Maatschappijleer: Werk
Wat is arbeid?
Iedere menselijke bezigheid, die verricht wordt:
- met een bepaalde inspanning
- met gebruik van iemands capaciteiten
- eventueel met behulp van gereedschappen;
- binnen een maatschappelijk geregelde behoefte
- met het doel het leveren van een product of een dienst
het verschil tussen werk en een hobby is de maatschappelijke behoefte aan die activiteit
De vijf motieven waarom mensen gaan werken, is volgens de Amerikaanse psycholoog Maslow als volgt:
- biologische behoefte (eten, drinken, onderdak)
- veiligheid, zekerheid, geborgenheid (de behoefte aan veiligheid en zekerheid)
- behoefte om erbij te horen (sociale behoefte)
- prestige, respect, waardering, succes (de behoefte aan erkenning, waardering)
- zelf ontplooiing (de behoefte aan zelfrealisatie: de innerlijke drang om iets te presteren dat een bijdrage levert aan de vooruitgang van de mensheid.
Arbeid heeft nog meer belangrijke functies zoals:
- Inkomen
- Zekerheid (Materiele =loon) (Immateriële = iets te doen hebben)
- Sociale contacten
- Erkenning en Waardering (de waardering die word toegekend aan iemands beroep)
- Zelfrealisatie (Ontplooien door persoonlijke kwaliteiten als vakmanschap)
Onder arbeidsethos verstaan we de betekenis die mensen aan arbeid toekennen.
De waardering van het werk hangt af van de soort werk die je verricht:
- Hoofd en handwerk
- Geschoold en ongeschoold werk
- Vrouwen en mannen werk
- Betaald en onbetaald werk
Sociale mobiliteit = de mogelijkheid om te stijgen op de maatschappelijke ladder
De vier belangrijke factoren van werk zijn als volgt:
- Arbeidsvoorwaarden: loon, werktijden, ontslagregels en promotiekansen.
- Arbeidsverhoudingen: hoe is de verhouding van mensen (die daar werken) met elkaar en met de leidinggevenden.
- Arbeidsomstandigheden: is het werkplek schoon, veilig en aangenaam? Is het werk lichamelijk en psychisch niet te zwaar.
- Arbeidsinhoud: is het werk zelf leuk, afwisselend en uitdagend.
- De formele verhoudingen zijn gebaseerd op de taken en bevoegdheid die elke werknemer heeft.
- Informele verhouding zijn gebaseerd op persoonlijke kenmerken
De voordelen van goed werkoverleg zijn:
- het personeel wordt gemotiveerd en voelt zich berokken bij het bedrijf
- het bedrijf maakt gebruik van de ervaring en de ideeën van werknemers
- de productie gaat meestal omhoog
Elk bedrijf met meer dan 35 werknemers heeft een ondernemersraad (OR), de wettelijke vastgelegde vorm van medezeggenschap.
De OR heeft: instemmingbevoegdheid bij personele aangelegenheden
Adviesbevoegdheid bij bedrijfseconomische beslissingen.
Recht op voorinformatie over het financieel en sociaal jaarverslag van het bedrijf
Arbeidsomstandigheden hebben te maken de praktische werksituatie, zoals de ruimte waarin je werkt, de stoel waarop je zit, de apparatuur waarmee je werkt, de lucht die je inademt en de zwaarte van het werk.
Arbo-wet:
De minimumeisen waaraan een werksituatie moet voldoen staan in de arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet).
De Arbo-wet bevat richtlijnen op drie gebieden:
- veiligheid: afgeschermde machines, beschermkappen voor je oren en goede vluchtroute bij brand.
- gezondheid: een verbod op het werken met gevaarlijke stoffen zoals asbest.
- welzijn: het werk moet afgestemd zijn op de kwaliteit van de werknemer. Hij mag niet onder zijn 'kunnen' werken.
Arbeidsbesluit jeugdigen:
Dit is voor de jongeren en de normen zijn iets strenger dan Arbo-wet. Dit besluit bepaald onder andere dat jongeren niet zwaarder dan 50 kilo mogen sjouwen, niet mogen werken in lawaai dat harder is dan 80 decibel, niet met gevaarlijke stoffen als asbest, zuren, logen en chemicaliën mogen werken en geen eentonig of eenzaam werk mogen doen.
Arbeidsinspectie:
Arbeidsinspectie die een orgaan van het ministerie van zaken en Werkgelegenheid en veel bevoegdheden heeft ziet er op toe of de werknemers en werkgevers zich aan de Arbo-wet houden. Een arbeidsinspectie mag ook beslissen om een bedrijf stil te leggen.
De beroepshouding heeft te maken met;
- Persoonlijke uitstraling;
- Uitstraling van het bedrijf;
- Klantvriendelijkheid;
- Collegialiteit;
Arbeidsbureaus
- Inschrijven van werkzoekenden.
- Sollicitatietraining;
- Om- en bijscholing;
- Bemiddeling tussen de werkgevers en werkzoekenden;
Uitzendbureaus
- De bemiddeling gebeurt op commerciële basis.worden betaalt door de bedrijven.
- Het gaat om tijdelijk werk van maximaal een half jaar.
Netwerken
- Vervullen van vacature via-via
arbeidsverdeling: verdeling van de in de maatschappij te verrichten arbeidstaken over individuen en groeperingen.
Maatschappelijke arbeidsverdeling: het gehele productieproces in een samenleving is verdeeld over een verfijnd netwerk van beroepen, functies, bedrijven en arbeidssectoren.
Technische arbeidsverdeling: het productieproces zelf word opgedeeld in deelhandeling, die door afzonderlijke werknemers wordt verricht.
arbeidsmarkt: alle situaties waarin sprake is van een ontmoeting tussen de vraag naar arbeidskrachten en het aanbod van arbeidskrachten.
Beroepsbevolking: alle personen tussen de 15 en 65 jaar die beschikbaar zijn voor werk. Het aanbod van arbeid wordt door de beroepsbevolking bepaald.
Werkgelegenheid: de behoefte aan arbeidskrachten in onze economie. De vraag naar aanbod wordt hierdoor bepaald.
Waarom ARBEIDSVERDELING?
Hiervoor zijn vier redenen;
- Werk is vaak ingewikkeld,
- Je kunt gebruik maken van talent,
- Het nastreven van efficiëntie,
- Je kunt verschillend werk ook verschillend belonen.
Theorie van dubbele arbeidsmarkt:
In deze theorie wordt gesteld dat de arbeidsmarkt is opgebouwd uit segmenten;
Het eerste segment omvat de interessante, goedbetaalde banen met vaak goede promoties, mensen met deze banen, hebben een stabiele arbeidspositie.
Het tweede segment bestaat uit onaantrekkelijke, slecht betaalde banen. De mensen met deze banen hebben vaak een lage opleiding.
Het onderscheid in verschillende segmenten bestaan niet alleen in de arbeidsmarkt als geheel, maar het is ook zichtbaar in een bedrijf. Er is een splitsing te maken tussen twee groepen
Een aantal groepen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt:
a)Laag en ongeschoolden
b)Vrouwen
c)Etnische minderheden (allochtonen)
laag en ongeschoold: ouder dan 40 = te duur en te weinig flexibel.
Jongeren, te veel aanbod hoger opgeleiden = diploma inflatie
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden
B.
B.
Wel van zeer slechte kwaliteit qua spelling. En de verzorging is ook wel matig,
13 jaar geleden
Antwoorden