Geef je mening over deze nieuwe bachelor! 

Doe je vwo en overweeg je een universitaire bachelor? Doe dan mee aan dit korte onderzoek over een nieuwe studie en  maak kans op een cadeaubon van 25 euro.

Meedoen

Parnassus Caesar samenvatting

Beoordeling 10
Foto van Gwen
  • Samenvatting door Gwen
  • 4e klas vwo | 1894 woorden
  • 16 juli 2023
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer10
1 keer beoordeeld

Vak
ADVERTENTIE
AI, programmeren of data: wat past bij jou?

Bouw de apps van morgen, laat computers zelfstandig leren of verbeter de samenwerking tussen mens en technologie. Met de bachelor Informatica, Artificial Intelligence of Informatiekunde aan de UvA maak jij het verschil in de digitale wereld. Ontdek de mogelijkheden en kom naar de Open Campus Dag op 31 oktober!

Check de opleidingen!

1A. 

Populares en optimates

Sinds de 2e eeuw v.Chr is er een strijd tussen de populares en de optimates:

  • populares: de volkspartij, wilden de politiek onderdrukken via volksvergaderingen en volkstribunen. (Marius)
  • optimates: de senaatspartij, hield zich vast aan de politiek via de senaat (Sulla).

Er ontstond een burgeroorlog tussen de populares (Marius) en de optimates (Sulla). Sulla won deze burgeroorlog en voerde allerlei wetten in om te zorgen dat de senaat zou blijven.

Na de dood van Sulla werd de politiek anders. Je hield je niet meer vast aan een partij, maar het ging meer en meer om persoonlijke macht. Kon je via de ene partij niet je doelen bereiken, dan stapte je over naar een andere partij. Dit leidde tot een tijd van verraad, samenzweringen en omkoping.

 Pompejus en Caesar

In de hierboven genoemde strijd speelden twee mannen een hoofdrol:

  • Gaius Julius Caesar: hij was het neefje van Marius en hoorde hierdoor tot de populares. Caesar was slim op militair gebied en was goed in het maken van vrienden en het lijmen van ruzie - als hij daar zelf een voordeel van kreeg.
  • Pompejus: hij begon zijn carrière onder Sulla en werd na zijn dood de leider van de optimates. Hierdoor was hij dicht bij een alleenheerschappij. Daarnaast was hij een briljant bevelhebber

Ondertussen verslechterden de toestand van de normale Romeinen. Het volk kon niet op tegen de latifundia (= grote landbouwbedrijven van de nobiles), veel verkochten hun boerderij en gingen naar Rome. Daar hoopten ze een cliens te worden bij een patrones die hun van levensonderhoud wilde voorzien, als de cliens bij een stemming op hun patrones zou stemmen. Rome raakte overbevolkt, er waren weinig banen en veel mensen moesten het hebben van de korenuitdeling van de staat.

 Ook buiten Rome waren er veel problemen, zo waren er zeerovers. Dit probleem werd lang genegeerd door de senaat, omdat de zeerovers zouden zorgen voor veel slaven die op de latifundia konden werken. Pas toen de zeerovers ook naar de Italiaanse kust kwamen besloot de senaat hier iets tegen te doen.

 Pompejus kreeg de macht over de buitenlandse veldtochten en verjoeg de piraten op zee. In 63 v.Chr had hij ervoor gezorgd dat heel Turkije, Syrië en Israël bij het Romeinse rijk hoorde.

Terwijl Pompejus op zee was, ging Caesar een steeds grotere rol spelen in de politiek. Caesar ging steeds meer om met Crassus (= schatrijke Romein) die ook steeds meer politieke macht wilde. Crassus gebruikte Caesar om zelf ook populairder te worden. Caesar gebruikte Crassus om zijn schulden af te betalen.

 Crassus gaf ook steun aan Catilina, zijn familie speelde al jaren geen rol meer in de politiek en wilde hier verandering in brengen. In 63 v.Chr. maakte hij plannen om de regering omver te werpen, bij deze samenzwering was ook consul Cicero betrokken. De samenzwering van Catilina is mislukt.

 1B.

Pompejus' terugkeer

in 62 v.Chr was de rust na de samenzwering weer teruggekeerd, maar nu kwam Pompejus terug vanuit het oosten. Het volk was bang dat hij met zijn leger naar Rome zou komen (dat is illegaal), maar hij kwam gelukkig alleen terug in Rome. Helaas voor Pompejus vielen zijn dromen uiteen. Hij en de senaat waren minder populair dan hij had gehoopt, hij kreeg geen land voor zijn veteranen en geen instellingen in het oosten.

 Het eerste driemanschap

In 60 v.Chr kreeg Caesar het voor elkaar om samen met Pompejus en Crassus een driemanschap te stichten; niets in Rome zou gebeuren zonder hun instemming. Alle drie hadden ze iets goeds te bieden:

  • Crassus: had veel geld
  • Pompejus: had veel militaire invloed
  • Caesar: had politieke handigheid

Om het verbond te versterken trouwde Pompejus met Caesars dochter Julia.

De drie hadden afgesproken dat Caesar consul zou worden van 59 v.Chr, hij moest ervoor zorgen dat Pompejus' veteranen hun stukje land zouden krijgen. Hierna zou Caesar 5 jaar gouverneur worden van Gallia Cisalpina (Noord Italië) en Gallia Narbonensis (Zuid Frankrijk), hiermee kon Caesar zijn grote wens laten vervullen: nieuwe gebieden inlijven en veel buit en eer behalen. Kortom, Caesar haalt het grootste voordeel uit de samenwerking.

Toen Caesar naar Gallië vertrok, zocht hij een aanleiding om zijn legers mee te nemen. Hij verzon dat er een conflict was tussen twee verschillende stammen. Hiermee begon de negen jaar durende strijd in Gallië (= Gallische oorlogen). In de eerste zeven jaar deed Caesar verslag: De Bello Gallico. Hierin vertelt hij over de strijd die hij heeft gevoerd met de verschillende stammen. In de boeken vertelt Caesar ook dat het een noodzaak was om Gallië aan te vallen ("de aanval is de beste verdediging") 

1C.

De inhoud van De Bello Gallico

In het begin van de verhalen vertelt Caesar over de verschillende stammen die in Gallië wonen, zo ook over de Helvetiërs, een stam uit Zwitserland. Volgens Caesar  waren ze van plan om naar de kuststreken van Gallië te trekken, hiervoor moesten ze ook door Midden-Gallië. Hier woonden de Haeduers, bondgenoten van de Romeinen. Ze vroegen hulp, hierdoor konden de Romeinen gaan strijden tegen de Helvetiërs en mochten ze hun eigenlijke gebied overschrijden, dit won hij al snel.
De aanvoerders van alle Gallische stammen besloten een vergadering te houden. Ze besloten samen om Caesar in te schakelen om te vragen of ze de Galliërs wilden helpen tegen de Germanen uit het noorden.  De Germanen onder leiding van Ariovistus veroverden grote delen van Gallië, maar toen Caesar te  hulp schoot waren ze alweer snel weg uit het Gallische gebied.

 Na de hulp van Caesar kwamen ze erachter dat hij niet wilde vertrekken uit Gallië, Gallische stammen kwamen in opstand. Dit zorgde ervoor dat Caesar nog meer redenen had om door te gaan met veroveringen in Gallië. Eerst veroverde hij België, dan de kustgebieden (inclusief de kleine eilandjes), dan is Zuid-Nederland aan de beurt.
Hierna ging Caesar naar Germania en Britannia, maar hier kon hij geen verovering krijgen. Ook hierna kreeg Caesar veel verlies, zo verloren de Romeinen anderhalf legioen bij de strijd met de Eburonen (= stam Maastricht). Zij kwamen onder leiding van koning Ambiorix in opstand. Caesar greep persoonlijk in en de opstand verdween. Hij liet het hele volk verwoesten

 1D.

Na de strijd met de Eburonen ging Caesar naar Noord-Italië, op afstand bemoeide hij zich met de politiek. Hij hoopte na de Gallische oorlogen opnieuw consul te worden, maar veel politici dachten dat hij alleen de macht wilde grijpen. Pompejus wilde zelf ook de machtigste man van Rome worden en hoopte daardoor dat hij de oorlog in Gallië zou verliezen. 

In de winter van 52 v.Chr ging het gerucht in Gallië dat Caesar niet met zijn legioenen zou terugkeren. Op geheime plekken kwamen Gallische stamhoofden bij elkaar. 

Bij de stam van de Averniërs leefde Vercingetorix, hij droomde van koningschap over heel Gallië. Veel Gallische stammen vertrouwden Vercingetorix het opperbevel van het gezamenlijke leger toe, de leiders die het er niet eens waren, werden gemarteld en levend verbrand. Anderen hun oren werden afgesneden en ogen uitgestoken, zo kreeg Vercingetorix een groot leger.

 Caesar vertrok, vermomd als koopman, terug naar Gallië. Vercingetorix beveelde het Gallische volk om hun graanschuren, steden en dorpen te verbranden, zo moesten de Romeinen ver van hun legerkamp trekken om eten te vinden, hiermee werden ze een goede prooi voor de Galliërs. Alleen de stad Avaricum werd niet in brand gestoken (Vercingetorix was het er niet mee eens), maar de kans was klein dat Caesar hier zou komen door de ligging. Toch besloot Caesar Avaricum te belegeren, het lukte ze om de stad te veroveren.

Nog meer Gallische stammen hadden ingezien dat Vercingetorix goed inzicht had. Caesar belegerde opnieuw een Gallische stad, maar dit keer wonnen de Galliërs. Ze vermoorden vele Romeinen en hun voedselvoorraad. Caesar begon zich zorgen te maken. De ruiterij van de Romeinen was zwakker dan die van de Galliërs, daarom schakelde Caesar de Germanen in. Ondanks dat was Vercingetorix overtuigd dat ze met een aanval Gallië hadden bevrijd. Maar Caesar stelde zijn ruiters slim op en wachtte, dit was tactisch, de Germaanse ruiters wonnen van de Gallische ruiters.

Vercingetorix trok met zijn leger naar de heuvelstad Alesia. Caesar volgde hem en omsingelde de stad. Om te winnen moesten de Galliërs met een verrassingsaanval komen, dit deden ze. Het was de Galliërs gelukt om door de Romeinse linie te breken en hulp te halen. Er kwamen 250.000 Galliërs helpen. Caesar stelde een nieuwe verdedigingslinie op voor de buitenstaande Galliërs. De Romeinen streden tegen een grote meerderheid. Na dagen vol strijd kregen de Romeinen de overhand. De Galliërs vluchtten en maakten een vergadering, hierin had Vercingetorix voorgesteld om zichzelf over te geven aan de Romeinen in ruil voor vrede. Caesar accepteerde dit. De volgende dag kwam Vercingetorix in zijn mooiste legeruitrusting naar Caesar. Vercingetorix zou 5 jaar in de ondergrondse gevangenis de Mamertijn verblijven, daarna zou hij in de triomftocht van Caesar te zien zijn en werd hij daarna gedood via een wurgpaal.

5A.

Rivaliteit tussen Pompejus en Caesar

Toen Caesar te horen kreeg dat het driemanschap uit elkaar viel, kwam hij kort naar Rome om afspraken te maken. 

  • Pompejus zou vanuit Rome Spanje besturen. 
  • Crassus zou naar Syrië gaan -> hier stierf hij tijdens een veldtocht

Toen bleven alleen Pompejus en Caesar over: Pompejus in Rome en Caesar in Gallië. Het wantrouwen tussen de twee nam erg toe.

Pompejus benaderde de senaat en werd door de senaat benoemd tot consul sine collega( = consul zonder ambtgenoot). Caesar stelde zich toen kandidaat voor het volgende consulschap.
Caesar stond toen voor de keuze: óf als ambteloze burger terugkeren naar Rome of met zijn leger Rome intrekken. Ondanks dat het volgens de wet niet mocht deed hij dat laatste.

5B.

De tweede burgeroorlog

Toen Caesar met zijn leger de rivier de Rubicon overstak, begon de tweede burgeroorlog. Pompejus besloot toen naar Noord-Griekenland over te varen om leger te trainen. Caesar was echter razendsnel en ging naar Spanje om daar Pompejanen te verslaan. Toen keerde Caesar weer terug naar Rome om voor orde te zorgen. Daarna stak Caesar de Adriatische zee over en versloeg Pompejus in de beslissende slag bij Pharsalus in 48 v.Chr. 

Pompejus ontsnapte en vluchtte naar de Egyptische koning Ptolemaeus XII. Hier was hij niet blij mee. De koning liet Pompejus vermoorden om zo in goed daglicht te komen bij Caesar. Toen het hoofd van de vermoorde Pompejus werd laten zien aan Caesar was hij boos.

 In 45 v.Chr werd Caesar na het verslaan van het overige Pompejaanse leger de heer en meester van het Romeinse rijk. Hij liet zich benoemen tot dictator van het leven, imperator(= opperbevelhebber) en consul. - > De republiek was dood.

5C.

Caesar begon met reorganisatie van het rijk. Hij vergrootte de senaat en veranderde Rome op financieel gebied en in de rechtspraak. Hij stichtte kolonies net buiten Rome voor de arme burgers.

Wij hebben tegenwoordig de 365 dagen kalender en het dagelijkse nieuws aan Caesar te danken.  Hij vond dat iedere Romein op de hoogte moest zijn van de besluiten van de senaat en andere belangrijke gebeurtenissen. De krant werd de acta diurna genoemd (= 'dagelijkse handelingen/gebeurtenissen'). 

5D.

De moord op Caesar

Een groep senatoren, waaronder Brutus (Caesar zag hem als zijn zoon) en Cassius (hoorde bij Pompejus)  wilden de republiek herstellen. Tijdens een senaatszitting werd hij omsingeld en werd hij neergestoken met 23 dolksteken. Na zijn dood ontstond er een machtsvacuüm -> een nieuwe burgeroorlog dreigde.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.