Lieveling – Kim van Kooten
leesverslag
Thema
Deze roman gaat over het Rotterdamse meisje Puck. Op haar vijfde verjaardag gaan Puck en haar moeder bij haar moeders nieuwe vriend wonen, Ludovicus. Puck mag hem Ome Meneer noemen, maar hij heeft het liefst dat zij hem papa noemt. Van haar vijfde tot haar veertiende jaar wordt Puck door Ome Meneer seksueel misbruikt. Het boek gaat over hoe Puck daarmee opgroeit en ondanks dit misdrijf nog steeds een zo normaal mogelijk leven probeert te leiden. Uiteindelijk gaan Puck en haar moeder er met het geld van Ome Meneer vandoor, maar Pucks moeder is geestelijk ziek. Ze gooit het geld over de balk en uiteindelijk hebben ze niets meer over. De enige optie is teruggaan.
Vertelwijze
- De zinnen zijn redelijk kort. Dat komt denk ik vooral omdat je het verhaal echt vanuit Puck zit, en Puck is een stil meisje. Vandaar dat er ook niet veel dialogen in het verhaal zitten. Het verhaal is geschreven in de tegenwoordige tijd.
- Er is niets vreemds te zien aan de lay-out of typografie.
Titel, ondertitel en motto
- De titel van het boek is Lieveling. Het heet zo omdat Puck de lieveling van Ome Meneer is. Ook is Lieveling, een liedje van Wim Sonneveld, het favoriete liedje van Pucks moeder.
- De ondertitel van het verhaal is Naar het verhaal van Pauline Barendregt. De reden hiervoor is omdat de verhaal echt gebeurd is en omdat Pauline Barendregt (het slachtoffer) niet anoniem wilde blijven.
- Het motto aan het begin van het boek komt uit het verhaal zelf. Het is een citaat van Puck:
“Mama kan het niet alleen, het leven.
En ik kan het niet alleen met mama,
dus ik liep naar een telefooncel
en ik belde papa en papa kwam.”
Ik denk dat Van Kooten dit citaat heeft gekozen omdat je in slechts een paar zinnen meteen een beeld krijgt van het wrange leven van Puck: Puck zorgt voor haar moeder, waardoor de enige die nog voor Puck kan zorgen de man is die haar misbruikt.
Opbouw
Het verhaal bevat geen proloog of epiloog. Het bestaat uit veertig getitelde hoofdstukken:
- De zwarte auto
- Het bruine kasteel
- Oppolsop
- Fijner dan dit wordt het niet
- De gelukkige gom
- Een achterdeurtje
- Liberty de Luxe
- Something in the way he moves
- Hut
- Het zit vanbinnen
- Lou Loene
- Lieveling
- Vivienne
- Zondag familiedag
- Een groot leed
- Diner dansant
- Hopend op uw begrip
- Een casuele aangelegenheid
- Badmuts
- Genieten
- Hoe het is
- Derrick heeft het gedaan
- Maybe not now
- Meester Hofslot
- Plan de kampanje
- De situatie
- Naar de overkant en terug
- Wat de natuur ons geeft
- Over de rand
- Reflex
- Altijd
- Soms
- Vaak
- Alleen kalmte kan je redden
- Oog om oog
- Je weet maar nooit
- Meisjes hebben een moeder nodig
- Het voorstel
- Hij
- De zwarte auto
Wat opvalt, is dat zowel het eerste als laatste hoofdstuk allebei De zwarte auto heten. Verder zijn de titels heel erg letterlijk op de vatten: telkens komen de titels terug in het hoofdstuk. Het boek is, naast de hoofdstukken, ook nog opgedeeld in vier ‘grote’ hoofdstukken of tijdvakken: 1975, 1977, 1980 en 1984.
Personages
- Puck is de hoofdpersoon van het verhaal. In het begin van het verhaal is ze vijf, aan het einde is ze veertien jaar oud. Puck is een rond karakter. Je leert haar door en door kennen en je ziet de wereld door haar ogen, waardoor je ook weet hoe zij over andere mensen denkt en waar ze wel en niet van houdt.
- Ludovicus is de vriend (en later de man) van Pucks moeder. Puck noemt hem Ome Meneer en later papa, haar moeder noemt hem ‘Pikkedoos.’ Ludovicus is een rijke man, hij is de eigenaar van vouwwagenbedrijf Liberty. Hij woont in Zwijndrecht in een groot huis met Puck en haar moeder en hij is een pedoseksueel: hij misbruikt Puck heel haar jeugd. Ludovicus is een vlak karakter, want je leert hem wel goed kennen, maar je weet niet alles over hem.
- Patricia is Pucks moeder en de vrouw van Ludovicus. Het is eigenlijk een hele trieste vrouw en ze is geestelijk ziek. Ze kan niet lezen en schrijven, draagt altijd veel te veel make-up en geeft enorm veel geld uit. Nadat Puck en Patricia vluchten voor Ludovicus, gaat het steeds slechter met haar en belandt ze uiteindelijk in een inrichting. Ook Patricia is een vlak karakter.
- Oma Crooswijk is een oude Rotterdamse vrouw. Ze is onbeleefd, maakt voortdurend platte opmerkingen en troggelt geld af van de rijke Ludovicus. Oma Crooswijk is een type. Het is duidelijk dat ze alleen maar in het verhaal zit om haar platte Rotterdamse humor.
Historische tijd
Het verhaal speelt zich af in de eind jaren ’70 en begin jaren ’80. Dat kun je natuurlijk letterlijk lezen in het begin van de “delen” die het jaartal aangeven, maar het is ook goed te merken. Zo toupeert Patricia haar haren telkens weer op en koopt ze kleding van nepleer en glitters. Er zijn ook nog geen mobiele telefoons, alleen vaste. De enige mobiele telefoon die in het verhaal voor komt is een enorm onhandig groot ding dat heel de tijd meegesleept moet worden. Ook krijgt Puck in het begin van het boek Playmobil, wat in die tijd heel bijzonder was omdat het pas net uit was.
De tijd is van belang omdat deze roman op een waargebeurd verhaal, namelijk het verhaal van Pauline Barendregt. Kim van Kooten wilde het verhaal zo natuurgetrouw mogelijk opschrijven en daar hoort dus ook de juiste tijd bij.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden