Nooit meer slapen
- Willem Frederik Hermans
Wat een ongelooflijk rotboek om te lezen! Nou ja, af en toe. Deze gedachte kwam ongeveer vier of vijf keer in mij op, maar voor de rest van de tijd was het best een prima te lezen boek.
Ik vond het verhaal op zich wel leuk, alleen vond ik Alfred Issendorf (de hoofdpersoon) erg wisselvallig van gedachten. Het ene moment vindt hij dat er hele complotten tegen hem gesmeed werden, en het volgende moment ziet hij alles geweldig rooskleurig in en vergeet hij al zijn zorgen. Dit sprak mij persoonlijk niet zo aan ook al kan ik het wel begrijpen.
Ik vond de gevoelstoestanden van de hoofdpersoon wel goed ‘beargumenteerd’: er werd goed uitgelegd waarom hij zich zo voelde. Als je de problemen bekeek vanuit de ik-persoon en op de manier waarop het boek dat wilde, dan kreeg je af en toe inderdaad het idee dat Alfred wel erg veel ongeluk had. Verder vond ik het verhaal wel een beetje té dramatisch en té ironisch op bepaalde momenten om het echt nog helemaal realistisch te vinden.
Maar het is dan ook bedoeld als een parodie op het queeste-motief uit ‘Arthurverhalen’, en het is dan ook nog doordrenkt met het mensbeeld van de auteur. Hieruit volgt dat Alfred samen met zijn ‘ridders’ – de 3 andere geologen – op zoek is naar zijn ‘heilige graal’. Deze heilige graal is voor Alfred een meteoriet die hij vindt, deze zal een nieuw mineraal bevatten en dit zal dan Issendorfiet genoemd moeten worden. Alfreds moeder verwacht van hem dat hij wel zal bereiken wat zijn veelbelovende vader niet heeft bereikt (want die verongelukte op een biologische expeditie).
Dit alles mislukt volkomen. De ridderqueeste mislukt omdat Arne (Alfreds Noorse vriend en ook geoloog) van een rots valt en overlijdt: “Maar dit is geen slapen. Dit is nooit meer slapen”. Alfreds queeste mislukt omdat hij niet de meteoriet vindt die hij zocht en dus niet zal promoveren en aan zijn eigen toekomstverwachting kan voldoen. Zijn moeders verwachtingen komen ook niet uit omdat hij in begint te zien dat geoloog toch niet het beroep voor hem is en hiermee dus ook niet zal bereiken wat zijn vader had kunnen bereiken.
De auteur ziet de mens als nietig wezen en beeldt dat uit via de hoofdpersoon. Alfreds grootste ontdekking is dat de werkelijkheid onkenbaar is en dat de mens daarin volstrekt eenzaam is. Dit wordt uitgedrukt via de paranoia die af en toe opkomt bij Alfred, het wantrouwen dat hij overal in heeft. Maar ondanks dit alles wil hij toch een glorieuze toekomst voor zichzelf zien.
De 285 bladzijden die het boek telt zijn opgedeeld in 47(!) korte hoofdstukjes. De indeling van de hoofdstukjes onderling vind ik niet zo duidelijk, er is – mij inziens – geen logische verklaring voor wanneer een nieuw hoofdstuk begint en wanneer een oud hoofdstuk eindigt. Verder zijn er geen flashbacks of echt grote tijdsprongen in het verhaal, het is gewoon een opeenvolging van gebeurtenissen in een logische volgorde. Het is op deze manier wel makkelijk te begrijpen maar het wordt wel een tikkeltje saai en langdradig.
Het boek was niet moeilijk, in tegendeel zelfs, het was absoluut geen probleem om jezelf een weg door de tekst heen te lezen. Een enkele keer heb ik een zin moeten herlezen omdat de schrijver op dat moment blijkbaar vond dat hij zichzelf even moest bewijzen door middel van een iets ingewikkeldere zin dan normaal te plaatsen, een zin die alleen een echte schrijver zou kunnen en willen bedenken.
REACTIES
1 seconde geleden