscheid te maken. Verder is het een techniek die gebruikt wordt sinds de microscoop uitgevonden werd. Dat was in de 16e eeuw. Aan het begin van de 20e eeuw maakte de microscopie een enorme ontwikkeling door en dus ook het vergelijkend kogel- en hulsonderzoek. Nu is het een techniek met grote betrouwbaarheid maar dat komt zo nog aan bod. Het technische onderzoek is speciaal als onderzoekstechniek ontstaan en wordt ook al enige tijd gebruikt. Dit geldt ook voor de Ballistiek, maar omdat er hierbij naar chemische en fysische verschijnselen wordt gekeken is deze techniek minder lang in gebruik. Hier zijn namelijk goede labs voor nodig en die zijn er nog niet zo heel lang. Reconstructie van schietincidenten is een techniek die er sinds het begin van de recherche bij is. Altijd hebben mensen willen achterhalen hoe en wat er gebeurd is. Dit wordt alleen steeds beter te doen doordat er nieuwe technieken ontstaan zoals bovengenoemde.
In welke mate levert de techniek uitsluitsel over de resultaten? Het vergelijkend onderzoek is zoals al hierboven gezegd een zeer betrouwbare techniek, door de ontwikkeling van de microscopie. Je moet echter wel oppassen met het volgende; systeemsporen verschillen per fabrikaat, maar omdat o.a. het kopieren en plaatsen van een eigen merknaam nog wel eens plaatsvindt door een grootafnemer, kan het nog wel eens voorkomen dat verschillende wapens dezelfde systeemsporen achterlaten op de kogel/huls. Hierom wordt deze techniek meestal als indicatie gebruikt en niet als een echte goede aanwijzing. Technisch onderzoek en Ballistiek zijn niet te vervalsen, want dat zijn dingen die gebeurd zijn en je gewoon technisch kan onderzoeken. Tijdens het schieten doen zich dingen voor die zijn te achterhalen door deze twee technieken en dat is zeer moeilijk te vervalsen. Als een wapen nog wel eens hapert dan is dat gewoon zo en kan je daar niks aan doen, dit heeft dus ook betrekking op de Ballistiek. Of de reconstructie van het schietincident goed is hangt af van de drie eerder genoemde technieken. Als er daarmee geknoeid is wordt de reconstructie ook beinvloed en is dan dus niet meer betrouwbaar. Een reconstructie aan de hand van alleen technisch en/of natuurwetenschappelijk onderzoek heeft zijn beperkingen, de plaats van het schieten en de positie van het slachtoffer kunnen goed bepaald worden, maar een preciezere plaatsing van bijv. het gebeuren in tijd (met name chronologisch) is meestal niet te geven.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
W.
W.
stoerrr..
19 jaar geleden
Antwoorden