1)Bestuurslagen:
· Gemeente
· Provincie
· Het Rijk
Hoe je invloed kan hebben op de politiek:
· Stemmen
· Lid worden van politieke partij
· Contact opnemen met politici
· Een verzoek indienen
· De pers benaderen
· Lid worden van actiegroep
2.) Een stroming is een geheel van opvattingen. Standpunten van ideologieën: - Normen en waarden: persoonlijke vrijheid die moet worden toegestaan (bv: abortus) - Sociaal-economische verhoudingen: verschillen tussen rijk en arm. - De gewenste machtsverdeling (werknemers en werkgevers) - Progressief is in de politiek vooruitstrevend, vooral linkse partijen. - Conservatief betekent behoudend. Traditionele normen en waarden worden benadrukt. Vooral rechtse partijen.
Links benadrukt het principe van gelijkheid. Links komt op voor mensen met een achterstandspositie (vrouwen, armen, buitenlanders, ouderen, etc.). Rechts legt met zijn conservatieve uitgangspunten de nadruk op bescherming van persoonlijke en economische vrijheid. Liberalen: - streden voor vrijheid. - De staat mocht alleen maar dienstbaar zijn aan het ideaal van persoonlijke vrijheid. - De strijd voor vrijheid had ook rechtse/conservatieve elementen. De liberalen vonden dat de overheid zich niet moest bemoeien met de economie. Dus geen sociale voorzieningen voor de arbeiders, die moesten t zelf uitzoeken. Socialisme: Links heeft zijn oorsprong in het socialisme. Sociaal-Democraten: - Vinden dat kennis, inkomen en macht meer verspreid moeten worden. Ze willen dit langs de democratische weg bereiken. Christen-Democratie: - CD veinden zich in de middenpostie. Ze kiezen niet voor werkgevers of werknemers, ze benadrukken juist de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de groepen. - CD streven naar samenleving op christelijke grondslag, waarin geloof, naastenliefde en harmonie belangrijke waarden zijn. - Binnen de christelijke stroming is het rentmeesterschap een belangrijk beginsel. De overheid dient de door god aan de mens in bruikleen gegeven aarde op zorgvuldige wijze te beheren. - De CD willen zorgzame samenleving ipv verzorgingsstaat.
Protestpartijen ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek. D66 was lange tijd de bekendste protestpartij. Aan het begin van deze eeuw (2000) kwamen twee protestpartijen op: LPF en Leefbaar Nederland. Politieke partijen in de Tweede kamer van links naar rechts: SP Groenlinks PvdA D66 CDA LPF VVD Christenunie SGP
3.) Nederland is een onafhankelijke staat. Dat kun je zien als: · Er is een vast grondgebied of territoir. · Op het grondgebied woont een bevolking · Er wordt een vorm van gezag uitgeoefend.
De overheid heeft gezag in landen als de bevolking hen accepteert. Dictatuur: een staat waarin alle politieke macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen. Democratie: - de overheid moet zich houden aan de Grondwet. - De vrijheid van de overheid wordt beperkt door de kiezers. Bij verkiezingen schenkt de bevolking namelijk het vertrouwen aan de gekozen politici: de volksvertegenwoordiging. Zij controleren de overheid. Democratie kan een 2 partijenstelsel hebben (Amerika), of meer partijenstelsel (NL). Rechtstaat: staat waarin de overheid is gebonden aan wettelijke regels en waarin de bevolking beschikt over politieke en sociale rechten. Kenmerken van rechtstaat: · Er is een grondwet · Burgers hebben grondrechten · Er is een scheiding van verschillende machten
Grondrecht = mensenrecht
· Vrijheidsrechten: Men mag binnen geldende wetten en regels naar eigen keuze hun godsdienst belijden, mening uiten, staan en gaan waar ze willen, etc.
· Politieke grondrechten: burgers mogen bij vrije verkiezingen zelf hun bestuurders kiezen en zichzelf verkiesbaar stellen.
· Sociale grondrechten: geven iedere burger recht op wonen, werk, medische hup, voedsel, onderwijs, etc.
Belangrijk voor een rechtstaat: dat niet één persoon of één instantie alle politieke macht heeft. Dus het vermogen om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten.
Trias Politica: idee van Montesquieu, driedeling van de staats/politieke macht.
Dus:
· De wetgevende macht
· De uitvoerende macht
· De rechterlijke macht
De wetgevende macht: stelt wetten vsat waaraan de burgers zich moeten houden, bijv de leerplichtwet. In Nederland is dit de taak van de regering (Ministers en Koningin!) en het parlement samen. Over het algemeen worden wetsvoorstellen meestal door minister ingediend; zij hebben op hun ministerie veel ambtenaren voor zich werken, die een wetsvoorstel kunnen voorbereiden en uitwerken. Het parlement beslist vervolgens of het voorstel daadwerkelijk een wet wordt.
De uitvoerende macht: zorgt ervoor dat de eenmaal goedgekeurde wetten ook precies worden uitgevoerd. Hiervoor zijn ministers verantwoordelijk.
De rechtelijke macht: beoordeelt of wetten goed worden nageleefd. Deze macht is in handen van rechters. Zij kijken of iemand een wet overtreedt, en of ie gestraft moet worden. Bijv autoboetes etc.
Democratie is afkomstig van het Griekse woord “demos”(volk), en kratein (regeren), en betekent dus letterlijk: het volk regeert. Een democratie is dus een staatsvorm waarbij de bevolking invloed heeft op de politieke besluitvorming. Directe Democratie: direchte zeggenschap van het volk. Een overblijfsel van direchte democratie is het referendum. Een referendum is een volkstemming over een wetsvoorstel. (dus bijv: alle allochtonen eruit, ja of nee, heel direct.-) Voordelen van referendum: · De bevolking wordt meer betrokken bij de politiek · Politici zijn beter op de hoogte van de bevolking over een kwestie. Nadelen van referendum: · het is moeilijk om iets te vragen met alleen als antwoord ‘ja’ of ‘nee’. · Het is duur en organisatorish onuitvoerbaar om regelmatig een referendum te houden. · Extreme denkbeelden (fascisme, racisme of ook afschaffing van belasting) kunnen onderwerpen worden waarover men een referendum wil houden. Het is de vraag of zoiets wenselijk is. Indirecte Democratie: Nederland heeft een indirecte democratie. Waarin het volk niet zelf beslissingen neemt, maar dit overlaat aan gekozen vertegenwoordigers. We spreken ook wel van een parlementaire democratie omdat het parlement de belangrijkste beslissingen neemt. Constitutionele monarchie: Een monarchie is een staatsvorm met een koningin als staatshoofd. In de uitoefening van haar taken moet de koningin zich houden aan de Grondwet (constitutie).die Grondwet geeft de koningin weinig macht.
4.) Om de paar jaar worden de leden van een aantal politieke bestuursorganen rechtstreeks gekozen, namelijk van: · Het Europees Parlement; · De Tweede Kamer; · De Provinciale Staten; · De gemeenteraden; · De stadsdeelraden
* Vanaf achttien jaar en ouder hebben alle Nederlanders actief kiesrecht. * Het recht om je verkiesbaar te mogen tellen noemen we het passief kiesrecht. Om je verkiesbaar te stellen, moet je voldoen aan de volgende vier voorwaarden: · De partij moet zich officieel laten registreren bij de Kiesraad. · De partij moet in elke kieskring waar het wil meedoen een kandidatenlijst inleveren. · De partij moet in elk kiesdistrict waarin het mee wil doen de steunbetuiging van dertig Nederlanders hebben. · De partij moet 11.250,- betalen. Dit bedrag staat vast en is dus onafhankelijk van het aantal kiesdistricten waarin aan de verkiezingen deelgenomen wordt.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden