Inhoud:
1. Algemene gegevens
2. Samenvatting
3. Begin- en eind zin
4. Tekstfragment
5. Eigen mening
1
Algemene gegevens:
Titel: Hasse Simonsdochter
Auteur: Thea Beckman
Uitgever: Lemniscaat
Druk : 20ste druk 2005
Eerste druk: 1983
Aantal pagina’s: 328
Omslag: Jan Wesseling
2
Samenvatting
Hasse liep liever door de riet velden, dan haar vader te helpen met manden vlechten. Ze had altijd het idee dat het riet fluisterde: ‘welkom Hasse, elfenkind’.De mensen in het dorp zeiden ook dat Hasse een elfenkind (of ook wel wisselkind) was. Daarom werd ze slecht behandeld, in de hoop dat de elfen Hasse terug namen. Hasse wist hoe ze met pijl en boog moest om gaan, omdat ze vaak niet genoeg eten kreeg zorgden ze zelf voor eten. Op een vroege ochtend toen Hasse weer eens aan haar vaders blik was ontvlucht, en ze langs de rivierdijk liep, hoorden ze achter de bosjes dat er mensen aan kwamen, met kudde vee. Ze was niet bang voor de ossen, maar wel voor de veedrijvers. Rauwe, bonkige kerels waren dat en geen meisje was veilig voor hen. Ze verschool zich in de riet pluimen, en keek toe. Hasse hoorden roepen, en tot haar ontzetting hoorde een kreet: ‘ho, ho zeg ik je. Ho dan. Blijf staan’. Toen de dieren begrepen dat er een rust zou zijn, verspreide ze zich over de dijk en begonnen het malse gras te eten. Niet ver van waar Hasse zat gingen de vee drijvers lui tegen talud liggen. De ossen liepen her en der ook vlak voor de plek waar Hasse zat. één van de drie vee drijvers liep naar de dieren toe om ze weg te jagen, toen hij plots Hasse zag zitten. ‘Ha, wat zullen we hier hebben, een mooi blommetje dat hier tussen het riet groeit’ schreeuwde hij. ‘Mals en jong, en wat een mooi kleurtje’.‘Laat me los’ schreeuwde Hasse. Ze sloeg naar zijn gezicht, haar nagels krabden zijn wang open. ‘Au! Dat is me een wilde’, tierde hij zonder haar los te laten. De twee andere vee drijvers spongen op en kwamen aan rennen. ‘Kijk eens, Kobus, is het geen honing potje van een meid? Die is wel een paar vrijers gewaagd’. Hij probeerde haar te zoenen, maar Hasse spuwde hem in zijn gezicht. ‘nee, nee’ ze gilde, schopte beet in het rond. Maar tegen 3 rabauwen kon ze niet op. Ze sleurde haar tegen de grond, scheurden haar rok, hielden haar vast bij armen en benen terwijl ze hun bieradem in haar gezicht bliezen. Hasse gaf niet op, ze kronkelde, schreeuwde. ‘duivels, dat is geen meid, dat is een wilde beest,’ hijgde Jochem. ‘sinds wanneer willen boeren meiden niet meer vrijen in de lente?’. Ze hadden het zo druk, met Hasse tegen de grond te houden dat ze niet merkten dat er een ruiter was verschenen, toen hij merkten dat beneden aan de dijk een meisje werd verkracht, stoof hij op zijn paard naar beneden en doodde één van de vee drijvers. Hij noemde zich zelf Jan van Schaffelaar.
De volgende dag ging Hasse naar de stad kampen. Daar hoorden ze dat er een terechtstelling was. En nog wel van een edelman. Ze ging kijken, want terecht stellingen van een edele is altijd bijzonder. Toen ze zag dat het Jan van Schaffelaar was wegens moord zou hij ter dood veroordeelt worden. Omdat hij de enige is die ooit om haar heeft gegeven, besluit Hasse hem te verbidden (hem redden door middel van trouwen met hem op het schavot). Zo rijden zij even later over de heide, verbannen uit Kampen, zonder dat Hasse’s ouders iets weten. Als ze zitten te praten komt Hasse erachter dat Jan een huurling is. Ook is hij half van adel. (hij wordt ook wel de bastaart genoemd).
Gerrit van Wou is een jonge klokken gieter, als hij met zijn oom over de Veluwe trekt, om in Zutphen een mooie grote klok te gieten, worden ze aan gehouden door de graafschappers.
Gerrit verbaast zich er over, dat ieder lid gehoorzaamt aan de bevelen van een jongeman die zo te zien nog geen 15 is, een boogschutter. Ze worden mee genomen naar de boerderij, waar hij ontdekt dat de boogschutter geen man is maar een jongevrouw. Hij snapt niet dat ze als gelijke wordt beschouwd, alles wat ze zegt of doet, is goed en wordt op gevolgd. Hij mag haar wel. Als de los prijs betaald is, worden Gerrit en Geert van Wou vrij gelaten. Gerrit vraagt zich af of hij Hasse ooit nog eens zal zien.
Toen ontstond er burgeroorlog, en heer Wijnand verdween, de graafschappers waren hun beschermheer kwijt. Ze verlieten de Veluwe, ze verhuisden naar het sticht, waar 2 vijandige partijen links en rechts soldaten aanwierven. Ze konden kiezen: of zich aan sluiten bij de steden, of in dienst treden van bisschop David. Wat zou het worden? Toen ze gingen beraadslagen, zei Hasse dat ze nooit meer in een stad wilde wonen. Ze wilde niet dat haar kind tussen stinkend vuil, en geschreeuw opgroeiden. De leden van de graafschappers keken haar verbaast aan, ‘kind?’ vroeg een van hen. ‘ja natuurlijk, ik krijg over 5 maanden een kind’. Uiteindelijk trekken ze in een kasteel in, de graafschappers melde zich bij bitschop David. Ze moesten 3 keer per week patrouillelopen langs de wegen. Voor Hasse en Elsa betekend dit binnenblijven. Ook de graafschappers hielden niet van dit werk. Ze hielden van het platte land. Daarom drong Jan bij de bisschop aan hen ander werk te geven. Tot grote opluchting van Hasse werden ze over geplaatst naar een dorpje in de omgeving van Barneveld. Ze trokken in een boerderij in, zo leefden ze zoals ze op de Veluwe hadden geleefd, alleen vielen ze de boeren in het dorp verder niet lastig. Hasse beviel in de winter van Lysken, die vernoemd werd naar Jan’s moeder. Hasse miste haar vrije leven, het jagen en galopperen op Diana, haar paard. Intussen werden de graafschappers steeds minder geliefd. Er kwam op stand tegen ze. Op die dag in juli waren Jan, Hasse en een tiental huurlingen al vroeg uitgereden. Klein Butsken, lange Pieter en Elsa waren achter gebleven op de hoeve in achterveld, evenals Tieske en Hasse’s dochtertje. Plotseling hoorde ze het nood signaal. Ze vernomen dat heel achterveld bezeten was van soldaten. En dat ging natuurlijk om hen. Hasse wilde terug, maar ze werd mee genomen door Jan. Ze verscholen zich in de kerk. Maar helaas werd hier ook op geschoten. Hasse doodde twee soldaten. Maar ze bleven aan houden. Ze onderhandelde, als Jan van Schaffelaar en Hasse Simonsdochter (van Schaffelaar) zich over gaven mocht de rest van het gezelschap vrij uit. Na deze woorden gehoord te hebben, vertelde Jan van Schaffelaar Hasse over zijn schat, dat hij van haar hield, en dat ze moest beloven dat ze Lysken opvoeden. Hier na gooide hij zich van de kerk af, met de woorden:‘HIER HEBBEN JULLIE JAN VAN SCHAFFELAAR’. Hasse’s wereld was ingestort. Toen ze terug kwam in de boerderij, zag ze klein Butsken, met Lysken op zijn arm. Ze groef Jan’s schat op, en ze trok samen met Butsken naar Kampen. Op een dag ging Butsken jagen, maar hij kwam niet terug. Toen Hasse op zoek ging naar hem, zag ze hem. Op het schavot staan, wegens het stelen van een schaap zou hij veroordeeld worden. Hasse had niet de moed, om te roepen ‘ik verbid hem’. Ze trok samen met Lysken de stad kampen in. Waar ze een baan als waarzegster begon. Hier zag ze ook Gerrit van Wou terug. Die haar vroeg te trouwen. Ze weigerde dit.
Bijna vijf eeuwen later vond een historicus in de kamper archieven een aantekening over ‘Hasse van Wou (van Schaffelaar, Simonsdochter), meyster Ghert clockgietsters husfrou’.
3
Begin- en eindzin van het boek:
Beginzin:
O ‘de suizelende wind door het jonge riet! Hasse Simonsdochter kon er nooit genoeg van krijgen.
Eindzin:
Gerrit van Wou stond op, boog zich over haar heen, keek in de zwarte ogen en voelde hoe hij er opnieuw in verdronk.
Het is de opening’s zin van het verhaal, het heeft eigenlijk niet veel met het vederen verhaal te maken. Alleen dat hier goed duidelijk wordt gemaakt dat ze een heel erg vrij iemand is.
Het is een hele onafsluitende eind zin. Gerrit beleefd iets wat hij al een keer heeft beleefd eerder in het boek. Maar het heeft niet echt iets met het verhaal te makaken verder.
Tekstfragment:
‘Ik ben niet bang om te sterven, dat hoort bij mijn beroep. Maar ik wil dat het jou goed gaat.’ ‘ik beloof het.’ Hij kuste haar. Hasse voelde haar maag ineenkrimpen, de pijn van het afscheid trok door aar hele lichaam. Ze veeg de over haar ogen. Jan trok haar mee, terug naar de groep huurlingen aan de oostkant van de toren. De kerels stonden somber, beschaamd en ongelukkig bijeen. Ze haatte hen. Het was nu helemaal donker geworden. In de dorpsstraat, op het kerk hof tot aan de voet van de toren hadden Barnevelders, Nijkerkers en Amersfoorters zich verzameld. Ze keken op naar de toortslicht beschenen figuren op de trans, zo hoog, zo schijnbaar onbereikbaar en ze schreeuwden. Ze zwaaiden met fakkels en toortsen. kapitein wachtendonk zat te paard. In volle glorie van zijn krijgsuitrusting. Ook hij keek omhoog. De tijd van het ultimatum was bijna verstreken. Jan van Schaffelaar duwde Hasse in de armen van de verbaasde Blauwpoeper. ‘hier,’ grauwde hij, ’houd haar vast. Ga achteruit jullie.’ Eer iemand goed begreep wat er ging gebeuren stond hij boven op borstwering, zette de handen in de zij schreeuwde: ‘hier hebben jullie Jan van Schaffelaar!’ -en sprong.
Castor en Pollux hadden Hasse elk bij een arm gegrepen en hielden haar stevig vast. ‘niet kijken, niet kijken’ herhaalde ze eentonig. ‘niet kijken, Hasse.’ Ze was niet eens in staat zich te verroeren. Star als een beeld stond ze en staarde naar de lege opening tussen de kantelen. ‘hij sprong,’ snikte ze, ‘hij sprong gewoon naar beneden. O lieve Heer, hij sprong…’ Blauwpoeper richtte zich op, keerde zich om. Hij zag bleek ‘… en zo stierf een dapper man,’mompelde hij.
Ik heb dit stukje uitgekozen om het dit me heel erg bij bleef, het is zo’n droevig en angstig stukje. Je moest door blijven lezen om te weten hoe het afloopt. Je denkt echt van ‘het kan niet dat hij dood gaat!’ ik kreeg echt zo’n hol gevoel, omdat je eigenlijk niet wil dat hij dood gaat. En toch gebeurt het. Daarom vind ik dit zo’n mooi stukje.
5
Eigen mening:
Ik vind het echt een geweldig boek!! Het is zo mooi hoe je Hasse ziet veranderen, in de loop van het verhaal. De gevoelens van de personen voel je goed. Het respect dat Jan van Schaffelaar voor Hasse Simonsdochter heeft, is heel mooi beschreven. Je ziet ook sterk dat Thea Beckman heel er bezig is met de rechten van vrouwen, dat vind ik erg goed. Het verhaal treft je!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden