Wanneer moet je hoofdletters gebruiken?
- Aan het begin van een zin
- Als het met een apostrof begint, krijgt eerste volledige woord hoofdletter
- Als zin begint met cijfer of ander teken schrijf je geen hoofdletter
- Aan het begin van een eigennaam
- Het voorzetsel of lidwoord van achternaam begint alleen met hoofdletter als er geen (voor)naam of voorletter voor staat. Kees de Vries, de heer K. de Vries, de heer De Vries
- Aan begin van namen van personen en zaken als heilig worden beschouwd
- Word er met Bijbel/Koran een gedrukt exemplaar bedoeld, schrijf je met kleine letter
- Aan begin aardrijkskundige naam, namen van volkeren en talen
- Namen van windstreken geen hoofdletter
- Aan begin van namen van (kerkelijke) feestdagen
- Samenstellingen met feestdagen geen hoofdletter
- Aan begin van titels
- Van vorstelijke personen
- An boeken, kranten, tijdschriften, films, wetten, prijzen, evenementen, ect.
Wanneer moet je leestekens gebruiken?
- je schrijft een punt
- aan het einde van een zin
- na of in sommige afkortingen
- je schrijft geen punt
- na of in afkortingen die je letter voor letter uitspreekt
- in afkortingen die je als gewoon woord uitspreekt
- na titels of tussenkopjes
- in adressen
- Je schrijft een vraagteken achter een vragende zin
- als een vraag niet letterlijk wordt weergegeven zet je een punt
- je schrijft een uitroepteken als je ergens extra nadruk op wilt leggen
wanneer moet je komma’s gebruiken?
- Tussen 2 persoonsvormen
- In een opsomming (behalve voor en + of)
- Voor verbindingswoorden tussen 2 zinnen
- Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden
- Voor/na woorden waarmee je aandacht trekt
- Voor en na bijstelling
Wanneer moet je dubbele punt gebruiken?
- Opsomming
- Verklaring
- Citaat
Wanneer moet je aanhalingstekens gebruiken?
- Aan begin en einde citaat
- Bij een woord dat je op aparte manier gebruikt
Wanneer gebruik je de puntkomma?
- Tussen 2 (hoofd)zinnen die nauw met elkaar verbonden zijn en daarom in een zin kunnen staan
- Na de delen van opsomming die op nieuwe regel beginnen
Wanneer gebruik je de directe en indirecte reden?
- Directe reden: Woorden die iemand zegt, geef je letterlijk weer
- Marjolijn zei: ‘Ik heb vrij.’
- Dit moet je in aanhalingstekens zetten. Er zijn verschillende soorten structuren
- Zin: ‘Citaat.’
- Nora zegt: ‘Morgen word het mooi weer.’
- ‘Citaat’, zin.
- ‘Pas op’, gilde Anne-Marie naar het meisje dat wou oversteken.
- ‘Citaat’, zin’, citaat,’
- ‘Help’, roept Noa’, mijn broertje is in het water gevallen.’
- Indirecte reden: je schrijft op wat iemand zegt, maar je geeft de woorden niet letterlijk weer
- Marjolein zei dat ze vrij had
Wanneer gebruik je samenstellingen en afleidingen?
- Samenstelling: dit is een combinatie van 2 of meer woorden die ook zelfstandig kunnen voorkomen. Meestal schrijf je ze aan elkaar, ook als ze vrij lang worden
- Streepjes + code + scan + apparaat = streepjescodescanapparaat
- Brand + trap = brandtrap
- Afleiding: dit is een combinatie van een zelfstandig woord met een voor- of achtervoegsel dat je niet apart kunt gebruiken
- Contact + loos = contactloos
- On + aardig = onaardig
Wanneer gebruik je de apostrof?
- In woorden die eindigen op de klinkers a, i, o, u, en y + een s. dit plaats je om verkeerde uitspraak te voorkomen
- Als de ’s van bezit’ of mv geen uitspraakproblemen geeft gebruik je geen apostrof
- Bij verkleinwoorden die eindigen op y
- Bij letters, afkortingen, cijfers of andere tekens + en woorddeel dus in het meervoud, verkleinwoord en achtervoegsel
- Na afkorting komt geen apostrof als afkorting met kleine letters wordt geschreven en als woord wordt uitgesproken
- Om aan te geven dat er letters zijn weggelaten
- De weggelaten ’s van bezit’ achter naam die op sisklank eindigt wordt ook met apostrof aangegeven.
Wanneer gebruik je trema of deelteken
- Klinkers die in afleiding naast elkaar staan niet als een klank worden gelezen
- Geeft aan waar nieuwe lettergreep begint
- Ook samengestelde getallen krijgen trema als er klinkerbotsing is
- Geen trema als
- Geen verkeerde uitspraak mogelijk is
- In sommige woorden die uit andere talen zijn overgenomen zoals -eum en -ien
- In samenstellingen met spraakverwarring
Wanneer gebruik je het liggend streepje?
- Word gebruikt in samengestelde woorden
- Waarin klinkers die naast elkaar staan niet als een klank moeten worden gelezen
- Samengestelde getallen krijgen bij klinkerbotsing een trema
- In samenstellingen met een letter, afkorting, cijfer of ander teken
- Na afkorting komt er geen streep als de afkorting met kleine letters wordt geschreven en als woord wordt uitgesproken
- In samenstellingen waarbij 2e deel met hoofdletter begint
- In samengestelde ak namen en woorden die daarvan afgeleid zijn
- In samenstellingen met niet-, non-, oud-, ex-, adjunct-, leerling-, assistent-
- In namen van gehuwde personen
- mevrouw A. van der Vlies – de Bruin
- in vaste verbindingen
- zwart-witfoto
- doe-het-zelfzaak
- in enkele andere gevallen zoals:
- proces-verbaal
- rooms-katholiek
- ik-figuur
wanneer gebruik je het weglatingsstreepje?
- Word gebruikt om aan tegeven dat del van samengesteld woord is weggelaten. Komt te staan op plaats van weggelaten woorddeel
- Als je heel woord weglaat zet je geen streep
REACTIES
1 seconde geleden