De Dierenpraktijk

Geschiedenis

Voor het jaar nul waren er al dierenartsen, alleen die waren lang niet zo goed als nu.

Maar die dierenartsen waren vooral bezig met de paarden van het leger. De legers moesten namelijk het land verdedigen en daarom werden hun paarden vooral geholpen. Eeuwen daarna zijn dierenartsen steeds meer andere dieren gaan helpen.

Rond 1900 hield de dierenarts zich vooral bezig met het vee op de boerderijen. Want er waren toen nog niet zo veel huisdieren. Toen hadden de dierenartsen al medicijnen en allerlei apparatuur.

Jaren daarna werden er steeds meer en betere medicijnen uitgevonden. En ook de machines werden verbeterd. En nu worden die machines nog steeds gebruikt. De meeste dierenartsen hebben een röntgenapparaat en een echo. En heel veel verschillende spuiten en medicijnen.

Met een röntgenapparaat worden foto's gemaakt waarmee je de botten en andere dingen die binnenin het dier zitten kan zien.

En een echo lijkt daar wel iets op maar kun je bijvoorbeeld het hart zien kloppen.

Hoe word je dierenarts

Om de studie diergeneeskunde te kunnen doen moet je vwo hebben gedaan. Ook is het handig om goed te zijn in biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde.

In Nederland is de enige plek waar je voor dierenarts kunt studeren Universiteit Utrecht.

De opleiding duurt zes jaar als je niet blijft zitten.

Maar voordat je met de studie kan beginnen moet je je opgeven op de Universiteit.

Van alle kinderen die zich hebben opgegeven worden er een aantal geaccepteerd. Dan kijken ze naar je cijfers en allemaal van dat soort dingen. De eerste jaren leer je vooral uit boeken maar de laatste twee jaar ga je werken met echte dieren. Dat doe je in de kliniek van de universiteit. De kliniek zit naast waar je studeert. Je moet ook handig zijn met je handen als je dierenarts wilt worden. Je werkt de hele dag met je handen.

Niet alleen lieve dieren moet je behandelen, je krijgt ook van die valse dieren. En je krijgt ook van die enorme tutjes die bang zijn dat je hun dier pijn doet. Daar moet je ook mee om kunnen gaan als je gewone dierenarts wordt.... Bij de andere soorten dierenarts geldt dat velen malen minder.

De Kliniek

De plek waar de dierenarts werkt heet de kliniek.
Zowat elke kliniek heeft een wachtkamer, daar wachten de dieren met hun baasjes totdat ze mogen komen. In sommige klinieken kun je ook gelijk al de medicijnen halen die je dier nodig heeft.

Als je aan de beurt bent met je dier kom je in de spreekkamer. Daar stelt de arts vragen zodat hij/zij er achter kan komen wat er aan de hand is en wat hij moet doen. Hij/Zij gaat onderzoeken of het klopt wat hij/zij denkt dat er aan de hand is.

Als hij/zij gaat behandelen ga je naar de opnamekamer. Daar zijn apparaten en is er beter licht. Als een dier geopereerd moet worden dan kom je in de operatiekamer. Het baasje mag dan niet mee. Het dier word onder narcose gebracht, dan gaat het dier slapen. En dan voelt hij niets van de operatie alleen soms wel daar na. Er is ook nog een röntgenkamer, daar kan de dierenarts foto's maken van de botten. Als zo'n foto gemaakt wordt moet het dier heel stil liggen. Daarom krijgt hij vaak een spuitje. Voordat hij de kamer in gaat wordt het dier in de voorbereidingskamer klaar gemaakt voor de operatie. In die aparte kamer worden de dieren geschoren en gewassen. Want de plek waar de röntgenfoto gemaakt wordt moet wel schoon en kaal zijn. Na de operatie worden de dieren weer terug gebracht naar die kamer.

De laatste kamer is het laboratorium, daar wordt het bloed wat ze uit het dier hebben gehaald onderzocht. Aan de uitslag kun je meestal wel zien wat het dier heeft. Maar soms moet het dier een tijdje bij de dierenarts blijven en als het dier dan weer beter genoeg is om naar huis te kunnen, kun je je dier ophalen.

De vee arts

De veearts is een dierenarts voor boerderijdieren. De veearts gaat meestal bij de boeren langs, maar hij heeft ook een wachtkamer. Alleen is die dan alleen voor de eigenaren van de dieren. De dieren staan meestal gewoon in een trailer achter de auto. Als zo'n dier behandeld moet worden kom je ook in een andere ruimte met je dier. Daar hebben ze speciaal apparatuur voor de dieren. Ook heb je in de gewone kliniek een tafel waar de dieren op staan, maar in de veekliniek niet. Daar staan de dieren gewoon op de grond. Dat is nogal logisch want ze kunnen niet op een tafel staan...

De dierenarts in de dierentuin

Er is ook een dierenarts voor de dierentuindieren. Die helpt dus pinguins, zebra's, panters en nog veel meer. Ze nemen het dier niet mee naar de kliniek omdat ze daar heel erg lang mee bezig zijn. Dus dan komt de dierenarts naar de dierentuin toe. Daar behandelen ze die dieren in een speciale kamer of gewoon in het hok zonder dat andere dieren er bij kunnen komen en dat de bezoekers niets zien. Ze vangen eerst het dier en verdoven hem daarna, Dan kunnen ze kijken wat er aan de hand is. Als dieren zoals tijgers of leeuwen behandeld moet worden gebruiken ze een blaaspijp. Een blaaspijp is een pijp en als je op die pijp blaast komt er een verdovingspijltje uit. Je moet dus wel goed richten. In de meeste dierentuinen zijn er ook operatie kamers. Daar staan de apparaten en medicijnen die ze nodig hebben. Er staat ook een röntgenapparaat. Zo hoeven de dierenartsen niet hun apparatuur mee te nemen naar de dierentuin.