Japan en de VS

Slecht 15 % van de oppervlakte van Japan bestaat uit vlak gebied.Op deze vlakte liggen de meesten grote steden.Daardoor is er maar weinig ruimte over voor akkers en weilanden.De meeste boerenbedrijven hebben gemiddeld maar 1,17 hectare grond.Een boer kan op zo’n klein stukje grond niet genoeg verdienen om van te leven.Daarom willen veel Japanse boeren nog een bij baantje.Ze werken bijvoorbeeld ook nog in een fabriek of in een kantoor.Ongeveer 90 % van de boeren gezinnen hoeft niet alleen van de boerderij te leven.Ze hebben ook nog een ander inkomen.Andere boeren proberen zo veel mogelijk produkten van dat kleine stuk grond af te halen.Ze moeten dan veel kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken.Veel boeren verbouwen rijst dat levert veel geld op. Het aantal boeren is in de laatste tijd gedaald.In 1930 werkte meer dan 50 % van alle mensen met een baan in een boeren bedrijf.In 1987 was dat nog maar 8,7% Tegenwoordig wordt de veeteelt steeds belangrijker.Ook worden in Japan veel groenten en fruit verbouwd.De mensen verdienen steeds meer geld. Daardoor kunnen ze meer melk, vlees, eieren, groenten en fruit kopen. De Japanse boeren kunnen zelf niet genoeg produceren. De visserij is erg belangrijk in Japan.Dagelijks varen er wel zo’n 450 000 vissersboten op de zeeën rond Japan. Geen enkel land ter wereld vangt zoveel vis. Japanners eten erg veel vis. Op ieder eiland vind je veel vissershavens.Daar staan fabrieken die de vis verwerken.

Industrie

Toyota en Nissan en Mazda of een Honda, dat zijn allemaal Japanse automerken.In Japan staan veel auto fabrieken.In geen enkel land worden meer auto`s gemaakt dan Japan: ieder jaar komen er meer dan 7,5 miljoen personenauto`s 2,5 miljoen motorfietsen en 7 miljoen vrachtauto`s en bestelwagens van de lopende band.Japan is een van de belangrijkste industrielanden van de wereld.Alleen veel grotere landen zoals Verenigde Staten.Maken meer industrie produkten . In Japan werkt meer dan 30% van alle mensen met een baan.In Japan staan veel ijzer en staal fabrieken.Per jaar produceren die meer 100 miljoen ton (= 100 000 000 000 kilo!) staal.Van staal worden onder anderen de vele auto`s en zeeschepen gemaakt.Een ander bekend produkt zijn fotocamera`s.Lenzen voor camera`s zijn moeilijk te maken.Daarvoor heeft men heel veel kennis nodig.Dat geldt ook voor veel andere Japanse produkten videorecorders, televisie hi-fi installaties, computers, chips, rekenmachines en horloges.Japan heeft veel chemische industrie.Die maakt tal produkten zoals plastic bestrijdingsmiddelen.Een heel bijzonder Japans produkt is zijde.Zijde wordt gemaakt uit de concons van de zijderups.Ongeveer 160 000 hectare land is met moerbeibomen beplant.De bladeren van deze boom zijn het voer voor miljoenen zijderupsen.Japanse arbeiders werken meestal hun hele leven bij de zelfde fabriek.De bedrijven zorgen goed voor hun werknemers.Daarom werken de arbeiders graag voor hun bedrijf.De Japanse industrie zorgt ook voor problemen.Fabrieken hebben de lucht, het water en de grond op veel plaatsen ernstig vervuild.Zo is het zeewater in de buurt van industriesteden erg vies.Er zijn daardoor al ongelukken gebeurd.Mensen aten vergiftigde vis uit zee .Veel mensen werden ernstig ziek. Een aantal van hen ging zelfs dood

Religie

In Japan heerst een door de grondwet gegarandeerde vrijheid van godsdienst.
De belangrijkste godsdienst is het shintoïsme, dat ongeveer 130 sekten telt en sterk beïnvloed is door het boeddhisme. Voor de Japanse bevolking zijn de verschillen tussen beide godsdiensten marginaal. De meeste Japanners belijden dan ook zowel het shintoïsme (92%) als het boeddhisme (76%). Verder staan er meer dan 180.000 religieuze organisaties geregistreerd. Daarbij zitten nieuwe "religies" die gebaseerd kunnen zijn op het boeddhisme, maar ook sciencefiction of zelfs stripverhalen. Ze lijken in veel gevallen op gewone ondernemingen die soms miljarden euro's omzetten. Zo heeft de boeddhistische religieonderneming Soko-Gakkai 16 miljoen aanhangers en beheert o.a. scholen, musea en ziekenhuizen. Uit deze organisatie is de politieke partij Komeito voortgekomen.
Religieuze minderheden worden gevormd door ca. een miljoen protestanten en een klein aantal rooms-katholieken (samen ca. 1,2% van de bevolking) en leden van de "nieuwe religies", die bestaan uit verschillende mengvormen van het shintoïsme, het boeddhisme, het taoïsme, het confucianisme en een aantal christelijke religies (9,3%). Berucht werd in 1995 de Shinriky-sekte die in de metro van Tokio sarin-gas verspreidde waardoor twaalf mensen de dood vonden en 5000 mensen gewond raakten.

Shintoïsme

Het shintoïsme komt voort uit het animisme. Dit blijkt uit het centrale begrip "kami", dat niet alleen het heilige karakter van een persoon aanduidt, maar ook dat van voorwerpen of zelfs begrippen als de zon, het water, de wind, voorouders, een boom of vruchtbaarheid. Kami stamt uit het Japans, maar wordt met een Chinees karakter geschreven dat als "shin" wordt uitgesproken. Shinto betekent dan in feite "kamino-michi", de weg der goden. In het staatsshintoïsme neemt de keizer de toppositie in.
Een god zoals bij het christendom of de islam kent het shintoïsme niet. Dingen worden gecreëerd door de samenwerking tussen verschillende kami. Iets als een bijbel of koran kent men ook niet waardoor er veel vrijheid is voor de interpretatie van het individu. Deze interpretaties worden uitgedrukt in rituelen die meestal thuis voor het huisaltaar worden uitgevoerd. Het doel van de rituelen is de fysieke en geestelijke reiniging waardoor men in harmonie met de natuur is. Ook de fysieke reiniging in het bad is voor de Japanner van groot belang.
De rituelen worden ook in schrijnen of "jinja's" uitgevoerd met shintopriesters, waarvan er ca. 100.000 zijn. Er zijn ongeveer 80.000 geregistreerde schrijnen die een jaarlijks terugkerend festival hebben, "matsuri", met o.a. processies waarin het huis van de kami, de "mikashi" op de schouders van jongemannen wordt rondgedragen. Typisch Japanse zaken als de hofmuziek gagaku, het sumo-worstelen en het no-theater zijn sterk verbonden met het shintoïsme. De dood is in het shintoïsme niet van belang en begrafenissen worden daardoor vaak uitgevoerd volgens boeddhistische rituelen.

Boeddhisme

Het oorspronkelijke boeddhisme is ontstaan in de 5e eeuw v.Chr. in India. De grondlegger was de koningszoon Siddhartha Gautama, door de Japanners Amida Butsu genoemd. Uitgangspunt van het boeddhisme is dat het leven lijden is, waar ziekte, ouderdom en dood onlosmakelijk verbonden zijn. Het hechten aan het leven en de begeerte vormer het fundament van het lijden en het is de kunst om zich daaraan te ontworstelen en zodoende aan de kringloop van het lijden te ontsnappen. Boeddha wordt dan ook niet voor niets "de Verlichte" genoemd.
In de 6e eeuw kwam het boeddhisme via China en Korea naar Japan. Door deze langdurende reis was er onder invloed van o.a. het hindoeïsme, het taoïsme en het confucianisme, van de oorspronkelijke leer niet zoveel meer overgebleven.
Zo kwam men in Japan tot de overtuiging dat Boeddha zich op veel manieren zou kunnen manifesteren. En dat paste weer goed in het shintoïsme dat via de "kami" heilige voorwerpen en begrippen kent. Er vond dan ook een soort versmelting plaats tussen het shintoïsme en het boeddhisme.
In de 7e eeuw werd het boeddhisme tot staatsgodsdienst verheven en werden er vele tempels opgericht. Bij Nara werd in 607 de Horyu ji gebouwd, het oudste nog in gebruik zijnde religieuze bouwwerk en tevens het oudste houten gebouw ter wereld. De boeddhistische leer breidde zich in die tijd uit tot alle lagen van de bevolking, voor die tijd alleen in hofkringen.
Meer dan 80 miljoen Japanners gaf bij de laatste volkstelling aan tot en boeddhistische sekte te behoren. Tevens rekenden meer dan 83 miljoen Japanners zich tot aanhangers van het shintoïsme.
Hieruit blijkt dat het merendeel van de bevolking zich zowel shintoïst als boeddhist acht.

Zenboeddhisme

Het zenboeddhisme is een boeddhistische stroming en komt voort uit het Mahayana-boeddhisme dat in China tot grote bloei kwam en in 525 n.Chr. in Japan geïntroduceerd werd en in de 12e eeuw vaste voet aan de grond kreeg. Het zenboeddhisme werd naar Japan gebracht door twee monniken, Eisai en Dogen.Het zenboeddhisme heeft in de loop der eeuwen een grote invloed op het geestelijk leven van de Japanner uitgeoefend. Het is geen echte godsdienst want het stelt zich niet de vraag of er een god bestaat of niet. Door het zenboeddhisme te beoefenen verdwijnt de scheiding tussen wie men denkt te zijn en wie men werkelijk is. Lichamelijke en geestelijke discipline wordt verkregen door meditatie. De belangrijkste zenscholen zijn op dit moment Rinzai en Soto, beiden oorspronkelijk uit China. Hoewel de verschillen moeilijk uit te leggen zijn, zou men kunnen zeggen dat de Rizai-school meer de nadruk legt op "zazen", zittend mediteren, en dat de Soto-school meer de nadruk legt op "koan", raadsels. Een befaamd raadsel is wat het geluid is van één hand die klapt.

Confucianisme

Confucianisme is niet echt een godsdienst of religie, maar heeft tot op de dag van vandaag als een soort zedenleer wel zeer grote invloed op de Japanners. Het confucianisme ontstond in China, ca. 500 v.Chr en werd ontwikkeld door de leraar Confucius.

Bevolking

Van de bevolking is het overgrote deel Japanners (99%.) Van de overige, niet-Japanse bevolkingsgroepen zijn de Ainoe en de Koreanen het belangrijkst. Een toenemend probleem is de discriminatie van deze bevolkingsgroepen en van de burakumin, nakomelingen van vroegere verstotene en paria's, die veelal in eigen dorpen of stadswijken wonen. Na de Tweede Wereldoorlog werd Japan met een bevolkingsexplosie geconfronteerd, maar door maatregelen van de overheid (voorbehoedsmiddelen, mogelijkheid tot het plegen van abortus) werd deze ontwikkeling in de jaren vijftig met succes bestreden; sinds 1960 vertoont het geboortecijfer een dalende lijn (1993: 9,6%0). De bevolking nam tussen 1985 en 1993 met gemiddeld 0,4% toe, wat, gezien het lage geboortecijfer voornamelijk te danken aan het lage sterftecijfer, dat sinds 1951
beneden de 10% ligt (1993: 7,1%0). De Japanners hebben de hoogste levensverwachting ter wereld: die van de mannen bedroeg gemiddeld 76 jaar in 1993; die van de vrouwen 82,5 jaar.
In 2002 had Japan ca. 127 miljoen inwoners en is daarmee qua inwoneraantal het negende land ter wereld. De bevolkingsdichtheid bedroeg toen gemiddeld ongeveer 336 inwoners per km2 en Japan behoort daarmee tot de dichtstbevolkte landen ter wereld.
Van de vier grote eilanden heeft Hokkaido de laagste bevolkingsdichtheid (68 inwoners per km2) en Honshu de hoogste (421 inw. per km2). Shikoku heeft een bevolkingsdichtheid van 225 inwoners per km2 en Kyushu 317 inwoners per km2. De stedelijke conglomeraties van Tokio-Yokohama, Nagoya en Osaka-Kobe hebben een extreem hoge bevolkingsdichtheid met meer dan 4000 inwoners per km2. In 1993 woonde 65% van de bevolking in deze conglomeraties. Hoewel de bevolking van Tokio afneemt, groeit de agglomeratie van de stad nog steeds. Deze trend is ook in Osaka waarneembaar. Ruim 77% van de bevolking woont in de steden en de grootste zijn: Tokio (7,9 miljoen inwoners; agglomeratie: 11,8 miljoen), Yokohama (3,3 miljoen), Osaka (2,5 miljoen), Nagoya (2,1 miljoen), Sapporo (1,7 miljoen), Kyoto (1,4 miljoen) en Kobe (1,5 miljoen). De berggebieden zijn het dunst bevolkt.
Van de totale bevolking is maar liefst 99% Japanner. Van de overige, niet-Japanse bevolkingsgroepen zijn de Ainoe en de Koreanen de belangrijkste. Zeer kleine buitenlandse minderheden worden gevormd door tijdelijk personeel uit Zuidoost-Azie, Zuid-Amerika en Westerse landen.

Ainu

Sommige wetenschappers nemen aan dat de ainu afstammelingen zijn van de eerste bewoners van Japan. Het waren aanvankelijk nomadische stammen die in Midden- en Noord-Japan van de j acht en de visvangst leefden. Ze werden verdreven door de volkeren die na hun voet aan wal zetten en moesten zich terugtrekken op het eiland Hokkaido, waar hun cultuur langzaam verloren is gegaan. Er zijn nog maar weinig Ainu die de Ainu-taal kunnen verstaan of die hun traditionele cultuur hebben weten te bewaren. Pas enige tijd geleden zijn oude epen of "yukars" op schrift gesteld. De Ainu-religie is een animistische, waarin men gelooft dat dieren, bomen en stenen een geest of ziel bezitten. Men name de beer speelt een belangrijke rol in de Ainu-religie en -tradities.
Er leven nog slechts 22.000 Ainu op het eiland Hokkaido. Ze verschillen qua uiterlijk, cultuur en godsdienst totaal van de rest van de Japanse bevolking. Ze werden lange tijd tot het Kaukasische ras gerekend, maar recent onderzoek heeft aan het licht gebracht dat bepaalde Kaukasische genen volledig ontbreken. Siberië wordt nu ook wel als plaats van herkomst genoemd. In ieder geval hadden ze een blanke huidskleur, lichte ogen en blond haar. De huidige Ainu komen meestal voort uit een gemengd huwelijk tussen een Japanse en een Ainu, en zijn dan ook nauwelijks te onderscheiden van echte Japanners. Geschat wordt dat er nog maar ca. 200 rasechte Ainu leven.

Burakumin
De Burakumin zijn wel "echte" Japanners die vroeger beroepen uitoefenden als leerbewerkers, slagers en kadaverruimers. Op meest religieuze gronden werden ze als onreine wezens beschouwd en leefden buiten de traditionele gemeenschappen in afgezonderde gehuchten, de zogenaamde "buraku".Ze kregen. zelfs aparte namen waardoor ze tot op de dag van vandaag herkend kunnen worden. Sinds het. herstel van de monarchie in 1871 is het discrimineren van deze bevolkingsgroep verboden maar discriminerende praktijken blijken nog steeds te bestaan. Zo kan een burakumin een huwelijk buiten de eigen bevolkingsgroep bijna vergeten en neemt men in het bedrijfsleven geen burakumin aan; men is zo bijgelovig dat men geloofd dat deze het hele bedrijf negatief zou kunnen beïnvloeden.
Geschat wordt dat er op dit moment ongeveer 3 miljoen mensen van Burakumin-afkomst in Japan leven.

Koreanen
In Japan woont een groep van ca. 650.000 Koreanen.
Het zijn voornamelijk afstammelingen van dwangarbeiders die tussen 1910 en 1945 vrijwillig of gedwongen naar Japan kwamen. Ook deze bevolkingsgroep wordt gediscrimineerd en gemengde huwelijken komen bijna niet voor. In feite worden ze nog steeds als buitenlanders beschouwd.

Geografie

De regio van waar het land ligt is Oost-Azië. Ten noorden van de vier hoofdeilanden die samen Japan vormen ligt de Zee van Ochotsk, ten oosten en ten zuiden ligt de Grote Oceaan, ten zuidwesten ligt de Oost-Chinese Zee en ten westen liggen de Straat Tsushima en de Japanse Zee. De oppervlakte is zo´n 377 837 vierkante kilometer, dat is meer dat 10 keer zo groot als Taiwan.
De eilanden zijn bergachtig en zelden hoger dan 2000 meter; een uitzondering is het Hidaka Sanmyaku
Als hoeksteen van de vulkanenreeks van de Fossa Magna, een 200 km lange tektonische slenk, is de 3776 m hoge Fuji in Zuidoost-Honshu te beschouwen. Japan telt meer clan 240 vulkanen, waarvan 37 werkzaam.
aardbevingen komen veelvuldig voor; zeebevingen veroorzaken geweldige, de Kustvlakten teisterende vloedgolven.
De Japanse rivieren zijn woest en kort
transporteren enorme hoeveelheden gesteente . naar haar mondingsgebied. Ze zijn van groot belang voor irrigatie en opwekking van elektriciteit.
De rivierbedding ligt in de vlakte veelal boven het omringende land en wordt door natuurlijke of kunstmatige dijken op haar plaats gehouden. Er zijn weinig meren; het grootste en bekendste is het Biwameer (675 Km2) dichtbij Koyoto.

Het klimaat wordt bepaald door de moessoncirculatie van Oost-Azië
ook al werkt de maritieme ligging matigend. De neerslag is vooral gebonden aan de zomermoesson, behalve langs de noordwestkust van het eiland Honshu die de meeste neerslag in de winter krijgt. Voorts treedt op vele plaatsen een najaarsmaximum op in de neerslag; een deel hiervan wordt veroorzaakt door tropische cyclonen, de tyfonen.De temperatuur hangt `s winters samen met de geografische breedte en ligging van oost- of westkust. Ten noorden van 38° N.Br. daalt de gemiddelde temperatuur in januari tot beneden het vriespunt. In de zomer zijn de temperaturen in het grootste deel van het land hoog.

Taal

De officiële taal is het Japans of hyojungo, dat gerekend wordt tot de Altaïsche taalfamilie waartoe ook Mongoolse en Turkse talen behoren. Aan de andere kant vertoont het klanksysteem een nauwe verwantschap met Maleis-Polynesische talen. Het Japans is niet verwant met het Chinees, maar het Koreaans vertoont qua structuur wel grote overeenkomsten.
Wel zijn er door alle contacten tussen Japan en China in de loop der eeuwen het Chinese schrift en zeer veel Chinese woorden overgenomen. Meer dan de helft van alle Japanse woorden stamt uit het Chinees. De Chinese woorden en uitdrukkingen op z'n Japans uitgesproken noemt men Sino-Japans. Opmerkelijk is dat de letter L ontbreekt, terwijl de R zeer vaak voorkomt; in het Chinees is dat net andersom.
Ook van andere talen zijn tussen de zestiende en negentiende eeuw veel woorden geleend zoals uit het Sanskriet, het Portugees, het Spaans en het Nederlands.
Na de openstelling van Japan in 1854 zijn er met name uit het Engels veel woorden overgenomen. Enkele voorbeelden daarvan zijn:
Naifoe - knife
Demo nsoetoreisjon - demonstration
Jeeyusu - sap
Remon – citroen
Remon jeesuyu - citroensap
Chi-zu - cheese
Gorofu - golf
Maika - my car
Verder zijn er veel technische termen uit de Engelse taal overgenomen. De meeste Japanse meisjesnamen eindigen op "ko", dat klein of kind betekent. Typische namen zijn Yukiko (yuki=sneeuw), Hanako, (hana=bloem) en Sachiko (sachi=geluk). De achternaam van een persoon wordt vaak als eerste genoemd.
Wat de grammatica en de spelling betreft valt op dat men geen grammaticaal geslacht kent, geen lidwoorden en bijna geen onderscheid maakt tussen enkel- en meervoud. Ook zijn er bij werkwoorden de verschillende personen niet te onderscheiden, b.v. ikoe kan betekenen ik ga, hij gaat of zij gaan.
Voor de invoering van het Chinese schrift kenden de Japanners geen schrift, hoewel het Chinese schrift al enkele eeuwen bekend was in Japan. Pas na de invoering van het boeddhisme in de 6e eeuw werd het Chinese schrift algemeen in gebruik genomen. De eerste inscripties van het Japans zijn verschenen op metaal en steen.
De Chinese karakters, kanji genaamd, die elk een woord of begrip weergeven, werden door de Japanners gebruikt volgens de betekenis en volgens de klank. Een Chinees karakter met de betekenis "berekenen" kon dus zowel in deze betekenis gebruikt worden alsook om de lettergreep ke, de Sino-Japanse uitspraak van het karakter, weer te geven.
Uit de fonetisch gebruikte karakters ontstond waarschijnlijk in de 9de eeuw een lettergreepschrift, hiragana genaamd. Het hiragana bestaat uit snel geschreven, vaak sterk afgekorte Chinese karakters. Het wordt van boven naar beneden geschreven en vormt de grondslag van de grammatica. Later ontstond er nog een ander lettergreepschrift, katakana, dat uit gedeelten van fonetisch gebruikte Chinese karakters bestaat. Katakana loopt horizontaal of verticaal en wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het schrijven van buitenlandse namen.
Beide lettergreepschriften bestaan uit 48 tekens, die - met uitzondering van de a, i, oe, e, o en n - elk een medeklinker, gevolgd door een klinker, weergeven: ka, ki, ku, ke, ko, na, ni, nu, enz. Het moderne Japanse schrift is een "gemengd" schrift van Chinese karakters en Japanse lettergreeptekens en is dus gedeeltelijk een schrift waarin de tekens begrippen weergeven en gedeeltelijk fonetisch. Na 1945 zijn door de overheid maatregelen genomen om het aantal Chinese karakters aanzienlijk te beperken.
Het Japans is zo moeilijk dat als je ca. 2000 ideogrammen kent, je tot de geletterden behoort. Voor de westerse transcriptie van het Japans wordt meestal het Hepburn-systeem gebruikt. Bij het schrijven gebruiken Japanners westerse cijfers. Verder worden er drie spreektalen onderscheiden: het Oost-Japans dat gesproken wordt van Tokio tot Honshii in het noorden, het West-Japans, dat de westkust volgt tot Shikoku, en het Kyiashii-dialect ten zuiden daarvan.
In het begin van de 7de eeuw wordt de naam Nihon of Nippon voor het eerst gebruikt en in 645 werd het de officiële aanduiding voor het land. De Sino-Japanse samenstelling Nihon/Nippon betekent "oorsprong (ben) van de zon (ri)", dus: (land van) de Rijzende Zon. In de 8ste eeuw werd de benaming Riben in China vaak gebruikt. De Europese benamingen Japan, Japon, Japdo, Giappone, enz. gaan ook terug op, de Chinese uitspraak (van Nihon): Riben, in de 13de eeuw door Marco Polo als Zipangu (= Ribenguo, "Land van de Zonneoorsprong") in Europa geïntroduceerd. Tot 1945 werd Japan ook vaak Dai-Nippon (Groot-Japan) genoemd.
Veel Japanners, met name op het platteland, spreken typische dialecten die “ven” genoemd worden. Een voorbeeld is het befaamde dialect van Kansai, “kansai-ben”. Voor Japanners uit andere delen van het land zijn deze dialecten moeilijk te verstaan.

Toerisme
Japan wordt door maar weinig toeristen bezocht. Zowel de absolute als de relatieve afstand is voor westerse toeristen groot.Het gevlog is daarvan dat er nauwelijks massatoerisme is. Vliegtickets naar Japan zijn relatief duur en de verblijfskosten in het land zelf ook. Daarbij komt ook dat de taal erg moeilijk is.

Cultuur

De Verenigde Staten zijn heel beroemd om een heleboel dingen: Pretparken, ze zijn heel machtig, misdaad, wolkenkrabbers, grote auto’s, hamburgers, enzovoorts.
De filmindustrie heeft Amerika wereldberoemd gemaakt. Iedereen kent wel Hollywood. Sinds de jaren twintig is dit de hoofdstad van de Amerikaanse film. De studio’s daar zijn de bakermat van honderden films. Beroemde filmsterren zijn onder andere: Charlie Chaplin, Marylin Monroe, Ronald Reagan, Leonardo Dicaprio, Kate Winslet en John Travolta.
Amerikanen eten heel wat hamburgers, maar soms eten ze ook wel: gebraden kip of pizza’s (deze dingen worden vaak telefonisch bestelt). Toch eten de Amerikanen ook vaak gezond voedsel en niet alleen frites of hamburgers. ‘s Middags eten Amerikanen meestal: hamburgers, hot dog’s en een stuk chees-cake.
´s Ochtends is er een echte maaltijd met: Vruchtensap, cornflakes, eieren met spek en pancakes (grote pannenkoeken met stroop).
Geliefde sporten in de Verenigde Staten zijn: basketbal, honkbal, football en ijshockey
Basketbal kent iedere Nederlander wel, maar ijshockey, honkbal en football niet. IJshockey is net als voetbal, maar niet met een bal, maar met een puck (plat hard schijfje) en een stick (lange stok met aan de onderkant een boog). Bij honkbal sla je hard tegen een bal en de tegen partij moet hem zien te vangen. Football is echt Amerikaans het is een wilde sport. Je speelt met een eivormige bal maar hoe weet ik niet. Er wordt ook veel sport op tv gekeken.
Je hebt verschillende feest en muziek in de Verenigde Staten. We zullen beginnen met de feestdagen 4 Juli is een nationale feestdag in de Verenigde Staten. Op deze dag vieren de Amerikanen de onafhankelijkheid van hun land. Er worden picknick georganiseerd en het feest eindigt altijd met een enorm vuurwerk.
Als je in de Verenigde Staten zou wonen, zou je elk jaar op 31 Oktober halloween vieren.
´s Avonds verkleden kinderen zich als heks, spook of clown. Ze bellen aan bij huizen die mooi versierd zijn met verlichte pompoenen. Als het wachtwoord trick or treat (dat betekend een snoepje of ik schiet) uitspreken krijgen ze snoepjes, appels of pinda, s (net als Sint Maarten bij ons) Aan het eind van de avond heeft ieder kind een zak vol snoep.
Muziek is uit verschillende bronnen ontstaan, zo komt countrymuziek van het platteland. Rock en Roll (betekend dansen en slingeren) uit discotheken. Blues (droevige muziek) van negers die als slaaf werden mee genomen, maar de echte muziek blijft toch altijd jazz. Jazz is ook van zwarte neger slaven, het is een mengsel van ritmes uit hun eigen land en de volksmuziek van Europese kolonisten.

Geschiedenis

In de Amerikaanse prehistorie warend de gebieden van de huidige VS de woonplaats van Indiaanse stammen. Pas in 1585 werd de 1e nederzetting gesticht door de Engelsen in Virginia. Zij ging ten onder, maar in 1620 werd met de kolonisatie van New England begonnen. Nieuw Nederland, waarvoor in 1621 de Nederlandse West-Indische Compagnie handelsmonopolie kreeg, werd in 1664 door de Engelsen veroverd en Nieuw Amsterdam werd New York.
In de 18e eeuw waren er 13 koloniën met een bepaalde mate van zelfbestuur en volksvertegenwoordiging. Doordat de kolonisten uitbreiding zochten naar het binnenland, ontstonden er ruzie tussen hen en de indianen en Fransen. Door de Spaanse successieoorlog en de 7-jarigee oorlog tussen de Engelsen en Fransen moesten de Fransen hun koloniën in de VS afstaan. Er kwamen onenigheden tussen de Engelse kolonisten en Engeland zelf, hoewel de kolonisten loyaal wilde blijven aan Londen raakten ze in 1775 voor het eerst met Engelse soldaten slaags. Op de blokkade van de koloniën, door de engelen uitgeroepen antwoorden de kolonisten met een door Thomas Jefferson opgestelde onafhankelijkheidsverklaring (4 juli 1776). Ze kregen hulp van Frankrijk, Spanje en Republiek er Verenigde Nederlanden.
De Engelsen werden verslagen en in 1782 de onafhankelijkheid van de koloniën erkend. In de vrijheidsoorlog hadden de 13 koloniën nu staten, grondwetten aangenomen en in 1777 de articles of confederation aanvaard. Deze dienden door het congres te worden behartigd. De conventie van Philadelphia namen in 1787 de grondwet aan. In 1803 kochten de VS Louisiana, en in 1819 Florida van Frankrijk en Spanje.
Gedurende de Franse revolutie en het Napoleontische tijdvak hadden de VS meer dan voorheen een economisch isolement gekend, wat de industrie had bevorderd.
In die tijd werden de Indianen voor een groot deel uitgeroeid. In 1821 werd de staat Missouri en in 1845 Texas toegevoegd tot de VS. Toen in 1860 de kandidaat van de republikeinen, Abraham lincolm, tot president was verkozen, scheurden 11 staten zich van de Unie en richtten de geconfedereerde staten van Amerika op. Dit werd de aanleiding tot de burgeroorlog van 1861-1865. Tussen 1890 en 1914 bereikte de emigratie haar hoogtepunt. De 1e WO versterkte de positie van de VS nog doordaag deze oorlog hun concurrenten politiek en economisch verzwakte.
Zij bleven tot 1917 neutraal, hoewel hun economie ten dienste stond van de geallieerden.
Door de onverwachtste overval van Japan op het Amerikaanse marinestation Pearl Harbor op 7 Dec. 1941, schaarde het hele Amerikaanse volk zich achter president Roosevelt en op 8 dec. Verklaarden de VS Japan de oorlog. Het was voorhal het militaire en economische potentieel van de VS dat de Duitse en Japanse nederlaag bewerkte. In 1949 richtten de VS, samen met een aantal Europese landen, de NAVO op.
Steeds meer werden de VS nu de leidende mogendheid in het westen.

Staatsinrichting
De VS is een presidentiële federale republiek. Staatshoofd is de president, die voor 4 jaar volgens algemene verkiezingen door een kiescollege gekozen wordt en ook regeringsleider is.
De president combineert een politiek en moreel leiderschap en heeft 6 functies of bevoegdheden:
Ø Staatshoofd
Ø Hoofd van de uitvoerende macht
Ø Opperbevelhebber van alle strijdkrachten met oorlogsbevoegdheden
Ø Het bestuur van buitenlandse betrekkingen
Ø Initiator van wetgeving
Ø Hoofd van een politieke partij.
De wetgevende macht ligt bij het congres; bestaande uit een senaat met een zittingstermijn van 6 jaar en het huis van afgevaardigden met een zittingstermijn van 2 jaar. Het congres heeft ook andere dan wetgevende functies. Zo beslist het Huis van Afgevaardigden, indien bij de presidentsverkiezingen geen kandidaat de meerderheid krijgt. Ze bezitten ook de functie om de president en andere hoge functionarissen uit hun ambt te ontzetten. De uitvoerende macht berust bij de president.
Er is algemeen kiesrecht.

Handel

De Verenigde Staten is de grootste economische macht ter wereld. De meeste handel wordt gedreven met Japan, Canada, Mexico, Europa, Rusland en veel ontwikkelingslanden over heel de wereld. De meeste artikelen en producten, die de Verenigde Staten exporteren zijn: voedingsmiddelen, grondstoffen, auto’s, vliegtuigen en vliegtuigonderdelen, hardware, software, en meerdere kantoorspullen, zoals: kopieerapparaten.
In de Verenigde Staten verkopen veel warenhuizen slecht. Ook hebben veel warenhuizen hun deuren gesloten. Dit is vooral het gevolg van vele grote winkelcentra waar mensen al hun boodschappen onder één dak kunnen vinden.

Industrie

De vele industrieën hebben schade aangericht aan het milieu door kortzichtige bedrijven, die uit waren op snelle winst. Veel lucht, water en land zijn erg vervuild. Ook riolen en mijnbouwwerken zijn erg vervuild. Zure regen, smog en vervuilde rivieren, waarin niet gevist kan worden, zijn hiervan het gevolg.
Steenkool is heel belangrijk voor de industrie. Antraciet is de hardste steenkool, die de hoogste temperatuur geeft en het minste verbrandingsafval. Dit product is afkomstig uit Pennsylvania. Andere gebieden waar veel soorten steenkool zijn, zijn de Appalachen, in West-Virginia, Kentucky en delen van Ohio.
Het gebied rond Detriot in Michigan is het centrum van de motorindustrie. Dit gebied wordt ook wel Motor Town (motorstad) genoemd. Henry Ford zette in Detroit de eerste autofabriek met lopende band voor de fabricage van zijn T-Ford: de eerste echte betaalbare auto voor vele mensen. Andere fabrikanten deden hetzelfde en nu zijn er in de hele Verenigde Staten autofabrieken. Sommigen zijn opgezet door Japanners of Duitsers.
Over de filmindustrie hebben we het in hoofdstuk 1 al gehad.

Landbouw

Toen in 1776 de Verenigde Staten werden gesticht was 90% van de bevolking direct betrokken bij het boerenbedrijf. In 1950 leefden nog 20% van de bevolking van de landbouwbedrijven. Tegenwoordig zijn 2 % van de mensen werkzaam in de landbouw. Van die 2% boeren leeft 48% in het Midden Westen. Landbouwproducten maken voor 8% deel uit van de totale handel van de Verenigde Staten.
Maïs werd het eerst verbouwd door indianen. Ongeveer 10% van de maïs wordt, net als toen, nog steeds gebruikt voor meel, olie en andere voedingsmiddelen, maar ongeveer 90% van de oogst wordt gebruikt als veevoer.
In Florida is het centrum van de citrusvruchtenindustrie. Van veel sinaasappelen wordt sap gemaakt, terwijl in Californië veel citrusfruit wordt verbouwd om te eten. Door het goede klimaat in Imperial Valley in Californië voorziet dit gebied in ongeveer 80% van alle groenten en fruit in de Verenigde Staten.
In het zuiden zijn veel katoenplantages te vinden. Deze katoen wordt veel geëxporteerd naar ontwikkelingslanden overal ter wereld.
In de laatste vijftig jaar zijn de veeteelt en pluimveehouderijen enorm veranderd. Veel koeien, varkens en andere veedieren leven hun hele leven in bekrompen cellen. Veeteelt wordt meestal bedreven op land dat niet vruchtbaar is.

Visserij

Toen in 1776 de Verenigde Staten werden gesticht was 90% van de bevolking direct betrokken bij het boerenbedrijf. In 1950 leefden nog 20% van de bevolking van de landbouwbedrijven. Tegenwoordig zijn 2 % van de mensen werkzaam in de landbouw. Van die 2% boeren leeft 48% in het Midden Westen. Landbouwproducten maken voor 8% deel uit van de totale handel van de Verenigde Staten.
Maïs werd het eerst verbouwd door indianen. Ongeveer 10% van de maïs wordt, net als toen, nog steeds gebruikt voor meel, olie en andere voedingsmiddelen, maar ongeveer 90% van de oogst wordt gebruikt als veevoer.
In Florida is het centrum van de citrusvruchtenindustrie. Van veel sinaasappelen wordt sap gemaakt, terwijl in Californië veel citrusfruit wordt verbouwd om te eten. Door het goede klimaat in Imperial Valley in Californië voorziet dit gebied in ongeveer 80% van alle groenten en fruit in de Verenigde Staten.
In het zuiden zijn veel katoenplantages te vinden. Deze katoen wordt veel geëxporteerd naar ontwikkelingslanden overal ter wereld.
In de laatste vijftig jaar zijn de veeteelt en pluimveehouderijen enorm veranderd. Veel koeien, varkens en andere veedieren leven hun hele leven in bekrompen cellen. Veeteelt wordt meestal bedreven op land dat niet vruchtbaar is.

Visserij

Werken als visser vlakbij de Atlantische of Stille Oceaan is goed werk, want er zijn goede visvangsten en er zijn veel bedrijven, die vis willen kopen. Vooral aan de westkust wordt veel vis gevangen en ingeblikt. De laatste tijd wordt er echter steeds minder vis gevangen. Voornamelijk de kreeft uit Maine, de zalm uit het noordwesten, de beroemde krab uit Alaska, de oesters van de oesterbanken rond Chesapeake Bay en de kabeljauw van Cape Cod. De kans op ziekte door de vis, gevangen in vervuilde wateren is nog gevaarlijker voor de industrie dan teveel aan visvangst. Bovendien leveren ze forel en baars om uit te zetten in meren of rivieren. Maar doordat de vis voor meer geld wordt verkocht, kopen ook minder mensen vis.

Bosbouw

Een groot deel van de Verenigde Staten is bedekt met schitterende bossen. Veel bomen worden gekapt voor de papierindustrie. De houtindustrie krijgt meestal 540 miljoen m3 ruw hout. Hout uit het zuiden, voornamelijk vruchtbomenhout, wordt gebruikt voor de meubelindustrie. De grootste boom ter wereld is de reusachtige Redwood uit Californië. Dit zijn naaldbomen, die soms honderd tot tweeduizend jaar oud kunnen worden en ze zijn zo groot en dik, dat een auto er met gemak in kan rijden. De grootste Redwood is de Generaal Sherman. Deze boom weegt naar schatting 1.400 ton.

Religie

Bijna een derde van de bevolking is protestants (meer dan 259 kerken, geloofsgemeenschappen en religieuze groeperingen.)
Het protestantisme is sterk gepolariseerd met als extreem fundamentalisme en liberalisme. Tot de rooms katholieke kerk behoort ruim ¼ van de bevolking. Een belangrijke minderheid is Joods. Naast de groepering v/d orthodoxe Joden kent de joodse gemeenschap van de VS 2 van het traditionele orthodoxe jodendom afwijkende richtingen:
Namelijk die van het reformjodendom en die van het conservatieve jodendoem
Boeddhisten, islamieten en Hindoes vormen de kleine minderheden

Bevolking
De bevolking van de Verenigde Staten bestond oorspronkelijk uit indianen. Nu bestaat de bevolking uit immigranten van over de hele wereld. Eerst kwamen Ierse, Schotse en Engelse kolonisten. Later ook Nederlanders, Duitsers en Zweden. Een eeuw later kwamen veel Italianen, Grieken, Polen en Russen, maar ook Chinezen, Philippino’s, Armeniërs en Joden. Nog later kwamen mensen uit Mexico, Cuba en Porto Rico.
De Verenigde Staten is een melting pot. Dit betekent samensmelting van al deze immigranten tot één volk. Zo werd Amerika het land van de vrijheid. Daarom staat in New York een groot beeld: het Vrijheidsbeeld. De Fransen gaven dit beeld cadeau. Immigranten, die per schip in New York aan kwamen, zagen zo al van heel ver de haven van de vrijheid.

Geografie

De 48 staten van de VS grenzen in het noorden aan Canada, in het oosten aan de Atlantische oceaan, in het zuiden aan Mexico en de golf van Mexico en in het westen aan de grote oceaan
Alaska wordt door Canada van de rest van de VS gescheiden. Hawaï ligt midden in de oceaan. Langs de oostkust en de westkust van de VS liggen lange bergketens met als belangrijkst de Appalachen in het oosten en de cordilleran highlands met o.a. de rocky mountains in het westen.
De Hawaï eilanden zijn grotendeels ontstaan tijdens een belangrijke eruptie in het tertiair, waarbij vulkanen werden opgebouwd op de zeeboden. Nog steeds ondervinden de eilanden problemen ten gevolge van vulkanische activiteiten op de boden van de grote oceaan: De kusten worden soms geteisterd door gevaarlijk vloedgolven, afkomstig uit de epicentra van zeebevingen in de aloeteh de atacame en de Japanse trog.

Taal

Het overgrote deel van de bevolking heeft het Amerikaans engels als moedertaalmaar er worden diverse andere, Europese en niet Europese talen gesproken. In de grote steden hebben verschillende groeperingen vaak vele generaties land de taal van herkomst behouden. Inde de gedeelten van louisiana wordt een Frans dialect gesproken en sommige Frans Canadezen in New Engeland hebben ook de taal van hun burenin canada behouden. De portoricanen en personen van Spaanse afkomst spreken voornamelijk Spaans
De inuit in alaska hebben hun eigen taal op Hawaï word nog een Polynesische taal gesproken

Toerisme

De VS behoort tot de meest bezochte landen ter wereld. Japanse toeristen vormende grootste bron van inkomsten van de Amerikaanse toeristische bedrijvigheid. Vooral grotere steden zijn met hun historische gebouwen en hun rijke aanbod van theaters, musea e.d. ware toeristische attractiepunten. Een grote groep bezoekers komt specifiek voor de Noord-Amerikaanse natuur, met name in de staten Utah, Nevada en Arizona. Amerikanen zelf vormen een van de grootste groepen toeristen in het eigen land. Hu bestemmingen wijken niet veel af van die van buitenlandse toeristen.