Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofstuk 1 t/m 7 en 10

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 1240 woorden
  • 21 oktober 2014
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Hoofdstuk 1 Planning in Organisatie

→ Organiseren in de samenleving.

→ Organisatie; geordende groep mensen die met behulp van bepaalde middelen samenwerken om vooraf geplande doelen te bereiken.

-Kenmerken

  • Doel – profit (winst) of non-profit (geen winst)
  • Plan
  • Middelen
  • Mensen
  • Leiding

→ Plannen

-Strategische plannen; worden ontwikkeld door het topmanagement en beschrijven hoe de organisatie denkt haar lange termijndoelen te bereiken.

-Tactische plannen; betreffen de concrete activiteiten die moeten leiden tot het strategische doel.

-Operationele plannen; hebben betrekking op de uitvoering van de voorgenomen activiteiten.

 

Hoofdstuk 2 De juridische vorm

 

→ Mogelijke juridische vormen

-Juridische vorm; rechtsvorm die een bedrijf kiest.

→ Natuurlijke personen; alle mensen

→ Rechtspersonen; organisaties die rechten en plichten hebben

-Publiekrechtelijk

-Privaatrechtelijk

→ Eenmanszaak

-Kenmerken

  • Alles is eigendom van de eigenaar
  • Eigen vermogen is gelijk aan de inbreng van de eigenaar
  • Eigenaar is volledig aansprakelijk
  • Eigenaar heeft volledig zeggenschap

→ Vennootschap onder firma

-Kenmerken

  • Gezamenlijk eigendom van vennoten
  • Vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk
  • Arbeidsverdeling in de leiding

→ Besloten vennootschap

-Kenmerken

  • Rechtspersoon, zelfstandig
  • Eigen vermogen dat niet verbonden is met ander vermogen
  • Aandeelhouders brengen samen het aandeelvermogen bijeen
  • Maatschappelijk kapitaal is het maximum
  • Aandelenvermogen is onderdeel van eigen vermogen
  • Aandelen kunnen verkocht worden aan BV of andere aandeelhouder

→ Naamloze vennootschap

-Kenmerken

  • Rechtspersoon, zelfstandig
  • Eigen vermogen dat niet verbonden is met ander vermogen
  • Aandeelhouders brengen samen het aandeelvermogen bijeen
  • Maatschappelijk kapitaal is het maximum
  • Aandelenvermogen is onderdeel van eigen vermogen
  • Aandelen kunnen verkocht worden aan elke willekeurige gegadigde

→ Bestuursorganen (voor BV en NV)

-Directie

-Raad van Commissarissen (RvC)

-Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)

→ Vereniging

                Informele (geen rechtspersoon)

                Erkende (rechtspersoon)

-Kenmerken

  • Doel
  • Verbod winst te verdelen onder leden
  • Ledenbestand
  • Bestuur

→ Stichting

-Kenmerken

  • Rechtspersoon
  • Kan door 1 of meer worden opgericht
  • Geen leden
  • Moet geschieden bij notariële akte
  • Bestuurders worden benoemd door bestuursleden
  • Geen uitkeringen doen aan oprichters

    Hoofdstuk 3 Personeelsbeleid

     

    → Arbeidsovereenkomst; een afspraak tussen een werkgeven en een werknemer.

    -Beide partijen rechten en plichten

    -Burgerlijk Wetboek (BW)

    -Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao)

    → Werving en selectie

    -Belangrijke elementen

  • Personeelsplanning
  • Motivatiebeleid
  • -Wervingsmethoden

  • Open sollicitatie
  • Personeelsadvertentie
  • Centra voor Werk en Inkomen
  • Uitzendbureaus
  • Inzet van recruiters
  • Head-hunters
  • -Gelijke kansen

  • Geslacht
  • Leeftijd
  • Geaardheid
  • Politieke opvattingen
  • Godsdienst
  • → Aan het werk

    -Ondernemingsraad

  • Recht op overleg, informatie, consultatie en meebeslissen.
  • -Functioneringsgesprekken; open gesprekken tussen werknemer en diens direct leidinggevende.

    -Beoordelingsgesprek; hierin staat het element beoordelen voorop.

    → Ontslag

    -Arbeidsongeschikt, conflicten, pensioen, dringende reden.

     

    Hoofdstuk 4 Financieel beleid; interest

     

    → Enkelvoudige interest; er wort alleen interest berekend over het oorspronkelijke kapitaal.

    -Kapitaal x Percentage x Tijd

    → Samengestelde interest; de eindwaarde van het kapitaal.

    -Beginkapitaal x (1 + interestperunage)n

    → Samengestelde interest; de contante waarde van het kapitaal.

    -En= C x (1+i)n

    -Cw = En / (1+i)n

     

    Hoofdstuk 5 Financiële markten

     

    → Vermogensmarkt; hieronder berstaan we het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen.

    -Bestaat uit:

  • Kapitaalmarkt
  • Geldmarkt
  • → Kapitaalmarkt; het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen met een lange looptijd.

    -Openbaar vermogen; zijn de voorwaarden waartegen geld kan worden geleend van tevoren in alle openbaarheid bekend gemaakt.

    -Onderhands vermogen; hier onderhandelen 1 geldvrager en 1 geldgever met elkaar.

    -De openbare kapitaalmarkt; georganiseerd door middel van effectenbeurzen. Daar worden waardepapieren verhandeld: aandelen en obligaties.

    -Aandelen; wie een aandeel koopt van een onderneming, kan zich mede-eigenaar noemen.

    -Obligaties; schuldbewijzen van de overheid, bedrijven of andere instellingen.

    -Onderhandse kapitaalmarkt;

  • Institutionele beleggers
  • Hypothecaire lening
  • → Geldmarkt; het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen met een korte looptijd.

    -Functies van de banken;

  • Kredietbemiddeling
  • Kredietverlening
  • Beheren van spaargelden
  • Uitvoeren van het betalingsverkeer
  • Bemiddelen bij het emitteren van aandelen en obligaties
  • Bewaren van effecten
  • Aan- en verkopen van vreemde valuta’s
  • Aan- en verkopen van effecten in opdracht
  •  

    Hoofstuk 6 De financiering van organisaties; Eigen vermogen

     

    → Het eigen vermogen; de waarde van de bezittingen verminderd met de schulden

    -Balans; een overzicht van bezittingen en schulden

    -Belangrijk bestanddeel van het eigen vermogen is het aandelenvermogen

    → Aandelenvermogen (of aandelenkapitaal)

    -Een aandeel; de deelname in het EV van een BV of NV.

  • Aandeelhouder staat ingeschreven in een aandeelhoudersregister
  • Nominale waarde
  • Beurswaarde
  • Dividendblad
  • -Aandelenemissie met agio

  • Boven pari of met agio
  • Agioreserve
  • → Dividend; het gedeelte van de winst dat uitgekeerd wordt aan de aandeelhouders

    -Vennootschapsbelasting; winstbelasting voor NV’s en BV’s

    -Dividendbelasting; een voorheffing op de verschuldigde inkomstenbelasting van de aandeelhouder

     

    Hoofdstuk 7 De financiering van organisatie; Vreemd vermogen

     

    → Vreemd vermogen; bestaat uit schulden. De geldlener moet een vergoeding betalen voor het ontvangen van de lening; de interest.

    -Aflossingen

  • Aflossing met annuïteiten
  • Aflossing ineens
  • Lineaire aflossing, gelijke periode bedragen

→ De hypothecaire lening; een geldlening waarbij de geldgever het recht van hypotheek verkrijgt.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

→ De hypothecaire lening; een geldlening waarbij de geldgever het recht van hypotheek verkrijgt.

  • -Het recht van hypotheek is het recht dat de geldgever heeft om de als zekerheid dienende zaak te verkopen.

    -De lineaire hypotheek; elke periode wordt eenzelfde bedrag afgelost.

    -De annuïteitenhypotheek; gelijkblijvend periodiek te betalen bedrag dat een interest- en een aflossingsdeel bevat.

    -De spaarhypotheek; er wordt in het geheel niet afgelost, de betaalde interest blijft gelijk.

    → Consumptieve kredieten

    -Koop op afbetaling; kredietvorm die altijd is verbonden met de aanschaf van een bepaald consumptiegoed.

    -Huurkoop; kredietvorm die is ontstaan als een bijzonder soort koop op afbetaling.

    -Persoonlijke lening; lening die niet verbonden is met de aankoop van specifieke goederen.

    -Doorlopend krediet; lijkt op persoonlijke lening. De belangrijkste afwijking is de bepaling dart de geldnemer eenmaal afgeloste bedragen altijd weer mag opnemen.

    → Productieve kredieten

    -Lang vreemd vermogen

  • Hypothecaire lening
  • Onderhandse lening
  • Obligatielening
  • -Kort vreemd vermogen

  • Bankkrediet of rekening-courantkrediet
  • Leverancierskrediet
  • Afnemerskrediet
  • -Leasing; het huren van een roerende of onroerende zaak voor een bepaalde periode.

  • Operational lease; korte termijn opzegbaar en verhuurder volledig verantwoordelijk
  • Financial lease; lange looptijd, onopzegbaar en huurder volledig verantwoordelijk
  • Sale and lease back; bijzondere vorm van financial lease en in liquide vorm beschikking krijgen over geld
  • Rekening- courantkrediet
  • Leverancierskrediet
  • -Factoring; vorm van financiële dienstverlening door factormaatschappijen of factoors, die er in bestaat dat de factoor de vorderingen van ondernemingen op hun afnemers overneemt.

  • Afnemerskrediet
  • → Financiering van niet-commerciële organisaties; hiervoor staan in beginsel alle bovenstaande financieringsmogelijkheden open.

     

    Hoofdstuk 10 Interne organisatie en management

     

    → Het belang van een goede taakverdeling

    -Taakverdeling

    -Leiding

    → Organisatieschema; een vereenvoudigde weergave van de hiërarchische verhoudingen binnen een organisatie.

    -De lijnorganisatie

  • Eenvoudigste en bekendste vorm
  • Totale leiding bij 1 persoon, die enkele mensen onder zich heeft
  • -De lij-staforganisatie

  • Bv. Bij grootwinkelbedrijven
  • -De functionele organisatie

  • Bij relatief kleine industriële ondernemingen
  • -De projectorganisatie

  • Projecten zijn opgebouwd uit diverse activiteiten die uitgevoerd worden door verschillende afdelingen of specialisten en die moeten leiden tot duidelijk resultaat.
  • → Managementtaken

    -Organiseren; het zo goed mogelijk regelen en verdelen van taken, bevoegdheden en middelen onder de leden van de organisatie met het oog op de gestelde doelen.

    -Leidinggeven; het sturen, beïnvloeden en motiveren van medewerkers.

    → Controle

    -Doel – plan – uitvoering – controle

    -Functiescheiding; het verdelen van bepaalde functies over verschillende personen, om daarmee controle te vergemakkelijken en fraudegevoeligheid te verkleinen.

    -Beginvoorraad + ontvangsten – afgiften = eindvoorraad

    -Internet controle; elke vorm van controle die wordt uitgeoefend door of namens de leiding van de organisatie.

    -Externe controle; controle die wordt uitgevoerd door of namens een andere instantie dan het management.

    → Managementinformatie

    -Verzamelen en vastleggen van gegevens

    -Bewerken van gegevens tot managementinformatie 

 

 

 

 

 

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.