Inleiding
Radiotherapeut is een veelzijdig beroep. Je behandelt mensen met kwaadaardige en soms goedaardige gezwellen door middel van bestraling. In gesprekken met de mensen informeer je hun zo breed mogelijk, je beantwoordt de vele vragen en je probeert hun problemen in te schatten en te begrijpen. Je hebt dus een intensief contact met de patiënten. Daarnaast ben je verantwoordelijk en nauwkeurig bezig bij het lokaliseren (aftekenen van bestralingsgebied).
De keuze om een werkstuk over dit beroep te maken is min of meer toevallig. Al bladerend in een informatie boek van een ziekenhuis viel ons oog op ‘Radiotherapeuten’ en dat leek ons interessant. We wilden er graag meer over weten.
Radiotherapie
Wat is radiotherapie?
Radiotherapie is de behandeling van kanker d.m.v. straling. Voor radiotherapie worden verschillende soorten straling gebruikt.
Als eerste is dat de röntgenstraling. Deze is echter sterker dan voor het maken van een röntgenfoto nodig is. Als tweede wordt ook gebruik gemaakt van straling afkomstig uit een radioactieve bron. Beide soorten zijn onzichtbaar, niet te ruiken en te voelen. Bij radiotherapie is de inwerking van de straling zo sterk dat daardoor kankercellen kunnen worden vernietigd.
Uitwendige en inwendige bestraling.
Radiotherapie kan op 2 manieren worden toegepast, namelijk als uitwendige bestraling en als inwendige bestraling. Deze laatste manier wordt ook wel brachytherapie genoemd. Uitwendige bestraling wordt het meest toegepast. Bij uitwendige bestraling blijft er geen straling in het lichaam achter. De patiënten worden dus niet radioactief.
Bij inwendige bestraling wordt radioactief materiaal in of bij de tumor aangebracht. Tijdens zo’n behandeling is de patiënt in het ziekenhuis opgenomen. Er worden speciale veiligheidsmaatregelen getroffen i.v.m. de straling. Als het radioactief materiaal is verwijderd, is er geen straling meer in het lichaam.
De (uitwendige) bestraling
Tijdens een bestraling is de patiënt alleen in de behandelkamer. Via een televisiecamera en een intercom houden de radiotherapeutisch- laboranten contact met de patiënt. De bestralingstijd is gewoonlijk enkele minuten.
De reacties van het lichaam op de bestraling zijn sterk afhankelijk van de plaats waar het bestraald wordt. Als b.v. het hoofd bestraald moet worden, dan is er kans op haaruitval.
Ook kan de huid in het bestraalde gebied rood worden en gaan schilferen. Maar geen twee mensen zijn gelijk en iedere patiënt reageert dan ook anders op de bestraling.
De opleiding
Na het VWO kun je gaan studeren aan b.v. een universiteit. In dit geval, als je radiotherapeut wilt worden, ga je geneeskunde studeren. Geneeskunde is een zesjarige studie. De grootste barrière ligt aan het begin: de numerus fixus (er is meer belangstelling dan er plaats is). Maar als je ingeloot wordt kun je aan je studie beginnen.
Het eerste jaar doe je algemene kennis op en leer te basisvaardigheden. Daar komt nogal wat natuur- en scheikunde bij kijken. Je maakt kennis met de gezondheidszorg. Je krijgt een cursus oriëntatie in de geneeskunde en volgt EHBO- vaardigheden b.v.
Later in de opleiding besteed je meer aandacht aan de echte klinische vakken, zoals bijvoorbeeld oogheelkunde en interne geneeskunde. Dan leer je ook hoe je met patiënten omgaat. Veel tijd tijdens je studie is gevuld met verplichte onderdelen. Daarnaast volg je colleges en zal je de nodige tijd aan zelfstudie besteden. Na deze opleiding ben je basisarts.
Daarna ga je je dus specialiseren in de radiotherapie. Je solliciteert bij een ziekenhuis en gaat vervolgens de opleiding doen als je ook hier wordt ingeloot. Want ook hier is er maar een beperkt aantal plaatsen. Als je bent aangenomen ben je assistent-arts in opleiding. Je werkt dan in de ziekenhuizen mee en hebt vaak ook al je eigen patiënten (b.v. in AZU). De specialisatie duurt vijf jaar. Als je ook deze studie hebt afgerond ben je radiotherapeut.
Het beroep zelf
Het werk van de radiotherapeut.
Als radiotherapeut bestraal je mensen die kanker hebben. Eigenlijk is dit niet waar, want de radiotherapeut tekent het bestralingsgebied nauwkeurig af en het bestralen doet de radiotherapeutisch- laborant. Ook het inplannen en het maken van een behandelingsschema is het werk van de radiotherapeutisch- laborant.
Maar wat doet een radiotherapeut dan wel?
Een radiotherapeut heeft onder andere gesprekken met de patiënten. Je hebt ongeveer 5 nieuwe patiënten per week. Daar heb je dan eerst een algemeen gesprek mee, waarin je allerlei vragen stelt, b.v.over hun achtergrond en over hun lichamelijke omstandigheden. Dit om de patiënt beter te leren kennen. Zo’n gesprek noemen we een anamnese.
Daarna doe je een lichamelijk onderzoek, speciaal gericht op het probleemgebied. Vervolgens ga je de mensen alles uitleggen over de bestraling. Je vertelt waarom ze bestraald moeten worden, wat de werking ervan is en hoe het gehele proces gaat verlopen.
Het is voor patiënten zeer belangrijk dat ze zo concreet mogelijk weten wat hen te wachten staat.
Dan ga je het bestralingsgebied nauwkeurig aftekenen. Daarvoor is een speciale afdeling n.l. de lokalisatie afdeling. Op deze afdeling staat een totalisator; een apparaat dat lijkt op een bestralings- toestel, maar een röntgenopname toestel is. Het kan in allerlei standen de stralenbundels nabootsen. Met dit toestel wordt de plaats van het te bestralen gebied opgespoord en wordt bekeken op welke manier en in welke houding de bestraling het beste kan worden gegeven.
Bij de bestraling zijn veel mensen betrokken. Zoals b.v. de radiotherapeuten en de assistenten, de laboranten, mondhygiënisten, maar ook fysici en technici. Met elkaar proberen zij de nodige begeleiding te geven. Er is dus veel samenwerking onderling.
Je hebt in de radiotherapie een aantal deelgebieden. Die deelgebieden zijn: de hersens, de borst, de longen, gynaecologie, hematologie (leukemie), keel/neus/oor, en de urinewegen.
Er zijn dus ook de vergaderingen van jouw deelgebied. De onconlogie- besprekingen, waarbij je met artsen van verschillende deelgebieden de patiënten bespreekt horen er net zo goed bij. Ook ga je naar andere ziekenhuizen waar je de artsen en de verpleging daar adviseert.
Interview met drs. Van de Bunt
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden