Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2705 woorden
  • 31 januari 2009
  • 31 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
31 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Thea Beckman
Lezen voor de lijst
Niveau 2 (12-15 jaar)Lezen voor de lijst Niveau 2 (12-15 jaar)
Genre
Jeugdboek
Geschiedenis
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1973
Pagina's
366
Geschikt voor
onderbouw
Punten
1 uit 5
Oorspronkelijke taal
Nederlands
Literaire thema's
Middeleeuwen,
Kruistochten,
Coming of age,
Tijdreizen
Verfilmd als
Prijzen
Gouden Griffel (1974 Winnaar)

Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in M…

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag e…

Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Uitleg van de titel:
Dolf wordt terug gestuurd naar 1212. Daar komt hij terecht in een Kruistocht. Dolf komt uit de 19e eeuw en heeft dus een spijkerbroek aan als hij in 1212 eeuw komt.
Dolf gaat met de Kinderkruistocht mee en loopt dus de kruistocht in een spijkerbroek.
Gegevens over de schrijfster:

Beckman trouwde in 1945 met Dirk Hendrik Beckmann (overleden in 1993) met Dirk heeft ze 2 zonen gekregen rien en Jerry en een dochter Marianne.
Ze gebruikte de schrijversnaam Thea Beckman op verzoek van haar uitgever, die vond de naam Bechmann te Duits overkomen.
Thea stierf op 80-jarige leeftijd in haar woning te Bunnik.

Thea Beckman wist al op haar elfde dat ze schrijfster wilde worden.
Tijdens het schrijven deed ze de muziek aan, het liefst luisterde ze naar klassieke spannende muziek, daar kreeg ze spannende verhalen van.
Voordat ze met het schrijven van een boek begon, bereidde ze veel voor, ze verzamelde zoveel mogelijk gegevens en ging samen met haar man op reis. Na het overlijden van haar man bleef ze reizen maar wel met minder plezier.
Veel van de boeken van Thea hebben een historische achtergrond.
Ze scheef naar eigen zeggen gewoon een boek, zoals ze vond dat het geschreven moest worden. Ze deed dat zo spannend en zo goed mogelijk.

Enkele gewonnen prijzen door Thea Beckman:
Zilveren Griffel 1971 voor ‘Met Korilu de Griemel rond’
Gouden Griffel 1974 voor ‘Kruistocht in spijkerbroek’
Zilveren Griffel 1980 voor ‘Stad in de storm’
Vlag en wimpel 1981 voor ‘Wij zijn wegwerpkinderen’

2
Hoofdpersonen:

Dolf Wega (ook wel Rudolf van Amstelveen in 1212):
Dolf is een 16 jarige jongen die erg avontuurlijk is, want hij gaat terug in de tijd. Ook is hij een leidend type. Dit blijkt onder andere uit dat hij de leiding voor een deel op zich neemt en dat de meeste kinderen naar hem luisteren. Verantwoordelijk is hij ook. Als hij met de kruistocht meegaat voelt hij zich gedwongen om de kinderen veilig naar Jeruzalem te brengen. Verder is het ook een rustige jongen met veel respect voor andere. Hij zelf gelooft niet in het doel van heel die kruistocht, maar hij blijft bij die kinderen en leeft met hen mee.
Hij is (voor in 1212 vooral) vrij grote jongen met blond haar en blauwe ogen. Hij is flink gebouwd en in de loop van het boek wordt hij ook steeds flinker. In het begin is hij erg wit van huidskleur en ook later trekt dat weg en krijgt hij een bruin kleurtje. Hij is snel ongerust en verder ook een lieve jongen.
Hij draagt een spijkerbroek (vandaar ook de titel). Als hij net in die tijd komt draag hij ook een dikke winterjas en stevige berg- schoenen, maar vanwege de temperatuur doet hij die al snel uit.
Leonardo Fibonacci da Pisa:
Hij is een student met lange donkere haren, bruine ogen, slank en een gebruinde huid. Hij is sluw, sarcastisch, slim en behulpzaam. Hij werd een vriend van Dolf.
Nicolaas:
Hij is een simpele, goedgelovige, domme, naïeve herdersjongen. Hij heeft lange blonde krullen en droeg witte kleren. Hij is de leider van de kinderkruistocht.

Plaats en tijd:

Het verhaal speelt zich eerst af in de twintigste eeuw en als dolf is weggeflitst in 1212, dus in de middeleeuwen. Dit is ook zeer duidelijk want het gaat natuurlijk omdat hij in het verleden is. De vertelde tijd is: 307 bladzijden. De verteltijd is ongeveer 2 ½ maand. Er is zijn in het boek wel een paar tijdversnellingen, bijvoorbeeld bij de scharkalen dood: op de vijfde dag van de schrarkalen dood waren er zes doden en zeven nieuwe gevallen. De zesde dag: één nieuw geval, en zeven doden. De zevende dag, geen nieuwe gevallen, wel vijftien doden. Zo zijn er drie dagen voorbij gegaan in nog geen drie zinnen, terwijl er andere gebeurtenissen worden verteld van één dag in een heel hoofdstuk. Er zijn ook nog meer tijdsversnellingen en vertragingen geweest. Het hele verhaal wordt verteld in chronologische volgorde, behalve een paar kleine flashbacks als Dolf denkt aan hoe het was toen hij in de twintigste eeuw leefde.

Thema & gebeurtenissen (per hoofdstuk):

Hoofdstuk 1 De grote sprong:
Dolf wega gaat als eerste mens gebruik maken van de tijdmachine. En wordt terug gestuurd naar de middeleeuwen. Hij wordt om 1 uur weg gestraald en om 5 uur moet hij weer precies op de plek terug zijn waar hij terecht komt in de middeleeuwen.
Hoofdstuk 2 Gestrand!:
Als dolf in de middeleeuwen terecht komt gaat hij een stukje lopen, en komt aan de praat met leonardo. Dan komt er een Kinderkruistocht voorbij. Dolf schikt van de tijd en gaat weer terug naar zijn begin plek maar het is al 6 over 5 en hij is te laat, hij zit voor altijd in de middeleeuwen. Hij komt leonardo weer tegen en gaat met hem mee achter de Kinderkruistocht aan.
Hoofdstuk 3 Het noodweer:
De kinderen mochten de stad niet in, dus Dolf en Leonardo ook niet. Ze bouwde een kamp buiten de stad. De stad was half afgebrand die nacht. De bewoners dachten dat het een straf was omdat ze de kinderen niet in de stad lieten, als vergeving kregen de kinderen veel eten en drinken. De kruistocht gaat verder. En Dolf en Leonardo gaan mee.
Hoofdstuk 4 De Koning van Jeruzalem:
Dolf zag hoe slecht het er met de kinderen aan toe was en vond dat het zo niet langer kan, hij ging naar de leider van de groep. Die hem uitlegde dat hij een boodschap van god had gekregen om een groot kinderleger op te richten. Dolf had wat voorstellen waardoor het beter zou gaan met de kinderen, en de leider nam de voorstellen aan.
Hoofdstuk 5 Gevaarlijke zwijnenjacht:
Door de hulp van dolf is het kinderleger goed georganiseerd, iedereen kreeg aparte taken, zo ook om te jagen, die kinderen liepen gevaar om aangevallen te worden door wilde zwijnen wat dan ook wel is gebeurde.
Hoofdstuk 6 Het wonder van de broden:
De kinderen mochten weer een stad niet in, dus besloot Dolf een kijkje te nemen in de stad, en ruilde zijn Hollandse geld om voor geld uit die tijd. En kocht daarvan heel veel broden die de kinderen konden eten, wat hard nodig was want er heerste een dodelijke epidemie en besmettelijke ziekte.
Hoofdstuk 7 Gevecht tegen de Scharlaken dood:
Door de dodelijke besmettelijke ziekte epidemie wordt de kruistocht gestaakt. Om de zieken beter te kunnen verzorgen, en er voor te zorgen dat de ziekte niet meer kinderen zou besmetten.
Hoofdstuk 8 Beschuldigd van ketterij:
Na 2 weken ging de reis weer verder, de gedeelte van de reis die ze nu gingen aflegen was geen voedsel, daarom hadden ze eerst voedsel ingeslagen, op dat moment kreeg Dolf ruzie met Nicolaas die allemaal leugens over Dolf verspreide en vond dat Dolf verbrand moest worden.
Hoofdstuk 9 Het volksgericht:
Er kwam een groot verhoor tegen Dolf, maar Dolf wint het toch door dat Dom Thaddeus het voor hem opneemt.
Hoofdstuk 10 De Karwendel slaat toe:
De tocht werd steeds gevaarlijker deze nacht zijn er veel kinderen dood gegaan door de slecht wegen.
Hoofdstuk 11 De kinderroof:
De kinderen werden overvallen door ruiters van de Koning en moesten tol betalen dat geld hadden ze niet, en er werden 50 kinderen geroofd. Dolf en 16 andere kinderen maakten een plan om de 50 kinderen terug te halen.
Hoofdstuk 12 Aanval van demonen:
Toen was het tijd om de 50 kinderen te redden. Ze verkleedde zich als duivels en zo wisten ze de kinderen te redden uit het kasteel.
Hoofdstuk 13 De tocht door de Alpen:
Ze gingen door de Alpen, dat eiste veel levens, maar er was daar wel heel veel voedsel.
Hoofdstuk 14 De slag in de Povlakte:
De kinderen werden sterker en zelfverzekerder, overal waar eten was. Roofde ze het eten weg.
Hoofdstuk 15 Het testament van Carolus:
Carolos de man die volgends de kinderen de nieuwe koning moest worden werd ziek en ging dood. Zijn laatste woorden waren dat Dolf de nieuwe koning moest worden.
Hoofdstuk 16 Eindelijk de zee!:
Eindelijk was het kinderleger in Genua aan gekomen. Daar zou de heilige Nicolaas die door Goed was opgeroepen een doorweg door de zee naar Jeruzalem maken. De dag voor het grote wonder zou beginnen zag Dolf, Dom Johannes een monnik van Nicolaas huilen. Hij vroeg wat er aan de hand was en Dom Johannes vertelde:
Het was allemaal een list. Er zouden geen wonderen gebeuren. De 2 monniken waren geen echte monniken. Ze werden betaald als ze een groot kinderleger naar Genua zouden brengen. Daar zouden de kinderen als slaven naar Zuid-Afrika worden gestuurd. Alles was verzonnen. De monniken hadden alles voorberijd en zouden goed betaald krijgen. Nu had Dom Johannes spijt gekregen en wilde de kinderen redden. Dolf vertelde het Leonardo en die ging met een meisje van adel naar de Graaf van Genua om hulp te vragen en Dom Thaddeus die het verhaal ook had gehoord ging naar de aartsbisschop van de stad. En zo gingen ze er proberen voor te zorgen dat de kinder slavernij tegen zou worden gehouden.
Hoofdstuk 17 De samenzwering op het strand:
Dolf riep een paar kinderen bij elkaar, de sterkste, de slimste en de grote strijders. Hij vertelde ook hun het verhaal, ze wilde het niet geloven. Toen Dom Johannes het verhaal bevestigde geloofde ze hem alle en gingen overleggen wat ze moesten doen.
Hoofdstuk 18 De afrekening:
De volgende middag zou het dan eindelijk gebeuren. Nicolaas liep naar de zee en iedereen wachten op het wonder, maar er gebeurde niks.
Hoofdstuk 19 Wij willen niet terug!:
De kinderen wouden niet terug naar Duitsland, dus gingen ze verder naar Jeruzalem. In Pisa bleef leonardo achter met veel kinderen die daar wouden blijven.
Hoofdstuk 20 In de val:
Het kinderleger kwam bij het kasteel aan, daar was oorlog veel kinderen werden vermoord. Er bleven ongeveer 1000 kinderen over.
Hoofdstuk 21 De graftombe van Sint-Nicolaas:
Ze trokken verder. Later kwam Leonardo ook weer terug. Niemand wist waarom. Ze trokken naar de stad Bari. Daar bezochten ze de basiliek van Sint-Nicolaas.
Hoofdstuk 22 Boodschap uit de toekomst:
De 800 overgebleven kinderen bleven in Venetië en bouwde daar een leven op. Dolf had weer contact gehad met de 20ste eeuw en zou weer worden terug gestraald.
Hoofdstuk 23 De beslissende seconde:
Het lukte Dolf om 24 uur later op de plek te staan. Het was moeilijk want er was een groot feest op het plein, maar het lukt Dolf nog maar net. En hij werd terug gestraald naar zijn eigen eeuw.

3b

Persoonlijk oordeel en uitleg:

01. Voortreffelijk: het komt goed over, en er blijft spanning in zitten. Het is ook erg begrijpelijk geschreven.
02. Somber: de hoofdpersoon ziet het somber in maar blijft wel doorzetten om er voor te zorgen dat alles goed komt.
03. Spannend: het hele verhaal blijft spannend tot het einde aan toe.
04. Sympathiek: ik leef zeker mee met de hoofdpersoon hij vecht voor de kinderen in de kruistocht, soms met gevaar voor eigen leven.
05. Bekend: ik heb het niet zelf meegemaakt maar de film van kruistocht in spijkerbroek ook gezien.
06. Realistisch: het terug sturen naar de middeleeuwen is niet realistisch maar verder het verhaal over de kruistocht wel.
07. Net goed: het verhaal had ook niet langer moet moeten duren want het is best een dik boek maar voor echte fanatieke lezers is het goed.
08. Humoristisch: het verhaal is op zich niet humoristisch maar sommige stukjes moest ik wel om lachen, bijvoorbeeld om het bijgeloof van de mensen in de middeleeuwen.
09. Informatief: het verhaal is informatief er wordt op een leuke manier verteld over de middeleeuwen.
10. Origineel: de middeleeuwen zijn wel duidelijk, maar dit verhaal is wel origineel.
11. Levensecht: het terug sturen van dolf naar het verleden is niet levensecht, maar het verhaal over de kruistocht is wel werkelijkheid.
12. Optimistisch: het verhaal loopt goed af, de straat kinderen komen in een andere stad waar ze een nieuw leven opbouwen, en Dolf komt weer terug in de 20ste eeuw.

Publiekgerichte gegevens:
Gerre: avontuurlijk en Historisch.
Leeftijd: jeugd.
Blz: 307.

Eigen mening:
Ik vond het een mooi boek omdat je je heel makkelijk kunt inleven in de personages. Ook zit alles in een chronologische volgorde. De gebeurtenissen zitten goed achter elkaar zodat je niet het gevoel hebt dat er constant dingen aan de hand zijn. Ze vallen ook regelmatig terug op gebeurtenissen zodat je niet vergeet wat er al gebeurt is. Ik heb bij veel boeken het probleem dat als ik op de helft ben met lezen, ik niet meer weet hoe het is begonnen. Bij dit boek stond alles zo met elkaar in verband dat ik alle belangrijke dingen gewoon kon onthouden. Het boek is ook heel leerzaam, want er werden vroeger ook daadwerkelijk Kinderkruistochten gehouden en door het lezen van dit boek krijg je er een beter beeld bij.
Eigenlijk zouden er twee vervolgen geschreven moeten worden. Één over hoe de kruistocht verder gaat en één over het verdere leven van dolf. Als een van deze twee er zou komen zou ik hem zeker lezen.
Ik zou iedereen aanraden om kruistocht in spijkerbroek te lezen als ze het niet erg vinden om een dikker boek te lezen met een beetje niveau.

4
Samenvatting:

Op een dag komt Dolf Wega in het laboratorium van Dr. Simiak en Dr. Kneveltoer, 2 vrienden van zijn vader. Daar laat Dr. Simiak Dolf de materietransmitter zien. Dr. Simiak verteld dat je hiermee in de tijd terug kan. Dat lijkt Dolf wel wat, en na veel zeuren mag Dolf in de tijdmachine. Hij wil graag naar een riddertoernooi in Frankrijk, op 14 juni 1212. Maar er gaat iets mis met de berekening waardoor Dolf op 24 juni 1212, bij de stad Spiers in Duitsland terecht komt.

Wanneer hij daar is zet hij een kruis op de steen, zodat hij weet waar hij over 4 uur weer moet zijn. Hij ziet dat een man word overvallen door struikrovers en schiet hem te hulp. Nadat ze de struikrovers hebben verjaagd raken ze aan de praat. Dolf komt erachter dat de man Leonardo heet.

Na 4 uur gaat Dolf terug naar de steen maar er loopt een grote stoet kinderen (hij komt er later achter dat dit de Kinderkruistocht is) en Dolf kan niet door de stoet heen komen, waardoor hij te laat is.

Samen met Leonardo besloot Dolf om mee te lopen in de Kinderkruistocht. Nicolaas, een jongen, is de leider van deze tocht. Hij heeft (zogenaamd) van God een boodschap gekregen om deze kinderen naar Jeruzalem te brengen en die te bevrijden van de Saracenen. Samen met Dom Anselmus en Dom Johannis, twee monniken, heeft hij de leiding.

De Kinderkruistocht is slecht georganiseerd en Dolf gaat deze kruistocht regelen. Hij maakt groepen: Jagers, vissers, vechters, verzorgers en mensen die fruit uit de bossen plukten. Elke groep heeft zijn eigen leider. En iedereen komt op een plaats in een groep waar hij/zij goed in is. Ze moeten van de monniken Dom Anselmus en Dom Johannis snel door lopen naar Genua, waar de zee zal wijken voor de kinderen zodat ze naar Jeruzalem kunnen lopen, als Nicolaas zijn handen over de zee uitstrekt. (Later blijkt dat dit een leugen is, en dat Dom Johannis en Dom Anselmus Nicolaas hebben ingefluisterd dat hij een heilige jongen is en daarom een heleboel kinderen moet lijden naar Genua, waar de zee voor hem zal wijken. Maar de bedoeling van Anselmus en Johannis is om de kinderen in Genua te verkopen als slaven.) Onderweg maken ze van alles mee, zoals de Scharlaken Dood (een ziekte), talloze sterfgevallen, ontberingen in de Alpen, een kinderroof op de Povlakte, ziekte en nog veel meer.

Dom Johannis kan het geheim niet meer voor zich houden en hij vertelt aan Dolf dat de zee niet aan de kant zal gaan en er schepen zullen komen voor de kinderen zodat die in Afrika als slaaf kunnen werken. Dolf verteld dit aan de kinderen.

En als dan de zee bij Genua niet wijkt voor hun en er schepen komen gaan de kinderen niet op de schepen, maar vermoorden Anselmus. De inwoners van Genua vinden niet dat de kinderen op het strand kunnen blijven en Dom Johannis gaat met een groep terug naar Keulen, een groep blijft in Genua en een andere groep gaat met Dolf mee. Een van de kinderen die met Dolf meegegaan is, vindt een aluminium doosje. Het blijkt dat dit een boodschap van dr. Simiak is. Hierin staat dat Dolf over 24 uur op de plek van het gevonden doosje moet staan. En zo wordt na 24 uur Dolf teruggeflitst naar zijn eigen tijd.

Boekenquiz 8 vragen

Nieuw! Open vragen worden nagekeken door AI
Waar wilde Dolf met de tijdmachine heen gaan?
Waarom geven de inwoners van Spiers de kinderen eten?
Tegen welke epidemie strijdt Dolf?
De graaf van Scharnitz laat 52 roven, hoe haalt Dolf hen terug?
Hoe sterft Nicolaas?
Waar zal de zee splijten voor Nicolaas?
Hoe vindt dr. Simiak Dolf terug?
Waar gaan de kinderen naartoe als hun reis in Brindisi ten einde komt?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.