Hoofdstuk 6

Paragraaf 1

A Wat doen we op vakantie?

Veel mensen gaan op vakantie om lekker uit te rusten dit is een passieve vakantie een andere soort van vakantievieren is een actieve vakantie dan ga je van alles doen. Of een combinatie van deze twee.

B. Waar gaan we heen op vakantie?

Acht op de 10 Nederlanders gaan minstens één keer per jaar op vakantie. Veel mensen blijven in Nederland. Dit zijn binnenlandse toeristen. Er komen ook veel buitenlanders in Nederland op vakantie jaarlijks zo’n 10 miljoen zij gaan naar de kust of attractiepark. Meer dan de helft van alle Nederlanders gaan op vakantie naar het buitenland. Zij zijn dan buitenlandse toeristen. In de zomer naar warme europese landen zoals Frankrijk etc. in de winter naar de bergen in Europa. Veel Nederlanders gaan met de auto op vakantie, daarom moet je zorgen voor een goede infrastructuur. Hier bedoelen wij mee alle verbindingen in een gebied.

C. Wanneer gaan we op vakantie?

Voor tijdens de schoolvakanties zijn er veel toeristen = hoogseizoen. Voor en na de schoolvakanties noem je voor- en naseizoen. In Nederland doen we aan vakantiespreiding zodat niet iedereen tegelijk op vakantie gaat. Toch is het op zaterdagen in het buitenland druk op de weg dit noemen wij zwarte zaterdagen.  Als veel mensen in dezelfde tijd naar een gebied gaan spreekt men van massatoerisme.

Extra

De wereld lijkt kleiner geworden, dat is het niet. Kijk maar naar de absolute afstand (gemeten in een rechte lijn tussen twee plaatsen). De relatieve afstand gemeten in tijd, moeite en geld om ergens te komen.

Paragraaf 2

A Wanneer ben je toerist?

Toerisme is een goede manier om geld te verdienen.  Wat is nu een toerist?  Toerisme is recreatie in een ander gebied. Reizen voor je plezier, of bezoeken van een pretpark. Uitstapjes van een dag noem je dagrecreatie. Ergens anders slapen heet vakantie, logeren bij familie of vrienden niet. Het verschil tussen korte en lange vakanties is bij korte vakantie slaap je minder dan 4 dagen ergens anders bij een lange vakantie is dat meer.

B. Wie verdienen geld aan toerisme?

Er is veel geld te verdienen in het toerisme bv. skileraar, beheerder bungalow park. Dit is directie werkgelegenheid. Als je geld verdient dankzij toeristen dan is dat indirecte werkgelegenheid . In het hoogseizoen is er topdrukte en veel werk en extra werknemers, in het naseizoen moeten ze een andere baan gaan zoeken of zijn werkloos dit heet seizoenswerkloosheid. In het voor- en naseizoen worden veel extra activiteiten gehouden om toeristen te trekken. Er zijn landen die zomer en winter hoogseizoen hebben dit heet dubbelseizoen.

C. Hoe Big is die business?

Per jaar zijn er 900 miljoen toeristen, dit aantal neemt toe. De toeristensector is het deel van de economie dat met direct werkgelegenheid in het toerisme te maken heeft.

Extra

Vakantie inkomsten en uitgave in een land heet  toeristenbalans. Dat bereken je door de inkomsten en uitgaven van elkaar af te trekken.

Paragraaf 3

A Welk beeld krijgen toeristen van hun vakantie gebied?

Bij het maken van plannen bij de vakantie heb je info nodig over hotels, campings of bungalows. Dit zijn accommodaties. Ook vind je het leuk om te weten wat er te doen is, wat de attracties zijn, bijvoorbeeld pretparken. Niet alle info die je krijgt klopt, ga altijd goed na wat wel- en wat niet waar is.  Ook een folder of een foto geeft soms een subjectief beeld. Daarom is het goed om te zoeken naar eerlijke informatie, dat geeft een objectief beeld.

B Hoe maak je een aardrijkskundig beeld?

Een aardrijkskundig beeld klopt met de werkelijkheid, het geeft info over de ligging, gebiedskenmerken en bevolkingskenmerken. Je kijkt naar de absolute ligging, dit wordt bepaalt door de parallel en de meridiaan die door de plaats lopen. Je kan ook kijken naar de relatieve ligging, dit wordt bepaalt door de ligging van een plaats in vergelijking met andere plaatsen. Een landschap beschrijf je door te kijken naar plantengroei, hoogte verschil en bebouwing. Bevolkingskenmerken zegt iets over de bewoners, hoe ze leven enz. en wat merk jij daarvan?

C Waarom is een aardrijkskundig beeld handig?

Een aardrijkskundig beeld is praktisch, het helpt je voorbereiden op je reis. Als je weet wat je vakantiebestemming te bieden heeft, zie en beleef je meer. Ook moet je letten op de verblijfskosten, anders kan je geen leuke dingen doen.

Extra

Landen die dichtbij liggen, zijn vaak de landen waarvan we veel weten. In tegenstelling tot verre landen weten wij niks. We gaan ook niet op vakantie naar landen die ver weg liggen, we houden het meestal in de buurt. Afstandsverval noemen we dat.

Paragraaf 4

A Welke gevolgen heeft toerisme?

Gevolgen van toerisme:

• Economische (positieve) gevolgen, zoals: werkgelegenheid en welvaart
• Economische (negatieve) gevolgen, zoals: seizoenswerkloosheid en scheve verdeling van de diensten
• Natuur en milieu (positieve) gevolgen, zoals: Inkomsten, onderhouden van de wildparken
• Natuur en milieu (negatieve) gevolgen, zoals: bezoekers verjagen de dieren en beschadigen de natuur. Veranderingen van de natuur. Natuurvervuiling.
• Cultuur (positieve) gevolgen, zoals: Leerzaam en interessant
• Cultuur (negatieve) gevolgen, zoals: Mensen willen niet altijd bekeken worden

B Kan toerisme duurzaam zijn?

Duurzaam toerisme, is toerisme wat rekening houd met natuur en cultuur. Bijv. Koop bij de plaatselijke markt. Kampeer op een mini-camping. Wees zuinig met de natuur.

Bij massa toerisme kan je denken aan waterzuivering installaties.