Hoofdstuk 1, Zuid-Azie

Samenvatting Aardrijkskunde.

$1;
Er zijn vijf aardrijkskundige werkwijzen:
1. Veranderen van schaal
2. Veranderen van analyseniveau (indelen en toedelen)
3. Verband zoeken tussen verschijnselen
4. Verschijnselen in gebieden met elkaar vergelijken
5. Verschijnselen vanuit verschillende invalshoeken bekijken.

$2;
Zuid-Azie heeft een snelgroeiende bevolking door een grote natuurlijke bevolkingsgroei. De leefomstandigheden zijn niet goed ontwikkeld. De landen van Zuid-Azie zijn plattelandssamenlevingen, dit betekent dat in de meeste landen de meerderheid van de bevolking op het platteland woont, en het grootste deel werkt dus in de primaire sector. De productiviteit op het platteland is laag, waardoor de bijdrage van de landbouw aan het BNP niet groot is.

De landen in Zuid-Azie hebben een duale economie*. Er is moderne industrie, maar er komen ook ambachtbedrijven voor.

Er zijn plantagees, maar ook veel kleine arbeidsintensieve zelfverzorgende
landbouwbedrijfjes. Je ziet aan de Victoriaanse gebouwen en Engelse landhuizen nog steeds dat Zuidazie een kolonie van Engeland was geweest.

Godsdienstige verschillen waren van grote invloed bij het ontstaan van de landsgrenzen. Eerst ontstond islamitisch Pakistan en hindoestaans India.
Toen bleek dat Oost- en West-Pakistan niet veel gemeen hadden, werd Oost-Pakistan Bangladesh en West-Pakistan werd Pakistan.

De verschillen tussen hindoeïsme en de islam;
- De islam kent 1 God en het hindoeïsme vele goden .
- Hindoeïsme is toekomstgericht (wedergeboorte), islam houdt vast aan tradities.
- De islam doet niet aan onderverdeling in klassen/rang. Het hindoeïsme daarentegen, heeft dit wel.

Overeenkomsten hindoeïsme en islam;
- Verschillen in macht vindt men gewoon. Denk aan grootgrondbezitters in India.
- Individu is ondergeschikt aan de groep.
- Vrouwen zijn ondergeschikt aan de man.

In India heeft het hindoeïsme de meeste aanhangers.

$3
Rond de evenaar waaien passaten en moessons.
De Nederlandse meteoroloog Buys Ballot zei eens: “Lucht stroomt van gebieden met hogere luchtdruk naar gebieden met lagere luchtdruk, met op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. In alle gevallen ga je met de wind mee. Je hebt de wind dus in je rug.

Zo zie je dat er op het noordelijk halfrond rond de tropen een noordoostenwind waait en op het zuidelijk halfrond een zuidoostenwind.


Er is in Juli veel regen in Zuidazie, doordat de winden in India rond die tijd aanlandig zijn. Deze aanlandige winden waaien lange tijd over de Indische Oceaan en bevatten veel vocht, en bij de kust van India aangekomen, worden ze door de hoogte opgestuwd.

In de winter is het droog door aflandige winden.

De moessons hebben grote invloed op het leven & de economie van Zuid-Azie. Bijna driekwart leeft op het platteland en tweederde van de beroepsbevolking werkt in de landbouw, zij zijn dus zeer afhankelijk van de moesson.

Soms komen de moessonregens te laat en verdrogen de gewassen. Soms is de moesson erg zwak (= te weinig neerslag), waardoor de gewassen ook verdrogen. Soms is de moesson te sterk en dan zijn er overstromingen. Je ziet de afwisseling van goede en slechte moessons in de economie.

Invloed van moessons op Bangladesh
Bangladesh is een laaggelegen land, met een groot aantal rivieren. Heel vaak worden zij getroffen door grootschalige overstromingen als gevolg van de moessons. In de warme zomermaanden valt er zo veel regen dat de rivieren het water niet meer kunnen afvoeren. Dit komt ook door bomenkap: door deze ontbossingen is veel bodemmateriaal van de berghellingen gespoeld. De bodem kan het regenwater niet meer opnemen, het regenwater wordt dus direct afgevoerd. En met het water verdwijnt nog meer bodemmateriaal, dat na transport sedimenteert in de riviermondingen in Bangladesh. Door de grote hoeveelheden fluviatiele sedimenten worden de rivieren ondieper.

De gunstige gevolgen van de overstromingen zijn dat het land vruchtbaar wordt. Na een overstroming blijft er namelijk vruchtbaar sediment achter.

$4
Kashmir conflict
Toen de Engelsen zich terugtrokken uit Zuid-Azie, verdeelden zij hun rijk in een islamitisch Pakistan en een hindoestaans India. In Kashmir woonde een islamitische meerderheid. De leider, de maharadja, was echter hindoestaans. Dus hij kon niet beslissen waar Kashmir bij hoorde. Zowel India als Pakistan zeiden dat Kashmir bij hen hoorde, en er brak een oorlog uit. De Verenigde Naties grepen in en verdeelden Kashmir in twee regio’s.
India kreeg het grootste deel en daar was Kashmir zelf niet blij mee, zij waren namelijk moslim. De bevolking maakt dit regelmatig duidelijk met opstanden tegen China. Pakistan vindt dat de bevolking zelf moet beslissen, maar India vindt dat Pakistan de rebellen steunt. Daardoor zijn er ook conflicten tussen Pakistan en India.


Er zijn verschillende mogelijkheden die kunnen leiden tot een oplossing van het conflict:
Kashmir kan zich aansluiten bij Pakistan, dit noem je irredentisme.
Een tweede mogelijkheid is dat Kashmir zelfstandig wordt, oftewel separatisme.
Een derde mogelijkheid is dat het gebied deel blijft uitmaken van India en meer zelfstandigheid krijgt binnen India. Dit noemt men regionalisme.

Sri Lanka
De bevolkingsgroepen ‘Singalezen’ en ‘Sri Lanka Tamils’ hebben grote culturele verschillen.

Negentig procent van de Singalezen is boeddhist. Ze hebben een eigen taal met een eigen schrift, het Singalees.

Bijna negentig procent van de 3,5 miljoen Tamils is hindoe. Ook zij hebben een eigen taal en een eigen schrift; het Tamil. De Sri Lanka Tamils wonen al eeuwenlang op Sri Lanka. De India Tamils zijn door de Engelsen tijdens de koloniale periode als gastarbeiders uit India naar Sri Lanka gehaald om te werken op de plantages in het midden van Sri Lanka.

Tijdens de koloniale periode werden de Tamils bevoordeeld door de Engelsen. Zij hoopten door het voortrekken van deze minderheid, de meerderheid in te perken. De Tamils hadden bijvoorbeeld relatief goedbetaald werk in de overheidssector.

De onafhankelijkheid begon met een inhaalrace voor de Singalezen.

Zij kregen voorrang bij sollicitaties voor banen bij de overheid. Nu nog worden er minder Tamil-studenten toegelaten op de universiteit. Ook voelen veel Tamils zich erg onveilig omdat het leger en de politie voor een groot deel Singalees is.

In 1972 is vastgelegd in de grondwet dat de staat het boeddhisme moet bevorderen en beschermen.
De “Tamil Tijgers” is een zeer agressieve verzetsgroep.

$ extra.
Het aantal toeristen neemt toe door complementariteit: Men gaat naar een ander gebied omdat dat gebied iets heeft dat je niet in je eigen omgeving kunt vinden. Toerisme heeft ook invloed op de cultuur van een land, niet altijd positief!

Toerisme is steeds meer een belangrijke inkomstenbron voor Nepal. In de jaren 50 ging het open voor buitenlanders. Je kan de toeristen in vier groepen verdelen;

De sportieve toeristen maken gebruik van een uitgebreid scala van wandelroutes & klimroutes.

De cultuurtoeristen komen naar Nepal voor de rijke cultuur van het land. Vooral in de Kathmanduvallei wemelt het van de tempels en paleizen.

De derde groep is de groep toeristen die op zoek is naar natuur.

Als laatste de religieuze toeristen. Zij komen vooral uit westerse landen en zijn op zoek naar ingeving en inspiratie.

Voordeel van dit groeiende toerisme is de directe en indirecte werkgelegenheid.

Toerisme is een nogal wisselende bron van inkomsten, het aantal kan jaarlijks zeer verschillen. Door 11 september bijvoorbeeld, kwamen er in 2003 veel minder toeristen. Maar ook door opstanden in Nepal zelf. Daarom richt Nepal zijn aandacht meer op toeristen uit India.


Er zijn ook nadelen op andere gebieden. Door de toenemende hoeveelheid chartervluchten en lijndiensten op Kathmandu, dreigt het gevaar van massatoerisme. Hierdoor wordt de cultuur aangetast. Als sjouwer in de bergen verdien je veel meer dan als boer op het platteland. Daardoor zijn veel boeren als sjouwer gaan werken, en is er een noodzaak van import van voedsel en de verandering in voedselgewoontes. Ook milieuaspecten spelen een rol. Bijv. ernstige gevolgen van ontbossing. Dit komt voor een deel door toeristen. Als ze gaan bergbeklimmen, willen ze warme douches. Dit kost veel water en hout. Er wordt ook gekapt voor meubels en kranten. Er wordt ook meer gekapt doordat houtkapbedrijven beter bij gebieden kunnen door verbeterde infrastructuur. Ook worden er kleren van dieren illegaal verkocht. Er is niet genoeg geld om deze mensen aan te pakken.

Kenmerken toerisme van Bhutan.
Er mogen per jaar maar 5000 toeristen Bhutan binnenkomen. Ook hebben zij maar 300 dollar te besteden. Er zijn een aantal regels voor de toeristen. Bij hoge uitzondering mogen zij individueel het land bezoeken. Meestal zijn het kleine groepen. Ze mogen kiezen uit een aantal mogelijkheden die worden aangeboden. Het is verboden om fooien te geven en ook mag je geen snoepjes of cadeautjes aan de kinderen geven. Je mag geen plastic gebruiken zodat de natuur bespaard wordt.

Passaten = Winden die het hele jaar door uit dezelfde richting komen. In de meeste gebieden rond de evenaar waaien passaten.
Moessons = Halfjaarlijks draaiende winden die waaien rond de evenaar.
Duale economie = economie waar een traditionele en een moderne sector naast elkaar leven.
Dekolonisatie = het proces waarbij de koloniën politiek zelfstandig worden.
Fluviatiele sedimenten = sedimenten die door rivieren zijn neergelegd als zij langzamer gaan stromen.
Irredentisme = De wens van een bevolkingsgroep om zich aan te sluiten bij dezelfde bevolkingsgroep in een ander land.
Separatisme = Een gebied scheidt zich af van het land waar het bij hoort en wordt een zelfstandig land.