Magnus door Arjen Lubach

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Magnus
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 5307 woorden
  • 10 februari 2015
  • 146 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
146 keer beoordeeld

Boekcover Magnus
Shadow

Een indrukwekkende vertelling over liefde, verlies en creditcardfraude

Merlijn Kaiser verliest in een lente zowel zijn vriendin (aan een populaire singer-songwriter), zijn vrienden (die zijn egoïsme zat zijn) en de controle over zijn creditcard. Opeens worden er in zijn naam in een Zweeds pretpark allerlei vreemde uitgaven gedaan.

Om in elk geval nog &eacut…

Een indrukwekkende vertelling over liefde, verlies en creditcardfraude

Merlijn Kaiser verliest in een lente zowel zijn vriendin (aan een populaire singer-songwriter), zijn vrien…

Een indrukwekkende vertelling over liefde, verlies en creditcardfraude

Merlijn Kaiser verliest in een lente zowel zijn vriendin (aan een populaire singer-songwriter), zijn vrienden (die zijn egoïsme zat zijn) en de controle over zijn creditcard. Opeens worden er in zijn naam in een Zweeds pretpark allerlei vreemde uitgaven gedaan.

Om in elk geval nog één ding te redden, besluit de held van deze tragikomische 'road novel' af te reizen naar Stockholm en de geheimzinnige dief te ontmaskeren. Een serieus probleem daarbij vormen Merlijns epileptische aanvallen, waardoor hij af en toe stukken tijd kwijtraakt en zijn geheugen niet geheel betrouwbaar is.

Ingehouden en haarscherp beschrijft Arjen Lubach in Magnus de zoektocht van een ontheemde twintiger die uiteindelijk alle herinneringen aan zijn oude bestaan in Nederland - en zijn verwachtingen van de liefde - grondig zal moeten bijstellen.

Magnus door Arjen Lubach
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Arjen Lubach: Arjen Lubach (Groningen, 1979) schrijft en speelt. Na een afgebroken studie Spaans, Zweeds en Wijsbegeerte aan de universiteit van Groningen varieerden de resultaten van zijn schrijven en spelen de afgelopen jaren o.a. in een toevallige nr. 2 in de top 40, twee literaire romans, theatervoorstellingen in Nederland en België, filmscripts, Burorenkema.nl, televisiepresentatie, voordrachten en toneelstukken. Arjen is een creatieve duizendpoot. Behalve schrijver is hij toneelspeler, cabaretier en radiomaker. Al deze activiteiten hebben van hem een redelijk bekende Nederlander gemaakt, en hij verscheen daarom ook in televisieprogramma's als De wereld draait door, De slimste mens(een quiz die hij won) en Wie is de Mol? Uiteraard wordt hem wel eens gevraagd welk beroep hij zou hebben als hij moest kiezen. 'Schrijver,' is dan zijn antwoord. Magnus is zijn derde boek, en het eerste waarmee hij een echt groot publiek bereikte: het won de publiekprijs van de Dioraphte en de Jongerenliteratuurprijs 2012. In 2013 verscheen Lubachs volgende boek, IV, een echte thriller die in weinig meer doet denken aan Magnus

 

Inhoud

 

Samenvatting: Akte I

Merlijn Kaiser (ongeveer 27 jaar) is nogal van streek, omdat zijn vriendin Caro hem in de steek gelaten heeft. Hij vertelt daarna in een flashback vrijwel meteen hoe hij haar in 1997 heeft leren kennen tijdens een schoolreis in vwo-5 naar Florence. Zijn verliefdheid werd opgewekt tijdens de treinreis naar de Italiaanse kunststad. Ze waren veel in elkaars nabijheid, maar van een zoen of zelfs meer was nog geen sprake.

Voor zijn gevoel is ze nu een maand weg. Hij gaat een popconcert van zijn vriend Walter bezoeken en raakt dronken. Uit een bioscoop komt Caro later met haar nieuwe vriend, de singer-songwriter Ted Robin. De dronken Merlijn slaat Ted op zijn bek, maar hij komt er zelf ook slecht af. De dag erna wordt Merlijn gebeld door iemand van Mastercard, die hem meldt dat er vreemde betalingen in Stockholm van zijn creditcard worden gedaan (o.a. 1500 euro in een pretpark). Uit achteloosheid zegt hij maar dat hij er geweest is.

 

In een andere flashback vertelt Merlijn dat hij sinds zijn jeugd geplaagd wordt door epileptische aanvallen, waardoor hij soms een tijdje niet weet waar hij is geweest. Die aanvallen lijken er dan ook de oorzaak van dat Merlijn een bijrol in zijn eigen leven vervult. Hij speelt de rol van een toneelschrijver die wel de stukken schrijft, maar niet de erkenning krijgt; van iemand zonder rijbewijs.

Daarna vertelt hij verder over zijn volgende avond uit met Caro. Hij was naar het huis van haar rijke ouders geweest en ze had hem terug naar de bushalte gebracht met de auto. Onderweg had ze een haas aangereden.

In het heden keert hij weer terug naar zijn vriend Walter die het hem kwalijk neemt dat hij sinds het vertrek van Caro zo slecht de onderlinge contacten onderhoudt. Hij verwaarloost zijn vrienden. Merlijn spuugt naar Walter. Wanneer hij thuis is, wordt hij weer gebeld door iemand van Mastercard: er blijven nog steeds betalingen van zijn card gedaan te worden. Hij is het zat en hij boekt meteen een retourtje Stockholm om op goed geluk op zoek te gaan naar de man die hem dit flikt.

 

 Akte II

 Het is juni. In Stockholm is het natuurlijk zoeken naar een speld in een hooiberg. Hij weet niet waar hij moet beginnen. Hij legt zijn verhaal voor aan een Vlaams meisje (Krista) dat in een hotel werkt. Ze zal opletten of ze informatie voor hem kan verzamelen voor zijn probleem.

 

In een flashback vertelt Merlijn over een Grote actie op zijn school voor een goed doel. Hij had zich heel wat in zijn hoofd gehaald om op die avond met Caro wat te ondernemen, maar als het puntje bij het paaltje moet komen, gaat ze weg van het feest met een andere knul. Voor de tweede keer laat ze hem zitten. Na het eindexamen vwo verdwijnt ze zelfs een tijdje uit zijn leven: ze wordt au pair in Zwitserland, terwijl Merlijn een studie aanpakt in Amsterdam.

 

Krista belt hem op met de mededeling dat een vriendin van haar meer informatie over een soort zwerver heeft, maar als hij in het hotel komt, blijkt de vriendin gewoon Merlijn zelf te bedoelen. Hij heeft intussen op diverse plekken foto’s gemaakt en hij hoopt dat er op een bepaald moment geld van zijn creditcard wordt afgeschreven, wanneer hij in de buurt van een geldautomaat was. Hoewel het onlogisch klinkt, blijkt later de man die zijn card misbruikt wel op een foto te staan. Later in die week ontmoet hij de man die Magnus blijkt te heten en inderdaad gebruikt maakt van zijn creditcard. Hij spreekt met hem, maar durft het probleem van de diefstal nog niet aan te kaarten. Later ontmoet hij de man voor de tweede keer en dan vraagt die hem mee naar zijn huis te gaan. Zijn dochter die in Uppsala studeert, is namelijk bij hem thuis. Merlijn gaat mee naar huis en ziet een heel leuk meisje van ongeveer 18 jaar. Ze heet Cecilia. Merlijn vertelt niet zijn eigen naam i.v.m. de creditcard en hij stelt zich voor met de naam Walter, die een reisjournalist is en in België woont. Ze is toevallig op dezelfde dag jarig als hij (16 februari). Hij vindt haar erg leuk.

 

Merlijn vertelt dan weer in een flashback dat Caro na korte tijd terug was gekomen uit Zwitserland. Ze kon het niet meer vinden met de werkgever. Intussen had hij genoeg contacten met een stel meisjes en hij was zelfs al ontmaagd door een meisje dat Spaans studeerde. Omdat Caro nog geen onderdak heeft, slaapt ze een nachtje bij hem, maar er gebeurt op seksgebied niets.

 

Seks heeft hij wel met Krista. Het is één van zijn laatste nachten in Stockholm. Maar dan neemt hij in een impuls de trein naar Uppsala en hij zoekt contact met Cecilia. Ze ontmoeten elkaar: ze studeert medicijnen en ze laat hem de bezienswaardigheden van Uppsala zien. Hoewel hij een stuk ouder is dan zij, wordt hij verliefd op haar en ze gaan met elkaar naar bed. Ze wordt de volgende dag wakker met de oneliner ”het was een goede dag voor een orgasme” en dat vindt Merlijn zo’n goede zin dat hij een toneelstuk zal gaan schrijven met die titel. Ze regelt een kamer voor hem die hij krijgt van een student die een tijdje afwezig is. Hij gaat een cursus Zweeds volgen en ziet een heleboel Zweedse films. Ze hebben regelmatig seks met elkaar. Ze krijgen een soort verkering.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Merlijn is verliefd en wil in Uppsala blijven. Op een zeker moment gaan ze na de zomer weer een keer op bezoek bij Magnus in Stockholm. Wanneer hij in een onbewaakt ogenblik even alleen op de kamer van Magnus is, ziet hij een doos met foto’s (ook naaktfoto’s) van iemand die hij heel goed kent. Het zijn foto’s van zijn geliefde Caro. Hoe kan dat nou?

 

 Akte III

Hij is verschrikkelijk verbaasd en boos en wil meteen weg bij Magnus. Maar hij kan zijn mond niet houden en wil Cecilia onderweg naar Uppsala vertellen wat er aan de hand is. Die pikt het niet en loopt boos van hem weg. In het hotel van Krista belt hij naar Caro en hij vraagt haar wat ze van Magnus afweet. Hoe komt hij aan haar foto’s? Caro wil het niet over de telefoon vertellen en ze spreken af in Kopenhagen. Daar vertelt ze dat ze tijdens haar au pair-schap een relatie met de veel oudere Magnus was aangegaan. Zij was 18 en hij minstens 37 jaar. Ze had als kindermeisje ook voor Cecilia gezorgd. Maar hij was vervelend en jaloers geworden en Caro had de relatie beëindigd. Dat pikte Magnus niet en hij had haar eerst weggestuurd en later wilde hij haar chanteren. Hij wilde geld zien: eerst had Caro cash geld gestuurd vanuit Amsterdam, later had ze haar creditcard gestuurd en toen die ook niet meer voldoende saldo had, had ze de gezamenlijke creditcard van Merlijn en haar opgestuurd. Dat raadsel is dus opgelost. Caro schaamt zich inmiddels dood. Ze blijven nog een nacht samen in een hotelkamer en dan vliegt ze terug naar Amsterdam. Ze vraagt of ze zijn huis in geval van nood mag gebruiken. Hij staat het gebruik ervan toe.

 

 Merlijn gaat zelf terug naar Uppsala: hij schrijft een brief aan Cecilia met excuses en hij vertelt de ware gang van zaken. Hij heet geen Walter maar Merlijn en haar vader heeft het laatste jaar misbruik gemaakt van zijn creditcard. Ze reageert helemaal niet. Intussen doet hij wel inspiratie op voor een toneelstuk dat gaat heten: “Het was een goede dag voor een orgasme.” De artistiek leider van het toneelgezelschap vindt het een meesterwerk.

Op de avond voor zijn vertrek stuurt hij nog een laatste mail naar haar. Op de ochtend van zijn vertrek staat Cecilia ineens voor de deur van zijn appartement. Ze was bang dat hij al naar Nederland vertrokken was. Ze heeft de auto van haar vader gestolen en wil naar Geneve, omdat ze het verleden nog een keer wil doen herleven. Ze heeft geen rijbewijs, evenals Merlijn (die immers epilepsie heeft). Maar ze rijdt er een stevig stukje op los. Ook Merlijn rijdt in Duitsland een groot gedeelte en hij veroorzaakt door een kleine periode van afwezigheid (epilepsie) een ongeluk. Gelukkig niet al te ernstig, maar hij kan nu meteen opbiechten dat hij epilepsie heeft. Ze rijden door naar Zwitserland en ze bezoeken het huis waar Caro als au pair heeft gediend bij Magnus. Cecilia was toen nog maar negen jaar oud: ze laat zien hoe lang ze toen was door de potloodstreepje sop het behang aan te wijzen (oktober 1998) Daarna was het misgegaan door de relatie die Magnus had aangeknoopt met Caro. Cecilia’s moeder was in een kliniek beland door de handelwijze van haar man. In het chalet overnachten Cecilia en Merlijn en ze gaan met elkaar naar bad en bed.

 Ineens staat Magnus in Zwitserland voor het appartement. Alleen Cecilia kan hem tot bedaren brengen. Ze belooft dat ze zal terugkeren naar Zweden en dan vertrekt hij weer.

 

 Merlijn en Cecilia gaan terug naar Amsterdam. Ze komen net op tijd om de première van “Een goede dag” mee te maken. (de laatste drie woorden zijn niet op de posters terecht gekomen) en de artistiek leider eigent zich alle eer toe, terwijl Merlijn in de zaal zit. Na afloop gaan ze naar huis en daar zit Caro. De hernieuwde kennismaking tussen Caro en Cecilia is hartelijk: ze hebben elkaar een tijdlang niet gezien. Voor Merlijn is het een bizarre situatie.

Hierna weet hij niet meer goed met wie en hoe hij nu verder moet en rent bij zijn huis, waarna hij struikelt of een epileptische aanval heeft. Hier eindigt het boek en het was waarschijnlijk ook zijn dood. Na de zin: het bloed druipt naast hem neer

 

Thema: Zin van het leven

De zin van het leven heeft bij Merlijn een hele duidelijke rol. Zijn epileptische aanvallen spelen hierbij een rol, waarin hij voor even alles kwijt en vergeten is. Na het eind van zijn relatie ziet hij de zin van het leven ook niet meer. Waarna hij deze op zijn eigen rare wijze ‘vult’. Hij weet zelf ook niet of dit nou is wat het moet worden.

 

Motieven:

 

- Onmacht: Hij denkt zijn leven op de rails te hebben, maar wanneer dit alles verdwijnt, ziet hij pas hoe weinig macht hij heeft. De titels van zijn toneelstukken mag hij niet eens zelf benoemen. De epileptische aanvallen zijn een voorbeeld. Hij probeert dit op te lossen door de gebruiker van zijn Mastercard te achterhalen.

 

- Identiteit: Merlijn struikelt ook veel met zijn eigen identiteit. Zijn vrienden confronteren hem hiermee en hij weet nu van zichzelf ook niet meer wie of wat hij nu is. Als hij naar Stockholm gaat neemt hij ook een andere naam. De nieuwe vrienden die die dan maakt liegt hij allemaal voor en hij staat er zelf vaak versteld van wat hij allemaal 'over zichzelf’ vertelt.

 

- Eenzaamheid: Na het verlaten van Caro leeft Merlijn nog in zijn eentje. Aan het eind van het boek blijkt dit zo heftig te zijn geweest dat hij totaal geen benut van tijd meer heeft. Ook tijdens zijn reis in Zweden kan je je afvragen of en hoe eenzaam hij geweest is, omdat hij zich als een ander voordeed.

 

De Idee: Je leven dien je zelf in te delen.

Uiteindelijk is het probleem bij Merlijn vooral dat hij weinig macht in zijn leven heeft. En het niet maakt wat je ervan maakt, maar dat je het in ieder geval zelf stuurt en leeft.

 

Verteltechniek

 

Historische tijd: De eerste gebeurtenis is de ontmoeting met Caro tijdens de schoolreis in de vijfde klas van het vwo van het voortgezet onderwijs. Er wordt later duidelijk vermeld dat dit in 1997 het geval is geweest.

Daarvoor wordt nog verteld dat Merlijn in zijn jeugd te maken heeft gekregen met de verschijnselen van epilepsie.

Wanneer Merlijn aan zijn avontuur in Zweden begint is dit ongeveer 10 jaar later, omdat Cecilia, die Caro in 1998 ontmoet heeft op dat moment ongeveer 8-10 jaar oud was. En wanneer Merlijn haar in Zweden ontmoet ze 18 jaar is.

Het eindigt met de première van Merlijns toneelstuk vlak voor kerst in datzelfde jaar

Vlak voor kerst is de première van het stuk “Een goede dag voor een orgasme” dat Merlijn geschreven heeft.

 

Tijdsduur: Het verhaal dat voor de ik-persoon het nu is, is in Stockholm. Er wordt vermeld dat dit zes maanden duurt. Het verhaal dat hij vertelt bestrijkt nog wat langer. Vanaf dat het uit was met Caro heeft hij, zo blijkt achteraf, drie maanden lang thuis gezeten.

Samen met de flashbacks heeft het verhaal een tijdsduur van ongeveer 10 jaar.

 

Tijdsvolgorde: Vooral in deel I en II is er sprake van een niet-chronologische vertelwijze. De hoofdpersoon Merlijn Kaiser is verlaten door zijn vriendin Caro. Door middel van flashbacks vertelt hij over de eerste ontmoeting en de andere gebeurtenissen, waardoor zij uiteindelijk gingen samenwonen.

 

Perspectief: Er is sprake van een achteraf vertellende ik-figuur, de hoofdpersoon, Merlijn Kaiser zelf

Hij blikt terug op de dingen die hij heeft meegemaakt met Caro en tijdens zijn reis in Rome vertelt hij over zijn observaties en gedachtes.


Personages:

 

- Merlijn Kaiser: De hoofdpersoon in het verhaal. Hij is ongeveer 27 jaar en is toneelschrijver. Sinds zijn jeugd lijdt hij aan epileptische aanvallen, waardoor hij zich vroeger een buitenbeentje voelde. Desondanks heeft hij toen wel een relatie opgebouwd met Caro met wie hij na zijn studietijd zou samenwonen.

Hij is een erg simpele jongen die zijn leven graag zo normaal mogelijk heeft. Toch zoekt hij uiteindelijk het avontuur op en gaat achter zijn creditcard dief aan. Wat staat dat hij de macht over zijn leven weer terug wilt, omdat die deze kwijt was.

 

-  Caro: Zij is de vriendin van Merlijn. Ze heeft na haar middelbare school gewerkt als au pair in Zwitserland. Ze is trouw aan Merlijn, maar besluit toch om deze saaie jongen te verlaten. Haar gedachtes worden niet ver uitgediept.

 

- Cecicilia: Is de dochter van Magnus en in Zweden. Ze heeft heel haar leven al mee moeten reizen met haar ouders, wat haar jeugd een beetje verpest heeft. Ze is verder wel slim en erg zelfstandig.

 

 

Structuur: Het verhaal bestaat uit drie delen, Akten genoemd. Deze titels komen uit het toneelschrijven, waarin je de delen van je stuk aktes noemt. Merlijn Kaiser maakt dan ook van zijn verhaal uiteindelijk een toneelstuk.

De Akten I, II en III zijn onderverdeeld in getitelde hoofdstukken.

Deel I is onderverdeeld in 2 hoofdstukken en deel II en III in 4 hoofdstukken.

Deze hoofdstukken zijn vooral in de eerste twee delen weer onderverdeeld in delen, die met een sterretje worden aangegeven.

 

 

 

Literaire Achtergronden

 

Invloed biografie auteur: Het verhaal over Merlijn is niet iets wat uit Arjen Lubachs leven is afgeleid. Na zijn twee vorige boeken is dit verhaal qua personages wel beter uitgediept en is de schrijver hierin ontwikkeld.

 

Relatie tussen inhoud en tijd van ontstaan: Ik denk niet dat de tijd van ontstaan iets met de inhoud te maken heeft. Het is wel aannemelijk dat het in de 20e eeuw is geschreven, omdat mensen steeds meer onder druk komen te staan door de maatschappij, waardoor zij een normaal leven zoals Merlijn.

De gebeurtenissen verder zijn dan ook goed in te passen in deze tijd.

 

 

Waardering:

 

The Post Online

“De nieuwe roman Magnus van Arjen Lubach is opgebouwd rond een enkele vraag. Die wordt nergens gesteld, maar wel beantwoord: is een actief leven te verkiezen boven een passief bestaan waarin alles ‘steeds zo fucking hetzelfde is’? Merlijn Kaiser ontdekt het in Magnus: een breed uitwaaierende roman die minstens honderd pagina’s ingekort had kunnen worden. Ondanks de wijdlopigheid van het verhaal weet Lubach met Magnus wel te raken.

 

Merlijn Kaiser rommelt maar wat aan. Zijn leven in Amsterdam is niet meer wat het ooit was. Zijn vriendin Caro heeft hem ingeruild voor een ander en van zijn vrienden is hij vervreemd geraakt. Hij schrijft wat aan een toneelstuk, maar ook dat wil maar niet vlotten. Als hij op een dag wordt gebeld door Mastercard om hem te attenderen op verdachte uitgaven met zijn creditcard in Zweden, ziet hij daarin een uitgelezen kans. Kaiser besluit zelf uit te zoeken wie zijn geld uitgeeft, en reist af naar Stockholm.

 

‘Falende grijze massa’

Het bestaan van Kaiser is ontspoord. Het enige wat hij zeker weet, is dat hij allang niet meer in de nachttrein naar Florence zit. Die periode in zijn leven – hij ontmoette Caro in die trein – is voorgoed voorbij. In Zweden concludeert Kaiser dat zijn leven wel moest ontsporen. Hij lijdt namelijk aan epilepsie en functioneert alleen nog dankzij medicijnen die al te zware aanvallen voorkomen. Maar al die tijd beseft hij dat zijn hersenen zonder dat hulpmiddel allang zouden zijn doorgedraaid. De absences mogen hem dan wel niet meer zo vaak overvallen, zijn bestaan blijft even stuurloos als wanneer hij ‘er even niet meer is.’ Het zijn zulke overpeinzingen die zijn bestaan verzwaren als hij, als bezigheidstherapie, op zoek gaat naar degene die zijn bankrekening plundert. Kaiser vindt de dader: het blijkt de ex-fotograaf Magnus, die zijn leven evenmin op de rit heeft. Met zijn dochter Cecilia gaat Kaiser een relatie aan. Intussen blijft hij in Zweden om te schrijven aan het toneelstuk, zonder de dringende behoefte of noodzaak terug te keren naar Amsterdam.

 

Richtingloos

Even richtingloos als Kaiser zich overgeeft aan gril en toeval in Zweden, is de compositie van Magnus. Aan de ene kant is de roman gebouwd op intrige en spanning, zoals een klassiek detectiveverhaal. Hoe komt die Zweed aan zijn creditcard, wat heeft zijn ex-vriendin daarmee te maken, en hoe goed kent hij haar eigenlijk? Het zijn whodunnit-vragen die het verhaal stuwkracht geven. Het verborgene wordt stap voor stap onthuld. Aan de andere kant gaat het om Kaisers pogingen zijn verleden te verklaren aan de hand van talloze herinneringen aan de tijd met Caro, en de vraag hoe hij zijn leven nu opnieuw vorm kan geven. Maar die twee motieven raken elkaar lang niet altijd, waardoor er gaten in de compositie vallen. Veel gebeurtenissen en personages in Zweden zijn niet geladen met betekenis. Ze hebben niets te maken met de thematiek, maar lijken gewoon verzonnen om het verhaal wat cachet te geven, zonder dat de implicaties ervan zijn doorgedacht. Ook storend is dat veel van Kaisers mijmeringen zijn gelardeerd met allerlei details die niets toevoegen, zoals iets te lange uitwijdingen over decor en entourage.

 

Worsteling

Het geduld van de lezer wordt dus flink op de proef gesteld, zeker als die nauwe samenhang verwacht. En dan wordt het toch weer mooi. Wat Lubach wel voortreffelijk uitdiept, is de worsteling en wanhoop van een dertiger die in een overgangsfase zit. Kaiser heeft niets meer dan zijn herinneringen en de heimwee naar de tijd dat alles nog goed was – voor zover het goed was. Zijn activiteiten in Zweden, de realisatie van het toneelstuk dat hij schrijft; het verandert allemaal niets aan zijn verlangen naar vroeger. Het nieuwe leven dat hij leidt is nog te vormeloos en stelt weinig in het vooruitzicht. Hij zit in een tussenfase. Vooral in de laatste ‘akte’ contrasteert die melancholie sterk met de nieuwe ontwikkelingen in het verhaal, die het personage niet schijnen te bevredigen.

 

Met Magnus – en overigens ook zijn vorige romans – plaats Lubach zich in de traditie van schrijvers als Zwagerman, Giphart en in mindere mate Grunberg, vooral diens Blauwe Maandagen. Magnus is geen zware kost en evenmin een stilistische krachttoer, wel een toegankelijk, laat gesitueerd coming of age-verhaal van een radeloze dertiger aan het begin van de eenentwintigste eeuw, en daarmee prima genietbaar.”

 

Door: Joep Smaling, 14/04/2011

 

Recensieweb

“Wat betekent het als je de controle over je eigen leven af en toe kwijt bent? Als je minutenlang naar Mozart luistert zonder het te beseffen, als je soms niet eens merkt dat mensen voor je neus je leven in en uit wandelen? Merlijn Kaiser, twintiger en hoofdpersoon uit de roman Magnus van Arjen Lubach, weet niet beter. Al sinds zijn jeugd heeft hij last van epileptische aanvallen, ‘absences’, waarin hij met zijn mond gaat smakken, zijn ogen wegdraaien en hij even van de wereld is.

‘Je bent nu eenmaal anders. Niet minder, maar anders,’ hebben zijn ouders hem altijd voorgehouden. Maar dat anders-zijn brengt wel beperkingen met zich mee. Nooit alleen mogen zwemmen, nooit zijn rijbewijs mogen halen en altijd afhankelijkheid moeten voelen.

Die aanvallen lijken er dan ook de oorzaak van dat Merlijn een B-rol in zijn eigen leven vervult. De rol van een toneelschrijver die wel de stukken schrijft, maar niet de erkenning krijgt; van iemand zonder rijbewijs, die anderen de richting laat bepalen; van een jongen die wel Merlijn heet, maar in een schoolmusical over een tovenaar alleen de rol van kikker krijgt toebedeeld. Terwijl anderen de sterren van de hemel spelen, blijft hij in de luwte. Of zoals hij zichzelf toespreekt:

‘Je valt rechts noch links van de weg af, je raakt soms de berm aan, rijdt met twee wielen in het gras, dan weer aan de ene kant, dan weer aan de andere, maar nooit zul je daadwerkelijk ontsporen of tegen een boom tot stilstand komen.’

Toch zijn het in feite niet eens de doktoren of de medicijnen die Merlijns leven regisseren. Het zijn ook niet zijn vrienden, die hem na jaren keihard laten vallen omdat hij te weinig van zich laat horen. Het is zelfs niet de geheimzinnige persoon die zijn creditcardgegevens heeft ontvreemd en in Stockholm zijn geld aan het besteden is in pretparken en restaurants.

Het zijn de vrouwen.

Allereerst Caro, op wie Merlijn op slag verliefd raakte in de trein naar Florence, tijdens een studiereis in de vijfde klas van de middelbare school [zie daarvoor de eerste pagina’s van de roman bij Athenaeum – red.]. Zij was het meisje dat hij na jaren voor zich wist te winnen, tot het moment dat ze ervandoor ging met een singer-songwriter. En dan Cecilia, de geneeskundestudente uit Uppsala, die hij ontmoet wanneer hij naar Zweden afreist – weg van Caro, in een poging te achterhalen wie de dief van zijn creditcard is.

Ze lijken zo engelachtig fragiel, de vrouwen aan wie Merlijn zijn hart verliest, maar in feite hebben ze roofdiertrekjes. Mooi en meedogenloos tegelijk. Kwetsbaar en ontwapenend, maar ook ondoorgrondelijk en sterk. De een sluipt door zijn herinnering op ‘ijsbeervoetensloffen’, de ander wordt door haar vader als ‘wolvendochter’ omschreven. En waar Merlijn ze wil beschermen tegen enge mannen, ze veiligheid wil bieden, zijn zij degenen die hem moeten opvangen, die het stuur moeten overnemen als hij toch van de weg dreigt te raken.

‘Meisjes die je doen wankelen’ zijn het, de vrouwelijke hoofdpersonen uit Magnus. Lubach, op zijn beurt, brengt zijn lezers uit balans, met gedachten en vergelijkingen die je omver blazen, met mooie woorden als ‘ijsbeervoetensloffen’ en ‘placebotrots’.

Hij combineert melancholie met lichtvoetigheid, wisselt luchtige passages af met rake, filosofische overpeinzingen. Bij Lubach wil je aandachtig lezen, want in elke zin kan een mooie woordspeling of een verrassende wending zitten.

‘Ik had in Groningen en later in Amsterdam vaak gehoopt op de achtbaan die er van je leven kan worden. Jezelf ergens omhoog takelen en dan zonder enige invloed op het traject naar beneden lazeren, zonder de bochten of de duur van de baan te kennen. Het liefst in de striemende regen en in het gezelschap van onbekenden. Nu het eenmaal zover was, was ik misselijker dan ooit.’

In Zweden begint Merlijn aan een inhaalslag en durft hij eindelijk de controle eens bewust te verliezen. Hij probeert andere rollen uit, stort zich in het avontuur. Maar zo makkelijk is het niet om van toneelschrijver plotseling regisseur te worden. Op papier heeft Merlijn zijn eigen leven keurig onderverdeeld in aktes, maar in werkelijkheid blijkt hij afhankelijk van de spelers om hem heen. Zelfs als het op orgasmes aankomt – waarin je jezelf toch bij uitstek ongeremd kunt laten gaan – geeft hij de regie uit handen: hij laat de ander bepalen wanneer hij klaar mag komen.

Jammer is dat Lubach af en toe wat erg weinig aan de verbeelding overlaat. De ervaringen en gevoelens van Merlijn worden soms zo nadrukkelijk beschreven dat de magie wegvalt. En natuurlijk ligt een referentie aan Nooit meer slapen van W.F. Hermans voor de hand in een boek dat zich in Scandinavië afspeelt – maar moet dat ook zo expliciet onder woorden worden gebracht?

Magnus is niet het meest verrassende boek van Lubach. De plot is (net als bij zijn vorige boeken) sterk, maar wat opbouw en thematiek betreft is de roman redelijk voorspelbaar. Aan de andere kant: waar de personages in Lubachs vorige romans ( Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend en Bastaardsuiker)

wat aan de oppervlakte bleven, leer je Merlijn door en door kennen. En eigenlijk geldt voor een goed geschreven boek in feite hetzelfde wat in Magnus al over gesprekken geschreven staat:

‘De onderwerpen op zich zijn niet relevant, het zijn de reacties en grapjes over de onderwerpen die maken dat je met iemand nog geen vijf minuten in een lift kan staan of juist vakanties lang samen in ingesneeuwde chalets kan doorbrengen [...] de verdieping zit in structuur, in het vormen van gedachten, in absurdisme, in taal, in humor.’

Die elementen zijn volop in Magnus te vinden. Het is de subtiele humor die het schrijnende verlangen naar liefde draaglijk maakt, het zijn de taal en de gedachten die ervoor zorgen dat je van Merlijn gaat houden en hoopt dat hij alsnog van een kikker in een tovenaar verandert. Magnus is een boek over groots en meeslepend liefhebben, met muzen in de vorm van meisjes die met een C beginnen. Het is een roman die laat zien dat goede literatuur niet altijd zwaar en naargeestig hoeft te zijn.

Lubach maakt iemand missen mooi.”

 

Door: Gemma Venhuizen, 28/02/2011

 

Volkskrant

“Beroemde Nederlanders die hun zegje doen op de achterflap van een roman? De ene schrijver die de andere aanprijst? Het is zeker geen zeldzaamheid. Paul de Leeuw, Herman Koch, Robert Vuijsje zijn bekende blurbleveranciers. Maar wat zegt hun aanbeveling eigenlijk? En menen ze het ook?

 

Gekke gedachte misschien, maar je krijgt altijd het gevoel dat blurbbezorger en schrijver vrienden van elkaar zijn, of op zijn minst goede bekenden. Op Magnus, de derde roman van Arjen Lubach (1979), zijn het Paulien Cornelisse en A.L. Snijders die de aanprijzing voor hun rekening nemen. 'Spannend, grappig', meent Cornelisse onder meer, en 'Nog beter dan zijn tweede boek' schrijft A.L. Snijders. Maar wie op basis van deze laatste quote- Snijders' handelsmerk zijn strak gecomponeerde, zeer korte verhalen - een uitgebeende roman verwacht, komt bedrogen uit.

 

Magnus is het relaas van een jongeman, Merlijn Kaiser geheten. Hij is toneelschrijver van beroep. Zijn geliefde, Caro, heeft hem verlaten. Somberend om haar vertrek brengt hij zijn dagen door, iets wat typerend genoemd mag worden voor jonge mannelijke literaire personages. Vrouwelijke hebben opvallend andere besognes.

 

Wanneer Merlijn op zekere dag van een bankmedewerker te horen krijgt dat er ongebruikelijke bedragen van zijn rekening worden gehaald via transacties in Zweden, besluit hij op onderzoek uit te gaan. Wat de zaak bemoeilijkt, is een epileptische aandoening waar hij last van heeft sinds zijn kinderjaren. Absences worden ze genoemd door de dokters, zijn ouders noemen het aanvallen. Heel zijn jeugd staat in het teken van deze aanvallen, waarbij periodes van korte afwezigheid leiden tot totale spierverslapping, soms met broekplasserij tot gevolg.

 

Sterk is Lubach in de laconieke beschrijvingen van die problematische kinderjaren: 'Als anderen terugkwamen van vakantie, schoolfeesten of het zwembad vroegen hun ouders: was het leuk? Die van mij niet, het eerste wat mij werd gevraagd was: heb je nog aanvallen gehad?' Grappig, zoals Cornelisse het noemt, is niet het woord, eerder heeft Lubach bij vlagen een mooie timing in zijn tekst. En dat is al een hele winst in vergelijking met zijn twee vorige romans die nogal te lijden hadden onder te veel gezochte grappen en grollen.

 

Valt er meer te beleven? Jawel. Een paar aardige formuleringen, bijvoorbeeld die waarin een meisje beschreven wordt als 'een levend kwadraat, als een wiskundige formule'. Ook een observatie als deze mag er best zijn; 'dat mannen elkaar troosten door te zeggen dat het maar goed is dat ze weg is', dat het zelfs 'louter voordelen heeft dat ze weg is'. Daarover wil je meteen meer lezen. Even sympathiek zijn de groetjes die Lubach in zijn roman doet aan de inmiddels opgeheven Nederlandse band Daryll Ann, en het kleine eerbetoon dat hij brengt aan Arnon Grunberg door te schrijven over de hotelmens, en door op gezette tijden zijn tekst te structureren met een opsomming van motieven.

 

Helaas is dat niet genoeg om de hele roman geboeid te blijven. De lange reis die Merlijn maakt door Zweden op zoek naar de dief van zijn financiële identiteit, het gerommel met karakterloze meisjes in hotelkamers; het is eerlijk gezegd een beetje saai. Ook Merlijn blijft, ondanks zijn vanuit literair perspectief spannende aandoening, toch wat kleurloos. Hij vindt de dief, Magnus. Dat die van alles te maken heeft met Caro, wekt nauwelijks verbazing. Hierop werd al vroeg in de roman gepreludeerd. Wat volgt is het lezen van een reeks verplichte oefeningen met daarin voorspelbare details als Volvo's, midzomernacht en Nooit meer slapen van W.F. Hermans.

Helaas is dat niet genoeg om de hele roman geboeid te blijven. De lange reis die Merlijn maakt door Zweden op zoek naar de dief van zijn financiële identiteit, het gerommel met karakterloze meisjes in hotelkamers; het is eerlijk gezegd een beetje saai. Ook Merlijn blijft, ondanks zijn vanuit literair perspectief spannende aandoening, toch wat kleurloos. Hij vindt de dief, Magnus. Dat die van alles te maken heeft met Caro, wekt nauwelijks verbazing. Hierop werd al vroeg in de roman gepreludeerd. Wat volgt is het lezen van een reeks verplichte oefeningen met daarin voorspelbare details als Volvo's, midzomernacht en Nooit meer slapen van W.F. Hermans.

 

Beter dan zijn tweede boek, tot zover heeft A.L. Snijders gelijk. Maar het beste moet nog komen.”

 

Door: Daniëlle Serdijn, 28/03/2011

 

Eigen Mening:

Dit soort boeken spreken mij altijd erg aan. Waarin er wordt verteld over één persoon en wat hij van alles denkt. Zijn gedachtes en gebeurtenissen in zijn leven hangen mooi samen en zijn soms spannend, maar ook humoristisch vertelt. De zoektocht wordt erg goed beschreven vanuit Merlijns ogen. Af en toe was het alleen niet erg realistisch.

De flashbacks en symbolische verwijzingen zijn niet te ingewikkeld, wat het verhaal redelijk makkelijk en vooral vlot om te lezen maakt. Hier tegenover staat wel dat hij sommige onderwerpen een beetje snel heeft afgesloten. Het uiteindelijke vinden van Magnus is bijvoorbeeld erg saai geëindigd en was redelijk voorspelbaar.

REACTIES

D.

D.

Matig

7 jaar geleden

A.

A.

Hallo, ik vind je verslag nogal onduidelijk.

6 jaar geleden

D.

D.

<div>Nou dit vind ik wel een heel onduidelijk verslag Bram, ik hoop dat je de volgende keer wat meer je best doet voor je zoiets op de internet plaatst. </div>

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Magnus door Arjen Lubach"