Titelverklaring: Oeroeg de naam is van de vroegere boezemvriend van de ik-persoon. Het hele boek draait om de herinneringen van de ik-persoon aan deze Indische vriend genaamd Oeroeg. Ik vind dat de titel bij het boek past.
Uitleg/toelichting motto: Het gaat over jeugdvriendschap tussen 2 jongens die verbroken wordt door hun cultuurverschil.
Tijd in geschiedenis + bewijzen: Tijd is een belangrijk aspect in het verhaal. Het verhaal speelt gedeeltelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als dit niet het geval was geweest, was het verhaal heel anders gelopen; de relatie tussen Oeroeg en de ik-persoon was dan waarschijnlijk niet zo verslechterd, doordat ze elkaar zouden blijven zien. De tijd waarin Oeroeg en de ik-persoon elkaar niet zien (door de tweede wereldoorlog) is bepalend voor het einde van het verhaal. Ook de sfeer tussen de originele bewoners en de Nederlanders zou heel anders zijn geweest. Vertelde tijd
Tijdsduur + bewijzen: Vanaf het zesde levensjaar van de ikpersoon wordt er verteld en eindigt na de achttiende verjaardag van de ikpersoon. Dat betekend dus een kleine 12 jaar.
In het verhaal wordt vaak langere tijd overgeslagen en vervolgens weer gedetailleerd over een korte tijd verteld.
Ruimte beschrijving: Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte af in het voormalige Nederlands Indië. Alleen aan het einde wordt er even naar Nederland uitgeweken.
Bespreking van speel- of belangenruimte: Het boek gaat over de relatie tussen een Nederlandse jongen en Oeroeg, een inlandse jongen. Over het begrip en onbegrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Alleen al omdat het boek over de cultuurverschillen tussen twee landen gaat en over de rol van de Nederlanders in Nederlands Indië is de ruimte belangrijk. Dit had zich nergens anders af kunnen spelen dan hier.
Belangrijkste personages karakteriseren (als round of flat character of type):
Round character:
‘Ik’: Hij is in het begin van het boek ongeveer 5 jaar, en aan het eind ongeveer 25 jaar. Hij is de zoon van een Hollandse administrateur in Indië. Hij is op het begin totaal afhankelijk van Oeroeg, totdat ze uit elkaar groeien. Hij heeft sproeten en blond haar, en hij is nogal lang. Hij is altijd heel open en vrij zeker van zichzelf. Eerst ziet hij geen problemen in de verhouding tussen hem en Oeroeg, maar als hij ouder wordt begint hij te snappen dat het zo eigenlijk niet meer gaat. Zijn vader en moeder zijn Hollands, maar hij groeit op in Indië, waar hij goed mee omgaat, maar zijn ouders vinden van niet, dus dat maakt het lastiger. Hij vindt dat iedereen gelijk is, ook als je als Indiër voor een Hollander werkt, dat die dezelfde rechten heeft.
Oeroeg: Hij is net als ‘ik’ eerst jong en later ongeveer 25 jaar. Hij is iemand die niet gauw zegt wat hij vindt maar het op een andere manier laat blijken. Vooral als hij het ergens niet mee eens is. ‘Ik’ is zeker op het begin totaal afhankelijk van hem, maar absoluut niet andersom. Totdat hij gaat studeren is er niks aan de hand maar later kruipt er een ongelofelijke haat tegen Holanders in hem, die zijn vriendschap met ‘ik’ verbreekt. Hij groeit grotendeels op zonder vader maar met veel broertjes en zusjes.
Flat character:
De vader van ‘ik’: Een strenge man die zijn leven niet kan ordenen, veel gezag heeft hij niet, maar als zijn tweede vrouw dat wel heeft, vindt hij het allang best. Hij beslist over ‘ik’ als een dictator. En hij vindt het het best als ‘ik’ ver van hem uit de buurt is, zolang het hem maar geen geld kost.
Lida: Dit is de vrouw die ‘ik’ en Oeroeg opvangt en hen verzorgt, zij krijgt een liefde voor Oeroeg die haar eerst blind maakt, en later haar vasthoudt en bij hen wil blijven voor altijd, wat er ook gebeurt.
Perspectief: personaal perspectief, Het verhaal wordt in de ‘ik’ vorm verteld. Het is altijd “ Oeroeg en ik gingen..”. De ik persoon in het boek verteld over zijn leven met Oeroeg. Het wordt vanuit zijn ogen bekeken.
Citaat of kopie boekpagina ter ondersteuning van besproken perspectief:
'Je komt veel te kort, op deze manier.' Ik zette me schrap bij de wastafel. 'Ik wil niet naar Holland,' stootte ik uit. De verhalen van Gerard flitsten mij door het hoofd: regen en kou, bedompte kamers, saaie stadsstraten. 'Ik wil hier blijven,' herhaalde ik, 'en Oeroeg...' Mijn vader onderbrak me met een ongeduldige beweging. 'Oeroeg, Oeroeg,' zei hij, 'altijd Oeroeg. Je zult ééns zonder Oeroeg moeten. Die vriendschap duurt me al lang genoeg. Ga je nooit om met jongens uit je klas?'
Bespreking van de reden van het gekozen perspectief: ik denk dat de schrijfster dit perspectief heeft gekozen om je zo veel mogelijk mee te laten leven in het verhaal. Doordat je alles vanuit 1 blik ziet begin je iemand pas echt goed te begrijpen.
Mening over het gekozen perspectief: het gekozen perspectief begrijp ik, hierdoor verhoogd het medeleven en dus de spanning. Wel word het af en toen wat eentonig en langrdradig.
Beschrijving van de stijl/het taalgebruik: Ik vind het taalgebruik in het boek best moeilijk, dit komt misschien omdat het verhaal zich in Indië afspeelt. Er komen vaak Indische termen in voor, maar die worden soms door het zinsverband duidelijk gemaakt. Gelukkig maakte het taalgebruik het verhaal niet ingewikkeld.
Bespreking van de aandacht voor details bij personen, ruimte en sfeer e.d.: Dit meer beeld in het begin de fantasiewereld van een klein jongetje uit. Een wereld met geesten en sprookjes waar de verteller op avontuur uit kan gaan. Dan wordt deze plek een wat lugubere plaats, door de dood van Oeroegs vader. Vanaf dit moment wordt het meer ook de plek die de onzekerheid van de verteller symboliseert, de angstdroom van de verteller. Aan het einde van het boek beseft de verteller eindelijk dat hij nooit echt thuis heeft gehoord in zijn eigen land en het meer blijkt voor de totale afwijzing te zorgen. Het is nu een symbool geworden voor de ondoorgrondelijkheid van Oeroeg en het Indonesische Nationalisme.
Vijf verhaalmotieven plus uitleg/toelichting:
1: Vriendschap: Oeroeg en de ik-persoon zijn zeer goed bevriend met elkaar “Oeroeg was mijn vriend. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd en mijn jongensjaren, verschijnt zonder uitzondering het beeld van Oeroeg in mij...”. In de loop van het verhaal wordt hun vriendschap steeds minder sterk, Oeroeg en de ik-persoon leven steeds verder van elkaar vandaan.
2: Cultuur: De twee vrienden groeien uit elkaar door het verschil in cultuur. Toen ze klein waren accepteerden zij dit allebei, en schaamden zich ook niet een ‘ander’ vriendje te hebben, ook al was bijvoorbeeld de vader van de ik-persoon het er niet echt mee eens dat zijn zoon zoveel speelde met een ‘inlander’.
3: Het verschil van belangen: Inlanders boeit het niet wat voor kleren ze dragen. Inlanders kennen geen jaloezie en zijn blij met alles wat ze krijgen.
4: Racisme en discriminatie: Alle Javanen worden hier als minder beschouwd, de ik- persoon mag in het begin wel naar school, Oeroeg nog niet. De ik-persoon zijn vader heeft liever ook niet dat de ik-persoon met Oeroeg omgaat, omdat hij vindt dat Oeroeg niet genoeg zijn zoon is.
5: Dood en schuldgevoel: De vader van Oeroeg is verdronken toen hij de ik-persoon uit het Zwarte Meer wilde redden. De ik-persoon blijft na deze dood met een schuldgevoel zitten, omdat Deppoh hem probeerde te redden en de vader van de ik-persoon bleef ook met een schuldgevoel zitten, omdat hij Deppoh mee had gevraagd.
Vijf abstracte motieven plus uitleg/toelichting
1: Het verlies van de kijk op de echte wereld: Iets kan tegen vallen als je, je er wat anders van voorgesteld hebt. De een kan iets zien als iets wat is in een fantasie wereld. De ander denkt dan dat het echt is.
De strijd tussen de Westerse mensen en de inlanders:
Westerse mensen pesten inlanders, omdat ze “minder zijn”.
Inlanders pesten elkaar, omdat er een geaccepteerd wordt of bevooroordeeld door westerse mensen.
2: Identiteitscrisis: Dit motief heeft ook wel te maken met het racisme en de discriminatie. De ik-persoon voelt zich een Indiër maar daar wordt hij later gezien als een buitenstaander, een vijand.
3: Relatie en communicatieproblemen: in dit boek worden relaties tussen mensen beschreven, die niet goed standhouden omdat ze elkaar nooit echt goed begrijpen.
4: Bewustwording: het verhaal word verteld over een lang tijdsbestek. Naarmate de ik-persoon en Oeroeg ouder worden, vallen de verschillen zich langzamerhand wel op.
5: Liefde: De ik-persoon kreeg totaal geen liefde van zijn ouders, want die hadden alleen maar tijd voor zichzelf. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat de ik-persoon zo gehecht is geraakt aan Oeroeg. Oeroeg was namelijk de enige persoon met wie hij veel is omgegaan.
Leidmotief: Het motief “Telaga Hideung” (het Zwarte Meer) speelt een belangrijke rol in het verhaal, het komt bij drie belangrijke gebeurtenissen steeds terug.
1: Oeroeg en de ikpersoon in hun jeugd altijd fantaseerden over Telaga Hideung, ze dachten dat het daar gevaarlijk was, dat je daar als je niet oppaste zo opgegeten zou worden door alle vreemde dieren die daar zouden rondlopen.
“Na de rijsttafel, toen allen bijeen waren in de binnegallerij – ik zat onopgemerkt op de grond naast de grammofoonkast – stelde een van de gasten voor een rit te maken naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, dat hogerop in de bergen lag. Bij het horen van die naam begon mijn hart te kloppen. In de fantasieen van Oeroeg en mij speelde bergmeer een grote rol.”
2: De vader van Oeroeg probeert de ik-persoon te redden, als de boot waar hij en nog een paar anderen op zitten, doormidden breekt. De ik-persoon wordt gered, maar de vader van Oeroeg overleeft het niet.
“Het meest drukte mij het besef dat Deppohwas omgekomen, terwijl hij naar mij zocht.”
3: De ik-persoon op het einde van het verhaal op zoek gaat naar Oeroeg, en hem vindt bij Telaga Hideung. Oeroeg gebied hem om te verdwijnen.
“'Ga weg,' herhaalde hij, ten overvloede. Ik draaide mij half om en keek naar Telaga Hideung, oeroude kraterput, door regenval tot meer gemaakt.”
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden