Titelbeschrijving
Auteur:Hella S. Haasse
Titel: Oeroeg
Plaats van uitgave: Amsterdam
Eerste uitgave: 1948
Druk: 46ste
Jaar van uitgave: 2006
Uitgeverij: Querido
Motivatie boekkeuze
Ik heb dit boek gelezen omdat mijn broer dit boek al eerder had gelezen voor zijn lijst en het een leuk boek vond. Ook mijn moeder heeft dit boek eerder gelezen en raadde het mij zeer aan.
Samenvatting
Het verhaal wordt vertelt door de ik-persoon. Hij is een Nederlandse jongen maar geboren in Indiё. Zijn vader is administrateur van de onderneming Kebon Djati. Zijn moeder en Sidris, Oeroegs moeder, zijn tegelijk zwanger en trekken veel met elkaar op. Oeroegs vader, Deppoh is een mandroe, hij werkt op de theeplantage.
De ik-persoon en Oeroeg groeien samen op en onlangs de verschillen tussen de Oosterling en de Westerling zijn ze elkaars beste vriend. Ze doen alles samen en zijn onafscheidelijk. De ik-persoon krijgt thuis niet veel liefde. Zijn vader is vaak weg en zijn moeder bemoeid zich niet veel met hem. Zijn vader wil liever niet dat hij met Oeroeg omgaat. Hij vindt dat de ik-persoon er te veel Indisch van wordt en de Nederlandse taal verleerd. Vanaf nu krijgt de ik-persoon thuis les van mijnheer Bollinger in Nederlands en wordt hij klaargemaakt om naar de lagere school te gaan.
Oeroeg kijkt altijd zwijgend toe naar deze lessen.
Op een avond gaat de ik-persoon samen met zijn ouders, mijnheer Bollinger, Deppoh en een aantal vrienden naar Telaga Hideung, het zwarte meer. Ze varen op een vlot en plotseling breekt het vlot in tweeën. De ik-persoon valt in het water.
Als hij wakker wordt hoort hij dat Deppoh hem heeft proberen te redden maar daarbij zelf verdronken is. De ik-persoon heeft een schuldgevoel. Oeroeg heeft nu geen vader meer en zijn familie gaat verhuizen, daarom komt hij als huisjongen bij de ik-persoon inwonen. Oeroeg gaat nu samen met de ik-persoon naar school in Soekaboemi. De vader van de ik-persoon betaalt Oeroegs school. Na een tijdje gaan de ouders van de ik-persoon scheiden. Moeder gaat op reis, met mijnheer Bollinger, en hij blijft alleen achter met zijn vader. Gerard wordt de nieuwe employé. Oeroeg en de ik-persoon vinden Gerard een interessante jongen en gaan soms ook met hem mee op tochten het oerwoud in. Als de ik-persoon bijna 11 is krijgt zijn vader verlof en gaat reizen. Hij vindt dat de ik-persoon naar Holland moet maar dat wil hij niet. Voor zijn verjaardag nodigt hij op verzoek van zijn vader 2 Hollandse jongens van school uit. Aan de manier waarop zij met Oeroeg omgaan, ziet hij voor het eerst hoe anderen tegen een desajongen aankijken, als een ondergeschikte. Hij vindt het maar raar en vraagt zich af waarom. De vader van de ik-persoon besluit dat hij in Indiё blijft en bij Lida gaat wonen. Lida komt uit Holland en heeft een klein pensionnetje. Oeroeg blijft op de onderneming. De ik-persoon en Oeroeg spijbelen vaak om bij elkaar te kunnen zijn. Nu maken zijn kennis met andere jongens en het leven op straat. Omdat Lida altijd al erg op Oeroeg gesteld was en hij op de onderneming niet goed wordt verzorgd komt ook Oeroeg bij Lida wonen.
Lida hoort dat het goed gaat met Oeroeg op school en stelt voor om hem naar de MULO te doen, zodat hij later arts kan worden. De vader van de ik-persoon ziet hier niets in en Lida besluit het dan maar zelf te vergoeden.
Na een jaar komt vader weer terug. Hij heeft een nieuwe vrouw meegenomen, Eugenie. De zomervakantie brengt de ik-persoon op de onderneming door. In september verhuizen Lida en Oeroeg naar Batavia, waar Lida een pension heeft overgenomen. Oeroeg gaat naar de MULO en de ik-persoon naar het HBS en gaat wonen in een internaat.
De jongens komen in de puberteit. Oeroeg verandert en zet zich ertegen af dat hij een desajongen is, hij doet zich voor als halfbloed. Hij krijgt nieuwe vrienden en betrekt de ik-persoon daarbij. Oeroeg lijkt in die tijd volwassener terwijl de ik persoon nog puberteitsproblemen heeft. Ze ontmoeten meisjes en bij een van hen, Poppie, leren zij dansen. Zondags zijn ze vaak met zijn tweeën en maken ze lange wandelingen. Dan praten ze over school, sport, meisjes en heel soms over hun toekomst. De ik-persoon wil ingenieur worden en Oeroeg arts.
Na een voorval met een paar meisjes van het pension besluit Lida dat Oeroeg naar hetzelfde internaat als de ik-persoon gaat. Hier voelt Oeroeg zich niet thuis. Hij is de enige inlander hier en dat wil hij juist niet zijn. Vanaf nu groeien de ik-persoon en Oeroeg langzaam uit elkaar. Oeroeg ziet de ik-persoon als ‘een van de Europeanen’ en krijgt een nieuwe vriend, Abdullah. Oeroeg trekt steeds meer naar Abdullah toe en gaat minder met de ik-persoon om.
In de vakanties gaat de ik-persoon naar Kebon Djati en naar Telaga Hideung, maar daar voelt hij zich niet meer thuis, het is erg verandert en zonder Oeroeg is het niet compleet.
Na de MULO gaat Oeroeg naar de artsenschool in Soerabaja en de ik-persoon hoort alleen nog iets over hem via Lida. Lida is nog steeds heel betrokken bij Oeroegs vorderingen. Oeroeg is heel betrokken geworden bij de inlanders en heeft veel kritiek op hoe er met hen omgegaan wordt, vooral op medisch gebied, dit blijkt uit brieven die Lida de ik persoon laat lezen. Lida vertrekt ook naar Soerabaja.
De ik-figuur slaagt op zeventienjarige leeftijd voor zijn eindexamen en bespreekt de toekomst met zijn vader. Hij wil graag ingenieur worden en gaat nog datzelfde jaar naar Delft om te studeren. Voor zijn vertrek gaat hij naar Soerabaja om afscheid te nemen van Oeroeg en Lida. De ik-figuur merkt dat nu alles anders is. De vertrouwelijkheid is er niet meer en het bezoek eindigt met een felle discussie over de Nederlandse onderdrukking.
De volgende dag vertrekt hij naar Europa en gaat studeren in Delft. Maar er komt oorlog(tweede wereld oorlog) en hij stopt met zijn studie. Na de oorlog maakt hij zijn studie af en solliciteert in Indiё. Onlangs de oorlog en de politionele actie verlangt hij terug naar zijn geboorteland en hij is benieuwd naar Oeroeg. Daar heeft hij niks meer van gehoord. Wel hoort hij dat zijn vader dood is.
Hij gaat naar Indiё en zoekt naar Oeroeg maar kan hem niet vinden. Hij komt vlak bij zijn oude woonplaats en gaat mee met een patrouille naar Kebon Djati. Hij gaat naar het meer en ineens staat er een inlander achter hem. Hij herkent Oeroeg hierin maar er is niets van de oude Oeroeg over. De inlander staat voor hem met een getrokken revolver: 'Ga weg,' zei hij in het Soedanees, 'ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken.' Is het werkelijk Oeroeg? De ik-persoon weet het niet, hij is zelfs het vermogen verloren om hem te herkennen. ‘Ik kende hem, zoals ik Telaga Hideung kende - een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.' Is het te laat? De tijd zal het leren.
Eerste persoonlijke reactie
Ik vond de tekst ontroerend, omdat de relatie tussen Oeroeg en de Ik-persoon op het laatst verbroken is. Ik vond het ook schrijnend, omdat tijdens hun groei naar volwassenheid hun relatie van vriendschap naar vijandschap gaat. Het was zeer aangrijpend omdat je ziet dat door cultuurverschil ze uit elkaar worden gedreven. Ik vond het aangrijpend omdat Deppoh, die het meer(Telaga Hideung) zo goed kende, verdronk omdat hij de ik-persoon wilde redden. Daardoor voelt de ik-persoon zich ook schuldig tegenover Oeroeg. In het begin toen de Ik-persoon bijles kreeg, kwam Oeroeg er ook bij zitten, hierdoor zie je het verschil in gelijkheid. De Nederlandse jongen krijgt wel les en de inlandse jongen niet. Het is ook droevig dat aan het einde de ik-persoon Oeroeg weer tegenkomt maar Oeroeg zegt ‘ga weg’ in het Soedanees. Later weet hij niet meer zeker of het wel Oeroeg was “was dit werkelijk Oeroeg? Ik weet het niet en zal het ook nooit weten. Ik heb zelfs het vermogen verloren om hem te herkennen’. Uiteindelijk zit de Ik-persoon in dat hij Oeroeg maar oppervlakkig kende ’ik kende hem, zoals ik Telaga Hideung kende- een spiegelende oppervlakte”
Verdiepingsopdrachten
Typering belangrijkste persoon/ bijpersoon
In dit boek zijn er eigenlijk 2 hoofdpersonen namelijk: De ik-persoon, het verhaal wordt gezien door zijn ogen. Oeroeg, het boek draait om wat de ik-persoon over hem verteld
Ik-persoon: Er zijn maar weinig kenmerken van hem bekend. De ik-persoon is een Hollandse jongen die opgroeit in Nederlands-Indië. Hij is de zoon van een administrateur op de onderneming Kebon Djati. Hij vertelt over zijn jeugd in Indië en zijn speciale band met zijn vriend Oeroeg die hij koestert. Oeroeg staat in zijn leven gebrand, zonder uitzondering verschijnt het beeld van Oeroeg in hem, wanneer hij denkt aan zijn kindertijd.
Oeroeg: Oeroeg is de oudste zoon van de mandoer van de vader van de ik-persoon en is net als de ik-persoon geboren op de onderneming.
Van Oeroeg zijn meer karaktereigenschappen bekend, omdat de ik-persoon hem continu beschrijft.
Hij is erg gesloten, dit blijkt uit de manier waarop de ik-persoon hem herinnert, namelijk als ‘een spiegelende oppervlakte waarvan hij de diepte nooit peilde’.
Ook is hij een passieve jongen, want hij aanvaarde de loop van zijn leven en zijn achtergestelde positie scheen hem in eerste instantie nauwelijks te raken.
Verder is hij een rustige en verlegen jongen, maar hij kon ook heel wild spelen. Dit rustige gedrag maakte Oeroeg meer volwassen dan de ik-persoon.
Later, als hij naar school gaat, blijkt dat hij erg slim is, want hij had weinig met de stof.
Wanneer Oeroeg zich bewust wordt van zijn achtergestelde positie veranderd dit gedrag en wordt hij brutaal en zelfs asociaal. Dit gedrag vertoont hij omdat hij kwaad was om het feit dat hij niet gelijkwaardig behandeld werd. Hij wilde zich bewijzen en doet zijn best om voor een halfbloed door te gaan.
Vader en moeder van de ik-persoon: De vader van de ik persoon is een harde werker. Hij heeft weinig tijd voor de Ik-persoon. Bovendien is hij helemaal niet blij met de vriendschap tussen de ik-persoon en Oeroeg. De moeder van de ik-persoon is een rustige vrouw. Nadat de ik-persoon geboren was, is ze onvruchtbaar geworden. Ze is vaak ziek. Later gaat ze ervandoor met dhr. Bollinger, scheidt van haar man en gaat wonen in Nice.
Deppoh en Sidris: Zij zijn de ouders van Oeroeg. Deppoh was een slimme man. Deze man verdronken, doordat hij de ik-persoon wilde redden uit het water.
Sidris een vrouw die zeer gastvrij is en lekker kan koken. Doordat haar man is overleden moet ze verhuizen naar een oud vies huisje in de bergen.
Lida: Lida is een Hollandse vrouw die naar Indië is gekomen om van haar droom werkelijkheid te maken, namelijk een pensioen opstarten. Helaas gaat dit niet zo goed en iedereen, waaronder ook personeel, besteelt en bedriegt haar, terwijl zij zelf niks door heeft.
Gerard: Gerard is de nieuwe employé, de vervanger van dhr. Bollinger. De Ik-persoon en Oeroeg zijn erg op hem gesteld. Hij jaagt veel neemt Oeroeg en Ik-persoon ook mee op expedities
Perspectief
Het perspectief is vanuit een ik-vertelsituatie. Je kruipt als het ware in de huid van de Ik-persoon, daardoor krijg je de gevoelens van de andere personages niet te weten. Het is dus een subjectief verhaal.
Verder wordt de naam van de Ik-persoon nergens genoemd wat bijzonder is.
Thematiek
Het thema van het boek is vriendschap tussen twee jongens uit verschillende culturen.
Vroeger waren de twee jongens onafscheidelijk, ze deden alles samen. Maar naarmate Oeroeg ouder werd, nam zijn zelfbewustzijn toe en werd hij zich bewust van zijn achtergestelde positie ten opzichte van de Nederlanders. Sinds hij dit door kreeg is zijn houding tegenover de ik-persoon erg veranderd. Oeroeg zag de ik-persoon niet meer als een goede vriend maar als een vijand.
Thematische laag:
De diepere betekenis is het conflict tussen 2 culturen. De verwijdering die ontstaat tussen de 2 jongens door hun cultuurverschil.
Titelverklaring:
Het verhaal draait om Oeroeg. Ik denk dat de schrijver daarom het boek Oeroeg heeft genoemd.
Motto:
Het gaat over jeugdvriendschap tussen 2 jongens die verbroken wordt door hun cultuurverschil
Motieven
Het eerste motief dat heel duidelijk is, is natuurlijk vriendschap, omdat Oeroeg en de ik-persoon boezemvrienden zijn in hun kindertijd. Het motief komt later in het boek weer terug, namelijk wanneer de vriendschap verbroken wordt, door het besef van Oeroeg dat hij ongelijk behandeld wordt.
Een tweede belangrijk motief is volwassen worden, omdat het boek gaat over het opgroeien van een Hollandse en een inlandse jongen van kind tot aan volwassen mannen. Daarnaast is heel duidelijk te zien hoe de relatie tussen de twee jongens verandert naarmate zij ouder worden.
Nog een ander belangrijk motief is bewustwording, want er is heel duidelijk te zien hoe de houding van Oeroeg ten opzichte van de ik-persoon verandert naarmate Oeroeg zich bewust wordt van zijn achtergestelde positie.
Verder is liefde een belangrijk motief. De ik-persoon kreeg totaal geen liefde van zijn ouders, want die hadden alleen maar tijd voor zich zelf. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat de ik-persoon zo gehecht is geraakt aan Oeroeg. Oeroeg was namelijk de enige persoon met wie hij veel is omgegaan.
Dood en schuldgevoel zijn twee motieven die samenhangen. De vader van Oeroeg is verdronken toen hij de ik-persoon uit het Zwarte Meer wilde redden. De ikpersoon blijft na deze dood met een schuldgevoel zitten, omdat Deppoh hem probeerde te redden en de vader van de ik-persoon bleef ook met een schuldgevoel zitten, omdat hij Deppoh mee had gevraagd.
Eenzaamheid is een motief dat vooral in het proloog en het epiloog duidelijk naar voren komt. Uit deze proloog en epiloog blijkt namelijk hoeveel zijn vriend Oeroeg voor hem betekende en hoe eenzaam het nu is zonder hem.
Ten slotte is er nog het motief ongelijkheid. In de kinderjaren lijkt Oeroeg zich niets aan te trekken van zijn achtergestelde positie, maar later beseft hij dit wel en wordt hij woedend.
Het is algemeen bekend dat ongelijkheid een kenmerk is van de periode waarin het verhaal zich afspeelt.
Eindoordeel:
Ik vind Oeroeg een interessant en mooi boek.
Het geeft een goed beeld van hoe het was in die tijd in Indië.
Ik vind dat het op een goede en duidelijke manier geschreven is. Ik kon het makkelijk volgen en me goed inleven in de ik-persoon en de sfeer.
Het onderwerp vind ik interessant en het is op een goede manier uitgewerkt. De schrijfster geeft met Oeroeg een duidelijk beeld van de vriendschap tussen twee jongens uit verschillende culturen dat in dit geval stukloopt.
Het verschil tussen culturen en de problemen die dat met zich meebrengt spelen nog steeds een rol in onze samenleving. Vooral in landen als Nederland, waar veel verschillende culturen dicht op elkaar leven. Daarom blijft het boek interessant om te lezen.
Moeilijk was dat in het boek een aantal Indische termen stonden zoals mandoer en koelie meestal kon ik wel uit de zin afleiden wat het betekende. Ik vind het zeker een aanrader voor andere leerlingen.
REACTIES
1 seconde geleden