Leven we in een simulatie?

Beoordeling 8.8
Foto van Emma
  • Essay door Emma
  • 5e klas vwo | 1089 woorden
  • 2 november 2021
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 8.8
17 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Leven we in een simulatie?

Ik ben al in verschillende situaties terechtgekomen waarbij ik dacht, dit heb ik al een keer meegemaakt. Dit heet een déjà vu. Wetenschappers zeggen dat dit fenomeen een onjuiste herinnering is die in het geheugen verwerkt wordt[1], maar stel nou dat dit alleen wordt gezegd om ons te misleiden van de waarheid. Wat als een déjà vu de simulatie is die het volgende deel van ons bewuste leven uploadt om zo de simulatie voort te zetten? Hebben wij wel kennis, of is al onze kennis via een computer geprogrammeerd? En hoe zeker is onze kennis over de wereld dan eigenlijk?

Plato is een Griekse filosoof, uit het jaar 428 v.Chr., die met een bijzondere kijk op ons leven kwam. Hij stelde dat de wereld die wij aanschouwen slechts een afspiegeling is van de Ideeënwereld, een wereld die bestaat uit perfecte vormen en ideeën. Hij zegt dat ons verstand a priori is uitgerust, dit betekent dat kennis niet gebaseerd is op zintuigelijke waarneming. De grotallegorie van Plato is een voorbeeld dat goed te vergelijken is met het leven in een simulatie. De grotallegorie beschrijft gevangenen die in een grot vastzitten en alleen met hun hoofd naar voren kunnen kijken. Ze zien een muur met schaduwen en denken dat dit de echte wereld is. De gevangen zijn onwetend en weten niet dat ze gevangenen zijn. Ze leven in een illusie.[2] Dat is precies wat het leven in een simulatie ook inhoudt. Al meer dan tweeduizend jaar zijn er dus al sceptische ideeën over wat wij waarnemen wel de werkelijkheid is.

René Descartes was een andere filosoof uit de zeventiende eeuw. Hij stond erom bekend om aan alles te twijfelen waarvan het mogelijk was om aan te twijfelen. Descartes kwam door allerlei gedachte-experimenten tot de conclusie dat hij er niet zeker van kan zijn dat hij een lichaam heeft, maar wel een geest. Doordat men aan alles twijfelt, weet men dat de geest zich ergens bevindt en dus bestaat. Volgens Descartes bestaat er geen filosofisch bewijs dat je droomt of niet, daarom kunnen de zintuigen niet als bron van kennis dienen. Ook stelt hij de theorie van een kwade geest, die zelfs wiskundige verklaringen onzeker maken, want misschien bestuurt een kwade geest ons verstand wel.

De theorie van Descartes is een voorbeeld van een oude hypothese die gaat over het leven in een simulatie. Met de theorie van Descartes is vast te stellen dat we niet zeker zijn van onze kennis over de wereld, en dat we misschien in een simulatie leven. Descartes kwam uiteindelijk tot de conclusie dat God moest bestaan, omdat hij bestond en dus ook geschapen moest zijn. Door het bestaan van God te bewijzen, is hij tot de conclusie gekomen dat de kwade geest niet kan bestaan. God is namelijk een perfect wezen en een perfect wezen kan, volgens Descartes, niet bedriegen.

Ik vind het gedachte-experiment van Descartes het meest overtuigend, ook omdat deze het beste past bij de simulatiehypothese. Ik ben wel van mening dat de conclusie van Descartes een beetje zwak is, omdat hij zijn theorie oplost door het bestaan van God te ‘bewijzen’. Ik vind zelf dat je een beter argument voor de theorie van een kwade geest moet bedenken, in plaats van God aan te wijzen. Dit ligt natuurlijk wel aan mij, omdat ik niet christelijk ben, iemand die wel christelijk is, zal deze verklaring van Descartes waarschijnlijk sneller aannemen.

Je kan deze vraag, ‘leven we in een simulatie’, ook vergelijken met het gedachte-experiment ‘ben ik een brein in een vat?’. Dit brein-in-een-vat experiment gaat als volgt: stel dat een kwade wetenschapper ons brein uit ons hoofd heeft gehaald, in een vat heeft geplaatst met stoffen om je in leven te houden en alle zenuwen heeft aangesloten aan een computer. Het lijkt dan net of je nog steeds doorleeft, alleen kan je dan niet realiseren dat je alles eigenlijk niet echt meemaakt. ‘Ben ik een brein in een vat?’ en ‘Leven we in een simulatie?’ stellen beide dat alles om ons heen een illusie is.                                                                                                                                             Deze theorie is eigenlijk een hedendaagse versie van het gedachte-experiment dat gegeven is door Descartes, hij zegt namelijk dat hij zijn eigen waarnemingen niet kan vertrouwen omdat een kwade geest misschien wel al zijn waarnemingen manipuleert.[3] Het brein-in-een-vat gedachte-experiment is een soortgelijke hypothese.

Zelf vind ik het behoorlijk moeilijk om te geloven dat alles om ons heen misschien niet echt is, oftewel een simulatie is. Ik heb voordat ik dit essay ging schrijven hier nog nooit over nagedacht, dat mijn leven misschien wel nep is, dat mijn bewustzijn is gemanipuleerd of dat ik een brein in een vat ben. Met de komst van computertechnologie is de vraag of we in een simulatie leven denk ik nog moeilijker te weerleggen. De technologie van tegenwoordig is zo ontwikkeld, dat het best zou kunnen dat ons brein aangesloten is aan een computer en dat onze zenuwen worden bestuurd. Je zou dat zelf dan nooit kunnen weten. Met de verklaring van Descartes was het veel makkelijker om te zeggen dat je niet in een simulatie leeft, omdat je bijvoorbeeld simpelweg niet in God gelooft. Ook Plato’s Ideeënleer was makkelijk te weerleggen, omdat het zo lastig is om te bewijzen dat er een ‘perfecte’ wereld boven ons is.
Ik denk dat we het antwoord op deze vraag nooit te weten komen, omdat het gewoonweg eigenlijk niet te bewijzen of te ontkrachten is. Dat maakt deze simulatiehypothese juist zo interessant, want hoe zou jij reageren als je erachter kwam dat je hele leven één grote opgezette leugen is geweest?

935 woorden

Bronnen:

[1] Via: ‘https://www.newscientist.nl/nieuws/deja-vu-eindelijk-wetenschappelijk-verklaard/

[2] Via: ‘https://www.bedrock.nl/plato-allegorie-grot/

[3] Via: ‘https://nl.wikipedia.org/wiki/Hersenen_in_een_vat

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.