Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Rivierkleilandschap

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 1482 woorden
  • 10 augustus 2005
  • 309 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
309 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Klei is het kleinste soort sediment, namelijk kleiner dan 0,06 mm doorsnede. Klei ontstaat in het begin van de inklinking van slib. Slib is achtergebleven modder. Klei is zacht en neemt makkelijk water op. Dat komt doordat de afstand tussen de kleimineralen groot is. Het rivierkleilandschap is voornamelijk te vinden in Gelderland. Het ontstaan van het rivierkleilandschap Net als het zeekleilandschap en het duinlandschap is het rivierkleilandschap ontstaan in het Holoceen. Na de laatste ijstijd (het Weichselien) steeg de temperatuur en werd de waterafvoer geleidelijker. Dit had invloed op zowel het oostelijke rivierkleilandschap (ten oosten van de lijn) als op het westelijke rivierkleilandschap (ten westen van de lijn). · Het oostelijke rivierkleilandschap Door de geleidelijkere waterafvoer in het Holoceen werden de rivierbeddingen smaller en kronkelend. De waterberging van de rivieren was hierdoor veel kleiner geworden, wat bij een extra hoge waterafvoer nogal eens tot overstromingen kon leiden. Door de overstromingen liep het water van de rivieren buiten hun beddingen, waardoor zand en klei naast de bedding werden afgezet. Omdat zand meer weegt en grotere korrels heeft dan klei, zakt zand eerder naar beneden en komt dus dichter bij de rivierbedding terecht. Het zand vormde zo direct naast de bedding zogenaamde oeverwallen: een wat hoger gelegen, zandige strook. Verder van de rivier af zonk de klei naar de bodem in kommen. Een kom is een laaggelegen gebied tussen rivieren dat bestaat uit zware klei. Tegenwoordig liggen de kommen één tot twee meter lager dan de oeverwallen. De komgronden laten meestal slecht water door, en zijn vaak in gebruik als grasland. De rivieren hebben zich in de loop van de tijd meerdere malen verlegd. Doordat de beddingen steeds meer verzandden en de zeespiegel steeg, kwam het water van de rivier steeds hoger te staan. Uiteindelijk overstroomde de rivier en kreeg een nieuwe loop. Deze oude rivierbeddingen met de ernaast gelegen oeverwallen noemen we stroomruggen. Een ander kenmerk van het rivierkleilandschap zijn de zogenaamde donken. Donken zijn rivierduinen die aan het einde van de laatste ijstijd langs de rivieren zijn ontstaan. De meeste van deze duinen zijn in de loop van de tijd overdekt met klei, maar sommige zijn bewaard gebleven. De donken bestaan uit zand dat door de wind is aangeleverd (Eolische afzetting).
· Het westelijke rivierkleilandschap Het westelijke rivierkleilandschap is anders dan het oostelijke rivierkleilandschap, omdat de zee hier een grote invloed heeft gehad. Doordat de afstroming van de rivieren in het westelijke rivierkleilandschap onder invloed is van het getij (de rivieren zijn namelijk verbonden met de zee), zijn er in het westelijke rivierkleilandschap andere afzettingen te zien dan in het oostelijke rivierkleilandschap. Bij vloed kan het rivierwater niet makkelijk afstromen: het water wordt geremd door het opkomende zeewater. Hierdoor ontstaan makkelijk overstromingen. Omdat het rivierwater en het zeewater als het ware tegen elkaar aan botsen, is de stroomsnelheid heel laag. Bij deze lage stroomsnelheid blijft het zand op de bodem van de rivier liggen, en vindt er dus geen afzetting van zand naast de rivier plaats. De lichtere deeltjes, zoals klei, komen wel naast de bedding van de rivier terecht. Zowel de oeverwallen als de stroomruggen zijn daarom opgebouwd uit klei. De kommen in het westelijke rivierkleilandschap bestaan uit slibhoudend bosveen. De donken in het westen zijn sterk opgehoogd door klei en veen. Menselijke invloed in het rivierkleilandschap De eerste bewoning in het rivierkleilandschap is rond 2000 voor Christus aanwezig. De mensen kiezen hoger gelegen plekken om veilig te zijn voor het water. Deze hogere plekken waren bijvoorbeeld de oeverwallen, de stroomruggen en de donken. Later ging men ook zelf de woonplaatsen ophogen, waardoor terpen ontstonden. Rond de 11e eeuw worden de eerste dijken gebouwd. In tegenstelling tot de dijken zoals we ze nu vaak in Nederland zien, parallel langs het water, werden deze dijken loodrecht op de rivieren gebouwd. Om die reden worden ze ook wel zijkaden genoemd. De reden waarom ze loodrecht op de rivieren gebouwd zijn is omdat de dijken niet het water moesten keren, maar het water van hoger gelegen kommen uit het lager gelegen dorpsgebied weg te houden. De kommen waren vroeger erg nat. Er verzamelde zich niet alleen regenwater, maar ook overstromingswater. Het was teveel water om allemaal terug in de rivier te laten lopen, en dus stroomde een groot deel via de helling van oost naar west. Om dit deel tegen te houden werden zogenaamde achterdijken gebouwd. Uiteindelijk werden ook parallel langs de rivieren dijken gebouwd, zodat een gesloten dijkring ontstond. Om de komgronden af te wateren werden weteringen gegraven. Dwars op deze weteringen werden sloten aangelegd. Bij hoge waterstanden van de rivier wilde het nogal eens voorkomen dat de dijk te laag was of zelfs doorbrak. Het water kletterde dan achter de dijk naar beneden, waardoor op de plaats van de doorbraak een groot gat uitgeschuurd werd. Zo’n gat noemen we een wiel. Het door het water opgewoelde materiaal werd als een waaier rond het wiel uitgespreid. Het wiel was vaak zo diep, dat de dijk niet op dezelfde plaats gedicht kon worden. De dijk werd daarom om het wiel heen gelegd, wat een kronkel in de dijk veroorzaakte. Tegenwoordig kan je de dijken die vaak doorgebroken zijn nog herkennen: deze dijken zijn vaak erg kronkelig. Om de waterberging te vergroten en dijkdoorbraken tegen te gaan, werd vaak een winterdijk aangelegd op enige afstand van de rivier. Als het water van de rivier dan over de zomerdijk (de dijk die direct langs de rivier loopt) stroomde, kon het water nog terecht in het gebied tussen de twee dijken in, zodat het niet gelijk schade aan de woongebieden aanrichtte. Het gebied tussen de twee dijken noemen we een uiterwaard. Bij hoge waterstanden werd in de uiterwaarden steeds een laag zandige klei afgezet, waardoor de uiterwaarden duidelijk hoger liggen dan de gronden aan de andere kant van de dijk. De uiterwaarden worden behalve voor waterberging, ook wel gebruikt voor de winning van zand, klei en grind. In de zomer dienen ze ook als wei- of hooiland. In de rivier heeft de mens zogenaamde kribben aangelegd. Dit heeft twee doelen. -Ze beschermen de oevers tegen erosie. -Terwijl de totale afvoer enigszins wordt verminderd, vergroot de snelheid van de
rivier tussen de kribben. Hierdoor zet de rivier op de bodem minder slib af en blijft
de rivier dus op diepte. Meanderende rivieren
In het rivierengebied was ook een hoop veranderd. Tijdens ijstijden waren er vooral verwilderde rivieren, tijdens interglacialen meanderende rivieren. Een meander is een andere naam voor een rivierbocht. Rivieren slingerden zich door het landschap. Met een gelijkmatiger debiet en sedimentlast waren ze tot ‘rust’ gekomen. Meanderende rivieren verleggen niet continu hun bedding, waardoor ze veel meer dan verwilderde rivieren een redelijk vaste plek in het landschap hebben. Wat meanderende rivieren doen is hun bochten steeds verder uitdiepen. Erosie in de buitenbochten, sedimentatie in de binnenbochten. Uiteindelijk kunnen die bochten zelfs worden afgesneden, waarna een zogenaamd hoefijzermeer overblijft. In de buitenbocht is de stroomsnelheid het grootst en de rivier dieper. Terwijl de buitenbocht erodeert, wordt dit materiaal in de binnenbocht afgezet. Er ontstaan kronkelwaarden. Klei kan op een aantal manieren sedimenteren. · Op een bank
Als de stroomsnelheid van een rivier en het debiet afnemen, wordt er gesedimenteerd. Dit komt vaak voor in banken, die zich kunnen vormen in, of van de oever van een rivier. Doordat klei weinig draagkracht vereist, sedimenteert deze als laatste, en ligt dus bovenaan. Als de stroomsnelheid toeneemt, kan een bank worden weggeslagen. Zo ontstaat een verwilderde rivier, die dan vele beddingen heeft. Zulke rivieren zijn vaak breed en ondiep. Rivieren met klei en silt (=een zeer fijne korrel) zijn vaak smal en diep. Hier door ontstaan meanders, de meanderrichels en het hoefijzermeer. Bij de binnenbocht wordt veel gesedimenteerd en in de buitenbocht wordt veel geërodeerd. In de binnenbocht stroomt het water langzaam en in de buitenbocht stroomt het water snel. De in de binnenbocht gesedimenteerde banken zijn meanderrichels. Een hoefijzermeer ontstaat als de rivier ‘een kortere weg’ kiest. · Overstromingen
Het water treedt uit de rivier op de riviervlakte. Als gevolg neemt de snelheid van het water af door de toename van natte omtrek en toename van wrijving. Nu wordt er gesedimenteerd. Er ontstaan oeverwallen van relatief goed materiaal en in de kommen komt de lichte klei terecht. Toen dit werd bewoond ging men vooral leven op de oeverwallen. De kommen waren zo drassig, dat ze slechts werden gebruikt als zomerweiden. De kommen waren zo drassig, omdat de klei veel water opneemt. Wel werden er ‘grienden’ geplaatst. Hierop werden wilgen geplaatst. Van de wilgentakken, maakte men bijv. manden of gebruikte men ze als versteviging voor dijken. Nog later werd de klei gebruikt om huizen te maken. In de slib op de oeverwallen werden kleiputten gemaakt en werd er klei gewonnen. Een andere naam voor kleiput is tichelgat. In de steenfabrieken werd klei vervaardigd tot bakstenen. Dit wordt op sommige plekken nog steeds gedaan. Een tichelgat kan een griend worden, als er wilgentenen in worden geplant.

REACTIES

?.

?.

doe er plaatjes bij voor de duidelijkheid

13 jaar geleden

W.

W.

Wat dit zuigt, dit is echt slecht werkstuk, je moet duidelijker maken

12 jaar geleden

D.

D.

ewaaaa daan de banana a dommerd

5 jaar geleden

D.

D.

IK PAK JULLIE ALLEMAAL IN PLAYGROUND!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

5 jaar geleden

J.

J.

mijn psn is jelly de steen

5 jaar geleden

F.

F.

kom dan sympa drop je psn normie ahhahahaha ratatatatata ik heb goude ps

5 jaar geleden

P.

P.

ik lik hem wel frederique

5 jaar geleden

P.

P.

Ewa, fakka bro”s ik ben wit

5 jaar geleden

P.

P.

Ken jij het pannenkoekenspel?

5 jaar geleden

P.

P.

ik wil wel het pannenkoeken spel met jouw sp

5 jaar geleden

P.

P.

ja

5 jaar geleden

P.

P.

Wat is het dan?

5 jaar geleden

S.

S.

dan doe je wie het meeste pannenkoeken eet in 1 minuten met fapsel

5 jaar geleden

B.

B.

joow guys wie komt vanmiddag playground dan??

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.