Hersenen en leren
Hoofdstuk 2: Bouw en functie van het menselijk zenuwstelsel
Zenuwstelsel = stelt ons in staat uitwendige en inwendige prikkels waar te nemen, deze registreren we met onze zintuigen.
Bestaat uit twee soorten zenuwcellen; neuronen en gliacellen
- Zenuwstelsel ingedeeld op ligging: centrale en perifere deel
- Zenuwstelsel ingedeeld op functie: animale en autonome stelsel
Neuronen = zenuwcellen die informatie (impulsen) doorgeven, opgebouwd uit cellichaam, een of meer dendrieten en een axon. Gebruiken voornamelijk glucose voor energie. Voor verbranding van glucose is O2 en vitamine B1 nodig.
- Sensorische neuronen
- Schakelneuronen
- Motorische neuronen
Gliacellen = kunnen geen impulsen geleiden, maar wel stoffen doorgeven aan andere zenuwcellen.
- Functie: synchroniseren van functionele groepen zenuwcellen, vormen van myelineschede, verhuizen van zenuwcellen en stimuleren van deling van nieuwe zenuwcellen tijdens embryonale ontwikkeling
Centrale zenuwstelsel = bestaat uit hersenen en ruggenmerg. Wordt beschermd door botstructuur.
Het perifere deel = bestaat uit zenuwen die het centrale deel met de organen verbinden
Animale zenuwstelsel = handeling bewust
Hersenen geven opdracht aan motorische zenuwcellen, de uitlopers hiervan zijn verbonden met de spieren, als het impuls aankomt trekken ze samen.
Autonome zenuwstelsel = onbewust (ademhalen)
- Orthosympatisch zenuwstelsel = stimuleert processen die lichaam in actieve staat brengen. Brengt impulsen via ruggenmerg naar grensstrengen en vervolgens naar alle organen.
- Parasympatisch zenuwstelsel = in rust.
Bloed-hersenbarrière = mechanisme waardoor veel chemische stoffen buiten de hersenen worden gehouden, de kans is hierdoor klein dat ziektekiemen de hersenen kunnen bereiken.
- Nadeel: transport van o.a. glucose en aminozuren moet via actief transport (normaal passief) kost energie
- Alleen O2, CO2, H2O en in vet oplosbare moleculen kunnen erdoorheen
Rustpotentiaal = verschil in verdeling van ionen in de vloeistoffen binnen en buiten de cel, binnenste van de cel negatief; -70mV
- gehandhaafd door de Na/K-pomp: pompt Na de cel uit en K de cel in, heeft ATP nodig
- ionkanaaltjes kunnen de Na-ionen terug naar binnen en de K-ionen terug naar buiten diffunderen. Doorlaatbaarheid van K-kanaaltjes is in rust veel groter de de Na-kanaaltjes; netto veel minder positieve ionen de cel binnen.
Actiepotentiaal
- depolarisatie tot aan de drempelwaarde van -50mV (ten gevolge van de prikkel, mebraanpermeabiliteit stijgt voor Na -> Na+ cel in -> minder negatief)
- depolatisatiefase ten gevolge van natriumstroom tot max 30mV
- Repolatisatiefase ten gevolge van Kaliumstroom
- Hyperpolarisatie ten gevolge van voortgezette kaliumstroom tot -80mV
- Herstelfase: terugkeer naar de rustpotentiaal van -70mV
Snelheid van de prikkelgeleiding is afhankelijk van de vezeldikte en de plaats van de insnoeringen van Ranvier.
Refractaire periode = periode van 1 milliseconde waarin de cel niet gevoelig is voor nieuwe prikkels (stap 2,3 en 4).
Relatief refractaire periode = periode van 20 tot 200 milliseconde waarin de cel wel geprikkeld kan worden, tegen het einde van de actiepotentiaal, tijdens de herstelfase.
Richting impuls = dendriet -> cellichaam -> axon -> synaps
Grijze stof = cellichamen en dendrieten
Witte stof = myelineschede of mergschede om de neurieten of axonen
Bouw en functie van de hersenen
De grote hersenen
De buitenste laag heet de cortex of hersenschors. In deze roze laag worden opdrachten voor bewuste bewegingen gegeven.
Linkerhersenhelft bedient het rechter gedeelte van het lichaam en omgedraaid.
Corpus callosum (hersenbalk) = verbinding tussen de hersenhelften
Kwabben
- Frontaalkwab (voorhoofdskwab): menselijk zelfbewustzijn
- primaire motorische cortex (stuurt bewegingen aan)
- gebied van Broca (motoriek van het spreken, wat we zeggen begrijpelijk)
- Occipitaalkwab: zien
- Pariëtaalkwab (wandbeenkwab): gewaarwording van gevoelsprikkels
- Temporaalkwab (slaapbeenkwab): impulsen vanuit oren verwerkt
Kleine hersenen = cerebellum
Handhaving evenwicht, coördinatie en timing van bewegingen. Info ogen en evenwichtsorgaan veroorzaakt activiteit in kleine hersenen.
Impliciet leren; leren die buiten het bewustzijn om gaan (fietsen, pianospelen)
- fietsen: kleine hersenen info vastleggen zodat je nooit meer na hoeft te denken over overeind blijven
- pianospelen: kleine hersenen trainen om timing en coördinatie van bewegingen te vervolmaken
Hersenstam
Bestaat uit medulla (verlengde merg), de pons en de middenhersenen. Piramidekruising
- motorische zenuwbanen = naar beneden
- sensorische zenuwbanen = omhoog
Medulla (onderste deel van hersenstam) controleert functies die van levensbelang zijn; ademhalen, hartslag, reflexen. Piramidekruising
Pons verbindt grote hersenen met de kleine hersenen
Middenhersenen betrokken bij zintuigelijke en motorische functies (oogbewegingen) en coördineren visuele en auditieve reflexen. Basale ganglia = zenuwknoppen afstemmen van bewegingsimpulsen. Substantia nigra -> dopamine als transmitterstof
Thalamus twee helften
Informatie zintuigen -> primaire secundaire cortex
Selecteert belangrijke van niet belangrijke prikkels
Handhaving van bewustzijn en bij emoties
Hypothalamus
Regelcentrum voor handhaven constant inwendig milieu = handhaven homeostase
- hormonaal systeem
- autonoom zenuwstelsel (actie/rust)
- honger, dorst, verzadiging
Limbisch systeem
Motivatie, genot, emotie en emotioneel geheugen, buiten de wil om, bestaat uit;
- Bulbus olfactorius: impulsen vanaf reukzintuigcellen naar hersencortex, hypothalamus en amygdala
- Thalamus
- Hypothalamus
- Hippocampus: opslaan informatie in het geheugen, ruimtelijke oriëntatie
- Amygdala (amandelkern):verbanden tussen informatie van zintuigen en koppelt deze aan emoties, betrokken bij onbewuste herinneringen
Elektrische activiteit van de hersenen
Elektrocardiogram (ECG) = hartfilmpje waarbij de elektrische activiteit van de hartspier opgepikt wordt met elektroden, kleine metalen plaatjes die op de huid van de borstkas of de polsen geplaatst worden.
Encefalogram (EEG) = meerdere elektroden worden op de hoofdhuid bevestigd, de elektroden, die activiteit weergeven van deel eronder, worden onderling vergeleken.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden