Zit je in de bovenbouw van havo of vwo?

Vul dan deze vragenlijst in over jouw studiekeuze en maak kans op een van de cadeaubonnen van 20 euro.

Meedoen

Hoofdstuk 4

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 3203 woorden
  • 21 juni 2015
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Vacature! Wij zoeken een redacteur voor 4-8 uur per week

Ben je op zoek naar een leuke bijbaan, maar is vakkenvullen of een krantenwijk niet echt wat voor jou? Kom dan werken bij Scholieren.com in Utrecht! Als je nieuwsgierig bent, goed met taal en niet bang om mensen aan te spreken, moet je zeker even verder lezen.

Meer weten

megastad: stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

wereldstad: grote stad, voor een deel belangrijk voor de wereld op gebied van economie, politiek en cultuur.

stedelijk netwerk: Groep steden van een land die onderling op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn.

primate city: Stad die, gelet op aantal functies, veel groter en belangrijker is dan 2e stad in een land.

site: Kenmerken van ligging van plaats zelf.

situation: Kenmerken van een plaats die samenhangen met zijn ligging ten opzichte van andere  plaatsen of gebieden.

koloniale dubbelstad: Een stad die bestaat uit westerse en niet-westerse stadsdeel. 

Urbanisatiegraad: Percentage van de bevolking dat in steden woont. 

Suburbanisatie: Proces waarbij mensen en en bedrijven vanuit een stad naar het omringende platteland trekken. 

Urbanisatie: Proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken. 

Suburbs: (Amerikaanse) voorsteden. 

CBD: Central Business District, Centrum van een stad waar allerlei kantoren en zakenpanden zijn gevestigd. 

Verdichting: Proces waarbij woondichtheid toeneemt. 

urbanisatietempo:percentage waarmee de urbanisatiegraad jaarlijks toeneemt. 

agglomeratie: Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeenschap uitstrekt.

stadsgewest: Stedelijk gebied waarin de omringde plaatsen op tal van manieren verbonden zijn met de centrale stad.

Stedelijke gebieden: Gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn.

Randstad: Hoefijzervormig stedelijk gebied waarvan Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam de belangrijkste kernen vormen. 

Drempelwaarde: Minimum aantal mogelijke klanten dat nodig is om een goed of dienst op een bepaalde plaats met winst te kunnen aan bieden.

Reikwijdte: Afstand die de klanten voor een bepaalde dienst of goed.

Verzorgingsgebied: Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

Draagvlak: Aanwezigheid van voldoende mogelijke klanten binnen het verzorgingsgebied. 

Vinex-locaties: nieuw stadsdeel dat tegen het oude stadsdeel aanligt.

renovatie: Het opknappen van huizen. 

sanering: Het afbreken van huizen en wijken en ze vervangen door nieuwbouw. 

woningdichtheid: Het aantal woningen per hectare. 

compacte stad: Stadsvernieuwing waarbij het opvullen van open plekken en het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad aan uitgangspunt zijn. 

gentrificatie: Proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en bewoond door rijkere burgers. 

segregatie: Het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in een stad. 

publieke ruimte: Dat deel van een wijk of stad dat voor iedereen toegankelijk is. 

megastad: stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

wereldstad: grote stad, voor een deel belangrijk voor de wereld op gebied van economie, politiek en cultuur.

stedelijk netwerk: Groep steden van een land die onderling op tal van terreinen met elkaar verbonden zijn.

primate city: Stad die, gelet op aantal functies, veel groter en belangrijker is dan 2e stad in een land.

site: Kenmerken van ligging van plaats zelf.

situation: Kenmerken van een plaats die samenhangen met zijn ligging ten opzichte van andere  plaatsen of gebieden.

koloniale dubbelstad: Een stad die bestaat uit westerse en niet-westerse stadsdeel. 

______________________________________________________________________________

WAT IS EEN STAD

In IJsland plek met 500 inwoners al een stad

In Japan pas 50 000 inwoners

De definitie is verschillend

Een stad heeft 4 kenmerken:

Een bepaald, per land verschillende omvang

Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omliggende gebied

Een beroepsbevolking die vrijwel uitsluitend werkt in de secundaire en tertiaire sector

Een groot aantal functies voor het gebied rond de stad

Grote steden kan je indelen in: megasteden, wereldsteden en hoofdsteden.

Megastad: Wanneer er meer dan 10 miljoen mensen wonen

Wereldstad: Heeft veel inwoners, voor een groot deel van de wereld een belangrijk centrum op gebied van economie, cultuur en politiek (belangrijke politieke besluiten, nieuwste snufjes en aandeelbeurzen die mondiale financiële markten beheersen en de hoofdkantoren van multinationals). 

Ze zijn verbonden met de rest van de wereld.

Hoofdstad: Meestal belangrijkste stad.

Soms valt een stad onder alle types (Parijs, Tokyo)

______________________________________________________________________________

HOE IS DE SPREIDING VAN GROTE STEDEN?

Duidelijk verschil tussen -rijke en ontwikkelingslanden.

Rijke landen, meestal meer grote steden. Die zijn op meerdere manieren met elkaar verbonden en vormen een stedelijk netwerk

Ontwikkelingslanden, vaak 1 megastad. Dat heet de primate city. De op 1 na grootse stad van een land is vele malen kleiner (Bangkok 7,5 miljoen inwoners, 2e stad 480 000).

______________________________________________________________________________

HOE KUN JE SPREIDING VAN STEDEN VERKLAREN?

Met behulp van vestigingsplaatsfactor kun je de spreiding van steden verklaren. Je kijkt naar 2 soorten kenmerken:

Kenmerken van gebied waar stad is site. Steden liggen vaak in vlakke, vruchtbare gebieden, kruispunten van handelswegen, langs rivieren, aan de kust of bij vindplaatsen van grondstoffen. 

    - Parijs: ligt aan rivier, waar de grond vruchtbaar is, ook doorkruist het veel handelswegen

2.   Kenmerken op ligging van plaatsen op gebied van andere plaatsen noem je situation.

Parijs: ligt gunstig, midden in het land met prima verbindingen naar andere steden. 

Grote stad in noorden van Noorwegen ligt niet gunstig 

De situation van plaats kan in loopt van tijd veranderen

In de moderen tijd is de situation belangrijker dan de site

Door de globalisering is het van belang in een stad dat je op meerdere manieren bereikbaar bent.

Veel steden in ontwikkelingsladen liggen aan de kust. Zij vormden in de koloniale tijd een doorgeefluik van een kolonie naar een westers moederland.

In kleine kronkelige straatjes, ben je in oude inlandse stadsdeel.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Rechte brede straten, ben je in westers Europese deel. 

Een stad die zo is opgebouwd noem je een koloniale dubbelstad

§3 STEDEN IN VERANDERING

Urbanisatiegraad: Percentage van de bevolking dat in steden woont. 

Suburbanisatie: Proces waarbij mensen en en bedrijven vanuit een stad naar het omringende platteland trekken. 

Urbanisatie: Proces waarbij mensen van het platteland naar de stad trekken. 

Suburbs: (Amerikaanse) voorsteden. 

CBD: Central Business District, Centrum van een stad waar allerlei kantoren en zakenpanden zijn gevestigd. 

Verdichting: Proces waarbij woondichtheid toeneemt. 

______________________________________________________________________________

HOE VERANDERT HET STEDELIJK PATROON? 

De stadsmens verovert de wereld. In 2008 wonen er voor het eerst meer mensen in de stad dan op het platteland. 

Aan de urbanisatiegraad kun je ziek welk percentage van de bevolking in steden woont. 

Rijke landen hebben een hoge urbanisatiegraad, maar de stedelijke bevolking neemt er niet verder toe. 

Vanuit de centrale stad trekken mensen en bedrijven juist naar plaatsen rond de stad. Dat noem je suburbanisatie

In ontwikkelingslanden is het andersom. Daar trekken veel mensen van het platteland naar de stad, dat noem je urbanisatie of verstedelijking, dat richt zich vaak op de primate city. 

Je vindt er de meeste industrie en diensten en er zijn de beste voorzieningen. 

De primate city zuigt de rest van het land leeg. Vooral jonge mensen trekken naar de stad. In de grote stad stichten ze een gezin. 

De belangrijkste reden waarom de stedelijke bevolking zo snel groeit, is dan ook eerder het hoge geboorteoverschot en niet het hoge vestigingsoverschot. 

______________________________________________________________________________

OPBOUW EN VERANDERING IN DE WESTERSE STAD

Aan de buitenkant van de stad liggen ruim opgezette woonwijken met laagbouw; de suburbs. Hier wonen mensen met een hoger inkomen. 

Naar het centrum toe kom je door oudere woonwijken met een veel hogere bevolkingsdichtheid. 

Hier wonen uit lagere inkomensgroepen, vaak allochtonen. In veel steden zijn dit de echt probleemwijken. 

Het centrum kondigt zich met haar hoogbouw al van verre aan. Vroeger was dit het woongebied van de rijken. Maar het is veranderd in een zakencentrum, het CBD (Central Business District), met chique winkels, kantoren en uitgaansgelegenheden. 

Deze opbouw van de Amerikaanse stad vind je terug in de meeste steden, Naar Europese steden hebben vaak nog wel een historisch centrum. 

Het CBD ligt vaak aan de rand van de stad. 

De uitvalswegen waaieren vanuit het centrum als draden in een web uit naar de rand van de stad. 

Een ander verschil is dat de ontwikkeling van een CBD in het kleinschalige, historische hart onmogelijk is. Nieuwe zakencentra verrijzen dan ook vaak aan de rand van de stad op goed bereikbare plaatsen. 

Voorbeelden daarvan zijn: La Défense in Parijs. Zuidas in Amsterdam. 

______________________________________________________________________________

OPBOUW EN VERANDERING IN DE NIET-WESTERSE STAD

Ontwikkelingslanden hebben meestal geen structuur. Je kan grote moeite hebben om een plattegrond van een stad uit je hoofd te leren. 

Dat komt doordat deze steden razendsnel en meestal zonder enige planning zijn gegroeid. 

Een stad als São Paulo in Brazilië was in 1930 met een oppervlakte van 150 vierkante kilometer even groot als Amsterdam. 

Ruim de helft van de mensen daar woont in een krottenwijk. 

Toch ontdek je na een paar dagen enige orde in de chaos. De stad heeft: 

1 of meer zakencentra 

1 zone met overwegend industrie 

woonwijken van de rijken

Alle andere open ruimte is opgevuld met krottenwijken. Vaak liggen ze op plaatsen waar rijkere mensen niet willen wonen. 

Het is er te gevaarlijk (steile hellingen), het stinkt er (bij een fabriek of vuilnisbelt) of het ligt te ver van het centrum. 

Nieuwkomers vestigen zich ook in de bestaande wijken, waardoor verdere verdichting optreedt. 

Toch zie je ook binnen deze arme woonwijken grote verschillen. De nieuwste wijken zijn nog gebouwd van blik, karton, hout en modder, zonder enige voorzieningen. 

Maar de oudere wijken zijn door de bewoners vaak flink opgeknapt. 

§4 Megasteden, megaproblemen: 

begrippen:

urbanisatietempo = percentage waarmee de urbanisatiegraad jaarlijks toeneemt. 

______________________________________________________________________________

Lima krijgt er elke week duizend nieuwe migranten bij. 

De stad kan niet voor zoveel armen woningen bouwen, onderwijs verzorgen en banen schappen

______________________________________________________________________________

WONEN IN EEN MEGASTAD IN EEN ONTWIKKELINGSLAND 

Volgens de VN zal het aantal inwoners van Afrikaanse en Aziatische steden in 2030 zijn verdubbeld. 

De stadsbevolking neemt hier elke week toe met anderhalf miljoen mensen. 

Deze landen kennen een hoog urbanisatietempo. 

Vaak dreigt de overheid een illegale wijk ‘plat te bulldozeren’. In deze wijken staan veel krotten van arme migranten. 

Joaquim en zijn gezin mogen hun krot wel laten staan. Ze worden zelfs geholpen door het stadsbestuur. Het stadsbestuur helpt met de aanleg van riolering, elektriciteit en waterleiding. 

In een paar jaar tijd groeit de wijk uit tot een heel aardig volksbuurtje. 

______________________________________________________________________________

WERKEN IN EEN MEGASTAD IN EEN ONTWIKKELINGSLAND 

Het is nog moeilijker om een baantje te vinden. De concurrentie is moordend

De meeste plattelanders hebben geen opleiding. Zij vinden zelden werk in de officiële economie, de formele sector. 

Veel mensen proberen geld te verdienen in de scharreleconomie (informele sector). 

De armen halen het vuil op, verkopen voedsel op straat, zijn sjouwer op de markt, vervoeren op brommers, fietsen en riksja’s miljoenen mensen. 

Zo’n 60% van de stadsbewoners in ontwikkelingslanden verdient hier zijn geld mee. 

Het hele zin wordt ingeschakeld. 

______________________________________________________________________________

VERVUILING EN VERKEERSPROBLEMEN 

Als Maria met de bus vanuit de buitenwijk naar het centrum reist, is ze bijna twee uur onderweg. 

Het verkeer zit muurvast. 

Boven de stad hangt een dikke laag vervuilde lucht. 

De fabrieken stoten dag en nacht smerige rook uit. 

Het inademen van deze lucht veroorzaakt evenveel schade als het roken van tien tot twintig sigaretten per dag. 

Overal op straat ligt zwerfvuil. 

De rivier die door de stad loopt, is zo smerig dat er nauwelijks leven in zit. Dit is vooral gevaarlijk voor mensen die stroom afwaarts wonen, omdat zij het water uit de rivier gebruiken als drinkwater of om te wassen. 

Een steeds groter probleem in derde wereldlanden: gebrek aan schoon drinkwater. 

Het komt vooral door de onttrekking van riolering waardoor het oppervlakte water ernstig vervuild raakt, juist in dichtbevolkte steden. Hierdoor drinken mensen ontreinigd water

De prijs van schoon drinkwater stijgt hier snel en daar zijn dan de armste mensen het slachtoffer van. 

In een arm land komt het milieu op de tweede plaats. Economische groei gaat voor. 

Als er milieuregels zouden zijn, worden die door de bedrijven aan hun laars gelapt. Controle op naleving ervan bestaat niet. 

§7 Nederland: land zonder een echt grote stad

agglomeratie: Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeenschap uitstrekt.

stadsgewest: Stedelijk gebied waarin de omringde plaatsen op tal van manieren verbonden zijn met de centrale stad.

Stedelijke gebieden: Gebied waarin een aantal stadsgewesten liggen die goed met elkaar verbonden zijn.

Randstad: Hoefijzervormig stedelijk gebied waarvan Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam de belangrijkste kernen vormen. 

Drempelwaarde: Minimum aantal mogelijke klanten dat nodig is om een goed of dienst op een bepaalde plaats met winst te kunnen aan bieden.

Reikwijdte: Afstand die de klanten voor een bepaalde dienst of goed.

Verzorgingsgebied: Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten.

Draagvlak: Aanwezigheid van voldoende mogelijke klanten binnen het verzorgingsgebied. 

______________________________________________________________________________

VAN STAD NAAR AGLOMERATIE

Tot 1800 // Amsterdam grootste stad van het land, primate city, er kwamen steeds meer mensen van platteland naar de stad. 

De migranten richten steden op in het westen van Nederland

Den haag, Utrecht, Rotterdam.                 

Elke stad kreeg eigen taak in Nederland. 

Den Haag: Nationale bestuurscentrum

Rotterdam: Internationale haven- en industriestad. 

Utrecht:  Ligt centraal, groeit door aanleg van -spoor en autowegen -nationale distributie - en vergadercentrum.

Amsterdam: Ontwikkelde zich tot belangrijk financieel, diensten- en toeristencentrum.

Na 1900 groeiden veel steden, en slokten omliggend gebied op. De stad werd een agglomeratie.

______________________________________________________________________________

VAN AGGLOMERATIE NAAR STEDELIJK GEBIED

rond 1960 // grote steden bereiken hun top, daarna komt suburbanisatie op gang.

De gestegen welvaart maakt het mogelijk, om wonen buiten de stad = suburbanisatie.

Bedrijven verlaten de steden. Ze vestigen buiten en daar zijn ze beter bereikbaar, er is meer ruimte, de grond is goedkoper.

De stad breidt meer uit in omliggend gebied. Er ontstaat stadsgewest (= Stedelijk gebied waarin de omringde plaatsen op tal van manieren verbonden zijn met de centrale stad).

    - De stadsgewesten groeien ook, naar elkaar toe. 

    - De verbindingswegen tussen 2 stadsgewesten goed voor vestigen van bedrijven. 

Zo ontstaan de stedelijke gebieden.

De randstad is daar voorbeeld van.

Deze stedenring, soort hoefijzer, is natuurlijk uniek. 

De 4 steden zijn door de open ruimte - het Groene hart - van elkaar gescheiden. 

De druk op de open ruimte is groot, Nederlanders willen bij grote stad wonen maar toch in het groen. Het groene land is hun achtertuin. 

De overheid // probeert tegengaan door meer land aan te bieden, dit noem je Vinex-locaties

______________________________________________________________________________

DE STAD EN ZIJN OMGEVING

Files: heeft te maken met de functie van stad. Mensen gaan er werken, shoppen. Dat komt omdat stad veel functies waarvan mensen uit wijde omtrek gebruikmaken.

In een dorp minder voorzieningen; dit heeft te maken met de drempelwaarde

Een grote stad heeft een hoog dienstenniveau, waarvan niet alleen stadsbewoners gebruik van maken. 

De afstand die klanten willen afleggen voor bepaalde dient noem je reikwijdte

De reikwijdte bepaald je uiteindelijk door de verzorgingsgebied  van plaats. 

Hoe goed een stad is verzorgt (voorzient). 

Verzorgingsgebieden veranderen. 

Heeft te maken met de (auto)mobiliteit. 

Mensen maken steeds meer gebruik van voorzieningen die verder weg zijn. 

Hierdoor hebben de buurtvorzieningen minder klanten. 

Het draagvlak - het aantal klanten - wordt te klein. De drempelwaarde wordt niet meer gehaald, bedrijf zal verdwijnen. 

§8 GEDONDER IN DE STAD

renovatie: Het opknappen van huizen. 

sanering: Het afbreken van huizen en wijken en ze vervangen door nieuwbouw. 

woningdichtheid: Het aantal woningen per hectare. 

compacte stad: Stadsvernieuwing waarbij het opvullen van open plekken en het bouwen van nieuwe wijken tegen de oude stad aan uitgangspunt zijn. 

gentrificatie: Proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en bewoond door rijkere burgers. 

segregatie: Het gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen in een stad. 

publieke ruimte: Dat deel van een wijk of stad dat voor iedereen toegankelijk is. 

________________________________________________________________________

ARME STAD

Veel mensen hebben de afgelopen 30 jaar de grote steden de rug toegekeerd. Dat is een verlies voor de stad. 

De nieuwe stedelingen horen vaak tot de laatste inkomensgroep. Zo verliest de stad een draagkrachtige bevolkingsgroep. 

De stad krijgt er burgers voor terug die juist steun van de gemeente verwachten. 

Het stadsbestuur krijgt het steeds moeilijker. 

Voor oplossingen kijkt de gemeente naar haar rijke buurgemeenten. 

Randgemeenten willen niet dat de centrale stad zich uitbreidt, als het moet willen ze wel een nieuwe gemeente vormen met de andere gemeentes, maar niet met de grote stad. 

________________________________________________________________________

TERUG NAAR DE STAD? 

De grootste uitdaging voor de gemeentebestuur is de stad weer aantrekkelijk te maken voor de bewoners. 

Wat zijn de mogelijkheden? 

Wat zijn de mogelijkheden? 

Veel oude wijken in de steden zijn de laatste jaren al flink aangepakt. In sommige buurten zijn de huizen opgeknapt en aangepast aan de eisen van deze tijd. Zo’n aanpak noem je renovatie. Een nadeel voor de bewoners is dat huizen na de renovatie flink duurder worden en de huur stijgt. 

Andere wijken waren zo slecht dat ze zijn afgebroken en opnieuw opgebouwd worden. Dat noem je sanering. Meestal neemt daarbij de woningdichtheid (het aantal woningen per hectare) flink af. Er wonen steeds minder mensen. Op dit moment zijn de wijken die gebouwd zijn na de Tweede Wereldoorlog, aan de beurt. Dat zijn vaak flats in het bekende Amsterdamse stadsdeel de Bijlmer is afgebroken en vervangen door laagbouw. Dat past beter bij de wensen van de bewoners. 

Op verlaten industrie- en haventerreinen worden nieuwe woningen opgebouwd. Open plekken worden opgevuld, straten en pleinen opgeknapt om de woonomgeving zo aantrekkelijk mogelijk te maken. 

Compleet nieuwe wijken worden tegen de oude stad aan gebouwd. Dat zijn de bekende Vinex-locaties. IJburg in Amsterdam is daar een mooi voorbeeld van. 

Achter alle 4 maatregelen zit het idee van de compacte stad: gebruik de stedelijke ruimte zo goed mogelijk en spaar open ruimte buiten de stad. 

In sommige buurten dicht bij het centrum kopen projectontwikkelaars oude panden of pakhuizen op en verbouwen ze tot chique appartementen. 

De nieuwe bewoners behoren tot een hogere inkomensklasse, meestal nog zonder kinderen. Zij vinden het prettig dicht bij de voorzieningen van het centrum te zitten en houden van de gezellige sfeer van een oud stadsdeel. 

Wanneer deze vervallen, oude wijken worden opgeknapt en weer bewoond gaan worden opgeknapt en weer bewoond gaan worden door welgestelde bevolkingsgroepen, spreken we van gentrificatie

________________________________________________________________________

VAN PROBLEEMWIJK NAAR PRACHTWIJK

In 2007 is de overheid een campagne gestart om 40 achterstandwijken te verbeteren. 

Deze inwoners wonen met een laag inkomen, en leven min of meer gescheiden van de andere stadsbewoners. Dat noem je segregatie

In Nederland spreek je van integratie 

Naast sanering en renovatie van de woningen besteed de overheid veel aandacht aan het verbeteren  van de woonomgeving, zeg maar de straten, de pleinen en de parken. 

Dat deel van de wijk heet de publieke ruimte

Daar komen onder andere buurtwinkels, cafés en buurthuizen. Zij vormen immers de ruggengraat van de wijk. 

Ook komt er een kleine politiepost en een buurtwacht om de veiligheid te vergroten. 

Om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten komen er speciale scholingstrajecten. 

Door al deze maatregelen hoopt de overheid dat de wijk ook aantrekkelijk wordt voor de middenklasse en niet verder afglijdt. 

________________________________________________________________________

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.