Algemene gegevens
Uitgever :Querido
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgegeven in: 1995 (19e druk) Aantal bladzijdes: 155
Eerste druk: 1913
Genre: Roman Keuze: Voor Nederlands was ik op een dag aan het rondneuzen in de bibliotheek naar een boek dat ik kon gebruiken voor mijn literatuurlijst, na een tijdje kwam ik de naam Willem Elsschot tegen. Het was mij al vaak opgevallen dat als mensen het over een goede, Nederlandstalige klassieker hebben, de naam “willem Elsschot” vaak viel als een echte aanrader, ik baseerde mijn keuze zodoende op hun kennis en nam het boek mee naar huis. Inhoud: Ik vond het een leuk boek, dat me van het begin tot het eind amuseerde en boeide, vooraf vreesde ik een beetje dat het een saai oubollig boek zou zijn, het omgekeerde was echter waar, het boek heeft passages die zo in deze tijd zouden kunnen passen, de haatliefdesrelaties tussen de hoofdpersonages en de kunnen soms erg grappig overkomen.
Samenvatting:
In het verhaal draait het allemaal om een pension in Parijs.
Allereerst wordt er een omschrijving van het pension “villa des roses” en de personages die het pension uitbaten of er te gast zijn gegeven. Zo heb je:
Madame en Meneer brulot die het pension uitbaten, op zich zijn het wel goede mensen die hun uiterste best doen om hun gasten het zo goed mogelijk te maken, het zijn echter wel het soort mensen dat als er ergens geld te rapen valt zij er als eersten bij zullen zijn.
Dan heb je madame Gendron de oudste klant van het pension, zij is al tweeëntwintig jaar te gast in het pension en is eigenlijk ook al tweeëntwintig jaar de financiële steunpilaar die het pension nodig heeft, daar zij zo oud is, heeft zij speciale behandeling nodig en moet hiervoor ook extra (te veel) betalen. Madame gendron is een echte feeks hierdoor is zij ook vaak het slachtoffer der pesterijen van de andere gasten.
De na madame gendrone oudste en ook meest betalende gast was madame dumoulin, doordat zij meer betaalde had zij echter ook de grootste kamer en bepaalde privileges.
Er was verder nog een persoon die boven het minimum betaalde dat was meneer Asgaard, een altijd vriendelijke blonde man, waar de mensen nooit problemen mee hadden, hij liet echter wel een beetje met zich sollen.
Verder had je de minimumbetalers: Martin met zijn Poolse minares en toekomstige schoonmoeder, Martin betaalde echter al enkele maanden niet meer; De drie dochters uit Budapest, waar niet veel over te zeggen valt behalve dat ze knap zijn; Meneer Knidelius die oorspronkelijk uit Nederland kwam maar een groot deel van zijn leven op Java had doorgebracht en dan had je mevrouw jeanne de Kerros, muzieklerares van beroep maar zo lelijk was dat niemand naast haar wilde zitten, behalve asgaard die niet durfde te weigeren de laatste minimumbetaler is meneer grunewald en knappe jonge Duitser die door ieder gewaardeerd werd in de villa
Er waren ook nog meneer colbert (de grappenmaker) en brizard die alleen voor het eten naar de villa kwam. De dienstmeisjes “Aline en louise”die werkten op de villa moesten hard werken maar werden hier ook niet slecht voor betaald. Wanneer het eigenlijke verhaal begint komt louise net aan op de villa, dit is voor de heren uit de villa een goede reden om een klopjacht te organiseren op haar, want zij is een knap meisje, de jonge Duitser Grunewald wint. Even later pleegt de heer brizard zelfmoord in de achtertuin van het pension door een pistoolschot in zijn mond te lossen, paniek in de villa, natuurlijk want wat moeten ze nou met een lijk, het ligt alleen maar in de weg en het kost een boel papierwerk, uiteindelijk besluit men de heer Brizard in de kamer van mevrouw Gendrone te leggen, die niet eens door heeft dat hij dood is. De volgende hoofdstukken draaien allemaal om de liefde tussen Grunewald en Louise, hoe zij elkaar proberen te verleiden en hoe Louise van haar “getrouwde” verleden probeert af te komen. Grunewald heeft dan weer het probleem zich te schamen voor het feit dat zijn minnares een dienstmeid is. Kort daarop komt de viering van de naamdag van mevr Dumoulin, mevrouw Gendron haalt op deze dag een streek uit die haar later zal berouwen. Ze steelt stiekem 4 sinaasappelen, de rest heeft dit echter in de gaten. Als ze naderhand haar gaan fouilleren en de sinaasappelen vinden zeggen ze om haar nog meer in de maling te nemen, dat ze haar fortuin onder alle kostgangers gaan verdelen. Mevr Gendron gaat kwaad weg en zint op wraak terwijl de rest vrolijk verder feest. Even later komt er een brief aan waarin staat dat Martin naar Amerika is vertrokken om geld te verdienen en zijn schuld af te betalen. Het echtpaar Brulot is door het dolle heen, vooral meneer Brulot en deze gooit de twee Poolse vrouwen uit het pension. Ondertussen zit mevrouw Gendron nog steeds met wraakplannen. Als ze ziet hoe mevrouw Brulot haar aapje Chico liefkoost met allerlei koosnaampjes weet ze wat ze gaat doen: Chico vermoorden. wanneer ze Chico alleen aantreft op de sofa vastgeklonken aan een ketting, besluipt mevr. Gendron het beestje, maakt hem los en gooit hem in het vuur, waarna ze in stilte naar haar kamer terugkeert. Thuisgekomen ziet mevrouw Brulot de ketting in het vuur naast een hoopje as. Niemand komt ooit te weten van deze wraakactie van mevrouw gendron. Ondertussen komt er een nieuwe engelse gast naar het pension, mevrouw Wimhurst. Aangezien Grunewald de enige is die engels kan begeleid hij haar, maar al snel krijgt hij door dat het pension beneden haar stand is en biedt haar aan om een nieuw onderkomen te vinden. Hij vindt de vrouw, die met haar baby en meid was gekomen, wel knap. Langzamerhand begint hij haar leuker te vinden en als zij hem uitnodigt op bezoek te komen is hij door het dolle heen. Niet veel later kondigt Grunewald aan dat hij terug gaat naar Breslau, z'n vaderland en naar z'n familie, maar eigenlijk zit hij een kwartier af van de Villa en verblijft in een ander pension, omdat hij een relatie heeft opgebouwd met Wimhurst. Louise probeert hem wanhopig te contacteren, het leidt echter tot niks. Het boek eindigt met het sluiten van het pension naar aanleiding van het overlijden van de eigenaar zijn erfgenamen hebben namelijk andere plannen met de grond hebben. Schrijfstijl Gebruik makend van een alwetende verteller is het boek vlot en helder geschreven. Het feit dat het een boek uit het begin van de twintigste eeuw is zorgt wel voor een ouderwets taalgebruik dit doet echter niet af aan de duidelijkheid van het verhaal, het boek is ook erg humoristisch geschreven, wat het boek ook erg leuk maakt is het feit dat de humor die de schrijver gebruikt eigenlijk tijdloos is, je zou denken dat het doordat het een oud boek is de humor ook niet meer gepast zou zijn in deze tijd maar het tegendeel is waar. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in e villa des roses een goedkoop pension gelegen in een armere wijk van Parijs. Het verhaal speelt zich af rond het begin van deze eeuw dit kan je afleiden uit allerlei kleine insinuaties van de schrijver. Het verhaal neemt in totaal twee jaar in beslag en het boek is geschreven in de verleden tijd gebruik makend van een alwetende verteller. Verhaalfiguren: Ik denk dat ik de personages al duidelijk omschreven heb in de samenvatting, wel kan ik nog vertellen dat richard grunewald en louise de eigenlijke hoofdrpersonages zijn de andere personages zijn wat men flat characters noemt Vertelwijze: In het verhaal geeft de alwetende verteller soms commentaar op de personages. Bijvoorbeeld het verontschuldigende commentaar bij de geschreven laatste brief van Grunewald aan Louise op een zwak moment: "Hij was ook nog zo jong" Ook geeft de alwetende verteller soms voorspellingen. Bijvoorbeeld de voorspelling dat de verhouding van Louise met Grunewald slecht zou aflopen: "En wie hen samen lopen zag, op stap als twee soldaten, begreep dat die twee voorbestemd waren om elkander de vreselijkste dingen op de hals te halen." Op zoek naar de themathiek: Eigenlijk draait alles in het boek om bedrog, elk personage is alleen maar uit op eigen belang, dit eigen belang kan naar voren komen in de vorm van geld of liefde. Kijk maar naar mevrouw brulot die mevrouw Gendron uitbuit. Of Richard die louise toch wel heel snel laat vallen als hij merkt dat hij bij een waardig iemand ook in de smaak valt. De titel van het pension alleen al is eigenlijk bedrog want, waar je een weelderige rozentuin verwacht, krijg je alleen maar een stukje gras om een villa die zijn beste tijd wel gekend heeft.
Plaats in de literatuurgeschiedenis:
Van dit romandebuut van willem elsschot dateert de eerste druk uit 1913, aanvankelijk was er niet echt een publiek voor de boeken van Elsschot, tot enkele van zijn werken gepubliceerd werden in het tijdschrift Forum in de jaren dertig.
De schrijver:
Willem Elsschot (pseudoniem van Alfons Jozef de Ridder) werd op 7 mei 1882 in Antwerpen geboren en hij stierf op 31 mei 1960 in Antwerpen. Hij woonde in Parijs, Rotterdam, Brussel en Antwerpen. In Antwerpen stichtte hij in 1920 een reclamebureau. Na zijn debuutroman Villa des Roses, schreef hij de novelle Een ontgoocheling (1914) en de roman De verlossing (1916). De roman Lijmen verscheen in boekvorm in 1924. In 1932 kwam ELsschot in contact met de mannen van het tijdschrift Forum. Menno ter Braak en vooral Jan Greshoff spoorden Elsschot aan om, na een periode van zeven jaar literair niks gemaakt te hebben, weer aan de slag te gaan. Nu volgden Kaas (1933), Verzen van vroeger (1934), Tsjip (1934), Pensioen (1937), Het been (1938), De Leeuwentemmer (1940), Het tankschip (1942) en tot slot Het dwaallicht (1946), Elsschots laatste publikatie in boekvorm.
Beoordeling.
De verhalen over mevrouw Gerdone vond ik erg humoristisch en die passages bevielen me daarom zeer. Het stukje waarin meneer brizard vond ik wel erg aangrijpend, omdat hij zo duidelijk weergeeft, wat voor een zielig persoon deze eigenlijk wel niet is. Deze passage zorgde er mede voor, dat het boek toch een goed evenwicht vond tussen humor en aangrijpende stukken wat me erg beviel.
De situatie die in het boek weergegeven is natuurlijk niet echt geloofwaardig door de humor die gebruikt wordt in het verhaal maar als je, door deze humor kijkt, kan je wel enige aspecten van waarheid ontdekken kijk maar naar de eenzaamheid van meneer brizard die eigenlijk een echte depressie bij hem opwekt, welke uiteindelijk leidt tot de zelfmoord, wat hier gebeurd lijkt mij erg geloofwaardig en iets wat zelfs nog in deze tijd kan voorkomen. Ook het bedrog van richard bevat iets van waarheid want welke persoon koos in die tijd, niet voor iemand die je echt waardig is boven iemand die eigenlijk benden je waarde is. Het taalgebruik hoort echt bij de tijd waarin het boek zich afspeelt en is volgens mij daarom zeker niet storend, het voegt eerder iets toe aan het boek, ook het gebruik van de voorspellende alwetende verteller, werkt heel erg aangenaam naar mijn gevoel.
Ik kan dus eigenlijk alleen maar positief zijn over dit boek en het iedereen aanraden, niet alleen is het boek niet al te dik, ook leest het vlot en boeit het je zodat je er wel in moet blijven lezen. Het boek is ook erg humoristisch en dus voor wie van humoristische boeken houdt echt een aanrader. Je moet wel net zoals mij van de cynische humor die in het boek gebruikt wordt houden.
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgegeven in: 1995 (19e druk) Aantal bladzijdes: 155
Eerste druk: 1913
Genre: Roman Keuze: Voor Nederlands was ik op een dag aan het rondneuzen in de bibliotheek naar een boek dat ik kon gebruiken voor mijn literatuurlijst, na een tijdje kwam ik de naam Willem Elsschot tegen. Het was mij al vaak opgevallen dat als mensen het over een goede, Nederlandstalige klassieker hebben, de naam “willem Elsschot” vaak viel als een echte aanrader, ik baseerde mijn keuze zodoende op hun kennis en nam het boek mee naar huis. Inhoud: Ik vond het een leuk boek, dat me van het begin tot het eind amuseerde en boeide, vooraf vreesde ik een beetje dat het een saai oubollig boek zou zijn, het omgekeerde was echter waar, het boek heeft passages die zo in deze tijd zouden kunnen passen, de haatliefdesrelaties tussen de hoofdpersonages en de kunnen soms erg grappig overkomen.
Er waren ook nog meneer colbert (de grappenmaker) en brizard die alleen voor het eten naar de villa kwam. De dienstmeisjes “Aline en louise”die werkten op de villa moesten hard werken maar werden hier ook niet slecht voor betaald. Wanneer het eigenlijke verhaal begint komt louise net aan op de villa, dit is voor de heren uit de villa een goede reden om een klopjacht te organiseren op haar, want zij is een knap meisje, de jonge Duitser Grunewald wint. Even later pleegt de heer brizard zelfmoord in de achtertuin van het pension door een pistoolschot in zijn mond te lossen, paniek in de villa, natuurlijk want wat moeten ze nou met een lijk, het ligt alleen maar in de weg en het kost een boel papierwerk, uiteindelijk besluit men de heer Brizard in de kamer van mevrouw Gendrone te leggen, die niet eens door heeft dat hij dood is. De volgende hoofdstukken draaien allemaal om de liefde tussen Grunewald en Louise, hoe zij elkaar proberen te verleiden en hoe Louise van haar “getrouwde” verleden probeert af te komen. Grunewald heeft dan weer het probleem zich te schamen voor het feit dat zijn minnares een dienstmeid is. Kort daarop komt de viering van de naamdag van mevr Dumoulin, mevrouw Gendron haalt op deze dag een streek uit die haar later zal berouwen. Ze steelt stiekem 4 sinaasappelen, de rest heeft dit echter in de gaten. Als ze naderhand haar gaan fouilleren en de sinaasappelen vinden zeggen ze om haar nog meer in de maling te nemen, dat ze haar fortuin onder alle kostgangers gaan verdelen. Mevr Gendron gaat kwaad weg en zint op wraak terwijl de rest vrolijk verder feest. Even later komt er een brief aan waarin staat dat Martin naar Amerika is vertrokken om geld te verdienen en zijn schuld af te betalen. Het echtpaar Brulot is door het dolle heen, vooral meneer Brulot en deze gooit de twee Poolse vrouwen uit het pension. Ondertussen zit mevrouw Gendron nog steeds met wraakplannen. Als ze ziet hoe mevrouw Brulot haar aapje Chico liefkoost met allerlei koosnaampjes weet ze wat ze gaat doen: Chico vermoorden. wanneer ze Chico alleen aantreft op de sofa vastgeklonken aan een ketting, besluipt mevr. Gendron het beestje, maakt hem los en gooit hem in het vuur, waarna ze in stilte naar haar kamer terugkeert. Thuisgekomen ziet mevrouw Brulot de ketting in het vuur naast een hoopje as. Niemand komt ooit te weten van deze wraakactie van mevrouw gendron. Ondertussen komt er een nieuwe engelse gast naar het pension, mevrouw Wimhurst. Aangezien Grunewald de enige is die engels kan begeleid hij haar, maar al snel krijgt hij door dat het pension beneden haar stand is en biedt haar aan om een nieuw onderkomen te vinden. Hij vindt de vrouw, die met haar baby en meid was gekomen, wel knap. Langzamerhand begint hij haar leuker te vinden en als zij hem uitnodigt op bezoek te komen is hij door het dolle heen. Niet veel later kondigt Grunewald aan dat hij terug gaat naar Breslau, z'n vaderland en naar z'n familie, maar eigenlijk zit hij een kwartier af van de Villa en verblijft in een ander pension, omdat hij een relatie heeft opgebouwd met Wimhurst. Louise probeert hem wanhopig te contacteren, het leidt echter tot niks. Het boek eindigt met het sluiten van het pension naar aanleiding van het overlijden van de eigenaar zijn erfgenamen hebben namelijk andere plannen met de grond hebben. Schrijfstijl Gebruik makend van een alwetende verteller is het boek vlot en helder geschreven. Het feit dat het een boek uit het begin van de twintigste eeuw is zorgt wel voor een ouderwets taalgebruik dit doet echter niet af aan de duidelijkheid van het verhaal, het boek is ook erg humoristisch geschreven, wat het boek ook erg leuk maakt is het feit dat de humor die de schrijver gebruikt eigenlijk tijdloos is, je zou denken dat het doordat het een oud boek is de humor ook niet meer gepast zou zijn in deze tijd maar het tegendeel is waar. Ruimte: Het verhaal speelt zich af in e villa des roses een goedkoop pension gelegen in een armere wijk van Parijs. Het verhaal speelt zich af rond het begin van deze eeuw dit kan je afleiden uit allerlei kleine insinuaties van de schrijver. Het verhaal neemt in totaal twee jaar in beslag en het boek is geschreven in de verleden tijd gebruik makend van een alwetende verteller. Verhaalfiguren: Ik denk dat ik de personages al duidelijk omschreven heb in de samenvatting, wel kan ik nog vertellen dat richard grunewald en louise de eigenlijke hoofdrpersonages zijn de andere personages zijn wat men flat characters noemt Vertelwijze: In het verhaal geeft de alwetende verteller soms commentaar op de personages. Bijvoorbeeld het verontschuldigende commentaar bij de geschreven laatste brief van Grunewald aan Louise op een zwak moment: "Hij was ook nog zo jong" Ook geeft de alwetende verteller soms voorspellingen. Bijvoorbeeld de voorspelling dat de verhouding van Louise met Grunewald slecht zou aflopen: "En wie hen samen lopen zag, op stap als twee soldaten, begreep dat die twee voorbestemd waren om elkander de vreselijkste dingen op de hals te halen." Op zoek naar de themathiek: Eigenlijk draait alles in het boek om bedrog, elk personage is alleen maar uit op eigen belang, dit eigen belang kan naar voren komen in de vorm van geld of liefde. Kijk maar naar mevrouw brulot die mevrouw Gendron uitbuit. Of Richard die louise toch wel heel snel laat vallen als hij merkt dat hij bij een waardig iemand ook in de smaak valt. De titel van het pension alleen al is eigenlijk bedrog want, waar je een weelderige rozentuin verwacht, krijg je alleen maar een stukje gras om een villa die zijn beste tijd wel gekend heeft.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden