Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Pluriforme samenleving

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1560 woorden
  • 20 juni 2010
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie


Samenvatting Maatschappijleer SE 4.

De Nederlandse pluriforme samenleving
10.1 Hoe ziet de pluriforme samenleving in Nederland eruit?

Cultuur bestaat uit 3 verschillende dimensies:
- ideële dimensie (betreft: waarden en ideeën)

- normerende dimensie (betreft: normen en regels)

- materièle dimensie (betreft: concrete inhoud van cultuur, bijv: manier van feesten en visie op kunst)


Sociale functies van een cultuur:

Ten eerste: Cultuur zorgt ervoor dat je weet hoe je moet handelen: het geeft je houvast. -> sancties volgen als je je niet aan deze normen houdt.

Ten tweede: Cultuur bepaalt je identiteit -> Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Wat vind ik belangrijk in het leven?

Ten derde: Een cultuur houdt een samenleving bij elkaar d.m.v. gemeenschappelijke cultuurelementen.


Cultuur eigen maken: internalisatie


Westerse culturen benadrukken de IK-cultuur.

Niet-westerse culturen benadrukken de WIJ-cultuur.


acculturatie: wederzijdse cultuurbeïnvloeding tussen autochtonen en allochtonen.

creolisering: een mengeling van wederzijdse beïnvloeding die tot geheel nieuwe (sub)culturen leidt.

salad-bowlsamenleving: wel 1 gerecht, maar de ingredienten waaruit het is samengesteld zijn nog te herkennen.


*SZDIHBS: ``Cultuur kent verschillende dimensies en heeft verschillende functies. In een pluriforme samenleving wonen autochtonen en allochtonen


die elk hun dominante cultuur en subculturen hebben, maar elkaar ook wederzijds beïnvloeden. Het is de vraag of je in onze pluriforme samenleving nog


kunt spreken van DE Nederlander.``


10.2 Hoe is de pluriforme samenleving ontstaan?


pullfactoren: redenen om naar een bepaald land te verhuizen (bijv: gewetensvrijheid en welvaart).

pushfactoren: redenen om niet in je thuisland te blijven en dus te emigreren(bijv: armoede en vervolging).


1800-1870: de geboorte van de eenheidsstaat

-scheiding tussen kerk en staat

-vrijheid van meningsuiting


1870-1960: verzuiling ten top

verzuiling-> middel om maatschappelijke positie te versterken

-Zuilen leefden langs elkaar heen, gingen niet met elkaar om en wantrouwden elkaar. De Duitse bezetting heeft het WIJ-gevoel versterkt, dus


bevorderde nationale identiteit.

-De binnenlandse migratie was groter dan de komst van mensen van buitenaf.


Na 1960: ontzuiling en nieuwe gastarbeiders.

-Na WO2 veel ongeschoolde gastarbeiders om het vuile werk op te knappen. -> volgemigratie: gezinsvorming en hereniging.

-Migratie vanuit voormalig Nederlandse kolonien.

-Politieke vluchtelingen

-Secularisatie

-Emancipatie


*SZDIHBS :``In de geschiedenis van de pluriforme samenleving zie je dat er door de eeuwen heen steeds mensen om verschillende redenen naar


Nederland trokken. Vanaf 1960 kwamen grote groepen migranten naar ons land. In deze tijd van de ontzuiling veranderde er veel in Nederland. Er is


discussie over de vraag of Nederland wel zo'n gastvrij land was.``


10.3 Welke visies zijn er op de pluriforme samenleving?


Volledig behoud van eigen cultuur: (progressief)

Iedere groep is vrij om eigen waarden en normen vorm te geven. Er bestaan alleen culturele vrijheidsrechten maar geen plichten


Pluriforme samenleving: (midden)

Grote culturele vrijheid om eigen normen en waarden vorm te geven, maar deze worden wel begrensd door wettelijke regels en fatsoenstegels. Er zijn


culturele rechten EN plichten.


Uniforme samenleving: (conservatief)

-Gedwongen assimilatie: Volledige aanpassing aan de dominante cultuur -> Bijv: Het niet mogen dragen van hoofddoekjes.


Integratie: Een situatie waarin allochtonen en autochtonen een gelijkwaardige maatschappelijke en/of politieke positie hebben en de belangrijkste


waarden van de ontvangende samenleving, door omgang met elkaar, hebben overgenomen.

Segregatie: Een volledig gescheiden leven leiden. (Het tegenovergestelde van Integratie)


A-, B- en C-cultuurelementen:

A: Centrale Nederlandse waarden en regels

B: Publieke leven van school, werk en vereniging.

C: Feesten, eten, kleding etc.. Kortom alles wat in het privéleven plaatsvind.


Minderheidsvorming: Een deel van de migranten met een sociaal-economische achterstand en dus slecht geïntegreerd zijn.


Drie politieke visies op hoe migranten moeten integreren:

Mozaïekscenario: (Nederlandse waarden en regels respecteren). Voornamelijk wederzijdse beïnvloeding. (PvdA, Groenlinks, D66)

Regenboogscenario: (Nederlandse waarden en regels respecteren EN overnemen). ``Als een regenboog staan verschillende culturen naast elkaar``


(CDA, CristenUnie)

Meling-potscenario: (Nederlandse waarden en regels respecteren EN overnemen). Migranten mogen in hun privéleven eigen cultuur behouden, mits dit


niet in strijd is met de Nederlandse basiswaarden. Versmelting van verschillende culturen in 1 pot, zolang de dominante cultuur de balangrijkste normen


en waarden levert. (VVD, PVV)


*SZDIHBS: ``De pluriforme samenleving staat tussen een samenleving met volledig behoud van eigen cultuur en de uniforme samenleving in. De


pluriforme samenleving in Nederland staat niet ter discussie, maar er zijn wel verschillende opvattingen over integratie. In de politieke visies van het


mozaïek-, het regenboog-, en het melting-potscenario wordt steeds voor een andere balans tussen culturele rechten en plichten gekozen.``


11.1 Is er discriminatie in Nederland?


Etnische onderklasse: Een sociale klasse waarin de lage sociaal-economische kenmerken (laag loon, uitkeringen, geen school, ongeschoold werk, slechte


huisvesting en slechte onderwijsprestaties) geconcentreerd zijn bij een bepaald etnische groep.


2 verklaringen voor de achterstandspositie van veel allochtonen:

Verklaring 1 begint bij Positietoewijzing (De wijze waarop de overheid ,maarschappelijke groepen en individuen de verschillen met allochtonen


vergroten en daardoor bepalen).

Positietoewijzing begint met het hebben van een stereotiepe beeld, dat wil zeggen een onbewuste, vaak sterk generaliserende veronderstelling over een


groep. Stereotiepe beelden kunnen leiden tot vooroordelen. Vooroordelen kunnen leiden tot xenofobie (vreemdelingenhaat) of racisme (discriminatie van


een etnische groep).


Er worden 3 vormen van discriminatie onderscheiden:

-Directe discriminatie; Er bestaat een direct verband tussen degene die discrimineert en degene die gediscrimineerd wordt.

-Indirecte discriminatie; Het is niet de bedoeling om te discrimineren, echter er kunnen redenen zijn waarom een ``allochtoon`` benadeeld wordt om


bepaalde misstanden te voorkomen.

-Institutionele discriminatie; Hierbij betreft het discriminatie waarbij de oorzaak ervan gelegd wordt op bepaalde regels. Een allochtoon kan


bijvoorbeeld benadeeld worden omdat deze een test onvoldoende heeft afgesloten.(Hierbij wel in gedachten houdende dat deze in het nadeel was omdat


hij uit een andere cultuur komt)


Hoe komt het dat mensen stereotiepe beelden hebben van andere groepen?

-Het socialisatieproces wordt zo gevormd dat de eigen cultuur als vanzelfsprekend wordt gezien.

-De angst voor de onbekende cultuur.

-Maatschappelijk teleurgestelden projecteren onvrede op een minderheidsgroep.

-Een externe vijand creëren is een prima manier om de eigen groep bij elkaar te houden.


Verklaring 2 heeft betrekking op positieverwerving (de capaciteiten en inspanningen die allochtonen leveren). Er is dan sprake van een taalachterstand


en culturele verschillen wat betreft het arbeidsethos en moraal.


Etnetisering: Groepsvorming op basis van gemeenschappelijke afkomst.


Linkse partijen willen cirkel positieverwerving/toewijzing aan de kant van de positietoewijzing verbreken. Rechts wil de cirkel aan de


positieverwerving-kant verbreken.


*SZDIHBS ``Hoewel in Nederland het gelijkheidsbeginsel geldt, worden allochtonen vaak gediscrimineerd bij sollicitaties. Dit komt door de


positietoewijzing. Daarnaast kunnen allochtonen iets doen aan de positieverwerving om niet in een etnische onderklasse terecht te komen. In de politieke


discussie is het de vraag hoe een etnische onderklasse het beste voorkomen kan worden.``


11.2 Kunnen Islam en democratie samengaan?


Een cultuursocioloog onderscheidde culturen op grond van vijf begrippen, te weten:

-Machtsafstand -> De mate waarin mensen met weinig macht dit accepteren en geen overleg hoeven.

-Individualisme -> De mate waarin de individuele ontplooiing de voorkeur verdient boven wat voor de groep belangrijk is.

-Masculiniteit -> De mate waarin mannenrollen van vrouwenrollen te onderscheiden zijn.

-Onzekerheidsvermijding -> De mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onzekere situaties en dus regels willen.

-Langetermijngerichtheid -> De mate waarin mensen op de veranderende toekomst gericht zijn in plaats van meer op het verleden en heden.


Positioneel bepaald gedrag: Gedrag dat sterk bepaald wordt door de sociale positie die mensen ( in de ``moslimcultuur``) tegenover elkaar innemen. Je


krijgt respect als je je op de juiste wijze in je positie gedraagt. <- Sociale controle en diens sancties bij overtreding van regels bewerkstelligt dit.


Vrouwmanrelatie in moslimcultuur is vrij autoritair en formeel en in de ouder-kind verhouding is er meer sprake van een bevelshuishouding dan van


een onderhandelinghuishouding.


In het debat staan de cultuuruniversalisten (cultuurabsolutisten) tegenover de cultuurrelativisten (multicultiralisten). De cultuuruniversalisten stellen dat


de westerse cultuur superieur is aan de niet-westerse cultuur, omdat de universele mensenrechten in het Westen centraal staan. Echter, volgens de


cultuurrelativisten is een cultuur alleen vanuit zichzelf te beoordelen en ontbreekt er een absolute maatstaaf voor een vergelijkende beoordeling.


*SZDIHBS: ``De moderne westerse waarden kunnen in botsing komen met de meer traditionele mediterrane cultuur. Bijvoorbeeld wat betreft de


opvatting over persoonlijke relaties. In het politieke debat over de islam en de democratie staan de cultuuruniversalisten tegenover de


cultuurrealtivisten.``


11.3 Leidt immigratie tot minderheidsvorming?


Internationale mobiliteit: Het verplaatsen van het ene land naar het andere.


Drie verklaringen voor de internationale migratie naar het Westen:

-De grote sociale ongelijkheid tussen Noord en Zuid op aarde. Armoede en schending van de politieke mensenrecvhten gaan vaak samen.

-De goede transportmogelijkheden die relatief goedkoop zijn.

-De kennis over de westerse landen is door de massamedia en internet groot.


De wereld is een ``globale village`` geworden.


Kenmerken allochtonen in Nederland:

-+/-10% van de Nederlandse bevolking is van niet-westerse afkomst. (In 2015 verwacht men 15%)

-Ruimtelijke segregatie: allochtonen wonen vaak gescheiden van autochtonen <- Allochtonen wonen het liefst bij elkaar en autochtonen met hogere


inkomens vertrekken naar duurdere wijken buiten de stad, ofwel het ``soort-zoekt-soort principe``.


Remigratie: Terugkeer van allochtonen naar land van herkomst. (Ofwel de droom van iedere weldenkende Nederlander)


3 Politieke visies op het migratiebeleid:

Links-> Ruimhartig migratiebeleid: Er zijn alleen wereldburgers en nationale grenzen mogen niet dienen om eigen bezit van de rijke wereld af te


schermen ten opzichte van de Derde Wereld.

Midden-> Circulatiemigratiebeleid: De nadruk hierbij ligt op de tijdelijke aanwezigheid van zowel ongeschoolde arbeiders, als hooggekwalificeerde


migranten.

Rechts-> Restrictief migratiebeleid: De publieke opinie staat niet positief ten opzichte van meer immigratie en de integratie wordt nog moeilijker voor


de ``oude`` immigranten.


*SZDIHBS: Mensen migreren om verschillende redenen. Het is voor migranten makkelijker geworden om naar het Westen te trekken, Veel migranten in


Nederland wonen in de Randstad. De remigratie blijft beperkt. De politieke vraag is of de migratie naar Nederland tot meer minderheidsvorming leidt.

---


REACTIES

N.

N.

Wat bedoelen ze de hele tijd met SZDIHBS??

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.