Vietnamoorlog

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 6e klas aso | 1909 woorden
  • 6 maart 2003
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
56 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
1. INLEIDING

Vietnam is een republiek in Zuid- Oost -Azië. Er wonen 73,5 miljoen inwoners op een oppervlakte van 330 000 km (222 inw. per km). Het landschap bestaat voornamelijk uit heuvels en bergen. Het grootste deel van Vietnam heeft een tropisch moessonklimaat. De belangrijkste godsdienst is het boeddhisme. De munteenheid is de Dong. De administratieve hoofdstad is Hanoi en het economisch centrum is Ho Chi Minh (Saigon).

2. VOORGESCHIEDENIS

2.1. Franse bezetting
In de tweede helft van de 19de eeuw had Frankrijk zich meester gemaakt van Indo- China (Vietnam, Laos, Cambodja). Tot de tweede wereldoorlog kon Frankrijk er zonder veel moeite de orde handhaven. Tijdens de oorlog werd Indo- China bezet door de Japanners. In Vietnam bundelden nationalistische groeperingen zich in de Vietminh, een organisatie die overwegend communistisch was en anti-Frans en anti- Japans. In 1945 verklaarde Ho Chi Minh, de leider van de Vietminh, Vietnam onafhankelijk. Frankrijk erkende de republiek niet en er ontstond een Frans- Vietnamese dekolonisatieoorlog.

2.2. Amerikaanse inmenging

In 1949 vestigde het communistisch bewind zich in China. In Amerikaanse ogen nam het gevaar dat het communisme betekende voor de Amerikaanse politieke, strategische en economische belangen in Azië een zo dreigende vorm aan, dat de VS besloot in te grijpen. Azië was namelijk voor de VS interessant voor: grondstoffen, doorvaart van schepen en olie (er zou een enorm olieveld onder de zee liggen).
President Truman zorgde ervoor dat Amerika economische en militaire uitrustingen stuurde naar de Fransen in Vietnam onder het mom van een strijd voor vrijheid tegen communistische dictatuur. Amerika en Frankrijk zouden samen tegen de communisten vechten tot de overwinning was behaald.
Maar in 1954 werden de Fransen verslagen bij Dien Bien Phoe. Er werd een voorlopige wapenstilstand gesloten. De Amerikaanse regering was zeer ongelukkige met de nederlaag, want nu zou het communisme een stap vooruit doen. De regering van Eisenhower stond voor een moeilijke en pijnlijke beslissing. Moesten de Amerikanen in Indo -China de oorlog overnemen? Een argument voor de interventie was de dominotheorie: het geloof dat het verlies van Indo- China onvermijdelijk de val van de rest van Zuid -Oost -Azië zou betekenen. De landen van Zuid -Oost- Azië werden vergeleken met overeind staande dominostenen, die allemaal zouden omvallen door de val van de eerste steen nl. Indo -China. Dit vooruitzicht was zo verontrustend dat de vooraanstaande personen in de regering Eisenhower Amerikaanse interventie in Vietnam bepleiten om dat te voorkomen. Maar het zou nog zeker 10 jaar duren voor het zover was.

2.3. De conferentie van Genève
In juli 1954 sloot de Franse regering in Genève een wapenstilstand met de opstandelingen. Er werd afgesproken dat Vietnam voorlopig langs de 17de breedtegraad in tweeën zou verdeed worden. Noord -Vietnam kwam onder communistisch bewind en Zuid -Vietnam werd een rechtse dictatuur. Laos en Cambodja werden onafhankelijk. Na twee jaar zouden er verkiezingen gehouden worden en Noord en Zuid zouden opnieuw samengevoegd worden. Ook zouden er in Indo -China geen buitenlandse troepen gelegerd worden. De VS verklaarde de akkoorden te zullen respecteren.
Langzamerhand was er in Zuid- Vietnam een overgang van een bestuur onder Franse protectie naar een bestuur onder Amerikaanse invloed. In 1960 werd John F. Kennedy president van Amerika. Hij vond dat Zuid- Vietnam niet verloren mocht gaan en zo werd Zuid -Vietnam een onderdeel van de contaiment (indamming) van het communisme in Azië. De Amerikanen stuurden militaire adviseurs en financiële assistenten naar Zuid- Vietnam. Ze zetten er een Veramerikaniseerde Vietnamees, genaamd Ngo Dinh Diem aan het hoofd. Van de verkiezingen werd al snel afgezien omdat iedereen inzag dat de communisten die zouden winnen. Mede daarom en na de moord op Diem in 1963 gingen de communisten van Zuid- Vietnam, gegroepeerd in de Vietcong met de steun van Noord -Vietnam, over in een georganiseerde guerrillastrijd met de hulp van China en de Sovjet Unie.
Na de moord op president Kennedy werd Lyndon B. Johnson president. De situatie verslechterde snel voor de Amerikanen in Zuid- Vietnam. Johnson wist dat als hij de Amerikanen uit Vietnam zou moeten terugtrekken, hij zijn politieke carrière wel zou kunnen vergeten, en -machtshongerig als hij was- besloot hij het Amerikaanse aandeel uit te breiden. Hij zorgde ervoor dat het Congres hem de nodige rechten verleende om verdere agressie te verhinderen en hij werd gemachtigd om alles te doen wat volgens hem noodzakelijk was om Zuid -Vietnam uit communistische handen te houden. De Amerikanen zagen met lede ogen de invloed van het communisme immers stijgen (Oost -Europa, Korea, Cuba,…). De Vietnamoorlog kon nu echt beginnen.
3. DE STRIJD NAAR ONAFHANKELIJKHEID (1965-1975)

3.1. Bombardementenoorlog
Acht jaar lang beheerste het Amerikaanse luchtoffensief het dagelijkse, economische, sociale, culturele en psychische leven van het Noord -Vietnamese volk. Acht jaar van bijna ononderbroken bombardementen die dood en verderf zaaiden in uitgebreide gebieden. Er zijn in Vietnam meer bommen gegooid dan op Europa in de tweede wereldoorlog. Hele steden werden van de kaart geveegd. Er werd voor meer dan 600 miljoen dollar aan schade aangericht. De bombardementen richtten weliswaar verschrikkelijke verwoestingen aan, de wilskracht van het Noord- Vietnamese volk werd er niet doorgebroken. De Vietcong, gesteund door het noorden, leek steeds harder te vechten naarmate er meer gebombardeerd werd. Luchtoorlog bleek niet voldoende. Er waren veel soldaten nodig om een basis te beschermen. De Vietnamoorlog was ook een wetenschappelijk oorlog. Er werden heel wat wapens voor de eerst keer gebruikt.

3.2. Keerpunt in de strijd
Op 30 januari 1968 begon het Tet Offensief. Tet was het begin van het nieuwe maanjaar en een feestdag waarop niet gevochten werd. Maar de Vietcong gebruikte deze dag om de Amerikanen de grootste klap van de Vietnamoorlog te geven: ze vielen in grote aantallen aan. Het Tet Offensief wordt gezien als het keerpunt in de oorlog. In het Westen trok men vanaf toen de conclusie dat de Vietnamese aanval mislukt was. De Amerikaanse strategie was geheel in de war gebracht en de Amerikaanse zelfverzekerdheid had een zware slag gekregen. De publike opinie begon zich tegen Johnson te keren en Johnson zei openlijk dat hij bereid was tot vredesbesprekingen met de Vietcong. Hij verklaarde ook dat hij niet zou deelnemen aan de verkiezingen die in dat zelfde jaar zouden gehouden worden.
Richard Nixon werd de opvolger van Johnson. Nixon en zijn adviseur in veiligheidszaken Kissinger namen zich voor de Amerikaanse buitenlandse politiek te ontdoen van de mislukking in Vietnam. Volgens hen was het nutteloze avontuur in Vietnam het gevolg van het Amerikaanse onvermogen om een onderscheid te maken tussen wat wel en niet van belang was voor de Amerikaanse veiligheid. Wat wel van belang was voor de Amerikaanse veiligheid was de relatie met de Sovjetunie. Daarom ging men een betere verstandhouding nastreven met de Sovjetunie.
Het was duidelijk dat de VS niet konden winnen in Zuid- Vietnam en op een niet al te lange termijn zouden de Amerikaanse troepen moeten teruggetrokken worden. Toch wilde Nixon niet de indruk wekken dat de Amerikanen verloren hadden. Om dat te bereiken moest hij er voor zorgen dat het regime nog enkele jaren in stand bleef, liefst nog enkele jaren nadat de Amerikanen vertrokken waren. Om dat te bereiken ging hij de oorlog Vietnamiseren. Terwijl de Amerikaanse troepen zich geleidelijk terugtrokken, zou het Zuid -Vietnamese leger enorm worden uitgebreid. De militaire positie van de Zuid -Vietnamezen zou versterkt worden met verzwaarde bombardementen. Om de Amerikaanse ‘credibility’ hoog te houden zorgde Nixon ook nog voor een aantal spectaculaire en onverwachte gewelddadigheden (zoals de inval in Cambodja), die duidelijk moesten maken hoe groot de Amerikaanse wilskracht nog was.
3.3. Vrede
Maar die gewelddadigheden hadden niet het verwachte effect. De Amerikaanse bevolking begon zich steeds meer te keren tegen de oorlog. In heel Amerika ontstonden betogingen, waar duizenden mensen aan deelnamen. Vele universiteiten sloten gedurende 1970 en 1971 toen duizenden studenten gingen protesteren. De protesten bleven groeien, ook in de rest van de wereld. De regering reageerde door de dienstplicht af te schaffen en het Congres begon zich tegen zijn president te keren. Kissinger begon vredesonderhandelingen te organiseren. In januari 1973 kwam het tot een vredesovereenkomst. Amerika zou zich terugtrekken en er zou een staakt-het-vuren volgen. Maar dat was slechts van korte duur. De Amerikanen waren nog niet weg of de oorlog tussen Noord en Zuid hervatte weer. In 1975 klapte het Zuid -Vietnamese leger in elkaar. Op 30 april 1975 gaf het zuiden zich over. Vietnam was weer herenigd.
Resultaat van de oorlog? Exact hetzelfde resultaat had ook in 1956 bereikt kunnen zijn als de Amerikanen de verkiezingen hadden laten doorgaan. De Vietnamoorlog stelde de hereniging simpelweg 20 jaar uit tegen een gruwelijk hoge prijs.
3.4. Waarom konden de Amerikanen niet winnen?
De Amerikanen waren overtuigd van hun technische superioriteit. Ondanks de enorme verwoesting van een groot deel van het land slaagden ze er niet in het communistische Noord -Vietnam op de knieën te krijgen. Technische superioriteit bleek niet voldoende. Hoe konden de Vietnamese soldaten winnen van de Amerikaanse troepen? Eerst en vooral was er de onverzettelijke wil van bevolking. Al sinds het begin van de geschiedenis was Vietnam bezet. De drang naar onafhankelijkheid was zeer groot. Bovendien was het een guerrillaoorlog. Het kwam nooit tot een open gevecht. De Zuid -Vietnamese krijgers konden zich gemakkelijk vermommen als burgers en zich verstoppen in het woud. Langs geheime wegen en door onderaardse gangen werden ze bevoorraad door het noorden. De Vietcong was een goed georganiseerd leger in tegenstelling tot het Amerikaanse leger. De Amerikaanse soldaten waren ongemotiveerd (dienstplicht) en zeer jong (de gemiddelde leeftijd was 19 jaar). De snelle presidentswissels en de publieke opinie verhoogden de druk op de soldaten. De oorlog moest vlug gewonnen worden. Een echte strategie hadden de Amerikanen niet. Ze gooiden wel veel bommen, maar een georganiseerde veldslag kwam er nooit. Bovendien kreeg de Vietcong steun van China en Rusland, die veel troepen stuurden.
4. DE GEVOLGEN VAN DE OORLOG

De scriptie gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

3.1. Bombardementenoorlog
Acht jaar lang beheerste het Amerikaanse luchtoffensief het dagelijkse, economische, sociale, culturele en psychische leven van het Noord -Vietnamese volk. Acht jaar van bijna ononderbroken bombardementen die dood en verderf zaaiden in uitgebreide gebieden. Er zijn in Vietnam meer bommen gegooid dan op Europa in de tweede wereldoorlog. Hele steden werden van de kaart geveegd. Er werd voor meer dan 600 miljoen dollar aan schade aangericht. De bombardementen richtten weliswaar verschrikkelijke verwoestingen aan, de wilskracht van het Noord- Vietnamese volk werd er niet doorgebroken. De Vietcong, gesteund door het noorden, leek steeds harder te vechten naarmate er meer gebombardeerd werd. Luchtoorlog bleek niet voldoende. Er waren veel soldaten nodig om een basis te beschermen. De Vietnamoorlog was ook een wetenschappelijk oorlog. Er werden heel wat wapens voor de eerst keer gebruikt.

3.2. Keerpunt in de strijd
Op 30 januari 1968 begon het Tet Offensief. Tet was het begin van het nieuwe maanjaar en een feestdag waarop niet gevochten werd. Maar de Vietcong gebruikte deze dag om de Amerikanen de grootste klap van de Vietnamoorlog te geven: ze vielen in grote aantallen aan. Het Tet Offensief wordt gezien als het keerpunt in de oorlog. In het Westen trok men vanaf toen de conclusie dat de Vietnamese aanval mislukt was. De Amerikaanse strategie was geheel in de war gebracht en de Amerikaanse zelfverzekerdheid had een zware slag gekregen. De publike opinie begon zich tegen Johnson te keren en Johnson zei openlijk dat hij bereid was tot vredesbesprekingen met de Vietcong. Hij verklaarde ook dat hij niet zou deelnemen aan de verkiezingen die in dat zelfde jaar zouden gehouden worden.
Richard Nixon werd de opvolger van Johnson. Nixon en zijn adviseur in veiligheidszaken Kissinger namen zich voor de Amerikaanse buitenlandse politiek te ontdoen van de mislukking in Vietnam. Volgens hen was het nutteloze avontuur in Vietnam het gevolg van het Amerikaanse onvermogen om een onderscheid te maken tussen wat wel en niet van belang was voor de Amerikaanse veiligheid. Wat wel van belang was voor de Amerikaanse veiligheid was de relatie met de Sovjetunie. Daarom ging men een betere verstandhouding nastreven met de Sovjetunie.
Het was duidelijk dat de VS niet konden winnen in Zuid- Vietnam en op een niet al te lange termijn zouden de Amerikaanse troepen moeten teruggetrokken worden. Toch wilde Nixon niet de indruk wekken dat de Amerikanen verloren hadden. Om dat te bereiken moest hij er voor zorgen dat het regime nog enkele jaren in stand bleef, liefst nog enkele jaren nadat de Amerikanen vertrokken waren. Om dat te bereiken ging hij de oorlog Vietnamiseren. Terwijl de Amerikaanse troepen zich geleidelijk terugtrokken, zou het Zuid -Vietnamese leger enorm worden uitgebreid. De militaire positie van de Zuid -Vietnamezen zou versterkt worden met verzwaarde bombardementen. Om de Amerikaanse ‘credibility’ hoog te houden zorgde Nixon ook nog voor een aantal spectaculaire en onverwachte gewelddadigheden (zoals de inval in Cambodja), die duidelijk moesten maken hoe groot de Amerikaanse wilskracht nog was.
3.3. Vrede
Maar die gewelddadigheden hadden niet het verwachte effect. De Amerikaanse bevolking begon zich steeds meer te keren tegen de oorlog. In heel Amerika ontstonden betogingen, waar duizenden mensen aan deelnamen. Vele universiteiten sloten gedurende 1970 en 1971 toen duizenden studenten gingen protesteren. De protesten bleven groeien, ook in de rest van de wereld. De regering reageerde door de dienstplicht af te schaffen en het Congres begon zich tegen zijn president te keren. Kissinger begon vredesonderhandelingen te organiseren. In januari 1973 kwam het tot een vredesovereenkomst. Amerika zou zich terugtrekken en er zou een staakt-het-vuren volgen. Maar dat was slechts van korte duur. De Amerikanen waren nog niet weg of de oorlog tussen Noord en Zuid hervatte weer. In 1975 klapte het Zuid -Vietnamese leger in elkaar. Op 30 april 1975 gaf het zuiden zich over. Vietnam was weer herenigd.
Resultaat van de oorlog? Exact hetzelfde resultaat had ook in 1956 bereikt kunnen zijn als de Amerikanen de verkiezingen hadden laten doorgaan. De Vietnamoorlog stelde de hereniging simpelweg 20 jaar uit tegen een gruwelijk hoge prijs.
3.4. Waarom konden de Amerikanen niet winnen?
De Amerikanen waren overtuigd van hun technische superioriteit. Ondanks de enorme verwoesting van een groot deel van het land slaagden ze er niet in het communistische Noord -Vietnam op de knieën te krijgen. Technische superioriteit bleek niet voldoende. Hoe konden de Vietnamese soldaten winnen van de Amerikaanse troepen? Eerst en vooral was er de onverzettelijke wil van bevolking. Al sinds het begin van de geschiedenis was Vietnam bezet. De drang naar onafhankelijkheid was zeer groot. Bovendien was het een guerrillaoorlog. Het kwam nooit tot een open gevecht. De Zuid -Vietnamese krijgers konden zich gemakkelijk vermommen als burgers en zich verstoppen in het woud. Langs geheime wegen en door onderaardse gangen werden ze bevoorraad door het noorden. De Vietcong was een goed georganiseerd leger in tegenstelling tot het Amerikaanse leger. De Amerikaanse soldaten waren ongemotiveerd (dienstplicht) en zeer jong (de gemiddelde leeftijd was 19 jaar). De snelle presidentswissels en de publieke opinie verhoogden de druk op de soldaten. De oorlog moest vlug gewonnen worden. Een echte strategie hadden de Amerikanen niet. Ze gooiden wel veel bommen, maar een georganiseerde veldslag kwam er nooit. Bovendien kreeg de Vietcong steun van China en Rusland, die veel troepen stuurden.
4. DE GEVOLGEN VAN DE OORLOG

Ondanks de verzekering van Nixon dat hij een eervolle vrede had weten te bereiken, leden de Amerikanen in Vietnam de grootste nederlaag uit hun geschiedenis. De gevolgen bleven niet uit. Amerika hield er het Vietnamsyndroom aan over. Het geloof in de eigen onoverwinnelijkheid kreeg een flinke opdoffer.
In Vietnam was de ravage niet te overzien. Na 10 jaar oorlog en heel veel bombardementen was de ravage enorm. Steden waren van de kaart geveegd en er waren meer dan drie miljoen mensen aan Vietnamese kant omgekomen. Aan Amerikaanse kant sneuvelden er bijna 60 duizend soldaten.
De Amerikanen hadden wel gelijk met hun dominotheorie. Dankzij de invasie in Vietnam beleven de Filippijnen, Indonesië, Maleisië, Singapore en Thailand gespaard van het communisme. Vietnam was wel degelijk het keerpunt in de expansie van het communisme. Zonder de Amerikaanse invasie zouden heel wat strategisch belangrijke plaatsen (zoals Singapore) van de “vrije“ wereld in communistische handen gekomen zijn.

5. VIETNAM NU EN IN DE TOEKOMST

Met ‘doi moi’ het Vietnamese equivalent van de Russische ‘perestroikapolitiek’, is er een ware renaissance begonnen in Vietnam. Vietnam opent zijn poorten voor buitenlandse investeerders en toerisme. Door liberalisering op economisch gebied raakt het land stilaan in ban van de commercie. De meeste sporen van oorlog zijn weggewist door de tropische natuur en vooral door de ijver van de Vietnamezen. Vietnam is goed op weg om de tegenstelling tussen communisme en markteconomie stapje voor stapje weg te werken. De bergen, stille stranden, rijstvelden, bloeiende steden, koloniale architectuur en de Mekong -delta maken van Vietnam een toeristische trekpleister van formaat.

Geraadpleegde bronnen:

internet:
Statistics about the Vietnam War.htm : htm: http://www.vhfcn.org
Vietnam War Statistics and Facts: :http://25thaviation.org/id275. /
http://www.allesAmerika.com (2001)
marcelhoff.tmfweb.nl/veldslagen/vietnamoorlog.htm (2001)
CD -ROM: Encarta Encyclopedie 1998
Boeken: HERBERT, P., Vietnam, Amsterdam, KIT Publishers, 2002
HEIRMAN, M., Vietnam: vijftig jaar oorlog, vijf jaar vrede Antwerpen, IPIS, 1994

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.