Ernest Hemingway’s
Islands in the stream
Met dit essay zal ik proberen een profielschets te geven van Thomas Hudson, de hoofdpersoon in dit boek. Ik zal proberen deze karakterschets niet al te star rechtstreeks vanuit het boek te vertalen door ruimte te laten voor een eigen interpretatie.
Mogelijk zal mijn beschrijving door mijn subjectieve insteek niet corresponderen met uw eigen bevindingen, maar het is natuurlijk niet primair mijn doel daaraan te voldoen.
Succes met al het leeswerk en ik zal mijn best doen het zo saai mogelijk te houden.
Thomas Hudson, een grote man, gebruind door de vele zon, goed gebouwd en leuk om te zien, wordt geïntroduceerd tegen een exotisch gekleurde achtergrond. Een tropisch eiland waarmee Hudson een intense band heeft.
Hij bewoont een huis dat in perfecte harmonie met dit eiland staat, Gevoelsmatig was het huis vergelijkbaar met een schip. Gebouwd om stormen te trotseren, en zo tegen het eiland opgebouwd alsof het er deel van uitmaakte, en zo zou je dit ook over Thomas kunnen zeggen. Gebouwd op het land maar letterlijk en figuurlijk gericht op de zee. Dit is in die zin op Hudson te betrekken dat hij een ongelooflijke bewondering koestert en als het ware gebiologeerd is door de schijnbaar oneindige oceaan.
Het huis is als de strijdros waarmee Hudson elke oceaan de baas kan.
In de winter was het huis warm aangezien het de enige openhaard op het eiland bezat. Thomas voedde zijn openhaard met aangespoeld hout. Gebleekte stukken hout, gezandstraald door de wind, werden door Hudson verzamelt en geregeld kwam hij stukken tegen die eigenlijk te mooi waren om te verbranden. Maar hij was gerustgesteld, de zee bleef het hout uitspugen en elke keer kwam hij van zijn sprokkeltocht terug met de meest wonderbaarlijk gevormde stukken hout.
Wanneer de koude dagen dan aanbraken kon Hudson er van genieten zijn favoriete stukken hout te verbranden. De voorraad was immers eindeloos.
Af en toe strekte hij zich uit voor het vuur op de grond, om op gelijke hoogte met de knagende vlammen te zitten. Knagend aan zijn geliefde hout, wekte het vuur bij Thomas zowel verdriet als blijdschap op. Hij kon niet verwoorden wat dit met hem deed. Hij dacht dat het waarschijnlijk slecht was om iets te verbranden waar hij eigenlijk zo dol op was, maar hij voelde zich er niet schuldig over. En door het jaar heen verheugde hij zich steeds meer op het moment dat de koude weer van hem zou verlangen de natuurlijke kunststukken te verbranden.
Thomas had dus een bijzondere band met zijn omgeving, hij leefde er niet alleen in hij beleefde deze ook in veel opzichten. Je zou kunnen zeggen dat zijn eenzaamheid op het eiland hem opmerkzaam maakte op deze zaken waar “normale” mensen niet zo snel bij stil zouden staan. Hij had wel familie, en deze was hem ook zeer geliefd. Hij had twee verschillende ex vrouwen, waarbij hij drie kinderen had verwekt. Hij kon zich nog steeds verwijten maken over zijn besluit zijn eerste vrouw te verlaten. Hij opperde zijn twijfel om die vervolgens in de kiem te smoren om niet op een pijnlijk gemis te stuiten. Hij probeerde er niets om te geven, en het enige dat telde waren zijn kinderen en zijn schilderskunst.
Hij had de mogelijkheid gezien om bijna alles behalve zijn kinderen te vervangen met zijn werk en de vaste patronen die hij hier omheen had gevormd. Hij geloofde er heilig in dat hij iets had geschapen dat hem bij zou blijven en hem overeind zou houden.
Wanneer hij zich eenzaam voelde probeerde hij zijn vroegere leven te herinneren in plaats van wanhopig op zoek te gaan naar een herleving van die tijden. Het eiland liet hem sowieso niet meer los, dit was zijn veilige thuis haven van waaruit hij alle inspiratie vond die nodig was voor zijn werk. Deze plek was zijn stok achter de deur die ervoor zorgde dat zijn werk bloeide. Om niet ten prooi te vallen aan de eenzaamheid die er op de loer lag moest hij zich geconcentreerd bezighouden met zijn het schilderen. Hij had besloten tot deze manier van leven na zijn huwelijkse staat verbroken te hebben. Hij had nog veel vrouwen lief gehad tijdens zijn verblijf op het eiland en ze waren welkom bij hem. Hij vond het leuk ze tijdelijk bij zich te hebben, hij had het ook nodig, maar uiteindelijk was hij altijd blij wanneer ze weer vertrokken. Hij was er ondertussen in getraind geraakt om niet te gebonden te raken aan vrouwen zodat zijn werk er niet onder zou leiden. Thomas is dus zeer egoïstisch ingesteld tegenover zijn omgeving, maar alleen omdat hij het zag het als een noodzakelijk kwaad dat hem uiteindelijk het genot zou brengen goed werk te leveren.
Nu klinkt het woord egoïsme op zich niet bijster positief maar ik wil hiermee eigenlijk een soort existentialistisch motie achter zijn handelen aangeven. Hudson vat het namelijk als zijn plicht op om niets ongelegen te laten om zijn leven invulling te geven met zijn schilderen. Er spreekt ook een bepaald vertrouwen uit zijn handelen tegenover het leven, vertrouwen dat hij toont door niet bij de pakken neer te zitten bij een tegenslag. De moeite die hij doet om een tegenslag te overwinnen zal beloond worden, en dit vind ik een enigszins Nietzscheaanse stelling. Het meest sprekende voorbeeld hiervoor is wel het volgende: bij een tragisch auto ongeluk komen twee van zijn zoons om. Het is verwarrend om te zien dat Hudson zich niet laat overmannen door verdriet. Hij laat zich er geenszins door overwinnen en dwingt zichzelf zijn verlies onder ogen te zien om er zo snel mogelijk overheen te komen. Naargeestig gaat hij op zoek naar middelen die hem hierin kunnen helpen. Hij zegt dan dingen als; ‘De dood kan als enige de wonden van het lijden dichten.” En ook tijd en alcohol zijn mogelijkheden om leed te verwerken. Maar als een echte existentialist ziet hij in en weet hij dat alcoholmisbruik zijn levenswerk alleen maar in de weg zit. Dit deel van zijn leven moet dus zo snel mogelijk worden afgerond.
Tenminste dit is wat hij wenselijk acht. Na een aantal borrels doet hij een aantal uitspraken die plotseling toch pijnlijk duidelijk maken dat hij wel degelijk onder zijn verlies lijdt.
Hij zegt dan dat hij op de eerste plaats niet zoveel van zijn kinderen had moeten houden, dan had hij nu ook niet in deze situatie gezeten. Alhoewel hij dit beeld even later nuanceert vind ik dit een zeer bittere uitspraak die alleen door een verbitterde persoon gemaakt kan worden. En hieruit volgt nog een aanmerking die ik op zijn persoonlijkheid heb. In hoeverre je zijn productiviteit en levenslust ook kan bewonderen, zij blijven enkel product van een geest die zijn eigen menselijkheid niet wil onderkennen. Iemand die zijn liefde naast zijn kinderen enkel deelt met zijn werk, en ter zelfbehoud zich onderwerpt aan een strikte discipline. Wanneer zijn levenslust werkelijk bevredigd wordt met zijn schilderen, zoals hij zelf beweert, is mijn kritiek niet van toepassing. Echter komt het mij nogal geforceerd over, alsof hij zichzelf er nog steeds van moet overtuigen.
Ik denk dat hij weet dat zijn leven niet compleet is maar hij wil dat tegenover zichzelf nog niet toegeven.
Al kan de reden achter Hudsons strakke discipline nog zo desillusionerend zijn, de manier waarop hij deze hanteert en in ere houdt is zeer bewonderenswaardig. Zijn wilskracht doet me opnieuw aan Nietzsche denken. Deze heeft ook eens het voorbeeld van de kunstenaar gehanteerd, de kunstenaar die bloed zweet en tranen in zijn kunstwerk steekt om deze boven het gangbare te verheffen. Geen enkel meesterwerk wordt op basis van enkel aanleg gecreëerd. Hier voldoet Onze Thomas helemaal aan. Maar of hij met al zijn wilskracht daarbij ook nog de juiste doelen heeft gesteld blijft de vraag.
De opdracht gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden