Werkwoordsvormen
- Aller
- [ ] je vais
- [ ] tu vas
- [ ] il va
- [ ] elle va
- [ ] on va
- [ ] nous allons
- [ ] vous allez
- [ ] ils vont
- [ ] elles vont
- [ ] in het frans kun je direct na een vorm van aller een heel ander werkwoord gebruiken. je geeft aan dat er binnenkort iets gaat gebeuren. deze werkwoordstijd heet de futur proche
- être
- [ ] je suis
- [ ] tu es
- [ ] il est
- [ ] elle est
- [ ] on est
- [ ] nous sommes
- [ ] vous êtes
- [ ] ils sont
- [ ] elles sont
- [ ] het is vertaal je met c’est, wij zijn kun je in het frans op 2 manieren vertalen: on est en nous sommes. zij zijn vertaal je bij alleen vrouwelijk met elles. zij zijn vertaal je in alle andere gevallen met is.
- avoir
- [ ] j’ai
- [ ] tu a
- [ ] il a
- [ ] elle a
- [ ] on a
- [ ] nous avons
- [ ] vous allez
- [ ] ils ont
- [ ] elles ont
- [ ] om te vragen en te zeggen hoe oud je bent gebruik je avoir. je veranderd j’ voor een klinker of een stomme h: j’ai ik heb, j’habite ik woon. vanaf il a tot elles ont hoor je dat de woorden aan elkaar worden uitgesproken en dit heet een liaison.
werkwoordsvormen zijn echt lastig, daarom kan je het makkelijk houden met een ezelsbruggetje. je kan met alle letters wat doen maar het kan ook anders.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden