9. IN FLANDERS FIELDS
9.1 De wereld in oorlog
9.1.1 Waarom ontstond de Eerste Wereldoorlog?
In 1888 werd Wilhelm II, 29 jaar, keizer van Duitsland. Hij vond dat Engeland te groot was en Duitsland te klein. Hij wilde status. Dat kreeg je volgens hem door koloniën. Duitsland schafte allerlei nieuwe wapens aan, mitrailleurs, vlammenwerpers, gifgas, in grote getalen. Tevens werd er geïnvesteerd in een goed getraind leger.
Dit militarisme is niet typisch Duits. Oorlog voeren was een normale manier van problemen oplossen. Er werden onderlinge verdragen gesloten. Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië vormden de Driebond. Frankrijk, Rusland en Groot-Brittannië vormden Triple Entete.
Kroonprins Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophia van Oostenrijk-Hongarije bezoeken Sarajevo, Bosnische hoofdstad. Sinds 1908 hoorde Bosnië bij Oostenrijk-Hongarije. Er was nogal wat spanning dus die dag. Een aanslag werd gepleegd, maar miste Frans Ferdinand. Mensen in de volg-auto van Ferdinand raakten gewond door deze granaat. Het bezoek werd toch voortgezet en Ferdinand en Sophia werden doodgeschoten door Bosniër Gavrilo Princip.
Hoewel Princip dus een Oostenrijk-Hongarije Bosniër was, werd de verantwoordelijkheid bij Servie gelegd. Princip was lid van de 'zwarte hand' en Servië steunde hen. Servië kreeg een ultimatum, een verkapte oorlogsverklaring. Oostenrijkse politie wilde in Servië onderzoek doen. Dit zou geen enkel land accepteren.
De plannen werden besproken met Duitsland, die ging akkoord. Wetende dat Rusland voor Servië zou kiezen.
9.1.2 Hoe verliep de 'Grote Oorlog'?
Duitsland verklaarde aan Rusland de oorlog. Het vechten begon op 4 augustus 1914 in neutraal Belgie, volgens het Schlieffenplan dat al in 1906 gemaakt was. Dit om een tweefrontenoorlog met Rusland en Frankrijk te voorkomen. Rusland zou 6 weken voorbereiding nodig hebben.
Helaas. Belgie bood meer verzet en Rusland was veel sneller aan het oostfront. Nederland bleef neutraal, en ving miljoenen Belgen op.
Dit zou een 'frischer und frohlicher Krieg' worden. Het tegenovergestelde werd het geval. Na de Duitse opmars in Belgie en Frankrijk, veranderde de bewegingsoorlog in een loopgravenoorlog. Na verloop van tijd bevonden zich in de loopgraven ook schuilplaatsen, EHBO en munitiedepots.
Soms vielen voor enkele meters terreinwinst duizenden doden. De verdedigende partij trok meestal aan het langste eind, methode ouderwets, maar met moderne wapens.
Gifgas werd ingezet in het voorjaar van 1915 bij Leper. De Fransen waren verrast, er vielen duizenden doden, maar terreinwinst was van korte duur.
Geallieerden: Frankrijk, Rusland, Groot-Brittanie en Italie (in 1915 uit de Driebond gestapt).
Duitsland: februari 1916, Slag bij Verdun. 700.000 doden totaal in 6 maanden.
Engeland: juli 1916, Slag aan de Somme. Dag 1, 60.000 Engelse soldaten dood. Totaal hele slag: ruim 1 miljoen doden.
President van Amerika, Woodrow Wilson, voerde een politiek van isolationisme. Amerika leende wel geld aan de Engelsen om tegen de Duitsers te vechten, maar dat was alles. Het Engelse schip Lusitania werd in 1915 door een Duitse onderzeeboot getorpedeerd. Er waren veel Amerikanen aan boord. De doorslag om zich met de Europese Oorlog te bemoeien was de duikbootoorlog die Duitsland in 1917 afkondigde, en de Zimmermann-telegram. Zimmermann (Duitse minister buitenlandse zaken) stuurde in januari 1917 een telegram om Mexico tot bongenootschap van Duitsland te bewegen. Mexico krijgt financiele steun en gebieden in de VS. De Britse geheime dienst onderschepte deze telegram, ontcijferde deze, en stuurde het door naar Washington.
De VS verklaarde de oorlog aan Duitsland.
Omdat Duitsland nu alle aandacht op het westen moest richten, werd vrede gesloten met het in 1917 communistisch geworden Rusland. Maart 1918, vrede van Brest-Litovsk.
11 november 1918, WOI ten einde. Duitsland kon niet op tegen de geallieerden in het westen. Er brak revolutie uit, keizer Wilhelm II vluchtte naar Nederland. De nieuwe regering sloot een wapen-stilstand.
9.1.3 Wat waren de gevolgen van de 'Grote Oorlog'?
Met alle verliezers werden vredesverdragen gesloten, maar de bekendste is het verdrag met Duitsland. Het verdrag van Versailles werd op 18 juni 1919 gesloten. Groot Brittannië, Italie, de VS maar vooral Frankrijk wilden Duitsland uitschakelen.
Duitsland moest een schadevergoeding in goud betalen voor de aangerichte verwoestingen.
Rijnland moest gedemilitariseerd, hier mochten geen Duitse soldaten worden gelegerd.
Duitsland moest Elzas-Lotharingen weer aan Frankrijk geven.
Duitsland kreeg als enige de schuld van de Eerste Wereldoorlog.
Onderhandeling was niet mogelijk, er moest verplicht ondertekend worden.
Wilson richtte hier de volkenbond op, internationale problemen zouden worden opgelost via onderhandeling. Dit idee had in de praktijk weinig succes.
De schade die WOI had veroorzaakt, was enorm. 600 miljard dollar schade. Frankrijk en Groot Brittannië moesten leningen afbetalen bij de VS. Duitsland moest herstelbetalingen doen, investeringen in eigen economie was daardoor niet mogelijk.
1923, Duitsland kan de herstelbetalingen aan Groot Brittannië, Frankrijk en de VS niet meer betalen. Frankrijk bezet het Ruhrgebied. Duitsland woedend, algemene werkstaking, en lonen werden betaald uit de lege schatkist. Onrust en economische schade waren enorm en hyperinflatie was het gevolg. Amerika verstrekt leningen aan Duitsland waarmee het aan de herstelbetalingen kan voldoen. Dit heet het Dawes-plan.
In de VS ging het goed, er was vertrouwen, arbeidsproductiviteit nam snel toe. Massaproductie, producten werden goedkoper. Welvaart steeg en veel Amerikanen hadden een auto, radio, koelkast. Radio en film kwam. Jazz. Kleding en haren korter. De 'roaring twenties'.
9.2.1 Waarom brak er een revolutie in Rusland uit?
Sinds 1613 hadden de Romanovs de absolute macht in Rusland. Rusland volgde niet de democratische ontwikkelingen die in de rest van Europa ontstonden. Het rijk besloeg 1/6 van het aardoppervlak, met verschillende volken. De Russen vormden de grootste groep, en zij voelden zich superieur. 80% van de bevolking was boer. De landopbrengst was mager, de landbouw verouderd. De boeren moesten een groot deel van hun geld af staan aan de adel, van wie de grond was. De mensen in de stad moesten lange dagen werken in de fabrieken voor een schamel loon. Onvrede groeide.
Dat leidde op zondag 9 januari 1905 tot een opstand. 120.000 arbeiders trokken naar het winterpaleis van de tsaar om hem een petitie aan te bieden, waarin het verzoek stond om vakbonden op te mogen richten, vrijheid van meningsuiting, een volksvertegenwoordiging. Ordetroepen openden het vuur. Een groot aantal mensen vond de dood. Bloedige zondag leidde tot een golf van stakingen, boerenopstanden en muiterijen.
Nicolaas gaf toestemming een parlement in te stellen: de Doema. Maar de Doema had geen macht. De problemen waren niet opgelost en verergerden door WOI. Duizenden soldaten dood, de bevolking had honger. In februari 1917 (februari-revolutie) ontstonden massale stakingen en demonstraties in Petrograd, de hoofdstad. Deze keer deed het leger niets. De tsaar verloor zijn macht en moest aftreden.
Rusland kreeg een nieuw bestuur, bestaande uit verschillende partijen, waaronder liberalen en sociaaldemocraten. Ze noemden zichzelf de Voorlopige Regering en wilde verkiezingen uitschrijven. Arbeiders en soldaten wilden politieke macht en noemden verenigden zich in Sovjets.
De Bolsjewieken wilden onder leiding van Lenin Rusland besturen op basis van de ideeën van Karl Marx. Lenin wilde dit al heel lang en werd in het verleden verschillende keren opgepakt en voor korte tijd naar Siberie verbannen. Lenin was een schuilnaam. Hij heette Vladimir Iljitsj Oeljanov.
De Voorlopige Regering kwam aan de macht en Lenin vertrok naar Zwitserland. Hier dacht hij zijn plannen uit over een arbeidersrevolutie. Zij zouden de macht krijgen. Zo zou de ideale samenleving ontstaan, met gemeenschappelijk bezit van fabrieken en landbouwgrond.
De Bolsjewieken hadden medestanders nodig. WOI was aan de gang, maar om dat voor elkaar te krijgen moest hij toch terug naar Rusland. Duitsland bood hem een doortocht, als Lenin aan de macht zou komen, zou dat een einde maken aan de oorlog aan het oostfront. Hij arriveerde in april 1917. Er waren te weinig arbeiders voor een arbeidersrevolutie. En kleine groep mensen moest terwijl zij de macht hadden Rusland voorbereiden op een communistische maatschappij. 25 oktober vond Lenin dat de tijd rijp was, bezette het winterpaleis en een staatsgreep was een feit. 3 dagen later maakte hij de nieuwe regering bekend: de Raad van Volkscommissarissen. Hij was voorzitter. Deze gebeurtenis staat bekend als de Oktoberrevolutie.
Een maand later met de verkiezingen bleken de Bolsjewieken echter maar een kwart van de stemmen te krijgen. Lenin verjoeg de gekozen volksvertegenwoordigers. De strijd werd harder en harder, en een burgeroorlog tussen de roden (Bolsjewieken) en de witten (alle tegenstanders) was het gevolg. De overwinning van de roden dankten zij aan het Rode Leger, onder leiding van Leo Trotski.
De Bolsjewieken noemden zich nu de communistische partij, Rusland heette de Sovjet-Unie. De hoofdstad werd Moskou. Rusland was een communistische dictatuur. Lenin schafte privebezit af, banken en fabrieken werden staatseigendom en boeren moesten hun graan af staan aan de staat. De economie verslechterde, er ontstond veel verzet. Lenin voerde de NEP (Nieuwe Economische Politiek) in, boeren kregen meer vrijheid om producten te verkopen en de opbrengst te houden. Kleine fabrieken weer in privebezit. De welvaart nam een beetje toe. Tot Lenin dood ging in 1924. Trotski en Stalin streden om de macht. Trotski was populair, Stalin vrij onbekend. Stalin had wel veel invloed. Hij werd in 1928 de nieuwe leider.
Stalin stelde 5jarenplannen op, waarin stond wat en hoeveel er geproduceerd moest worden (planeconomie). Arbeiders kregen slecht betaald, hadden weinig rechten en moesten keihard werken. Volgens de Sovjet-propaganda waren deze plannen een groot succes, maar op papier werkte het beter dan in de praktijk.
Landbouw moest gemoderniseerd worden om de productie te verhogen, waarvan de fabrieks-arbeiders werden gevoed en export te vergroten. Kolchozen waren bestaande boerderijen die werden samengevoegd. Boeren hadden nog een klein stukje eigen grond. Sovchozen waren nieuwe staatslandbouwbedrijven, boeren hadden geen eigen grond. Boeren waren het hier niet mee eens, en een aantal slachtten het vee, en zaaiden geen grond in. Zij werden koelakken genoemd. De landbouwproductie was laag, hongernoden braken uit. Begin jaren 30 zijn tussen de 5 en 10 miljoen mensen gestorven van de honger. De collectivisatie was een mislukking.
Kindervriend Josef Stalin duldde geen enkele tegenspraak. De geheime politie pakten tegenstanders op en werden bij de rechter via showprocessen tot staatsvijand bestempeld. Elk showproces had hetzelfde patroon: lofrede op het communisme en Stalin, (valse) aanklacht, ondervraging met marteling, geen eten en drinken, gedwongen bekentenis. De geëiste straf luidde vaak: “Ik eis dat deze dolle honden onmiddellijk worden neergeknald.” Soms gebeurde dit ook, maar vaak werden ze veroordeeld tot levenslang opgesloten in strafkampen, in het ijskoude Siberie. Deze kampen vielen onder de staatsorganisatie Goelag, en werden de Goelag-Archipel genoemd. Dwangarbeid, slechte omstandigheiden, onvoldoende voedsel, slechte kleding, mishandeling en werken tot ze er dood bij neer vielen.
Tussen 1936 en 1939 werden ook veel hoge partijfunctionarissen en officieren van het rode leger veroordeeld. Onder andere hierdoor kreeg het Russische leger tijdens de Duitse inval (WOII) zo weinig voor elkaar.
Miljoenen mensen werden het slachtoffer tijdens deze 'Grote Terreur'. Met behulp van terreur, propaganda en een machtige geheime politie groeide Stalin uit tot een machtige alleenheerser. Hij kreeg de bijnaam 'rode tsaar'. Een totalitaire samenleving was het gevolg. Dit werd ook wel het stalinisme genoemd. Persoonsverheerlijking nam een belangrijke plaats in.
9.3 Crisis!
9.3.1 Hoe werd de economische crisis aangepakt?
Jaren '20. De aandelenkoersen in Amerika bleven stegen. Mensen kochten en kochten. Het leek allemaal erg goed te gaan, maar in feite ging het helemaal niet goed. Amerikanen kochten veel van geleend geld. Er was een overproductie in de landbouw. Amerikaanse boeren hadden extra geïnvesteerd en geproduceerd voor de Europese markt. Daar was nu oorlog, dus kon er minder geoogst worden. Na de oorlog kwam de productie weer op gang, prijzen daalden en export van Amerikaanse landbouwproducten nam af. Leningen konden niet worden terugbetaald. De banken hadden een groot probleem.
Donderdag 24 oktober 1929, de aandelenkoersen onderuit. Verkoop van bijna 13 miljoen aandelen zorgden ervoor dat particulieren al hun geld zagen verdwijnen. Zwarte Donderdag.
Banken gingen failliet, mensen kochten niets meer, fabrieken ontsloegen arbeiders. Lonen werden gehalveerd, een kwart van de Amerikanen verloor hun baan.
Ook Europa had hier last van. Amerikaanse banken wilden snel hun uitgeleende geld terug. De Duitse economie kon dit niet aan en stortte vrijwel direct in. Andere landen volgden. Een economische wereldcrisis was ontstaan.
Hoover dacht dat de crisis wel zou overwaaien. Niet dus. Tussen 1929 en 1932 groeide het aantal werklozen in Amerika van 0.5 naar 13 miljoen. Presidentskandidaat Franklin Roosevelt was de eerste in Amerika die voor actief ingrijpen door de overheid pleitte. Hij won de verkiezingen in 1932. De 'New Deal' was het grote pakket van crisismaatregelen. Roosevelt wilde de productie beperken en de koopkracht opvoeren. Werklozen werden via projecten aan het werk gesteld. De Dollar werd in waarde verminderd, daarmee bevorderde hij de export en buitenlandse producten werden duur, zodat Amerikanen Amerikaanse producten kochten. Tot 1936 waren deze maatregelen erg succesvol.
Ook in Nederland hadden wij een economische crisis. Onze regering, onder leiding van Colijn, deed niks. Enkel bezuinigen op lonen van ambtenaren. Colijn hield ook vast aan de gouden standaard. De Nederlandse gulden had een hoge waarde. De gulden werd te duur voor het buitenland, en exportproducten waren dat ook. Pas na zeer grote druk besloot Colijn in 1936 de gulden te devalueren, als laatste land in Europa. Wanneer Colijn dat al in 1931 had gedaan, was de werkloosheid de helft minder geweest. De crisis was nog niet meteen over. Verschillende crisis-wetten moesten de last voor de burgers verder verzachten.
9.3.2 Hoe kwam Hitler aan de macht?
Op 30 januari 1933 kreeg Hitler de macht in Duitsland. De 'Republiek van Weimar', de periode vanaf 1918, was voorbij. Die regering, hoewel democratisch gekozen, was vanaf het begin af aan al niet populair. Dit omdat deze regering akkoord ging met het Verdrag van Versailles, en zeker toen het slecht ging met de economie (vanaf 1929) verlangde het volk naar een sterke leider. Hitler beloofde een eind aan de werkloosheid en het Verdrag van Versailles. In 1928 kreeg hij nog maar 3% van de stemmen, in juli 1932 was dat bijna 37%!
Hitler's partij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) was in eerste instantie een protest tegen alles en iedereen. Duitsland werd verkwanseld door een groot aantal mensen vond hij. Hitler, en meerdere Duitse partijen volgden Mussolini, leider van de facisten, die in 1922 minister-president was geworden, en sinds 1926 alleenheerser van Italie was. De nazi's waren tegen het communisme, en een eigen mening werd absoluut niet op prijs gesteld. Ze waren ook tegen het kapitalisme. Rijke ondernemers buitte het volk uit, vonden zij. Hitler nam dus het facisme over, maar voegde daar ook racisme aan toe. Het Germaanse volk, ook wel het Arische ras, was superieur. Joden waren de ergste, die moesten dood.
Op 27 februari 1933 zegt de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe degene te zijn die zojuist het rijksdaggebouw in de fik heeft gestoken. Dit om de wereld te waarschuwen voor het gevaar van het nationaalsocialisme. De nazi's dachten aan een communistisch complot en de volksvertegenwoordigers van de communistische KPD werden gearresteerd. De noodtoestand werd uitgeroepen en Hitler stelde de grondwet buiten werking.
9.3.3 Hoe zag het leven in het Derde Rijk eruit?
De nazi's beheersten het land in alles. Politiek, economisch, sociaal, zelfs de rechtspraak. Politieke partijen behalve de NSDAP waren sinds juli 1933 verboden. Iedereen die verzet toonde werd met terreur de kop in gedrukt. De Sicherheitsdienst (SD) en de Gestapo (geheime staatspolitie) spoorden alle tegenstanders op, en werden al sinds maart 1933 in concentratiekampen gestopt. De SA kreeg te veel macht, en al hadden zij hem aan de macht geholpen, hij vond dat de leiding van de SA uitgemoord moest worden, en dat gebeurde ook. De 'Nacht van de Lange Messen'. De SS was nu onder leiding van Heinrich Himmler, de elite-organisatie van de NSDAP. Hitler liet zich na de dood van president Von Hindenberg, Fuhrer noemen (1934).
Hitler deed inderdaad wat aan de werkloosheid. Die daalde van 6 naar 1 miljoen tussen 1933 en 1936. Hitler maakte hier veel schulden mee en brak het Verdrag van Versailles (veel mensen in het leger en wapenproductie), maar een groot deel van de Duitse bevolking vond dit prachtig.
Propaganda was erg belangrijk. Joseph Goebbels was minister van Propaganda en Voorlichting. Goedkope radiotoestellen werden ontworpen, zodat zoveel mensen via de radio te bereiken waren. Dat lukte, in 1939 had driekwart van de Duitse bevolking een radio.
Kunstenaars mochten alleen hun beroep uitoefenen als ze ras-zuiver en politiek betrouwbaar waren. In veel Duitse steden waren er openbare boekverbrandingen.
Ook op school werden de vakken anders ingevuld. Alles werd nationaalsocialistisch benaderd. In de jeugd hun vrije tijd werden ze geïndoctrineerd met nazi-ideeën (Hitlerjugend voor jongens, Bund Deutscher Madel voor meisjes).
De NSDAP was uitgegroeid tot een massaorganisatie. Hitler noemde Duitsland het Derde Rijk, en wilde in grootte de eerste worden. Oftewel, er moest land veroverd worden. Duitsland maakte zich klaar voor een oorlog. Het interbellum, de periode tussen WOI en WOII kwam hiermee tot een eind.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden