De abortus
Als een vrouw ongewenst zwanger is heeft zij de keuze om een abortus te laten plegen. In Nederland worden per jaar ongeveer 18.000 zwangerschappen onderbroken door middel van een abortus. De meeste behandelingen vinden plaats in een kliniek, maar er is ook de keuze om de abortus in een ziekenhuis te laten plegen. Het merendeel van deze vrouwen, zo’n 80%, is op het moment van de abortus minder dan 8 weken. 17,5% is tussen de 8 en 13 weken zwanger en ongeveer 2,5 % is meer dan 13 weken zwanger. Over het algemeen worden er geen abortussen uitgevoerd als de vrouw langer dan 20 weken zwanger.
De geschiedenis:
Abortus heeft altijd bestaan
Er zijn altijd redenen geweest voor vrouwen om hun zwangerschap af te breken. Er zijn veel verschillende redenen te noemen. Enkele redenen zijn relaties die kapot zijn gegaan, zwangerschap op zeer jonge leeftijd, een slechte lichamelijke gezondheid en verkrachting, hiernaast zijn er nog allerlei individuele redenen te bedenken bijv. als men voor de geboorte erachter komt dat het kind afwijkingen zal gaan vertonen. De kans bestaat dat ouders dit kind niet willen accepteren en gaan over tot besluit van abortus.
Er zijn altijd verschillende meningen geweest over abortus. Zwangerschap was vroeger veel moeilijker te voorkomen door het ontbreken van goede anticonceptiemiddelen en het taboe hierop. Anticonceptiemiddelen zijn middelen om zwangerschap te voorkomen
Het plegen van abortus was illegaal. Vrouwen gebruikten vaak zelf primitieve en gevaarlijke middelen zoals breinaalden en zeepsop. Er waren veel illegale artsen die niet over de juiste instrumenten en kennis beschikten om verantwoord te werk te gaan. Dit leidde vaak tot complicaties zoals blijvende onvruchtbaarheid en sterfte van de vrouwen. Rijke vrouwen hadden de mogelijkheid om naar goede artsen te gaan. Die voerden abortus ook in het geheim uit. Doordat abortus nog niet algemeen geaccepteerd was waren er nog geen goede medische technieken ontwikkeld. Hierdoor bleef het beëindigen van een zwangerschap een zware ingreep. In de jaren 60 kwamen er veranderingen. Door maatschappelijke veranderingen werd seksualiteit meer besproken onderwerp. Er kon makkelijker over gepraat worden. Anticonceptiepil werd geïntroduceerd en door steeds meer vrouwen gebruikt. De mogelijkheid ontstond om aan gezinsplanning te doen. Abortus was ook steeds meer bespreekbaar geworden doordat de mensen zich aan de kerkelijke normen en waarden gingen onttrekken. In de 2de helft van de jaren 60 abortusverlening op gang.
In medische kringen was er vooruitgang en er werd een betere techniek voor abortus ontwikkeld. Toen abortus in Engeland legaal werd en veel vrouwen zich daar lieten aborteren werd de problematiek voor de vouwen in Nederland zichtbaar. Er werden feministische groepen opgericht zoals dolle Mina. Deze groepen voerden actie voor het legaliseren van abortus.
In 1970 werd een stichting voor de belangen van abortus opgericht
Er werden 2 doelen nagestreefd
-1) een zo optimaal mogelijke kwaliteit van de hulpverlening
-2) zoveel mogelijke spreiding van de hulpverlening over het land. Aantal abortusklinieken nam toe. Na de legalisatie van abortus was er een flinke stijging van het aantal abortus. Hierdoor werden veel vooroordelen weggenomen. Mede
door de goede hulpverlening werd abortus steeds meer algemeen
geaccepteerd inmiddels vinden de meeste abortussen plaats in gespecialiseerde klinieken. Deze behandelingen hebben veel voordelen. Vrouwen worden goed ontvangen en behandeld door speciaal opgeleid personeel. De artsen en verpleegkundigen respecteren de beslissing van de vrouw en proberen geen invloed uit te oefenen op deze beslissing.
Wat is abortus
Abortus provocatus is het opzettelijk beëindigen van de zwangerschap voordat het kind levensvatbaar is. Er zijn verschillende redenen voor het besluiten van een abortus provocatus:
- een vrouw kan in levensbedreigende toestand terechtkomen als
gevolg van de zwangerschap.
-Ook kan het zo zijn dat de vrouw zelf een medische behandeling nodig heeft waardoor de vrucht zal afsterven.
- Bij deze twee voorbeelden zijn andere mogelijkheden dan het plegen van een abortus.
Bij de volgende redenen gaat het om persoonlijke factoren:
-Afwijkingen van de vrucht, dit leid tot vaak misvormingen en lichamelijke of geestelijke afwijkingen van het kind bij de geboorte. Hierbij bestaat de kans dat het kind niet wordt
geaccepteerd door de ouders.
-Bij een verkrachting of incest gaat het in principe om dezelfde gedachten gang, de moeder accepteert het kind niet. Verder zijn er enkele sociale factoren zoal het verlaten of dood gaan van de man tijdens de zwangerschapsperiode of het zwanger raken op zeer jonge leeftijd. Zodat een verdere goede opvoeding voor het kind niet is weggelegd. Dit is een groot probleem in ontwikkelingslanden
De ingreep:
Hoe pak je het aan?
Wie een abortus overweegt, gaat meestal eerst naar de huisarts. Die verwijst je naar de abortuskliniek. Je kan er echter ook voor kiezen om rechtstreeks naar de kliniek te gaan en contact op te nemen met een van de medewerkers. Voor jongere mensen is het ook mogelijk om contact op te nemen met bijvoorbeeld de rutgers stichting.
Vooronderzoek
Voordat de abortus wordt verricht, is er eerst een gesprek met de medewerkers van de kliniek. Dit gesprek gaat over het besluit van voorbehoedsmiddelen na de ingreep. Ook wordt er een echo onderzoek gedaan waarbij de ligging van de baarmoeder en de duur van de zwangerschap wordt bepaald.
Bedenktijd
Een vrouw die abortus wil laten verrichten, moet vijf dagen bedenktijd in acht nemen. Als de abortus binnen 16 dagen na het uitblijven de menstruatie wordt verricht, dan is de bedenktijd niet nodig. Het gaat dan namelijk niet om een abortus, maar om een overtijdbehandeling.
Leeftijd
Wie jonger is dan 16 jaar moet toestemming van haar ouders hebben om een abortus te laten plegen. Ze kan hierbij hulp krijgen van de rutgers stichting, de FIOM of van één van de abortusklinieken.
Methoden
In Nederland worden voornamelijk 3 methoden gebruikt om een abortus uit te voeren. Welke manier gekozen wordt hangt af van de zwangerschapduur.
1 Zuigcurettage: dit is de meest gebruikte methode. Een andere naam voor zuigcurettage is vacuümaspiratie. De vrouw blijft voor deze behandeling ongeveer 3 uur in de kliniek. Deze techniek wordt gebruikt tot ongeveer 11 weken na de bevruchting. Bij deze behandeling worden eerst de vagina en baarmoedermond ontsmet. Met dilatatoren (staafjes van verschillende dikte) wordt de baarmoeder opgerekt. Als je opening groot genoeg is wordt er een slangetje naar binnen gebracht. De zuigbuis wordt aan een vacuümpomp bevestigd. Eerst wordt het vruchtwater afgezogen (aspireren). Daarna volgen het vruchtzakje, het embryo inclusief de vliezen uit de baarmoeder. Voordat de arts het speculum eruit haalt, moet hij eerst het ‘curettement’ bekijken. Als alles aanwezig is (vruchtzak, embryo, navelblaasje e.d.) dan kan de vrouw naar de rustkamer, waar ze ongeveer geobserveerd wordt.
De nacontrole vindt ongeveer 2 á 3 weken na de behandeling plaats. Er wordt dan gesproken over zowel lichamelijke als psychische aspecten. Om te zorgen dat de vrouw op een later moment eventueel nog wel zwanger kan worden, wordt zij gecontroleerd op infecties. Ook zal men het onderwerp anticonceptie ten sprake komen.
2 Finks: wanneer de foetus ouder is dan 11 weken, wordt hij/zij met een speciale tang in kleine delen naar buiten gebracht. In deze fase is, zoals je hebt kunnen lezen, het kraakbeen van o.a. heet hoofdje gehard tot bot en kan zuigcurettage niet meer worden toegepast. De baarmoeder wordt nagecontroleerd om te zorgen dat er geen deeltjes van de foetus achterblijven. Is dit wel het geval, dan is er een kans op infectie. Ook bij deze werkwijze wordt er gecontroleerd door de arts of het curretement compleet is. Deze ingreep vindt plaats onder narcose en wordt tot de zestiende week gebruikt.
3 Postaglandine: De postaglandinebehandeling wordt tussen de 18 en 22 weken na de bevruchting plaats. Door de toediening van het hormoon prostaglandine komen de weeën opgang en wordt het kind uitgestoten, net als bij een bevalling na negen maanden. Ook deze ingreep vindt in een kliniek plaats. Over het algemeen wordt de vrouw 24 uur opgenomen in de kliniek. Vlak voor de vrucht uitdrijving wordt de vrouw onder narcose gebracht.
In Nederland wordt de zoutpunctie nauwelijks gebruikt. Dit is een injectie met keukenzout. Ook het toepassen van een keizersnee gebeurd hier zelden. Alleen als het kind misvormd of ernstig gehandicapt is gebeurd dit. Nadat het kind levend is geboren laat en het kind sterven of helpt men het sterven. De meeste abortusingrepen in klinieken en ziekenhuizen gebeuren medisch verantwoord, zodat de lichamelijke complicaties minimaal zijn.
Late abortus
Zoals gezegd wordt abortus tot 13 weken gepleegd, maar er zijn enkele klinieken in Nederland die ook abortussen tot 22 weken mogen plegen. Dit wordt ook wel een ‘late abortus’ of ‘ tweede trimesterbehandeling’ genoemd. Bij deze behandeling wordt de zuigcurattage wordt gecombineerd met het gebruik van een tangetje. Vaak wordt de patiënt bij deze behandeling onder narcose gebracht. De echte behandeling wordt vooraf gegaan door een voorbereidende behandeling met tabletten en/of een infuus met een medicijn, zo wordt de baarmoeder soepeler.
De abortuspil
Vanaf februari 2000 is de abortuspil in Nederland verkrijgbaar. De abortuspil is bedoeld om vroege zwangerschappen af te kappen. De abortuspil wordt alleen voorgeschreven door de klinieken en ziekenhuizen voor abortus wordt gedaan.
De abortuspil is bedoeld voor vrouwen die maximaal drie weken, om precies te zijn 49 dagen, over tijd zijn. Voorwaarden waar de vrouwen aan moeten voldoen zijn: 1 de vrouw moet een goede gezondheid hebben, 2 AWBZ-verzekerd zijn en 3 16 jaar of ouder zijn.
Als de vrouw kiest voor de abortuspil moet ze, net als bij een ‘gewone’ abortus een intakegesprek houden en een medisch onderzoek ondergaan. Vervolgens krijgt de vrouw 3 tabletten. 2 dagen later krijgt ze een 2e medicijn (prostalandine) en blijft de vrouw 4 tot 6 uur in de kliniek. In deze tijd moet de abortus plaatsvinden. Na 3 weken volgt de nacontrole.
De abortuspil heeft in 95% van de gevallen succes. Als de behandeling niet is geslaagd wordt de gebruikelijke abortusmethode (zuigcurettage) toegepast. Van deze pil kan je wel buikpijn krijgen, misselijk worden of gaan braken.
Wetgeving omtrent abortus
De praktische opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden