De Duffelingen (engels: Dursleys) zijn een normaal gezin. Meneer Duffeling is dik en heeft bijna geen kin, hij werkt voor een bedrijf dat drillboren maakt. Mevrouw Duffeling is dun en heeft een hele lange nek. Ze hebben ook een zoon: Dirk (Engels: Dudley). Mevrouw Duffeling heeft ook een zus, daar praat ze liever niet over want haar. zus is getrouwd met een tovenaar.
Meneer Duffeling gaat naar zijn werk, hij ziet een kat zitten die een kaart leest, hij denkt het zich te verbeelden. Thuis ziet hij op het journaal dat iedereen de hele dag uilen heeft gezien. S ‘avonds wanneer iedereen slaapt komt een man met een rare mantel de straat binnen gelopen. Hij lacht naar de kat, pakt een aansteker en doet de straatlantaarns uit, zodat niemand iets kan zien. De kat verandert ineens in een vrouw, ze heeft een vierkante bril. Ze draagt een mantel en een hoed net zoals de man. Ze praten over “JeWeetWel” en over Harry Potter. Perkamentus (de man in de rare mantel) zegt dat Hagrid laat is. Dan begint Perkamentus over dat Harry bij de Duffelingen moet wonen. Anderling (de vrouw) is verbaasd, ze verteld dat er geen mensen zijn die zo weinig overeenkomsten hebben met de mensen van de tovenaarswereld als de Duffelingen. Hagrid komt aangevlogen op een vliegende motor. Hagrid pakt een baby: Harry, hij heeft een bliksemschichtvormig litteken. Hagrid snikt hard, Anderling zegt dat hij stil moet zijn. Perkamentus legt de baby netjes neer en doet er een briefje bij. Ze nemen afscheid en Hagrid vertrekt. Perkamentus doet de lampen weer aan en hij en Anderling vertrekken. 10 jaar later word Harry wakker. Harry moet het ontbijt klaarmaken. Dirk is jarig. Dirk word boos omdat hij 2 cadeaus minder heeft dan vorig jaar, zijn ouders beloven er nog 2 te halen. Dan belt mevrouw Figgs (Nederlandse naam weet ik niet), de oppas van Harry, dat ze haar been gebroken heeft. Harry moet mee met Dirks verjaardag. Harry is blij, dit is zijn eerste keer naar de dierentuin. Oom Herman heeft hem wel gewaarschuwd dat als er iets gebeurd, zou hij in de gangkast moeten zitten tot kerst. Er gebeuren altijd rare dingen rond Harry, zijn haar groeit bijvoorbeeld snel terug. Bij de dierentuin heeft Harry de dag van zijn leven. Dan gaan ze naar het reptielen huis. Daar praat hij in zichzelf naar de slang, ineens praat een slang terug. Ze hebben een gesprek. Ineens komt Dirk aangerend en het glas gaat ineens weg en de slang ontsnapt, iedereen rent weg. De Dierentuindirecteur bied zijn excuses aan. Ze gaan maar huis en daar word Harry in de gangkast opgesloten, als straf zonder eten. Harry denkt erover dat er altijd mensen lijken te zijn die hem kennen, sommige zwaaien of schudden zijn hand. Ze zijn altijd raar gekleed. Op school heeft hij niemand.
Harry zat al lang in de kast opgesloten, maar er was een beetje hoop: Hij gaat in september naar een nieuwe school, en Dirk naar een andere school. Hij was weer eens bij mevrouw Figgs, ze was wat aardiger omdat ze niet de hele dag over katten praatte. Harry mocht tv kijken en kreeg chocolade cake van haar.
De volgende dag kreeg Harry een brief, de eerste van zijn leven. Hij opende hem maar toen werd de brief afgepakt. Tante Petunia schrok en liet de brief aan oom Herman zien, Harry en Dirk moeten de kamer uit. Ze vechten om te luisteren bij de deur, Dirk wint. Harry ligt op de grond. Ze hebben het over een persoon die niet mag komen. Ze moeten naar bed. De volgende dag moet Harry ineens naar een nieuwe kamer: De oude van Dirk. Harry had veel liever zijn brief gehad. Bij het ontbijt zegt niemand iets. Die nacht zet Harry zijn wekker om 6 uur zodat hij de post kan pakken, hij sluipt naar beneden en struikelt over iets. Oom Herman had de hele avond in een slaapzak liggen slapen onder de brievenbus. Hij begint tegen Harry te schreeuwen. De volgende dagen zouden de brieven op alle manieren binnen komen, via de schoorsteen, ramen en gleuven . Oom Herman heeft er genoeg van, ze moeten hun spullen pakken en rijden de hele dag, totdat ze s ’avonds vermoeid en hongerig aankomen bij een hotel aan de rand van een stad. De volgende dag krijgt Harry weer een brief, oom Herman pakt hem af. Ze rijden weer de hele de dag rond, op een gegeven moment stoppen ze bij een meertje, ze pakken een boot en roeien naar een oude, vervallen hut op een eilandje. S 'nachts telt Harry af tot hij 11 word. 5, 4, 3, 2, 1: Een grote man staat voor de deur. Hij komt binnen, oom Herman stormt de kamer vinnen met een shot gun. De man pakt de shot gun en buigt hem. Harry krijgt een taart, Harry eet hem snel, hij heeft honger. Dan verteld hij Harry over de toverwereld en dat hij een tovenaar is. Harry is geschrokken. Hij leest eindelijk de brief, waarin staat dat hij aangenomen is al leerling van Zweinstein. Hagrid verteld dat zijn ouders omgekomen zijn bij moord en niet bij een auto-ongeluk. Tante petunia zegt dat ze al die tijd al wist dat Harry een tovenaar is, maar de toverwereld haat. S ‘ochtends word Harry wakker met het gevoel dat het een droom was, dat was het niet. Hagrid en hij gaan in een bootje naar het dorp, naar het station. In de trein krijgt Harry een lijstje met spullen die hij nodig heeft op Zweinstein. Hij loopt met Hagrid naar de lekke ketel. Iedereen schut Harry’s hand, een professor van Zweinstein stelt zich voor. Ze lopen naar een achteringang van het gebouw waar een muur staat. Hagrid tikt op de muur en ineens schuiven alle stenen weg, voor Harry ligt een lange straat met oude gebouwen. In die straat kopen ze al Harry’s schoolspullen.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden