Hoofdstuk 1:
Klimaat en landschapszones op aarde
Paragraaf 1.1
Met weer bedoelen we de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats op dat moment. Het is zeer veranderlijk, hoewel het op sommige plaatsen vrij constant is.
Het klimaat gaat over een langere periode (meestal 30 jaar), waarbij vooral wordt gelet op de temperatuur, neerslag en wind. Natuurlijke klimaatveranderingen zijn normaal en kunnen dus niet zomaar toegeschreven worden aan de mens.
Paragraaf 1.2
De zon is niet de verwarmer van de aarde maar de aarde zelf. Uitleg:
• De inkomende straling van de zon. De zon straalt kortgolvige straling uit. Deze komt maar gedeeltelijk door de atmosfeer, een deel wordt geabsorbeerd door stoffen in de atmosfeer. Een deel wordt gereflecteerd door ijs en water in de dampkring of op aarde. Uiteindelijk wordt ongeveer 50% door de aarde geabsorbeerd, de aarde warmt dan op.
• De uitgaande straling van de aarde. De aarde straalt langgolvige straling uit. De atmosfeer absorbeert 90% hiervan door gassen als waterdamp en kooldioxide. De atmosfeer straalt een deel van de warmte weer terug. Dit is het broeikaseffect.
Paragraaf 1.3
De stralingsbalans kan negatief of positief zijn. Dit wordt veroorzaakt door:
• De verschillen in stralingsdichtheid op aarde. In de tropen is die hoger dan bij de polen doordat dezelfde hoeveelheid straling wordt verdeeld over een groter oppervlak.
• De verschillen in uitstraling. Rond de evenaar is het warmer dus is er meer uitstraling. Het verschil met hogere breedtes is kleiner dan bij de instraling.
• Eigenlijk zou er op sommige plaatsen dus een stralingsoverschot zijn en op sommige plaatsen een stralingstekort, maar: energie-uitwisseling. Dit gebeurt door zeestromen, de kringloop van water en luchtbewegingen.
Paragraaf 2.1
Bij het transport van warmte spelen de zeestromen een belangrijke rol. Het patroon hiervan wordt gestuurd door de ligging van continenten en door windstromen. Bij het transport is de gelaagdheid van het water belangrijk, je hebt bovenstromen en onderstromen. Het verschil zit hem in de dichtheid, die wordt veroorzaakt door temperatuur en zoutgehalte: thermohaline stromingen:
• De zon verwarmt maar tot zo’n 100 meter diepte het water, waardoor de bovenlaag warm wordt en uitzet.
• Het zoutgehalte wordt bepaald door verdamping, verdunning en de vorming van zee-ijs. Door verdamping blijft er meer zout achter, door verdunning neemt het zoutgehalte af en bij de vorming van zee-ijs neemt het zoutgehalte toe.
Belangrijk bij de verdeling van energie zijn de afzinkgebieden, hierdoor ontstaat een circulatie. De afzinkgebieden zijn een diepwaterpomp. De warme bovenstroom koelt op hoge breedtes af en door de vorming van ijs zinkt het water hier en stroomt het koude water weer naar lagere breedtes waar het weer opwarmt en zo gaat het rond.
Paragraaf 2.2
De kringloop van water heeft 2 kenmerken:
• Het is een stroming tussen reservoirs. Het is niet echt een gesloten kringloop
• Het is een stroming tussen toestanden. Bij het veranderen van toestand komt energie vrij of wordt energie opgeslagen. Bij verdamping wordt bijvoorbeeld energie opgeslagen en bij neerslag komt de energie weer vrij. Bij bevriezing komt energie vrij en bij smelten wordt energie opgenomen.
Paragraaf 3.1
Via luchtbewegingen wordt veel energie van warme naar koude gebieden getransporteerd.
Hiervoor is verschil in temperatuur op het aardoppervlak nodig. Hierdoor ontstaan luchtdrukverschillen en circulatiecellen. Als de lucht ergens opwarmt zet het uit en stijgt de lucht op. Hoog in de atmosfeer is het koud en koelt de luchtkolom af en stroomt het naar een soort luchtdal, die zich in een koud gebied bevind (hogedrugebied). De lucht warmt op en stroomt naar het lagedrukgebied waar het weer van voor af aan begint. Dit is een circulatiecel.
Paragraaf 3.2
Bij een stilstaande aarde zou het simpel zijn; op elk halfrond een circulatiecel tussen de polen en de evenaar. Door de draaiende aarde wordt het iets ingewikkelder. Door het draaien buigen de stromen iets af (de Corioliskracht). Op het noordelijk halfrond is de afwijking naar rechts, op het zuidelijk naar links (met de wind in de rug). Door deze Corioliskracht zijn er drie circulatiecellen per halfrond.
Rond de 35e graad kan de stroom van evenaar naar pool niet verder noordelijk en gaat dalen en weer terug naar de evenaar. Vanaf de polen naar de evenaar geldt hetzelfde, rond de 60e graad kan hij niet zuidelijker. De lucht moet dan stijgen en stroomt hoog terug naar de polen.
Er zijn dus drie cellen:
• Tussen 0 en 35 de Hadleycel (krachtig).
• De polaire cel tussen 60 en 90 (zwak ontwikkeld).
• Een sterk veranderlijke cel tussen 35 en 60 (de Ferrelcel). De vorm van deze is afhankelijk van wat de andere twee doen, hij houdt het sluitend op wereldschaal.
Paragraaf 3.3
De kenmerken van een kerngebied met een lage luchtdruk:
-Stijgende lucht
-Die koelt af waardoor wolken en neerslag
-Trekt lucht aan die op het noordelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in beweegt(cyclonale convergentie)
Depressie is een bijzondere vorm van een lagedrukgebied, warme en koude lucht botsen waardoor de warme moet opstijgen.
De kenmerken van een kerngebied met hoge druk:
-Dalende luchtstroming
-Droge en wolkeloze hemel
-De lucht ontsnapt naar alle kanten, op het noordelijke halfrond met de klok mee (anticyclonale divergentie).
Waar de temperatuur op aarde het hoogst is door instraling van de zon is een zone van sterk stijgende luchtbewegingen, gekenmerkt door veel wolken en hevige neerslag. Dit heet de inter-tropische convergentiezone. Deze heeft geen constante ligging maar verschuift mee met de stand van de zon (waar de instraling het sterkst is). Boven het land is de verschuiving het sterkst.
De winden die constant vanaf de subtropen naar de ITCZ stromen noemen we passaten.
Paragraaf 3.5
In sommige gebieden draait de richting van de passaat om het halfjaar om. Een passaat heet dan een moesson. Deze treden vaak op binnen de Hadleycel op een plek waar er een groot temperatuurverschil tussen zomer en winter is. Bij lage druk van de ITCZ krijg je een natte moesson en bij hoge druk een droge.
Paragraaf 4.1
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden