Radiotherapie

Beoordeling 4.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2140 woorden
  • 22 mei 2001
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 4.6
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

Radiotherapeut is een veelzijdig beroep. Je behandelt mensen met kwaadaardige en soms goedaardige gezwellen door middel van bestraling. In gesprekken met de mensen informeer je hun zo breed mogelijk, je beantwoordt de vele vragen en je probeert hun problemen in te schatten en te begrijpen. Je hebt dus een intensief contact met de patiënten. Daarnaast ben je verantwoordelijk en nauwkeurig bezig bij het lokaliseren (aftekenen van bestralingsgebied).

De keuze om een werkstuk over dit beroep te maken is min of meer toevallig. Al bladerend in een informatie boek van een ziekenhuis viel ons oog op ‘Radiotherapeuten’ en dat leek ons interessant. We wilden er graag meer over weten.
Radiotherapie
Wat is radiotherapie?

Radiotherapie is de behandeling van kanker d.m.v. straling. Voor radiotherapie worden verschillende soorten straling gebruikt.

Als eerste is dat de röntgenstraling. Deze is echter sterker dan voor het maken van een röntgenfoto nodig is. Als tweede wordt ook gebruik gemaakt van straling afkomstig uit een radioactieve bron. Beide soorten zijn onzichtbaar, niet te ruiken en te voelen. Bij radiotherapie is de inwerking van de straling zo sterk dat daardoor kankercellen kunnen worden vernietigd.
Uitwendige en inwendige bestraling.

Radiotherapie kan op 2 manieren worden toegepast, namelijk als uitwendige bestraling en als inwendige bestraling. Deze laatste manier wordt ook wel brachytherapie genoemd. Uitwendige bestraling wordt het meest toegepast. Bij uitwendige bestraling blijft er geen straling in het lichaam achter. De patiënten worden dus niet radioactief.

Bij inwendige bestraling wordt radioactief materiaal in of bij de tumor aangebracht. Tijdens zo’n behandeling is de patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Er worden speciale veiligheidsmaatregelen getroffen i.v.m. de straling. Als het radioactief materiaal is verwijderd, is er geen straling meer in het lichaam.
De (uitwendige) bestraling

Tijdens een bestraling is de patiënt alleen in de behandelkamer. Via een televisiecamera en een intercom houden de radiotherapeutisch- laboranten contact met de patiënt. De bestralingstijd is gewoonlijk enkele minuten.

De reacties van het lichaam op de bestraling zijn sterk afhankelijk van de plaats waar het bestraald wordt. Als b.v. het hoofd bestraald moet worden, dan is er kans op haaruitval.
Ook kan de huid in het bestraalde gebied rood worden en gaan schilferen. Maar geen twee mensen zijn gelijk en iedere patiënt reageert dan ook anders op de bestraling.
De opleiding

Na het VWO kun je gaan studeren aan b.v. een universiteit. In dit geval, als je radiotherapeut wilt worden, ga je geneeskunde studeren. Geneeskunde is een zesjarige studie. De grootste barrière ligt aan het begin: de numerus fixus (er is meer belangstelling dan er plaats is). Maar als je ingeloot wordt kun je aan je studie beginnen.

Het eerste jaar doe je algemene kennis op en leer te basisvaardigheden. Daar komt nogal wat natuur- en scheikunde bij kijken. Je maakt kennis met de gezondheidszorg. Je krijgt een cursus oriëntatie in de geneeskunde en volgt EHBO- vaardigheden b.v.
Later in de opleiding besteed je meer aandacht aan de echte klinische vakken, zoals bijvoorbeeld oogheelkunde en interne geneeskunde. Dan leer je ook hoe je met patiënten omgaat. Veel tijd tijdens je studie is gevuld met verplichte onderdelen. Daarnaast volg je colleges en zal je de nodige tijd aan zelfstudie besteden. Na deze opleiding ben je basisarts.
Daarna ga je je dus specialiseren in de radiotherapie. Je solliciteert bij een ziekenhuis en gaat vervolgens de opleiding doen als je ook hier wordt ingeloot. Want ook hier is er maar een beperkt aantal plaatsen. Als je bent aangenomen ben je assistent-arts in opleiding. Je werkt dan in de ziekenhuizen mee en hebt vaak ook al je eigen patiënten (b.v. in AZU). De specialisatie duurt vijf jaar. Als je ook deze studie hebt afgerond ben je radiotherapeut.
Het beroep zelf
Het werk van de radiotherapeut.

Als radiotherapeut bestraal je mensen die kanker hebben. Eigenlijk is dit niet waar, want de radiotherapeut tekent het bestralingsgebied nauwkeurig af en het bestralen doet de radiotherapeutisch- laborant. Ook het inplannen en het maken van een behandelingsschema is het werk van de radiotherapeutisch- laborant.

Maar wat doet een radiotherapeut dan wel?

Een radiotherapeut heeft onder andere gesprekken met de patiënten. Je hebt ongeveer 5 nieuwe patiënten per week. Daar heb je dan eerst een algemeen gesprek mee, waarin je allerlei vragen stelt, b.v.over hun achtergrond en over hun lichamelijke omstandigheden. Dit om de patiënt beter te leren kennen. Zo’n gesprek noemen we een anamnese.

Daarna doe je een lichamelijk onderzoek, speciaal gericht op het probleemgebied. Vervolgens ga je de mensen alles uitleggen over de bestraling. Je vertelt waarom ze bestraald moeten worden, wat de werking ervan is en hoe het gehele proces gaat verlopen.
Het is voor patiënten zeer belangrijk dat ze zo concreet mogelijk weten wat hen te wachten staat.
Dan ga je het bestralingsgebied nauwkeurig aftekenen. Daarvoor is een speciale afdeling n.l. de lokalisatie afdeling. Op deze afdeling staat een totalisator; een apparaat dat lijkt op een bestralings- toestel, maar een röntgenopname toestel is. Het kan in allerlei standen de stralenbundels nabootsen. Met dit toestel wordt de plaats van het te bestralen gebied opgespoord en wordt bekeken op welke manier en in welke houding de bestraling het beste kan worden gegeven.
Bij de bestraling zijn veel mensen betrokken. Zoals b.v. de radiotherapeuten en de assistenten, de laboranten, mondhygiënisten, maar ook fysici en technici. Met elkaar proberen zij de nodige begeleiding te geven. Er is dus veel samenwerking onderling.
Je hebt in de radiotherapie een aantal deelgebieden. Die deelgebieden zijn: de hersens, de borst, de longen, gynaecologie, hematologie (leukemie), keel/neus/oor, en de urinewegen.
Er zijn dus ook de vergaderingen van jouw deelgebied. De onconlogie- besprekingen, waarbij je met artsen van verschillende deelgebieden de patiënten bespreekt horen er net zo goed bij. Ook ga je naar andere ziekenhuizen waar je de artsen en de verpleging daar adviseert.
Interview met drs. Van de Bunt

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Kunt u misschien eerst iets over uzelf vertellen?
Mijn naam is Lianne van de Bunt en ik ben 26 jaar. Ik woon in Maartensdijk. Eerst heb ik het VWO gedaan, toen ben ik aan de 6- jarige studie geneeskunde begonnen. De laatste twee jaar daarvan heb ik toen co- schappen op deze afdeling gelopen. Toen ik met m’n studie klaar was heb ik hier gesolliciteerd en ben dus aangenomen. Nu ben ik sinds één jaar op deze afdeling als assistent- arts, maar nog niet in opleiding. Die specialisatie- studie duurt 5 jaar. Daarna ben ik dan echt radiotherapeut.

Waarom heeft u voor deze opleiding gekozen?
Dat heb ik gedaan, omdat ik het leuk vindt om met andere mensen contact te hebben, hen te helpen etc. Ook wilde ik graag veel weten over het menselijk lichaam. Wat er allemaal mis kan gaan en waarom dat dan misgaat. En wat je daaraan kan doen.
Heb je nog bepaalde eigenschappen nodig voor dit beroep?
Ja, je moet wel goed met mensen kunnen omgaan, sociaal zijn. Netjes zijn i.v.m. de administratie die je ook bij moet houden. En nauwkeurigheid is ook van belang bij het werk. Verder is het ook handig dat je wat ruimtelijk inzicht hebt om bv. in te kunnen schatten vanuit welke hoek je een tumor het beste kunt bestralen.
Zou u als u de beroepskeuze over mocht doen weer voor dit beroep kiezen?
Ja, het is boeiend werk. Ik vind het namelijk fijn dat ik op deze manier iets voor mensen kan betekenen. Hun ziekte, die heel diep ingrijpt in hun leven, duidelijk proberen uit te leggen. Hen behandelen en zo goed mogelijk begeleiden. De mensen zijn je over het algemeen ontzettend dankbaar, en dat stimuleert.
Wat is uw werk als radiotherapeut?
Je hebt ongeveer 5 nieuwe patiënten per week. Daar heb je dan eerst een algemeen gesprek mee, waarin je allerlei vragen stelt, b.v. over hun achtergrond en over hun lichamelijke omstandigheden. Dit om de patiënt beter te leren kennen. Zo’n gesprek noemen we een anamnese.

Daarna doe je een lichamelijk onderzoek, speciaal gericht op het probleemgebied. Vervolgens ga je de mensen alles uitleggen over de bestraling. Je vertelt waarom ze bestraald moeten worden, wat de werking ervan is en hoe het gehele proces gaat verlopen.

Het is voor patiënten zeer belangrijk dat ze zo concreet mogelijk weten wat hen te wachten staat.

Dan ga je het bestralingsgebied nauwkeurig aftekenen. Daarvoor is een speciale afdeling, n.l. de lokalisatie afdeling. Op deze afdeling staat een totalisator; een apparaat dat lijkt op een bestralingstoetstel , maar een röntgenopname toestel is. Het kan in allerlei standen de stralenbundels nabootsen. Met dit toestel wordt de plaats van het te bestralen gebied opgespoord en wordt bekeken op welke manier en in welke houding de bestraling het beste kan worden gegeven.

Het werk van de radiotherapeutisch- laboranten is het instellen van de bestralings- apparatuur. Zij zetten ook het behandelingsschema op en maken de planning.

Hoe ziet uw dagindeling er ongeveer uit?
Je hebt een vast week- schema en je werkt ongeveer van half 9 tot 5uur. Het kan zijn dat je bv. ‘s ochtends een gesprek hebt met een patiënt die nieuw is of een gesprek ter controle. Of je bent een paar uur bezig met lokaliseren, dwz. dat je het bestralingsgebied gaat vaststellen.

Ook heb je regelmatig een oncologie- bespreking, waarbij je met artsen van verschillende disciplines de patiënten bespreekt.

Je gaat naar andere ziekenhuizen waar je de artsen en de verpleging adviseert. En tenslotte heb je nog je administratieve werk, veel vergaderingen en werkbesprekingen.

Wat zijn de mooie en de minder mooie kanten van dit beroep?
Het mooie van dit beroep vind ik dat je de patiënten begeleidt. Mensen die geen vertrouwen meer hebben in hun lichaam, hen probeert dat vertrouwen weer terug te geven. Ook kun je de pijn bestrijden bij de patiënten. Zij zijn je daar dan vaak heel dankbaar voor. En natuurlijk is het genezen van mensen het allermooiste (meestal nooit helemaal genezing).

Ook zijn er de minder mooie dingen zoals het overlijden van een patiënt, met wie je dan al een hele poos intensief contact hebt gehad. Ook is het moeilijk om tegen patiënten te zeggen dat je niets meer voor hun doen kan.

Is het geestelijk en/of lichamelijk zwaar werk?
Nee, lichamelijk is het niet zwaar. Geestelijk vind ik van wel. Het vergt veel van je om de mensen goed te begeleiden. Je moet ook je grenzen stellen en niet de patiënten en alles daarom heen ‘mee naar huis nemen.’ Dan kan je het op den duur niet meer aan en is het niet vol te houden.
Is het zelfstandig werken of is het meer samenwerken?
Allebei. Je hebt je eigen patiënten waar je ook je eigen verantwoording voor hebt. Maar er is ook veel onderling overleg. Je werkt natuurlijk het meeste samen met de artsen van jouw deelgebied. De deelgebieden in de radiotherapie zijn: de borst, gynaecologie, de hersens, hematologie (leukemie), keel/neus/oor, longen en de urinewegen.
Heeft u een grote verantwoordelijkheid?
Ja, ik voel me enorm verantwoordelijk voor mijn patiënten. Je kunt tenslotte levensbedreigende fouten maken. Je moet je werk zeer nauwkeurig doen.

Aan de ene kant moet je de tumorcellen proberen helemaal weg te krijgen, en aan de andere kant moet je het gezonde weefsel zoveel mogelijk proberen te sparen.

Komt er veel computerwerk aan te pas?
Ja, je administratie, zoals uitslagen opzoeken, gegevens verwerken etc. Ook het werken met de CT-scan, dat is een scan die elke keer ‘een plakje van je lichaam’ scant en dat ‘plakje’ komt dan weer op een computerscherm.
Moet u veel vakliteratuur lezen?
Ja, je moet veel lezen. Er zijn op dit gebied van de gezondheidszorg veel ontwikkelingen de laatste jaren en dat gaat nog steeds door. Ook worden er onderzoeken gedaan naar b.v. de hoeveelheid straling, nieuwe soorten kanker en de vraag of je goedaardige gezwellen ook mag/moet bestralen. Dit soort dingen moet je goed bijhouden.
Heeft u nog een slotopmerking?
Dit is een behoorlijk praktisch beroep, waar je ook technisch voor moet zijn. Je hoeft niet een ster te zijn in de exacte vakken, maar het is belangrijk dat je voor 100% gemotiveerd bent en achter je studiekeus staat.
Bedankt voor uw medewerking!
Slot

Aan de ene kant moet je de tumorcellen proberen helemaal weg te krijgen, en aan de andere kant moet je het gezonde weefsel zoveel mogelijk proberen te sparen.

Komt er veel computerwerk aan te pas?
Ja, je administratie, zoals uitslagen opzoeken, gegevens verwerken etc. Ook het werken met de CT-scan, dat is een scan die elke keer ‘een plakje van je lichaam’ scant en dat ‘plakje’ komt dan weer op een computerscherm.
Moet u veel vakliteratuur lezen?
Ja, je moet veel lezen. Er zijn op dit gebied van de gezondheidszorg veel ontwikkelingen de laatste jaren en dat gaat nog steeds door. Ook worden er onderzoeken gedaan naar b.v. de hoeveelheid straling, nieuwe soorten kanker en de vraag of je goedaardige gezwellen ook mag/moet bestralen. Dit soort dingen moet je goed bijhouden.
Heeft u nog een slotopmerking?
Dit is een behoorlijk praktisch beroep, waar je ook technisch voor moet zijn. Je hoeft niet een ster te zijn in de exacte vakken, maar het is belangrijk dat je voor 100% gemotiveerd bent en achter je studiekeus staat.
Bedankt voor uw medewerking!
Slot

We vonden het interessant om dit werkstuk te maken en leuk om met dit beroep bezig te zijn. Dankzij de mensen van het AZU hebben we veel informatie verkregen. Ook het interview verliep gezellig en het was leuk om te doen. Wij vonden het jammer dat bij dit beroep geen werkbezoek mogelijk is, maar dat is aan de andere kant ook logisch. Wel hebben we wat apparatuur kunnen zien.

We hebben geprobeerd een zo goed mogelijk beeld te geven van dit beroep en we hopen dat u dit werkstuk dan ook met plezier gelezen heeft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.