ALGEMEEN
Wij gingen op zaterdag 30 november naar ‘Het Zwanenmeer’ toe. De voorstelling vond plaats in ‘de Stadsschouwburg van Utrecht’ in de ‘Douwe Egbertszaal’ (zaal rechts). Het is een dansvoorstelling.
Scenografie: Jan Fabre;
Assistentie en dramaturgie: Renée Copraij;
Muziek: Pjotr Tsjaikovski;
Choreografie: Jan Fabre en de dansers van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen;
Belichting: Jan Fabre en Jan Dekeyser;
Orkest: Vlaams Radio Orkest;
Dirigent: Koen Kessels;
Kostuums: Alexandre Vassiliev, Daphne Kitschen en Jan Fabre;
Assistentie decor: Daphne Kitschen;
Instudering: Chris Latré en Gideon Louw.
De voorstelling wordt gedanst door het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. En de voorstelling duurt 2 uur en 50 minuten.
Mijn verwachtingen van de voorstelling waren dat het een mooie en indrukwekkende voorstelling zou worden, met prachtige kleren voor de balletdansers. Ik heb vroeger ook op ballet gezeten dus het leek me eens leuk om voor een keer zo’n beroemd ballet te zien dansen.
KENMERKEN
Het Zwanenmeer is een (klassiek) balletstuk.
In heel het stuk wordt niet gesproken. Dat vond ik wel jammer, vooral omdat we van tevoren niet wisten waar het over ging. We konden het dus moeilijk volgen. Maar eigenlijk is tekstgebruik ook nergens voor nodig bij een dansvoorstelling, want het gaat hier toch om het dansen en niet om een gesprek te gaan volgen.
Het lichtgebruik was erg mooi. De dansers werden goed belicht. Soms viel er een schijnwerper op de belangrijkste danser(es) van die acte. Je zag ook goed wanneer het ‘s nachts was of overdag. Als het ‘s nachts was, dan werd er gebruik gemaakt van donkere lichten en als het overdag was dan gebruikte ze lichte kleuren. Er werd geen licht geschenen op het publiek. De belichting is in handen van Jan Fabre en hij wordt daarbij geholpen door Jan Dekeyser.
De hele voorstelling hoor je muziek van Pjotr Tsjaikovski. Het werd gespeeld door het Vlaams Radio Orkest. De dirigent van dat orkest is Koen Kessels. Het is mooie klassieke muziek. Als het spannend wordt of er gebeurd iets belangrijks dan wordt de muziek harder en sneller.
Het geluid van de voorstelling is de muziek van Pjotr Tsjaikovski. Het orkest zit onder het podium, dat vond ik wel raar. Ze maken live muziek de hele voorstelling. Het zijn geen bekende liedjes, want er wordt klassieke muziek gespeeld. Het geluid hoort wel echt bij de dansvoorstelling vind ik, want je kijkt naar een klassiek ballet en dan is klassieke muziek ook de beste oplossing om als muziek te gebruiken.
De dansers hadden een mooie tutu aan. Sommige dansers hadden een witte aan, dan moesten ze een ‘witte zwaan’ uitbeelden en andere dansers hadden een zwarte, dan waren ze ‘zwarte zwanen’. Er worden niet zeer veel verschillende kostuums gedragen. Het zijn wel speciaal gemaakte kledingstukken voor de voorstelling, want je trekt niet zomaar een tutu aan als je thuis bent. Iedereen in het stuk draagt kleding, wat met het stuk te maken heeft. De kleuren van de kostuums zijn best saai. Het is veel wit, zwart en bruin. De tovenaar Rothbart heeft een bruin gewaad om zijn schouders hangen. En hij heeft ook altijd een uil op zijn hoofd, dat doen ze om het stuk meer realisme te geven. Alexandre Vassiliev, Daphne Kitschen en Jan Fabre werkten aan de kostuums.
Er waren in totaal 4 aktes, met elk een ander decor. Zo hoorde bij de 1e akte een binnenplaats in het kasteel waar het begin van het verhaal zich afspeelt. Bij de 2e akte hoort een decor met maanlicht aan het meer. Bij de 3e akte hoort een danszaal van het kasteel en bij de 4e akte hoort weer een meer. Het decor speelt een zeer grote rol bij deze voorstelling, want je wilt toch weten waar het zich afspeelt. En dat kan je dan gemakkelijk zien aan het decor. Ik vond wel dat er maar saaie decors gebruikt werden. Het kasteel was eigenlijk meer een stellage en verder niets. En de 2e akte was bij het meer met maanlicht. Dan werd er alleen gebruik gemaakt van licht. Er werd dus niet echt op het decor gespecialiseerd. Het decor is in handen van Daphne Kitschen.
Wij zaten op rij 10 ongeveer, dus wij konden niet echt goed zien hoe de make-up was. De dansers hadden heus wel make-up op, zoals mascara, lippenstift, rouge en wat poeder of crème om hun gezicht bruiner te laten lijken. Want als er licht op schijnt en je hebt dan geen make-up op, dan heb je een zeer lichte huid. Maar de dansers waren niet geschminkt.
De spanningsopbouw was er wel, maar ik vond het niet zeer goed. Maar dat kwam ook vast, omdat wij het verhaal niet kenden. Maar wat er wel goed werd gedaan, vond ik dat was met het licht gebruik. Het werd donkerder als het spannender werd. En de muziek wordt ook harder als het spannender wordt. Het is waarschijnlijk ook niet echt de bedoeling, om het heel spannend te maken, want het gaat meer om het dansen.
De samenspel van de dansers was zeer goed, maar dat moet ook wel als je met zoveel mensen tegelijk danst. De mannelijke dansers tilden de vrouwen vaak op en zetten ze weer zo neer dat ze weer gemakkelijk konden door dansen. Je merkt gewoon dat ze vaak hebben geoefend met z’n allen. Want als iemand op een verkeerde plek staat, en er een andere danser aankomt dan wordt je zo omver gelopen. Dat moeten ze dus allemaal afspreken met elkaar, wie waar staat. De dansers hadden echt talent en ze hebben een goede techniek. Al het instuderen ligt in handen van Chris Latré en Gideon Louw.
De mise-en-scène is er bij een dansvoorstelling. De belangrijkste danser(es) staat voor op het podium (positie 1) en daar schijnt het licht dan ook vaak op. Er wordt ook een aantal keer twee schuine rijen naar achter gemaakt door de dansers, dan zie je de voorste twee goed, maar die helemaal achteraan staan zie je heel slecht. Wat mij heel erg opviel was een man die over het hele podium heel raar deed, hij ging een soort van kruipend over het podium heen.
INHOUD
Het theaterverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden